In de hoofdstad Het Olymptseh voetbaltournooi te Berlijn; Optimisme van de Duitsche organisatoren; De winterspelen te Garmisch- Partenkrichen; De elftalcommissie van Wales heeft het moeilijk; Fraai resultaat tegen Schotland; De bekerwinnaars van Blackburn; Everton's uitwedstrijden; David ïack en Tom Parker hebben zorgen. Na langdurige besprekingen is dan toch besloten, ter gelegenheid van de Olympische Spelen te Berlijn ook een voetbaltournooi te organiseeren en men zal bij het nemen van dit besluit ongetwijfeld gedacht hebben aan het belangrijke bedrag aan recettes, zonder hetwelk de spelen geen batig saldo kunnen afwerpen. Aanvankelijk zouden de wereldkampioen schappen, zooals die vorig jaar te Rome ge houden werden, in de plaats van het Olym pisch tournooi treden, daar in 1932 te Los Angeles geen voetbal werd gespeeld. Intus- schen bleek bij de matches m Italië, dat er van zuiver amateurisme geen sprake was, zelfs namen daaraan meer elftallen van be roepsspelers dan van amateurs deel. En thans rekent men te Berlijn op minstens zestien vertegenwoordigende amateur-ploe gen, hetgeen van groot optimisme getuigt. In 1924 kwamen er te Parijs 22 teams in het veld, terwijl er in 1928 t.e Amsterdam 17 deel namen. Men mag daarbij niet uit het oog verliezen, dat de drie prijswinnaars, Uruguay, Argentinië en Italië eigenlijk niet hadden mogen worden toegelaten, omdat hun spe lers tot de beroepsklasse behoorden. Nu is het natuurlijk wel mogelijk, dat de bepalingen voor Berlijn veel strenger zullen zijn, maar of de verschillende landsbonden daarmede accoord gaan, is een andere kwes tie. Een achttal jaren geleden b.v. speelde het Nederlandsch elftal in het oude Stadion ee nwedstrijd tegen een zuiver amateur-elf tal van Tsjecho-Slowakije en ontmoette zoo weinig tegenstand, dat de match in een 81 overwinning eindigde. Rekening houdende met een* dergelijke spelkwaliteit, mag men allerminst op groote publieke belangstelling en daarmede gepaard gaande recettes hopen. Het is nu eenmaal een bekend feit, dat in de landen, waar het beroepsvoetbal hoogtij viert -en als publieke vermakelijkheid een voorname plaats inneemt, het amateursspel daar sterk onder lijdt, wellicht met uitzon dering van Engeland. De Brit is een enthou siast sportbeoefenaar met liefde voor het spel en hoewel er vele vooraanstaande ama teurs tot de beroepsklasse overgaan of al thans voor beroepsclubs uitkomen, is het aantal spelers zoo groot, dat de gevestigde amateur-vereenigingen steeds een voldoend aantal elftallen kunnen formeeren, terwijl niet zelden 10.000 of meer toeschouwers de belangrijkste wedstrijden bijwonen. In de overige landen gaat het echter an ders. Daar worden de eertijds sterke ver- eenigingen door de beroepsclubs leeggezogen, de beste spelers gaan zoodoende weg en het overschot is er op gebrand, het koste wat het koste professional te worden, ook al, omdat de publieke belangstelling uitsluitend op de prestaties der beroepsspelers gericht is. Wanneer men dus thans in Berlijn op een groote deelname van echte amateurteams rekent, mag men geen hooge verwachtingen van het spelgehalte koesteren. Naar verluidt zou de inschrijving van de volgende landen vaststaan: Duitschland, Frankrijk, België, Zwitserland, Nederland, Vereenigde Staten, China, Japan, Zweden, Noorwegen, Dene marken, Finland, Letland, Polen, Italië, Egypte en Peru, in totaal dus 17 teams. De Vereenigde Staten maakten in 1928 te Amsterdam allerminst een grooten indruk en de kracht van Finland en Letland mag ook problematisch heeten. Italië, België, Frankrijk en Zwitserland zijn thans op het beroepsspel ingesteld, waarbij de drie laatst genoemden reeds ervaren, dat hun besluit niet die voordeelen heeft gebracht, waarop werd gerekend; het tegendeel is waar. De strijd zou dus voornamelijk gaan tusschen de Scandinavische landen, Japan, China, Duitschland .en Nederland, wanneer onze Oosterburen er althans in kunnen slagen, een sterk amateur-team samen te stellen, hetgeen zeer de vraag is. Onze kansen staan dus lang niet slecht, ofschoon men die van Japan en China wellicht even hoog moet aanslaan. Intusschen lijkt ons een voetbaltournooi in mid-zomer niet aanbevelenswaardig en het is jammer, dat men daarvoor geen an dere maand dan juist Augustus heeft vast gesteld. Wanneer er dan toch slechts op zuivere amateur-elftallen wordt prijsgesteld, had men moeten bedenken, dat deze in den regel niet voor hun plezier in de zomersche hitte spelen, zelfs niet om een Olympisch kampioenschap. Bovendien kan het voor onze spelers zijn nadeel en hebben in verband met den ongelimiteerden duur van het com petitieseizoen, waarbij slechts de ervaring van het Tilburgsche Willem II als voorbeeld behoeft te worden genomen. Er is ook beweerd, dat de K.N.V.B. tegen over Duitschland moreel verplicht is, een team naar Berlijn te zenden, omdat de Duitschers in 1928 ook te Amsterdam hebben deelgenomen. Het is echter nog lang geen Augustus en voor dien tijd zal er nog heel wat water dooi de Bakenessergracht vloeien. Wat veel eerder onze aandacht vraagt, dat zijn de Olympische winterspelen, die in Fe bruari a.s. te Garmisch Partenkirchen ge houden zullen wonden. Reeds hebben 27 landen daarvoor ingeschreven, hetgeen een hooger aantal is dan ooit voor dergelijke wedstrijden werd genoteerd. Ook het af te werken programma is uitgebreider dan in 1924 te Chamonix, in 1928 te St. Moritz en in 1932 te Lake Placid, wijl een ski-estafette en een slalom-race er aan zijn toegevoegd. Ho deelnemers zullen de beschikking heb ben over twee ski-springschansen en drie ijshockey-velden en de organisatie zal met de bekende Duitsche degelijkheid wel niets te wenschen overlaten. Rondom het ijshockey-stadion kunnen meer dan 15000 toeschouwers een plaats vin den, terwijl de skiwedstrijden zoo noodig door 100.000 belangstellenden kunnen wor den gevolgd. Men behoeft niet bevreesd .te zijn voor een herhaling van de gebeurtenis sen te Lake Placid, toen de drie voor den 50 kilometer skiloop uitgezette parcoursen tengevolge van dooiweer onbegaanbaar wa ren. In Garmisch is gedurende de maand Februari altijd sneeuw in overvloed. De vertegenwoordigende teams van Wales en Schotland hebben elkaar Zaterdag 1.1. te Cardiff voor 35.000 toeschouwers, onder wie zeer veel Schotten, ontmoet en de Welshmen zijn er zoowaar in geslaagd, een gelijk spel te bewerkstelligen. Dit is een des te fraaier resultaat, daar Wales groote moeilijkheden nij de samenstelling van het elftal had on dervonden, aangezien zij al haa-r spelers uit Engelsche League-clubs moest betrekken, zooals wij vorige week in deze rubriek heb ben duidelijk gemaakt. Verschillende clubs waren niet bereid hun spelers af te staan en zoo maakte Aston Villa bezwaar tegen het uitkomen van haar middenvoor Astley, of schoon zij in Waring een goeden plaatsver vanger heeft. Daarentegen verleende de heb- kensluiter West Bromwich aan twee barer spelers verlof, nl. Robbins en Murphy en wist ondanks hun afwezigheid den competitie wedstrijd tegen Grimsby met 41 te winnen, waardoor de club een plaats op de ranglijst steeg. Ook Wolverhampton stond Phillips, Jones en Richards af en bewees daarmede, dat beroepsvoetbal niet slechts „business", doch ook sport is. De bekende Derby County-linksbuiten, „Daily" Duncan scoorde Schotland's eenige doelpunt, waarna Phillips yoor den gelijkma ker zorgde. Ook de Schotten hadden enkele spelers van Engelsche clubs in de gelederen, want de Chelsea-keeper Jackson verdedigde het doel. De beroemde Heart of Midlothian- rechtsbinnen Walker, voor wien, naar be weerd wordt, door Arsenal reeds 15.000 pond sterling geboden is, liet ook in deze match uitstekend spel zien, hetgeen zijn koopprijs wel weer zal verhoogen. Het was overigens niet de eerste keer, dat de keuze-commissie van Wales zooveel te genwerking van verschillende Engelsche clubs ondervond bij de samenstelling van het vertegenwoordigend elftal, zoodat men 36 uur voor den aanvang der .match nog slechts de beschikking had over een half team en tenslotte vijf reserves moesten worden in het veld gebracht. Het beste zou natuurlijk zijn, als elke club verplicht werd, spelers voor een internationalen wedstrijd af te staan. Thans zijn de vereenigingen al te zeer geneigd, hun toestemming te onthouden met het oog op mogelijke verwondingen van hun spelers, doch dit argument getuigt van weinig sportiviteit. In 1926 moest Wales in Londen tegen En geland spelen, maar op den ochtend van dien dag was hog. met .geen mogelijkheid te zeggen, hoe het elftal zou worden samenge steld. Tenslotte werd het team gecomple teerd door den Albion-voorwaarts Stan Davies half-back te zetten, de Plymouth Argyle reserve Pullen als centrehalf, terwijl een toen volkomen onbekende Notts Forest invaller, Charlie Jones genaamd, naast Vi zard op de linkerwing debuteerde. Engeland daarentegen kwarn met een ploeg van erva ren internationals, zooals Cresswell, Wads- worth, Walker, Dimmock, Kelly, Townrow, Edwards en Pym; zoodat niemand Wales de mogelijk op succes toekende. Doch de Welsh men speelden, alsof hun leven er van afhing en zegevierden met 31. Diezelfde onbekende Charlie Jones vestig de in dezen wedstrijd zijn reputatie en werd later aanvoerder van Arsenal, alvorens tot manager van Notts .Forest te worden be noemd. Het geluk ligt vaak in een klein hoekje, ofschoon die hoekjes tegenwoordig moeilijk te vinden zijn. Harry Healless, de nieuw trainer van He racles te Almelo, over wien wij de vorige week schreven, was de laatste speler van het Blackburn Rovers-team, dat in 1928 de F. A. Cup won, om zijn oude club te verlaten. Vier leden van dit elftal nemen nog actief aan het spel deel met andere clubs, vier anderen zijn als manager aangesteld, terwijl de twee overigen in den handel zijn. Hieruit kan men zien, hoe snel het personeel van een be roepsclub wisselt en hoe moeilijk het voor hen is, hun plaats in het elftal te houden. Men moet als supporter van zulk een ver- eeniging, of beter gezegd naamlooze ven nootschap, dan ook een geheel anderen maatstaf van „aanhankelijkheid" aanleggen dan bij een amateurclub, waarvan de spelers zelfs heden nog grootendeels uit eigen be weging lid worden en hun geheele voetbal- loopbaan daarin doorbrengen. De Ever ton-supporters zijn teleurgesteld over het gebrek aan succes van hun club, bijgenaamd „the Toffees", in uitwedstrijden. Sinds den aanvang van het seizoen 1931'32 tot op heden speelde de Liverpoolsche club 89 maal op vreemd terrein, waarvan 16 maal werd gewonnen, 24 keer .gelijk gespeeld, terwijl 49 nederlagen hun deel werden. Zelfs in 't kampioensjaar (1931'32) leverden de 21 uitmatches slechts acht overwinningen en vier draws op, ondanks het axioma, dat een club om het kampioenschap te veroveren, de thuiswedstrijden moet winnen en de uit matches gelijk spelen, zoodat gemiddeld op eiken tegenstander drie van de vier punten worden behaald. Op die wijze zou de eerste plaats dus met 63 punten uit 43 competitie- matches veroverd moeten worden, doch Ever ton had er destijds maar 54. Het hoog ste aantal punten, in één seizoen behaald was 71 door Tottenham in 1920; toen de Lon- denaars kampioen van de tweede divisie waren. David Jack, de beroemde Bolton, Arsenal en Engeland-rechtsbinnen, Is thans manager, van de Zuidelijke derde klasser Southend United, welke het vorige jaar bijna onderaan eindigde, doch die thans de negende plaats op de ranglijst inneemt. Jack is er in ge slaagd met een bedrag van l'OOO pond ster ling een veelbelovend elftal op te bouwen, waarin de jeugdige centre-half Turner een vooraanstaande plaats inneemt, evenals Jimmy Nelson, de vroegere Newcastle United- aanvoerder. Nelson ontving in 1932 den F. A. Cup uit handen van dén koning, nadat Newcastle er in geslaagd was, Arsenal' met David Jack in de gelederen, met 21 te verslaan. Doch thans is Jack hem de baas. Dat het niet altijd meevalt, een elftal op het pad der overwinningen te houden, ondervindt de ex- Arsenal-captain Tom Parker, die als mana ger van Norwich City deze club weliswaar in korten tijd naar de tweede divisie bracht, doch die in dit seizoen nog geen kans heeft gezien, zijn elftal van de onderste plaats af te helpen. En dat, terwijl men in Norwich al op het eerste klasseschap hoopte! IJSHOCKEY. Training Nederlandsche IJs-hockeyers begonnen. Dat het met de training van d:e Nederland sche ijshockeyers ernst is, blijkt wel uit de eerste bijeenkomst, welke gehouden is op de Sportfondsen Kunstijsbaan te Amsterdam en waar behalve de meest bekende Nederlandsche ijshockey-spelers aanwezig waren Jhr. P. J. Boogaert, voorzitter van den Ned. IJshockey- bond, de heer van Zalinge secretaris-penning meester, de heeren Mr. Bierenbroodspot en Van Olst van de Kunstijsbaan en de manager van de kunstijsbaan en trainer van de ijs hockeyers Hans Bruck en de drie Canadeesche spelers, dit dit seizoen deel zullen uitmaken van het Nederlandsche team en den heer Bruck bij de training behulpzaam zullen zijn. Jhr. Boogaert sprak een woord van welkom speciaal tot den heer Bruck en de drie Cana- deezen en wekte alle spelers op tot een inten sieve training, om dit seizoen een goed figuur in de internationale wedstrijden te slaan. Hans Bruck zette daarop zijn plannen, uit een. Het bleek al dadelijk dat hij als trainer niet met halve maatregelen wilde komen. Allen die aan de training wilden deelnemen moesten allereerst een verklaring teekenen, waarin zij zich verplichten regelmatig aan de training deel te nemen, zich onvoorwaardelijk aan de trainingsleiding te onderwerpen, het gebruik van alcoholhoudende dranken geheel na te laten en het rooken tot een minimum te beperken. De heer Bruck beloofde zelf het voorbeeld te geven door in het geheel niet te rooken, hoe wel hij een hartstochtelijk liefhebber daar van was. Hij zei verder, dat hij zich als een vriend der spelers beschouwde en een vriend- schappelijken omgang boven alles verkoos, maar dat hij en de drie Canadeezen al tijd de leiding bleven behouden; hij eischte daarom de strengste discipline. Als zoodanig had hij de volle medewerking van den IJs- hoekeybond. Verder bestond er voor hem geen Amsterdam, geen Haarlem, geen Den Haag, doch alleen maar het Nederlandsche hockey team. Andere landen kunnen zich de weelde permitteeren, meer sterke clubs er op na te houden, wij moeten vóór alles zorgen voor één sterk Nederlandsch team. Op 25 October gaat het Nederlandsch team naar Brussel om tegen de Belgen te spelen. Er zal tot dien tijd iederen avond geoefend worden. „Wij moeten daar winnen", aldus Bruck. En niet alleen wordt er lederen avond een partijtje gespeeld, er wordt degelijk ge oefend in de techniek van het schuiven en vooral in de rij techniek. Er worden drie groep jes van spelers gevormd, waarvan elk der Ca nadeezen Boyd, May en Griffin de trainer zal zijn. Het nationale team zal den naam dragen van „Blue Six". Ook de kleeding is al vast gesteld. Tenslotte werd nog even besproken of men zou deelnemen aan de Olympische winterspe len. Jhr. Boogaert liet zich er nog niet over uit, doch, hij suggereerde, dat dit bij intensieve training mogelijk zou zijn. Na deze plannen en aanwijzingen werd daad werkelijk tot de training overgegaan en na dat de spelers nog even een partijtje mochten maken, werd daarna dadelijk het gesproken woord in toepassing gebracht. Het was uit met het in snelle vaart over de baan heen rennen, al of niet met de „puck" bij zich, maar serieus en degelijk werden de beginselen van rij- en speeltechniek- gede monstreerd en geoefend. Hetgeen voor som migen misschien een teleurstelling mag wor den, doch den waren sportsmen een groote, voldoening zal geven, wanneer hij de Neder landsche kleuren zal verdedigen. KORFBAL. HAARL. KORFBALBOND. Op een enkelen wedstrijd na werd het pro gramma normaal verwerkt. In de eerste klasse wist Animo gelijk te spelen tegen S.V. 2 (33). Oosterkwartier 2 verloor na spannenden strijd met 12 van Flora 1. Haarlem 3 wist ook nog niet te win nen van Ons Genoegen, dat met 32 won. In de 2e klasse A behaalde Watervliet 2 een schrale overwinning op Aurora 1 (43). Meer lebosch 1 deed beter door met 51 van de reserves van T.H.B. te winnen. D.S.V. 1 ver loor van Palvu 1 met 13. In 2 B won Tempo 1 van Aurora 2 met 51 (vriendschappelijk). Zandvoort 1 zond S.V. 3 met een 42 neder laag naar huis; bij Ons Genoegen 2Ooster kwartier 3 was geen scheidsrechter. In 3 A moest D.S.V. 2S.V. 4 afgelascht worden. Aurora 3 won flink met 30 van Flora 2. Oosthoek 1 won op 't nippertje van E.T.O. 10. In 3 B was T.H.B. 3 de meerdere van D.S.V. 3, dat een 41 nederlaag te slikken kreeg. Palvu 2Watervliet 3 eindigde in een puntloos spel. In C 3 moest Watervliet 3 een nederlaag met dubbele cijfers ondergaan, want Alw. Ready wist tien maal te doelen; de gasten éénmaal. Het jongste S.V. versloeg Meerle- bosch 3 met 21. Oosterkwartier 4Ï.V.H. is uitgesteld. Prov. Staten van Noord- Holland. Ontslag aan den Griffier op de meest eervolle wijze verleend. HAARLEM Dinsdag. De tweede gewone zitting der Prov. Skaten van Noord-Holland werd heden. Dinsdag morgen, te half 12 geopend door den voorzit ter, Jhr. mr. dr. R. R e 11. De geloofsbrieven van het nieuwe lid, Mr. A. J. Enschedwerden onderzocht en in or de bevonden en het nieuwe lid werd door den voorzitter geïnstalleerd. Als ongezegeld werd terzijde gelegd een adres van de Kennemer Padvinders, afd. der Ned. Padvindersvereeniging, waarin de pro vincie verzocht werd, deel te nemen in een ga rantiefonds voor de Jamboree 1937. Ingekomen was een verzoek van den Grif fier der Staten, mr. S. H. Vening Mei nes z, hem tegen 1 Januari a-s. eervol ont slag te verleenen uit zijn functie. De Staten besloten het ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen, met dankbetui ging voor de gedurende 32 jaren, waarvan de laatste 20 jaren als griffier aan de provincie bewezen belangrijke diensten. De Voorzitter zeide, dat aan het eind der zitting er gelegenheid zal zijn afscheid van mr. Vening Meinesz te nemen en een op volger te benoemen. Als opvolger van den heer N. Dekker werd tot lid van den Raad van Toezicht op de pro vinciale bedrijven gekozen de heer Th. G. C. Hooy. Voorts stelden Ged. Staten voor, hun voor dracht tot wijziging van het Salarisreglement 1920 en van de salarisregeling voor enkele hoofdambtenaren (standsplaatsaftrek) ter onderzoek te stellen in handen van een com missie. Dit voorstel werd aangenomen. Nadat ook nog verschillende andere voor stellen commissoriaal waren gemaakt, werd de zitting verdaagd tot Dinsdg 29 Octo ber, des morgens te half 11. Een stierengevecht" aan boord. Aan boord S.S. Veendam Slechts ongaarne verlaten we na ons een- daagsch verblijf Malaga met zijn gezellige caféterrassen. Ook het schip kan moeilijk af scheid nemen, want als te middernacht de trossen, waarmede we aan de kade gemeerd liggen, losgegooid zijn, blijkt het in de modder vast te zitten. Het kost eenige vergeefsche pogingen alvorens we ten slotte vlot komen en den donkeren nacht in varen met bestem ming Palma, de hoofdstad der Balearen, door sommigen wel het paradijs der aarde gehee- ten. Hadden we vooruit alles geweten, dan zou ons het afscheid van Malaga mogelijk niet zoozeer aan het hart gegaan zijn. Ik zeg dit niet omdat een der heeren zijn porte feuille met 500 pesetas in handen van zakken rollers heeft moeten achterlaten, al is zulks ook onplezierig. Ik zeg dit ook niet omdat een onzer dames haar handtasch met een 50. erin kwijt geraakt is aan een „koopman", wien zij betalen wilde. Neen, ik zeg dit omdat we Malaga verlaten hebben met liefst niet minder dan een 100-tal verstekelingen aan boord. O, ze waren maar heel klein van stuk, doch daarom niet minder lastig. Verborgen in aan den wal gekochte roodsteenen Spaansche kruiken hadden ze hun intocht aan boord ge houden om van daaruit hun veroveringstocht over het schip te beginnen. Dank zijn een spoedige ontdekking der indringers en ener gieke maatregelen ter verdelging, kon het kwaad in den kiem gesmoord worden. We zouden de geheele geschiedenis dan ook al weer lang vergeten zijn, indien niet onze con ferencier Van Lier de andere helft: Tholen ontbrak ons zoo voor en na, herinnerde aan „die luizige Spaansche kruikjes" welke we aan den wal kochten. Palma, thans een „parel aan de kroon van Spanje", was vroeger een berucht Moorsch zeerooversnest, waaraan nog tallooze oudhe den als bouwwerken en schilderstukken herin neren. Overigens een flinke stad met een 125.000 inwoners en een pracht van een kathedraal, waarvan de bouw reeds in het begin der 13de eeuw begonnen werd. De bin nenstad is oud en nauw, maar de buitenwij ken zijn modern en ruim aangelegd. Duur is het leven hier allerminst. In behoorlijke pen sions kan men voor 8 pesetas, zegge 1.60 per dag terecht, alles inbegrepen. Voor een Hollandsche beurs dus wel zeer goedkoop. Het klimaat is er aangenaam, hoewel uiteraard eenigszins aan den warmen kant. Helaas duurt ons verblijf slechts een dag, zoodat geen ge legenheid bestaat het geheele bergachtige eiland Majorka te bezichtigen. Wat we er van zien is overweldigend schoon. Eenige jaren geleden is Palma's nieuwe arena voltooid, een fraai monumentaal ge bouw, plaats biedend aan 20.000 toeschouwers. In betonnen hokken wachten 10 stieren hun wreed lot af. Een gevecht zullen we niet mee maken, doch ook zonder dat is er voldoende wetenswaardigs te zien en te hooren. Zoo is daar in het voorgebouw een hospit.aaltje inge richt, waar de gewonde toreadors terstond kunnen worden opgenomen. De operatiekamer ontbreekt niet, evenmin als de zij het be scheiden apotheek. Hoe goed dit onbarm hartige volksvermaak verder geoutilleerd is, moge blijken uit de aanwezigheid van een kapelletje naast de ziekenvertrekken, waar zoo noodig den stervenden stierenvechters geestelijke bijstand verleend wordt. Welke bedragen de bevolking voor dit „amusement" over heeft valt eenigszins te begrooten als men weet dat een toreador soms op een dag 25000 pesetas 5000.—) verdient. Groote plekken geronnen Voed kleuren nog het zand der arena, afkomstig van den strijd welke eenige dagen geleden gestreden werd. Neen, dan prefereer ik een „stierengevecht aan boord", zooals we dat een der laatste avom den zullen meemaken. Den volgenden dag is het om half zes op staan, wil men althans niet de gelegenheid .voorbij laten gaan om de machtige vesting Gibraltar van nabij te zien. De massieve, steil uit zee oprijzende rots maakt een overweldi genden indruk. De op de bergkam opgestelde kanonnen zijn duidelijk waarneembaar en bestrijken de straat van Gibraltar en nog een heel stuk der omgeving. Reeds van verre ont waart men aan de Zuid-Oostzij de de enorme tegen de berghelling aangelegde betonvlakte van naar schatting 1 a IV2 kilometer in 't vier kant, waardoor de watervoorziening van de vesting verzekerd wordt. Water in den bodem is er niet. Nu laat men de vochtige zeedam- pen op dit vlak condenseeren en aldus worden de waterreservoirs gevuld met zoet water natuurlijk. Lissabon, onze laatste pleisterplaats, is den meesten onzer niet meegevallen. Mogelijk wa ren de verwachtingen te hoog gespannen. Als stad moge het dan tegenvallen, voor den his toricus bergt het een schat van gegevens bin nen zijn muren. Op de Taag liggen eenige pantserschepen, hun vuurmonden dreigend op de stad ge richt. Zoo voor en na moet een salvo de licht ontvlambare bevolking in toom houden. Ove rigens legt deze tegenover vreemdelingen een niet te evenaren voorkomendheid aan den dag. Waar ter wereld vindt ge een postbe ambte die ongevraagd zijn brieven, welke hij bezig is te sorteeren, in den steek laat om u naar een zestig, zeventig meter verder gele gen loket te begeleiden? Zouden mogelijk in dien tusschentijd mijn brieven gestolen zijn, want enkele hebben hun bestemming nimmer bereikt. Zelfs het nabij gelegen beroemde Es- toril is niet wat men er als badplaats van ver wacht. Het is prachtig aan de rotsige kust ge legen en heeft èen keur van villa's, de een al sierlijker dan de andere. Doch het strand is smal en de badgelegenheid zeer beperkt. Er zijn slechts weinig groote hotels en het casi no, hoewel in een schitterend park gelegen, is naar onze begrippen bijna primitief. Dank zij diverse Lissabonsche nachtgele genheden komen de laatste fuifnummers om half vijf in den ochtend aan boord, juist bij tijds om de vaart huis-toe mee te kunnen maken. Beschuitjes met rookvleesch, kopjes bouil lon een droog cream-crackertje, ziehier het menu van velen als we op de terugreis ten tweeden male door de Golf van Biscaye ste venen. Officieel heet het: „stampend schip", en dat is meer dan een honderdtal onzer kan verdragen. Des avonds wanen wij ons, niettegenstaande de inconvenienten der zee, ons wederom in Spanje. Alles wat Spaansch is of Spaansch lijkt, is voor den dag gehaald en de dansvloer doet tevens als arena dienst. De levensgroote stier die wild brieschend zijn belagers te lijf wil gaan soms kunnen de achterbeenen het tempo niet volgen en dreigt het beest uit zijn verband te geraken ziet er met zijn uit puilende oogen een paar electrische peer lampjes vervaarlijk uit en is niet te over meesteren. Bijna had dan ook de toreador zijn leven er bij ingeschoten als hij niet in den hoogsten nood naar het reddende wapen gegrepen had. Zelfs een stierenneus blijkt niet tegen de dampen van een flit-spuit bestand en zieltogend nijgt het monster neer Met een vloedgolf, door een der patrijs poorten verraderlijk de balzaal binnengeklet- terd en enkele „Spaanschen" tot op het hemd doorweekend, neemt de oceaan afscheid. Want morgen zitten we al weer in 't Kanaal en helaas overmogenvinden we het toch weer 0 zoo heerlijk, langs de boorden van den Nieuwen Waterweg in het wijde vlakke Hollandsche landschap te staren met zijn sap pige weiden en welgedane zwart-bonte koeien. Dit alles zouden we diep in ons hart toch niet willen ruilen voor al het schoons dat we on derweg zagen. Dzjé. Mr. S. H. Vening Meinesz. Ontslag op verzoek op de meest eervolle wijze verleend. HAARLEM Dinsdag. Prov. Staten hebben in de zitting van he den, Dinsdae, op zijn verzoek met ingang van 1 Januari a.s. op de meest eervolle wijze ont slag verleend aan Mr. S. H. Vening Meinesz, Griffier der Staten, met dankbetuiging voor de gedurende 32 jaren, waarvan de laatste 20 jaren als griffier, aan de provincie bewezen belangrijke diensten. Een borgstellingsfonds Haarlem. te In beginsel tot stichting besloten. HAARLEM Dinsdag. Wij ontvangen het volgende communique: Op uitnoodiging van den Wethouder voor Armwezen en Werkloosheidszorg, den heer W. J. B. van Liemt, is gisteravond ten Stadbuize in een bespreking met verschillende daarvoor in aanmerking komende instanties en perso- hen de mogelijkheid tot oprichting van een z.g. borgstellingsfonds ook voor Haarlem on der de oogen gezien, Gebleken is dat het plan de volle instemming van alle aanwezigen had, zoodat men in beginsel tot oprichting van een dergelijk fonds heeft besloten. De noodzakelijke financieele basis voor zoo'n borgstellingsfonds bleek voor een groot deel reeds te zijn gevonden. Er is een kleine commissie van vijf per sonen gevormd, .die een voorloopig schema zal uitwerken, na zich vooraf in alle bij zonderheden op de hoogte te hebben ge steld van het reeds eenige jaren in Leiden bestaande fonds. HEBBEN DE ITALIANEN ER GENOEG VAN? Engelsche veronderstellingen. (Van onzen Londenschen correspondent) LONDEN, 14 October De oorlog in Oost-Afrika, die bijna veertien dagen aan den gang is, heeft de Italiaansche troepen in het noorden van Abessynië niet verder gebracht dan Adoea, dat slechts lut tele mijlen van de grens van Eritrea ligt. In het zuidelijk gebied van Ogaden schijnt in dien tijd niets te zijn gebeurd dat gelijk kan worden gesteld met gebiedsverovering. Men kan slechts concludeeren dat de Italianen aarzelen verder te gaan. De trage gang van zaken wordt verklaard door de afwezigheid van wegen om een oprukkend leger te voeden met munitie, proviand en andere benoodigd- heden. Hoewel daar van Italiaanschen kant ten zeerste nadruk op wordt gelegd en de cor respondenten aan dien kant indrukwekkende verhalen geven van den wegenaanleg achter het noordelijk Italiaansch front is het moei lijk om aan te nemen dat hiermede de afwe zigheid van verdere doortastende militaire operaties werkelijk is verklaard. In de Engelsche pers verschenen in het be gin van de week eenige berichten, die het ver moeden kunnen wettigen dat Mussolini er wel wat voor zou voelen indien de conferentie in de plaats zou kunnen komen van den oorlog. De correspondent van de Daily Telegraph in Rome heeft gemeld dat daar voorloopig geen verdere belangrijke militaire bewegingen in Oost-Afrika worden verwacht. De reden zou zijn dat men wil wachten totdat de chef van den generalen staf, veldmaarschalk Badoglio, in Asmara zal zijn aangekomen. Deze zou de leiding van den oorlog van generaal de Bono overnemen. Voor de hand liggende gevolg trekkingen worden ontmoedigd met de mede- deeling dat de Bono „voortreffelijk organïsee- rend werk" heeft verricht en dat hij den maarschalkstaf zal ontvangen. De verovering van Adoea is in Italië als een weergaloos krijgsbedrijf voorgesteld. Dat is blijkbaar ge daan om een motief te hebben voor het ope nen van onderhandelingen. Dit zou trouwens kloppen met de voorstelling van Mussolini's ideeën welke voor den aanvang van den oorlog is gegeven. Na de vergelding van Adoea heeft men toen hooren verklaren, zou Mussolini tot onderhandeling bereid zijn. De genoemde correspondent weet ook te ver tellen dat generaal Garibaldi, een kleinzoon van den vrijheidsheld, Dinsdag in Londen aan komt, zoogenaamd als particulier vacantie- ganger, maar waarschijnlijk in opdracht van den Duce om de stemming in Londen voor het openen van besprekingen voor een rege ling te peilen. Tegelijkertijd met dit bericht werd bekend dat een vooraanstaand Franseh publicist, Bois, die de hartelijkste betrekkingen onder houdt met de Italiaansche regeering, in de Petit Parisien een beroep doet op „onze- Engelsche vrienden". Hij vraagt verontrust hoe ver Engeland met sancties denkt te gaan, en dringt aan op hervatting van voorloopige Fransch-Britsch-Italiaansche besprekingen, om een oplossing van het dispuut te bereiken overeenkomstig de beginselen van den Vol kenbond. Met het oog op de relaties tusschen Bois en de Italianen vraagt men zich af of zijn be roep op Engeland misschien de toenemende ongerustheid in Italië over den gang van het Abessynisch avontuur weerspiegelt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7