EINDELIJK THUIS.
Het overtrekken van een rivier tijdens de oefeningen van pe commjssaris der Koningin in Gelderland, mr. S. baron van Heemstra, beeft Donder» Op terugreis van Amerika arriveerden de heeren Plesman, directeur d.er
het Mandsjoekwo-ieger nabij Hsinking dagmiddag officieel de waterleiding Oostelijk Gelderland in werking gesteld K'LM- en Guilonard ui^Cherbourg^^^het^ Douglas-yliegtuig .RietvinK"
H. K. H Prinses Juliana heeft Donderdag het nieuwe Parkherstellingsoord van het Roode Kruis aan den Zijlweg te Haarlem
officieel geopend. Door een haag van verpleegsters en Roode Kruis-soldaten arriveert de Prinses aan het gebouw. Naast haar
dr. A. A. Land, voorzitter van het bestuur van het Parkherstellingsoord
P
In de Wieringermeer is het geraamte gevonden van een
walvisch, welk geraamte ongeveer 2000 jaar oud moet
zijn. Het is naar het Rijksmuseum voor Geologie en
Mineralogie te Leiden overgebracht
Papanastasiou, de leider der opstan
dige beweging in Griekenland, die
gevangen genomen is
Opdenonbewaak-
ten overweg in den
Nieuwlandschen
Polder bij Hoek
van Holland is een
vrachtauto uit Rot
terdam door een
electrischen trein
gegrepen. Een
foto van de geheel
vernielde auto
FEUILLETON
Roman, door JOE LEDERER.
Vertaling van ELSA KAISER.
24)
Hij boorde dat zij huilde. Door rivieren,
steden, bergen van hem gescheiden, begon
zij te huilen en haar tranen, vielen bitter op
zijn hart.
„Murnmy' knorde hij. Zij huilde, zij kon
•.zich niet beheerschen, „oud", dacht hij en hij
(was als versteend. Mummy is een oude vrouw
(geworden
„Heusch, Harald?", zeide zij nu.
„Ja, mummy", zeide hij.
„Ach Bubi
„Goeie mummy
Het oudste, eeuwigste, diepste liefdesge-
feprek....
„De laatste kans", dacht Ulla toen zij de
fereede trappen van Imperial op ging. „Van
daag wordt het uitgevochtenzij was bang
maar zij had besloten te overwinnen.
„U vergist u, wij hebben elkander nooit ge
zien".
Het was niet gemakkelijk nog eens de klank
van dgeze stem te ondergaan. Maar alles was
beter dan dit verterende wachten op het on
bekende uur waarin Jeannine haar zwijgen
zou verbreken en alles verraden.
Ulla liep langzaam, stap voor stap. Zij wilde
tijd winnen.
Roodee tapijttreden, blinkende koperen
staven. Dan kwaan de gang, door de breede
gamen viel het heldere licht van den morgen.
„En als Andy bij haar is?" schoot het Ulla
door het hoofd. „Als zij Andy heeft laten komen
komen en hem gezegd heeft
Jeannine was alleen.
Al dadelijk in het eerste kwartier begreep
Ulla dat het onnoodig was te vechten. Tegen
wie had zij moeten vechten?
„Het gaat niet om u en niet om mij, her
haalde Jeannine telkens weer. Het gaat om
Andy".
Ulla fluisterde met neergeslagen oogen:
„Andy houdt van mij
„Ja, zei Jeannine, „Andy houdt, van u".
Twee dagen lang waren haar gedachten
steeds weer bij dit feit aangeland. Andy houdt
- ;,n dit meisje, zij was zijn bruid, zijn ster.
En hij zou het niet kunnen verdragen haar
te moeten verliezen.
Ulla fluisterde scherp: „Geeft u mij uw
woord dat u nooit
„Ja".
Jeannine lachte een beetje verwonderd en
met een klein verachtend medelijden. Ulla
verroerde zich niet.
Een harde noodlot had Jeannine tot haar
mededingster gemaakt, deze vrouw die de na
tuur en het lot alles had gegeven wat zij in
slaafsehe hebzucht moest begeeren en wat zij
nooit, nooit zou bereiken.
Met de helderziendheid van de haat begreep
zij dat Jeannine altijd zou overwinnen, zelfs
dan nog als zij den nederlaag leed.
Maar geheel ongestraft zou haar lachje
niet blijven. Ulla zei langzaam:
„Ik was bang dat u Andy alles zou vertel
len. En wel daarom, omdat u van hemb houdt,
niet waar, u houdt van hem?"
Maar ook deze pijl vond geen doel.
„Ik weet niet of ik van hem houd, zei .Jean
nine. „Ik weet niet meer of ik van hem
houd".
Lang nadat Ulla was weggegaan stond Jean
nine voor het raam en staarde naar den hel
deren blauwen hemel. Heb ik de waarheid ge
zegd? Was ik eerlijk tégen haar en tegen me
zelf? Er kwam geen antwoord van den hemel.
Kleine wolken dreven voorbij.
Later kwam Harald, hij ging in een hoek
zitten en praatte bijna niet.
„Wil je een aperitif?", vroeg Jeannine.
„Neen, dank je wel", zei Harald.
Zijn handen beefden dikwijls.
„Alles zal tusschen jou en Andy nog goed
worden", zei hij plotseling. -„Hij zal dat kleine
meisje de deur uit zetten".
Er was iets in zijn stem dat Jeannine be
angstigde. Hij zag er ook-slecht uit.
„Harald, ben je niet wel?"
.„Onzin", zei hij. „Overigens,ik ga van
avond naar Weenen. Moet toch zien hoe
mummy het maakt.... of niet?
Zij zwegen beiden.
„Dus dat is het, dacht Jeannine, hij wil
weg!"
„En Andybegon Harald, na een pauze.
„Praat daar niet over".
„Goed, zooals je wilt. Maar hij zal die kleine
laten loopen. Ik zeg je dat hij haar zal laten
loopen".
„Harald ik...."
„Geef mij toch maar een druppel whis
ky".
Hij dronk het glas snel leeg.
door de mooiste hand aangeboden",
zei hij. „Waar heb ik dat toch gelezen? Dooi
de mooiste
Het ledige glas in de hand lachte hij star
voor zich heen.
„Weet jij dat ik eens een gedicht geschre
ven heb? Toentertijd was ik een groot dichter,
ik was tien jaar".
„Neen, Jeannine wist het niet.
„Heelemaal objectief: het was het mooiste
liefdesgedicht der wereldliteratuurheeft
merkwaardigerwijze enkel uit een titel be
staan. Gedichten uit twee woordengeniale
inval, niet waar? Slechts een groote dichter
kanen de titel was: „Voor Jeannine".
„Dank je", zei Jeannine. Zij hield het voor
een grap.
„Heb je het nooit geweten?", vroeg Harald.
„Vanavond reis ik naar huis. En Andy laat dat
meisje loopen. Dan z-ul je gelukkig zijn kind
je",
HOOFDSTUK 9.
Een paar uur later pakte Jeannine haar kof
fer en vroeg om de rekening.
„Naar welk station zal de bagage gestuurd
moeten worden?", informeerde de portier.
„En voor welken trein? Kunnen wij voor de
reisbiljetten zorgen?"
Jeannine keek hem met stille vriendelijk
heid en zonder een woord te begrijpen aan.
Hij moest het nog eens vragen.
„Ach ja", zeide zij eindelijk. „Maar in zoo'n
korten tijd kan ik werkelijk niet besluiten
waarheenin ieder geval ga ilc met de één
of anderen trein. Ik zal u nog waarschuwen,
ja?"
De portier keek haar hoofdschuddend na
toen zij door de draaideur de straat op ging.
Jeannine stond een oogenblik gedachten-
loos voor het hotel.
In den morgen had het gedooid, maar nu
begon een ijskoude, met sneeuw vermengde
regen te vallen.
„Precies vier uur", vertelde de electrisehe
klok.
Auto's reden voorzichtig over de gladde
straat. De naakte takken der boomen waren
zwart en drijvend.
Op den gevel aan de overzijde begon een
rollende courant te loopen, glansde onrustig
tegen den valen hemel: Laatste sportbericht:
De sterrit Montecarlo werd door mrs. G. H.
Edwars gewonnen.
Wolff meldt: Aan de Ligurische kust zonk
heden het vrachtschip
Zou ik een kaartje naar Parijs nemen? Het
is alles hetzelfde waar men heen gaat. Altijd
onderweg, nooit een tehuis. Het noodlot heeft
mij tot een levenslange spoorreis veroordeeld.
Het heeft tot mij gezegd: Je zult over de rails
trekken en in hotels leven en nooit een thuis
hebben. Zoo heeft het mij gestraft, en ik weet
niet waarvoorWat een menschen zijn er
op straat, gaan die allen in dit vreeselijke weer
wandelen? Vanmiddag was het zoo zonnig,
vanmiddag was alles lichter. Andy bezoeken,
met Harald telefoneeren, om zes uur ga ik
naar het reisbureau, dan
Jeannine zuchtte en wenkte een taxi.
„Mijnheer is in de werkkamer", zeide het
dienstmeisje en deed de salondeur open.
Jeannine knikte en trad binnen.
De salon was vol schaduwen en doodstiL
Door de geopende vleugeldeuren overzag men
de schemerige ruimte. Pas de laatste kamer
was verlicht.
Jeannine liep langzaam voorwaarts. De
zachte tapijten dempten haar voetstappen.
Niets bewoog. Een duistere angst sloeg over
haar heen. Eensklaps had zij het gevoel in een
droom, dien zij niet ontloopen kon, gevangen
te zijn.
De tocht door de zwijgende kamers met heel
in de verte een licht dat gebeurde niet voor
den eersten keer. Ook de herinnering aan den
droom moest zij reeds eenmaal gedroomd heb
ben, de groote stilte, en dan
In het oogenblik voordat de luide onbe-
heerschte stem weerklonk, wist zij het: men
riep: „Jeannine, Jeannine!"
Harald zeide: „Laat u Jeannine er buiten".
En toen Andy: „Ulla, ik smeek je, ikdeze
man weet niet wat hij zegt, maarvoordat
hij weggaat, geef het antwoord dat hij ver
langt, zoodat deze vuile leugengeschiedenis
eens en voor al
„Verleden week Zaterdagzeide Harald.
Hij sprak langzaam, rekte de woorden. „Her
innert u het zich niet? Ja, ik heb geen recht
deze vragen aan u te doen, maar vooren
fin, dat heeft hier niets mee te maken. In
ieder geval was het toch zoo: U liep op dien
middag huilend uit Corodi's huis. Ik weet het
precies, u droeg een kleine zwarte baret en
„Ik ken mijnheer Corodi niet!"
Een suizend gloeiend rad draaide. Jeannine
hield zich met gesloten oogen vast. „Andy, ach
Andy, ik wordt niet goed". De vloer begon te
draaien.
„Ik heb mijnheer Corodi nooit bezocht!" riep
de schrille stem. Nooit'!'
r t jteryolgd).,,