E-T Brieven van de Hei. VRIJD AGi NOVEMBER 1935 De mode van dezen winter heeft zich zooals men allerwegen heeft kunnen con- stateeren vooral door historische voorbeel den laten beïnvloeden. Het gevolg daarvan is, dat de geheele mode een vernieuwing heeft ondergaan, een vernieuwing, die zich ook heeft uitgestrekt tot hoed en kapsel. Men moet echter niet denken, dat stijl japonnen nu op de eerste plaats staan en dat de nieuwe lijn en de moderne opvatting hee lemaal verdrongen zijn. Ten bewijze daar van de groote illustratie, waarop u eenige avond-toiletten geschetst ziet. Links: een toiletje voor jonge meisjes uit taft changeant in de nieuwe orchideeën- kleur. De garneering bestaat uit bandfluweel langs mouwtjes en hals. De daarnaast afge beelde avondmantel is van wollen stof; maar kan evengoed van fluweel zijn; de opstaande kraag is van bont. Avondcape van zware kunstzijde met een capuchon. Deze capuchons die men aan de monniksdracht ontleende, zijn zeer practisch, daar ze het ingewikkelde kapsel beschermen tegen onbarmhartige windstooten, op weg naar schouwburg of concertzaal. De elegante japon ernaast is van velours transparant. De ingewikkelde drapeering van het bovenstuk is erop bedacht, de heupen slanker te doen schijnen. Elegant zijn ook de beide afhangende gedeelten van de schou der. Het laatste model werd gedacht van blauw cloqué. Op bijzonder aardige manier is de ruimte in de voorbaan van de rok aange bracht. Zooals men op zal merken is het geheele maaksel van de japon bedoeld om vooral de heupen slank te doen schijnen. Hierdoor krijgt het silhouet iets ranks en statigs, wat geen enkele vrouw mishagen zal. Ook in mantels treft men ditzelfde aan: bovenstukken, die rijkelijk met bont gegar neerd zijn, om de tegenstelling tot slanke heupen grooter te maken. Toch behoeft deze bontgarneering niet kostbaar te zijn. Ze moet echter smaakvol zijn en bij het geheel aan passen. Men ziet zeer veel verschillende gar neeringen: breede revers, lange shawlkragen en ook de ouderwets aandoende bontafzet ting langs het geheele voorpand van den mantel. Deze garneeringen zijn zeer practisch, ze gev:n ons de gelegenheid ieder restje, dat we overgehouden hebben, weer te gebruiken, teneinde zoo onzen matei weer modern te maken. We kunnen ook van een stofmantel en een oude bontmantel, die, zooals hij is, niet meer te dragen is een nieuwen mantel maken door bijv. op den stofmantel een bovenstuk en mouwen van bont te zetten. De illustratie' toonen aan, wat we bedoelen. Er, dan, in letterlijke en figuurlijke betee- kenis, de „hoofdbedekking". Want ziet men sportieve vrouwen en meis jes meer en meer zonder hoed gaan, er zijn toch gelegenheden, waar men een hoed moet dragen. Voor de meeste hoofddeksels heeft de mode zich laten inspireeren door de hoofd tooi van vreemde volkeren. Maar ook de oude tijd is niet vergeten en zoo kan het gebeuren dat we een hypermodern meisje zien ver schijnen met een hoedje, dat haar grootmoe der op gehad zou kunnen hebben. En het wonderbaarlijkste van alles is, dat het haar staat ook! Toen de nieuwe modellen uitkwamen bij het begin van den herfst, hebben de meeste vrouwen gezegd: ./Wat een bespottelijke vormen: maar die draag ik niet." En als we thans eens kijken, wat er zooal op straat gedragen wordt, zien we dat ze de meest excentrieke vormen geaccepteerd heb ben. Daar zijn de hoeden, die geïnspireerd zijn op de tulbanden der Indiërs; een klein voiletje geeft er een pittig accent aan. Ook de „dubbele baret" heeft haar intrede gedaan en staat bij sportieve toiletjes heel grappig. Veertjes, strikjes en lintjes garneeren de hoedjes uit grootmoeders tijd. Herfst in het dorp Vanmorgen ben ik even naar de stad ge fietst. Ik had verschillende boodschappen, daarom ging ik vroeg weg. En het is merk waardig hoe je juist 's morgens vroeg bemerkt dat de herfst in aantocht is. Het is kouder, maar een kou die heerlijk aan doet; het prik kelt en het tintelt in je gezicht en je moet aldoor diep ademhalen omdat dat zoo prettig is, en je er jezelf sterk door voelt worden. Over de weilanden ligt iets wazigs en teers, dat in flarden en brokken openscheurt zoodra er zonnestralen doorheenbreken. In 't bosch is het nu in één woord ideaal. Je kunt er herstdraden zoeken, lange zilveren draden die statig zweven of tinkelend van kleine voeht- druppeltjes in de hei zitten. Er zijn wel honderd dingen waaraan je den herfst ziet naderen. Het liedje van de zwaluw, kwam me weer in gedachten: ,,'k Heb het in 't suizen der winden vernomen, ,,'k Heb het in duizenden tinten zien komen „k Hoorde de krekel in 't stoppelveld klagen, ,,'k Heb het bespeurd in het korten dei- dagen Veel herfsttinten hebben we nog niet, alleen wat wingerd en vlammend-roode Amerikaan- sche eiken, maar in de stad langs de grach ten is het één geel-al geel wat je ziet. In 't dorp vooral, is het herfst geworden. De laatste vacantie-gasten zijn weggegaan. Ze hebben aan het kleine stationnetje allemaal den chef de hand geschud, en ze hebben be loofd stellig eens terug te komen. De zoon van den chef heeft z'n geleende handkarretje weer teruggebracht naar den timmerman, want nu zijn er geen zware koffers meer weg te brengen de hei op. Alle buitenhuisjes en optrekjes zijn hun winterslaap ingegaan. Een enkel huisje heeft nog een paar luiken los en knippert tegen de herfstzon. Zaterdagmiddag en Zondag komt er nog leven in, maar veel week-enders zijn er niet meer. De drogist heeft eigenlijk het officieele voorbeeld gegeven dat de herfst is gekomen. De reclame van de foto-artikelen is beëin digd, nu krijgen we op bij hem gekochte, ont wikkelde en afgedrukte films geen gratis- vergrooting meer. Opekta en Penjel voor het maken van jam zijn uitverkocht, en twee groote nieuwe reclameplaten kondigen aan dat wij „vanaf heden weer levertraan en thijmstroop" kunnen krijgen. De bakker heeft nu ook niet willen achter blijven, de prijzen van kadetjes en krenten bollen zijn weer gedaald tot winterwaarde, respectievelijk twee en drie cent. Ik herinner me nog hoe verontwaardigd ik was toen per ingang van 1 Juli de kadetjes drie, en de krentenbollen vier cent kostten. Maar de bak ker gaf niets om m'n verwijten, haalde laco niek z'n schouders op, zei: ,,'t ja, wat willie? die omzetbelastink maak alle priezen heuger!' Het slagersjong doet ook mee in de alge- meene herfst-verandering. Hij heeft weer tijd om te vertellen hoeveel nieuwe leden onze dorpsvoetbalclub heeft gekregen, en onderweg stapt hij genoegelijk van z'n fiets om me te zeggen dat er vandaag nog net twee extra lekkere kalfniertjes zijn. We zijn weer de beste maatjes, en niemand denkt er aan hoe ik enkele maanden geleden gedreigd heb weg te gaan, omdat het vleesch nooit meer op tijd bezorgd werd, en omsat ik enkele malen niet kreeg wat ik besteld had. Iedereen kent elkaar nu weer, concurren- tienijd- en strijd zijn verdwenen, we wonen weer allemaal in één dorp,en in dat dorp is het nu herfst geworden. H. V. D. S. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK Zondag: Vermicellis oep, Gebraden konijn, Appelmoes, Aardappelen, Slag-room met marasquin. Maandag: Filosoof van overgebleven konijn en aard appelen. Roereieren met ham. Kropsla. Dinsdag: Gebakken spek, Savoyekool, Aardappelen. Vruchten, Woensdag: Erwtensoep, Bananencompóte. Donderdag: Varkenscarbonade, Andijvie, Aardappelen, Vanillevla met abrikozen. Vrijdag: Gebakken vischfilets. Worteltjes, Aardappelen, Karnemelkschepap. Zaterdag: Runderlappen, Bieten, Aardappelen, Rijst met appelen. AVONDTASCHJE. Ons Wekelijksch Knippatroon. No. 365: aardig kinder manteltje voor meis jes van ongeveer 6 jaar. De garneering bestaat uit eenige geborduurde pijltjes aan hen hals en een strikje van imitatiebont.. Bmoodigd materiaal: 2 meter stof van 130 centimeter breedte. No. 366: manteltje van gestreepte wollen stof voor meisjes van ongeveer 6 jaar. Kraag je en manchetjes zijn van effen donkere stof. Benoodigd materiaal: 2 meter stof van 130 centimeter breedte. Btiue zijn tegen den prijs van 33 cents per stuk in alle maten te verkrijgen bij het Bureau van dit blad. De lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling duidelijk het nummer van het ge- wenschte patroontje, benevens de leeftijd en en de verlangde maat, d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte enz. van het meisje voor wie het bestemd is, op te geven. Gelieve verder naam en adres zoo nauwkeurig en volledig mogelijk te vermelden; men voorkomt daardoor on- noodige vertraging in de verzending. Het is zeer gemakkelijk een aardig avond- taschje te maken, dat elegant is, bij het toi letje past en toch zeer weinig moeite, mate riaal en geld kost. Van het hier afgebeelde model, dat vervaar digd is van het materiaal der japon en gebor duurd met gouddraad, hebben we slechts on geveer 50 centimeter van het materiaal der japon noodig. De tasch bestaat uit een voor- en achterkant, waarvan u op de teekening slechts de helft ziet. We knippen het model eerst van papier en daarna van gaas. Dit stik ken we in elkaar. Daarna maken we het mo del van het materiaal, dat we voor den bui tenkant willen gebruiken en stikken dit dicht en dan maken we het model nog eens van zij de of moirée, die we als voering zullen nemen. Als dit alles klaar is, maakt men beide model len aan binnen- en buitenzijde van het gaas en hecht hier en daar vast. Is dit gebeurd dan beginnen we met de borduursels van goud draad. Deze worden in steelsteek gemaakt en zijn. niet moeilijk, zooals het schetsje laat zien. De sluiting tenslotte bestaat uit een lus en een aardig fantasie-knoopje, licht verguld. Wie zou er nu van uw taschje zeggen, dat het zelf gemaakt is? VERKOUDEN Het gezin is verkouden, en maar niet zoo'n klein beetje ook, ze hebben het allemaal ge weldig te pakken. Zoonlief is ermee thuis ge- gekomen, hij heeft een heelen vrijen Zaterdag middag en Zondag op zijn stoel rondgehangen nergens zin in gehad, de voetbaluitslagen konden zelfs zijn belangstelling niet gaande maken, en ieder die hem een stroobreed in den weg heeft gelegd of waarvan hij het zich alleen maar verbeeldde, heeft hij op een kribberige snauw getracteerd. Maandag is hij met een opgeblazen gevoel weer naar school gegaan, gewapend met eenige schoone zakdoeken hem door moeder met veel zorg meegegeven en die hij 's avonds op vader's herhaalde aanmaningen om niet zoo te snuiven, plichtsgetrouw gébruikt, maar die er dan al uitzien, alsof hij er de schoenen van de heele klas mee heeft gepoetst. Twee dagen later begint vader. Hij heeft het nog veel erger, met een pijnlijk hoofd dat als een opgeblazen ballon voelt, maar hij heeft een prima middeltje, hij neemt een ouderwetsch snuifje, waarom hij door het heele gezin erg uitgelachen wordt, maar hij zegt dat het helpt en maakt in een halven dag acht zakdoeken vuil. En omdat het sta peltje van zoonlief ook juist verbruikt is, en vader toch geen dameszakdoekjes met kantjes en borduurseltjes kan gebruiken, staat moe der 's avonds laat nog gauw-gauw in de keuken zakdoeken te wasschen. Den volgenden morgen staat vader wel op, maar blijft in huis want het is guur en hij voelt zich ellendig. Maar de kleine meid die gisteravond al half ziek naar bed ging, m-oet van moeder nu maar blijven liggen, want ze is koortsig en ze kan nauwelijks op haar beentjes blijven staan. Vader loopt zich beneden te vervelen, de krant heeft hij gewoonweg uitgespeld, alle boeken in huis heeft hij zoo wat gelezen, en die hij niet kent interesseeren hem niet, het eten smaakt hem niet, hij loopt tobberig over zijn werk te piekeren, terwijl moeder van de huiskamer naar het meisjeskamertje loopt, waar de kleine, die zich in bed een heele piet voelt, zich ligt te vervelen en bezig gehouden wil worden. Ondertusschen voelt moeder een hoofdpijn die haar verdacht voorkomt, maar ze ver beeldt zich, dat ze het door het negeeren, wel weer ongemerkt zal kwijtraken, wat voor al van belang is. omdat het dienstmeisje ook al bleek om haar neus ziet en niet wil eten. Den volgenden morgen ziet ook die geen kans meer om op te staan, en moeder draaft nu met haar pijnlijk hoofd, en een gevoel of zij kiespijn in haar knieën heeft, twee trap pen op en af, zichzelf paaiende met het pret tige vooruitzicht: als iedereen nu weer zoo wat beter is, kan ik weieens gemist worden, en dan kruip ik fijn een heelen dag onder de wol om uit te rusten en dat zieke gevoel kwijt te raken. Maar als dan na een paar dagen vader weer aan het werk is. kleine zus weer be neden speelt en het meisje het huishoude lijke werk weer kan deen, zodat moeder nu dan weieens een dag gemist zou kunnen worden, is ze zóó in haar schik dat iedereen weer beter is, en ze voelt immers zelf nauwe lijks meer wat, dat het één-dags-luierplan als totaal overbodig met alg-emeene stemmen -I dat is alleen die van haarzelf wordt ver^ worpen E. E. J._p, HEEREN-PULLOVER Voor de heeren-pullover hebben we noo dig: 500 gram dikke wol en naalden van 3 millimeter middellijn. De maten, op het sche ma aangegeven zijn goed voor een heer van gemiddelde grootte. De werkjes die er in gebruikt worden zijn de volgende: Een fijne ribbel: een steek recht, een steek averecht. Een ribbel: alle toeren recht. Een schuine ribbel: drie steken averecht, twee steken recht, een steek afhalen zonder breien, twee steken recht, dit telkens her halen. De volgende toer: vijf steken averecht, drie steken recht; dit telkens herhalen. Deze beide toeren herhalen, terwijl men om de twee toeren een steek verspringt. Rug: 42 centimeter steken opzetten (onge veer 125 steken). Dan zes toeren recht heen en weer breien; daarna 4 centimeter een recht, een averecht; zes toeren recht heen en weer en één centimeter een recht, een ave recht. Men zorgt ervoor, dat bij deze ribbels de steek averecht van het eerste gedeelte onder een steek recht van het tweede gedeelte komt. Daarna gaat men het schuine patroon tje werken, terwijl men meerdert, om een breedte te krijgen van 48 centimeter, wat on geveer 140 steken is. Men moet deze. meerde ringen op regelmatige afstanden van elkaar maken. Zoo breit men 28 centimeter; dan begint men aan de armsgaten. Hiervoor kant men aan beide kanten zes steken, daarna om de twee toeren een steek, tot men in het ge heel 12 steken, weggeminderd heeft aan iede- ren kant. Men breit daarna door tot men een totale hoogte heeft van 48 centimeter. Men kant dan in het midden 12 centimeter af voor de halsopening en mindert aan den kant van de hals aan iedere schouder om de twee toeren een steek (door samenbreien), gedurende twee centimeter. Dan kant men de beide schouders, die apart gebreid werden, af. Voorpand: als de rug; maar men begint 44 centimeter op te zetten, inplaats van 42 cen timeter. Bij het begin van het patroontje meedert men in dezelfde verhouding als in den rug, zoodat mén ongeveer 150 steken op de naald krijgt. Bij de armsgaten mindert men eerst acht steken aan iederen kant, daar na een steek om de twee toeren, tot dat men in het geheel vijftien steken weggeminderd heeft. Daarna doorbreien tot men een hoog te heeft van 45 centimeter. In het midden 12 centimeter wegminderen, daarna iedere schouder afzonderlijk afmaken. Aan de kant van het armsgat in iedere toer een steek weg minderen tot men hetzelfde aantal steken overhoudt als voor de schouder aan het rug pand. Daarna afkanten. Mouw: twintig centimeter steken opzetten (ongeveer 60 steken)zes toeren recht heen en weer breien, vijf centimeter een recht een averecht, zes toeren recht heen en weer, een centimeter een recht, een averecht, terwijl men weer zorgt dat de rechte steken van de ribbels komen boven de averechte. Men meerdert vervolgens tot men zeventig steken heeft. Als men dertien centimeter gebreid heeft meerdert men om de centimeter aan iedere zijde een steek, tot men in het geheel zes en negentig steken heeft. Men breit door tot men een hoogte van zeven en veertig cen timeter heeft, daarna minderen tot men slechts één paar steker, over heeft, die afge- kant worden. Dit gedeelte heeft een hoogte van elf centimeter. Als men de vier deelen klaar heeft, perst men ze eerst onder een vochtige doek en stikt daarna de naden tegen elkaar. Langs de hals opening maakt men een bies. een recht, een averecht gebreid, die drie centimeter breed is. Men neemt hiervoor steken op langs de hals. Ook kan men het randje apart breien en het er tegen naaien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8