of Taprobana.
Van het land Ophir
De streek der 1600 goudmijnen.
Of ge nu het Oude Testament bestudeert,
of Chineescne kronieken, de oude handschrif
ten van Maieiers of Javanen of de oeroude
Engelsch-Indische literatuur, overal zult ge
de verhalen kunnen vinden over een eiland,
rijk aan ivoor en goud en nog vele andere
schatten meer. En wanneer ge al die gege
vens verzamelt en tegen elkaar opweegt, dan
blijken al die verhalen beter dan op eenige
andere streek te passen op Sumatra. En wan
neer vooral de reisverhalen der Boeddhisti
sche monniken, omstreeks het begin onzer
jaartelling uitgezonden, om de verspreiding
der leer te onderzoeken eens gemakkelijker
toegankelijk zullen zijn voor den Wester-
sc-hen snuffelaar, dan kunnen nog heel wat
duidelijker plaatsaanwijzingen verwacht-
wórden voor de rijke steden van Oost Suma
tra van een dikke duizend jaar terug en ook
over de oorzaak en herkomst van die rijk
dommen. Maar ook de goede opmerker van
heden, kan zich een meening vormen, al
blijft het een kwestie van geloof en niet van
exacte wetenschap. Wel staat wetenschap
pelijk vast, dat uit den bovenloop van de
Batang-Hari groote hoeveelheden goud. ge
durende lange tijden zijn weggehaald, maar
dat werkelijk speciaal dit goud Salome's
tempel sierde zal nooit kunnen worden bewe
zen. De waarschijnlijkheid wordt echter wel
steeds grooter, naar mate ook verder Suma
tra beter bekend wordt. Het trok weer zeer
sterk mijn aandacht, hoe in dat buitenge
woon sterk en diep ingesneden terrein, juist
in de valleien van de Sapat en de Pantoean
breede horizontale vlakten liggen, die door
vrijwel loodrechte wanden begrensd zijn,
Onderzoekt men het geval, dan blijkt de
vlakte geheel te bestaan uit een ettelijke me
ters dikke laag van kwartspuin. Puin in den
zin van afval van menschelijken oorsprong,
hoekig, scherp, kantig, stuk geslagen, niet
door water vervoerd en afgeslepen. En de
loodrechte wand bestaat uit roodachtige aar
de en ander grijs en bruin half verweerd ge
steente, maar overal zitten kwartsblokken. En
in en tusschen, naast en onder die kwarts-
blokken zit goud. Goud in korrels, goud in
plaatjes, goud in stoffijne verdeeling. Beklimt
ge den bergwand dan vinden we daarboven
watergoten van kilometers lengte, waterre
servoirs van tientallen kubieke meters in
houd. allemaal c ingelegd in oeroude tijden
waarvan de bev.;::.:ing niets meer weet te ver
tellen. Met dat water is de grond omlaa;
gespoeld en uïtgewasschen en wie dat nog
doet vindt weer goud. En als ge het kwarts
gesteente vermaald blijkt dit soms vijfmaal,
soms tienmaal maar steeds ettelijke keeren
rijker te zijn dat wat in andere mijnen nog
als voor exploitatievatbaar verwerkt wordt.
En hier is meer. Geheel aan den Oostkant
van die verweerde massa gaat de zaak plotse
ling in een glashard oergesteente over. Op de
grensscheiding' daarvan zit het rif, de opge
vulde spleet in de aardschors, opgevuld met
alle schatten die het binnenste der aarde
bergt, vooral goud, maar ook zilver en lood en
andere ertsen, alles afgezet in anderen tus
schen het kwarts èn door het kwarts heen
gemengd." 30 meter breed is die afzetting,
waaruit de rivieren het goud geregeld los
maken en het meevoeren stroomaf en overal
in de bedding deponeeren. Maar hier is het
„gegroeid" om het zoo maar eens 'te zeggen.
Hier moet de groote bom zitten en blijven
ook groote stukken liggen en er zijn er ge
vonden tot 300 gram toe, 30 meter breed is
het rif, in de vallei van Pantoean, maar ook
in de vallei van de Sapat. En in die van de
Bergojo en overal daar tusschen.
Dat heb ik met eigen oogen gezien. Begrijpt
ge nu, dat ik niet begrijp dat het geld voor in
bedrijf stellen van een ontginning hier, zoo
moeilijk bij elkaar te krijgen is?
Ik weip nog een laatste blik in de oeroude
mïjngaten, die hier zijn teruggevonden, pri
mitief, schuin en bochtig uitgehakt, schuin
omlaag, tot het water hinderlijk werd. En
wat zou dat met onze hulpmiddelen gemak
kelijk af te voeren zijn. Als zoo'n hoekpijler
van harde kwarts eens vertellen kon van de
handen die hem hadden aangeraakt. Als
één der eeuwenoude boomen de geheimen van
h£t bosch zelf eens verraden kon. Maar er
wordt steeds meer gevonden, beelden uit den
Kindoetijd. steenen met inscripties, in het bed
van de Batang-Hari; of bij ladangbouw in
het- oerbosch. Eens zullen wij meer weten, el-
ken dag leeren we meer!
,.Wij aanvaarden den terugtocht", heet dat
rn' boekentaal. Wij zwoegen den ellendig
steile helling maar weer op. die mij gisteren
in donker zoo menig benauwd oogenblïkje
heeft bezorgd. Telkens weer kwarts langs
den weg. die bijna voortdurend het rif volgt.
Ik heb het zoo afgeloopen over acht lange
kilonieters, het gezien in de rivierdalen op 300
en in de bergruggen er tusschen op 1000 meter
boven de zee. Een enorme ertsvoorraad wacht,
daar op ontginning. Langzaam werken we
ons omhoog, dan een vrij horizontaal ge
deelte over een bergrug met hier en daar
wat uitzicht op andere zwaarbegroeide berg
ruggen en ravijnen en dan weer omlaag.
Steil, steiler, steilst vooral waar indertijd
treden gestoken zijn en die zijn weggesleten.
En daarmidden cp de helling in eens
mensehen. In 't hart van het oerwoud. Drie
Inlanders elk met wat bagage in een mandje
op het hoofd en daar bovenop als afdek
kingeen doelang, een goudwaschschaal!
Dat wordt interessant. Waar komen jullie
vandaan? IJ it de Sapatvallei. Wat gedaan?
Goud gewasschen? Ja, mijnheer. Nota-bene,
midden in dr rijke Boelangsi-coneessie van
Sumatra's goudmijn! En veel gevonden? Laat
eens zien? Uit den keurigen leeren gordel
komt een klein fleschje te voorschijn en daar
in glinstert het goud, in korrels, in plaatjes,
in stukjes. Hoeveel is dat nu waard? F 13,25.
Hoe weet de kerel het zoo precies. Enfin, ik
doe er ook eens een gooi naar. Ik bied tien
•gulden. Neen, mijnheer het is zeker dertien
waard. Ja, maar die heb ik niet. Daar schiet
mij wat te binnen. Voor uitersten nood heb ik
steeds een paar goudstukjes bij mij als ik zoo
op reis ben. Een paar Engelsche ponden. Ik
diep er één op uit mijn rugzak en laat het
goudstuk verleidelijk schitteren in een- een
zame zonnestraal, die door het dichte blader
dak heen komt. Mooi vinden ze het. Dat is
f 12,50 waard, voel maar. Het wordt op de
hand gewogen. Ja. heel mooi, maar hun goud
willen ze er niet voor afstaan. Zoo'n ding kent
niemand in hun heele dorp. Neen. dan liever
het briefje van tien gulden en als de toewan
dan nog drie gulden over de post stuurt, mag
hij het goud nu meenemen! Heerlijk toch he,
dat vertrouwen. Gelukkig hebben we een ge-
meenschappelijken bekende, den ouden post-
looper van de mijn en zoo wordt de zaak gere
geld Maar wie uwer zou niet liever het gou
den pond hebben genomen met de twee kwar
tjes schade, dan de belofte van drie gulden
van iemand, dien je nooit gezien hebt!
Even later weer een ontmoeting. Het eerste
uur in het bosch deins je zeker drie keer te
rug voor een slang, die recht over je pad
schuift. Maar een echte slang glijdt niet recht,
die kronkelt. Dat is dan een stroom mieren
over een boomtak. Maar nu staat opeens mijn
Inlander vooraan met opgeheven kapmes
stofstijf en over zijn schouder zie ik een band
over den weg glijden. Nu een echte slang,
maar die band is zoo dik als een vrouwenarm.
Een groote python; glijdt rustig voort
en wij laten hem glijden. Even verder een
tijgerspoor op ons pad van gisteren, maar de
olifanten zijn nog niet weer teruggeweest en
dus slaan wij bij een water plasje kamp op.
Bouwen een afdakje van groote bladeren, die
den even later neerkletsenden regen keurig
tegenhouden. Wij liggen op een dikke laag
bladeren, op een zeiltje en daar is de klamboe,
onder ingestopt. Zoo veilig als iets, dus. Het
is nacht geworden. Wij hebben gegeten. Doe
de lamp maar uit, jongens. Neen, toewan,
dan zijn wij bang. En in het schijnsel van de
petroleumlamp hebben we geslapen als mar
motten. Vijf uur wakker, thee gezet, rijst
gekookt, 6 uur weg, onder een concert zooals
ik het nog nooit hoorde. Een vijftigtal gibbon
apen zongen in cadans hun hoogsten toon.
haast brullend luid, wel een half uur lang, en
toen plotseling met stijgende toonhoogte,
lange gillende toonladders, dat het schalde
door het bosch. Zes uur heb ik geloopen naar
dat eene fleschje limonade toe, waarvan ik
zoo zeker wist dat het in de prauw lag. Alleen
mijn weg teruggezocht, mijn dragers ver
vooruit en toen ik de rivieroever bereikte,
moe. bezweet, doornat, dorstig, bebloed dooi
de bloedzuigerswas er geen prauw. Wel
een bruisende vloed. Het water zeker een me
ter hooger dan twee dagen geleden Mijn ke
rels zijn weggespoeld. Ik heb al mijn vodden
uitgesmeten en ben in het water gaan liggen,
heb het om mij heen laten kolken, wel een
uur lang. Toen waren mijn dragers er nog
r.iet. Ze kwamen twee uur achter mij aan.
Geen prauw. Een van de lui zwom. liep en
waadde stroomaf en kwam twee uur later met
zijn kameraden terug die een eind stroom
af een veiliger schuilplaats hadden gezocht.
Hoe wij toen ln 12 uur tijd stroomaf gehob
beld en gedreven zijn, hoe de golven over
alles heen sloegen, mijn apparaten dropen
van het water en ik zelf natuurlijk nog veel
erger, dat kun je alleen laten zien niet ver
tellen. Maar film en fototoestel hebben het
vastgelegd.
En interessant was het, leerzaam in hooge
mate. Tot ziens op de lezing.
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN.
Provinciale begrooting 1936.
De Memorie van Antwoord van Ged. Staten.
In de Memorie van Antwoord op het Alge
meen Verslag der afdeelingen van Prov. Sta
ten van Noord-Holland merken Ged. Staten
o.m. het volgende op;
Wegenfonds,
Aan de wegen is tot 1 October j.l. een bedrag
van f 23.250.000 ten koste gelegd. Aangezien
de practijk leert, dat geen vrees behoeft te be
staan, dat de in 1930 gemaakte raming van
f 36.250.000 zal worden overschreden, zullen de
totale kosten van het nog niet afgewerkte ge
deelte f 13.000.000 bedragen.
De totale lengte der verbeterde wegen kan
op ongeveer 125 K.M. worden gesteld.
Dat het aantal wegen, waarvan de toestand
geheel onbevredigend is te noemen, nog groot
zou zijn, ontkennen Ged. Staten: zij zijn van
oordeel, dat de toestand over het algemeen
unstig mag worden genoemd.
Het onderhoud van de tertiaire wegen komt
naar het oordeel van Ged. Staten niet in aan
merking om in werkverschaffing te worden
uitgevoerd. Met aanleg en verbetering is het
een ander geval.
De provinciale bedrijven.
De bijna 8% der bevolking van de-provin
cie, die nog geen aansluiting op 81 Prov.
Waterleiding heeft, bestaat in hoofdzaak uü
bewoners van woningen, die zeer verspreid
liggen. De voorziening daarvan zou vele mil-
lioenen kosten.
Ged. Staten voldoen aan het verzoek om
een overzicht van de ontvangsten en uit
gaven van het provinciaal duingebied en van
de kosten der recreatieoorden: de lasten be-
•agen f 192.701,69, de baten: f 135.698,10.
Het invoeren van het vol-automatisch
metersysteem bij het electriciteitsbedrijf
steeds afgestuit op de aan het gebruik van
deze meters verbonden hooge exploitatie
kosten. Van de vol-automatische meters, ge
schikt voor het vastrechttarief, is de aan
schaffingsprijs n.l. belangrijk hooger dan
die van de gewone meters, die bij het bedrijf
gebruikt worden. Ook vragen vol-automati
sche meters meer controle en meer onder
houd.
Ten opzichte van het denkbeeld van een
der leden, de meterhuur af te schaffen of
althans te verlagen en de huur te calculeeren
den K.W.U.-prijs, zij opgemerkt, dat de
voor klein-verbruikers geldende vergoeding
voor den eenphasemeter van f 0.35 per
maand zeer normaal te noemen is. Ged. Sta
ten zien geen aanleiding tot verlaging dei-
huurbedragen.
Een tariefswijziging is in studie.
Ged. Staten zien. geen mogelijkheid om-
verlaging van den prijs der gloeilampen te
bevorderen.
Baldwin wil voorloopig geen
kabinetswijziging.
Volgens berichten in de conservatieve bla
den zou. MacDonald vastbesloten zijn in geen
geval in het Hoogerhuis zitting te nemen, doch
óf zich in een ander kiesdistrict candidaat te
laten stellen of definitief uit het kabinet te
treden. Men zegt, dat Baldwin dringend
vvenscht, het nationale karakter der regeering
zooveel mogelijk te handhaven. De situatie
in de kiesdistricten zal zorgvuldig worden be
studeerd .alvorens definitief zal worden be
slist over het lot van MacDonald. In de Daily
Telegraph wordt verklaard dat de ministers
van luchtvaart en van marine hun portefeuil
les zullen behouden. Ook wil Baldwin den mi
nister van buitenlandsche zaken Hoare en
den minister voor Volkenbondsaangelegenhe
den Eden in hun functies handhaven. Tot de
bijeenkomst van het parlement op 3 December
moet, naar de meening van den minister
president zoo weinig mogelijk worden gewij
zigd aan de samenstelling der regeering.
BURGEMEESTERS-BENOEMING.
Bij kon. besluit is met ingang van 1 De
cember benoemd tot burgemeester van
Zweelo (Dr.) Mr. A. Kleyn, te Haarlem, thans
•erkend als volontair ter gemeentesecretarie
te Haarlemmermeer.
De heer Kleyn is 29 Januari 1907 te Goes
geboren. Zijn vader is oud-hypotheekbewaar
der te Haarlem.
De begrooting 1936.
Naar aanleiding van een verzoek om een
.especificeerde opgave van den invloed,
eiken de salarisverlaging heeft gehad, zoo
wel op de provinciale begrooting als zooda
nig, als op elk der provinciale diensten en
bedrijven afzonderlijk, geven Ged. Staten de
volgende globale cijfers. Bij de beqordeeling
daarvan moet bedacht worden, dat zij de be
dragen weergeven, waarmede de verschillen
de begrootingen voor 1936 zwaarder zouden
zijn belast, indien met 1 Maart 1935 geen sa
larisverlaging ware tot stand gekomen. De
cijfers hebben voorts uitsluitend betrekking-
op personeel met een vaste of tijdelijke aan-
'ielling; personeel op arbeidscontract is dus
uitgezonderd.
Griffie f 7.500
Waterstaat 5.350
Prov. Ziekenhuis nabij Santpoort48,052
idem Duinenbosch te
Bakkum 27.000
idem te Medemblik 8.100
Prov. Electriciteitsbedrijf 37.000
Prov. Waterleidingbedrijf 10.681
Prov. Wegenfonds 2.445
Ged. Staten zouden er zeer verheugd over
zijn, wanneer tot verlaging der opcenten kon
worden overgegaan. Het verlangen daarnaar
mag echter de. voorzichtigheid niet uit het
oog doen verliezen. Overschotten worden
niet opzettelijk gekweekt. In tusschen moet
met vroeger ontstane overschotten zuinig
worden omgegaan.
Tegenover de leden, die de maatregelen
tot bestrijding der werkloosheid in de provin
cie nog onvoldoende achten merkten Ged.
Staten op. dat uit het feit, dat zij onder de
huidige omstandigheden hebben voorgesteld,
het tot nu toe jaarlijks voor werkverschaf
fingsdoeleinden beschikbaar gestelde bedrag
van f 200.000 met f 250.000 te verhoogen, wel
blijkt, hoezeer de bestrijding van de werkloos
heid hun ter harte gaat. Deze provincie is nog
steeds de eenige in ons land, die eigen midde
len voor werkverschaffing en -verruiming be
schikbaar stelt.
De economisch-technologische dienst zal
over enkele maanden, b.v. met Januari, zijn
werkzaamheden kunnen beginnen.
De vraag of een meevallende belasting
opbrengst tot verlaging van de opcenten zal
kunnen leiden, zullen Ged. Staten toetsen aan
hun opvattingen omtrent een voorzichtige
belastingpolitiek.
Ged. Staten zullen krachtige medewerking
verleenen aan het plan, dat de Rijkscommissie
van Advies heeft ontworpen voor de bestrijdlnj
der jeugdwerkloosheid.
De nooden in het land- en tuinbouwbedrijf
hebben voortdurend de aandacht van Ged.
Staten. De bemoeiingen der Regeering in dezen
laten echter thans nauwelijks ruimte voor
uitbreiding van de bemoeienis der provincie
op dit gebied.
Provinciale Ziekenhuizen.
Het in het leven roepën van een gezamen
lijk directorium voor drie ziekenhuizen ach
ten Ged. Staten noch noodzakelijk, noch ge-
wenscht.
Bij de laatste algemeene salarisherziening
van het provinciaal personeel werden ook de
bedargen, die van het salaris der in wónenden
in de Ziekenhuizen worden afgehouden voor
kost, inwoning en geneeskundige hulp aan
een herzieining onderworpen en in de meeste
gevallen verlaagd. Bovendien werden die be
dragen gedeeltelijk bepaald op een zeker
percentage van het nominale salaris, waar
mede het verband tusschen de salariskorting
en óe grootte dier bedragen is verklaard.
Emolumenten worden door het personeel
der Ziekenhuizen sedert jaren niet meer ge
noten.
Beoordeeld naar het aantal patiënten, waar
mede op het oogenblik rekening moet worden
gehouden, zou de aanvaarding van het voor
stel van de leden L. Heijermans c.s. van de
provincie een offer vergen van f 16.000. Aan
neming van dit voorstel moet ten sterkste
worden ontraden, ook omdat het een verdere
verlaging van het gemeentelijk aandeel in de
kosten van de verpleging van de armlastige
krankzinnigen zou tegenhouden.
Italiaansche bommenwerpers
met Abessynische troepen in
gevecht.
Vijf duizend Abessynische
soldaten gedood of gewond?
Links boven en tus
schen de beide boom
stammen oude mijn
gangen, waarvan de
bevolking dezer streek
niets meer weet te ver
teilen. Rechts onder;
een nieuwe tunnel in
het rif der Boelangsi-
coneessie van Suma
tra's goudmijn.
ASMARA, 19 Nov.
(Van den oorlogscorrespondent van het
Duitsche Nieuws Bureau)
Het gevecht tusschen Italiaansche bommen
werpers en vijandelijke strijdkrachten, dat
Maandag werd geleverd in het gebied tus
schen Ambaladsjir en Antalo, wordt van mili
taire zijde de grootste luchtoperatie genoemd
sedert het begin van den oorlog.
Twee eskaders, bestaande uit 20 vliegtuigen,
merkten bij Boedsja, ten Zuiden van Makalle.
sterke Abessynische troepenafdeelingen op. Zij
gingen op geringer hoogte vliegen, teneinde de
troepen beter te kunnen bombardeeren. Het
kwam daarbij tot een verbitterd gevecht.
De Abessyniërs hadden de hellingen bezet en
vuurden vandaar op de vliegtuigen. Ongeveer
7000 Abessyniërs namen de Italiaansche toe
stellen onder vuur. Alle vliegtuigen werden
daarbij door den kogelregen min of meer ern
stig beschadigd.
In totaal zijn de vliegtuigen door meer dan
honderd schoten getroffen. Niettemin zijn
alle erin geslaagd de vuurlinie te verlaten.
Een boordmecano werd zeer ernstig gewond
door een schot in het been.
Noodlanding van Graaf Ciano
Terwijl het vliegtuig van den minister van
propaganda Graaf Ciano, den schoonzoon van
Mussolini, bij -Makalle een noodlanding moest
naken, werd een_ ander toestel bij de'landing
:n Höusiën ernstig beschadigd. Ook de' zoons
van Mussolini namen aan het gevecht deel.
Het aantal bjj dit groote luchtbom
bardement gedoode Abessyniërs moet
zeer aanzienlijk zijn. Volgens een
laatst uit particuliere bron ontvangen
bericht, zouden meer dan 5000 Abes
synische soldaten zijn gedood of ge
wond. De sterkte der Abessynische
troepen, die het vuur op de Italiaan
sche vliegtuigen hebben geopend, zou,
volgens deze bron niet 7000, doch
20.000 man hebben bedragen. Zij
maakten gebruik van mitrailleurs en
Orlington kanonnen.
Volgens de te Asmara ontvangen berichten
schijnt het vast te staan, dat Ras Kassa en
Ras Seyoem voor de aankomst van maarschalk
Badoglïo een groote actie zullen ondernemen.
Ras Seyoem een gevaarlijke be
dreiging voor de Italianen
ASMARA,, 19 Nov. (A.N.P.) Ras Seyoem,
de Abessynische aanvoerder aan het Noorde
lijke front, heeft een omtrekkende beweging
gemaakt, waardoor hij de flank der Italianen
bedreigt. Verkenningsvliegtuigen konden de
positie der Abessyniërs vaststellen in het
Oosten van de streek van Tanibien, ongeveer
twintig mijl ten Noordwesten van Makalle en
tien tot vijftien mijl ten Noorden van de ri
vier Takazze, waarlangs op het oogenblik de
Italianen hun voorste linie inrichten. Het le
ger van Ras Seyoem bevindt zich volgens de
berichten in een bergachtige streek in een
strategisch gunstige stelling. De sterkte van
zijn troepen wordt geschat op 30.000 man. Men
gelooft, dat het leger van moderne wapenen
is voorzien. De Italianen zijn hierdoor ge
noodzaakt hun front niet alleen naar het
Zuiden, doch ook naar het Noordwesten te
richten. Drie colonnes van het inboorlingen-
leger zijn naar de bergen van Tambien opge
rukt om het hoofd te bieden aan de bedrei
ging van Ras Seyoem, welke wellicht de ern
stigste is sedert het uitbreken van de vijan
delijkheden. Intusschen moet Ras Kassa zich
ten Zuidei), van de Italiaansche troepen be
vinden. Zijn positie is nog niet vastgesteld.
Streek van guerillatroepen gezuiverd
ASMARA, 19 November (A.N.P.) Naar ge
meld wordt is de streek Gheralta van gueril- 1
latroepen gezuiverd. Het koptische klooster
van Debra Abbai heeft zijn onderwerping
aangeboden.
In het Noorden en in het Zuiden regent het
weer. Deze regens brengen de wegen in slech
ten toestand, zoodat de verbindingen der Ita
lianen moeilijkheden ondervinden.
"Volgens een bericht uit Addis Abeba, dat
wordt doorgegeven door het Abessynische ge
zantschap te Londen, zou het aantal der Ita
liaansche deserteurs meer dan 1000 bedragen.
De overloopers zouden hebben medegedeeld
dat de Italiaansche troepen onkundig zijn ge
laten van de sancties.
Uit Londen; Volgens een Reuter-bericht uit
Berbera (Britsch Somaliland) is daar bericht
ontvangen van een grensincident.
Eenige Italiaansche inheemsche ongeregel
de soldaten zouden volgens dit bericht drie
dorpen hebben aangevallen van stammen, die
in Britsch Somaliland leven. Drie leden der
stammen zijn gedood. Men gelooft dat men
hier te doen heeft met een poging vee te roo-
ven. Het Reuterbericht voegt hieraan toe, dat
het incident van weinig belang moet worden
genoemd.
W OEN 5 O 'A G 20 N O V. 1935
Haarlem krijgt nog meer
verkeerslichten.
Bij het station en op de
Groote Markt.
Nu de verkeerslichten op het Ver-
wuift blijkbaar tot groote tevreden
heid stemmen, zullen binnen afzien-
baren tijd ook op de kruispunten
Groote MarktZijlstraatBarteljoris-
straat en RozenstraatKruisweg-
Stationsplein automatische 'verkeers
lichten worden aangebracht.
Zooals iedereen zal zijn opgevallen is de
automatische verkeersregeling op het inge
wikkelde punt Verwulft en omgeving een succes
geworden. Binnen zeer korten tijd heeft het
verkeer zich hierbij weten aan -te passen.
Fietsers, automobilisten en bestuurders van
allerlei voertuigen weten nu. nadat eenigen
tijd door agenten aanwijzingen zijn gegeven,
hoe zij zich hebben te gedragen en de over
tredingen zijn gelukkig ook niet veelvuldig.
Slechts zou men kunnen wenschen dat voor de
voetgangers ook een regeling kon worden ge
troffen, ware het door de lichten ook voor hen
duidelijk zichtbaar te maken.
Dit klinkt misschien eigenaardig, doch op
de plaatsen, waar men moet oversteken, op de
punten der trottoirs dus, voor de streep waar-,
achter het verkeer moet wachten, kan men
de lichten niet zien. Herhaaldelijk gebeurt het
dan ook dat voetgangers bij het oversteken
worden verrast door het plotseling optrekkend
verkeer. Indien dus ook de voetgangers aan
de achterzijde van de palen konden zien welk
licht er brandde, zou dit wel een verbetering
beteekenen.
Doch, zooals gezegd is, voor het verkeer „per
_j" is de regeling uitmuntend. Geen wonder
dus dat er nu ernstig aan wordt gewerkt de
veel gemakkelijker kruispunten bij het station
en op de Groote Markt automatisch te maken,
zooals reeds eerder door den commissaris van
politie, den heer E. H. Tenckinck ls gezegd,
toen hij meedeelde dat ook deze punten in
studie genomen werden.
Dit is nu geschied, er zijn tellingen gehou
den, die nog uitgewerkt moeten worden, doch
waaruit menig interessant feit wederom is ge
bleken. Belangwekkend is, (doch dit heeft
uiteraard met de automatische seinen niet
direct te maken)dat het verkeer uit het Noor
den van de stad op Maandag wanneer er markt
is, veel intenser is dan op andere dagen.
De gemeente zal nog gelden beschikbaar
moeten stellen en ook zal de inschrijving onder
de leveranciers nog moeten geschieden, doch
dit is slechts een kwestie van tijd.
Eerlang zullen dus twee belangrijke punten
in onze stad voorzien zijn van roode, groene
en oranje lampen, waarmee dus twee posten
van verkeersagenten zullen vervallen.
Wellicht zijn er ook op andere plaatsen in
onze stad nog wel punten die voor een auto
matische regeling, in aanmerking kunnen ko
men. doch voorloopig zal men zich bepalen
tot de twee hierboven genoemde.
N. S. B.-ERS VERLATEN DE ZITTING DER
STATEN VAN ZUID HOLLAND.
DEN HAAG. 19 November (A. N. P.) In
de hedenmorgen te elf uur aangevangen ver
gadering van de Prov. Staten van Zuid Hol
lend heeft de heer Van Hoey Smit (N.S.B.)
de volgende verklaring afgelegd: „De natio-
naal-socialisten in deze vergadering zijn van
meening, dat de Eerste Kamer van de Sta
ten-Generaal op schromelij ke wij ze-- verzuimt
haar plicht te doen inzake de toelating van.
graaf de Marchant et d'.Ansemfoonrg. Wij
vinden daarin aanleiding om evenals onze
kameraad Van Vessein de beslissing van de-
Eerste Kamer af te wachten, alvorens in het
college, waarin wij zijn gekozen een verga--,
dering bij te wonen." De nationaaLsocialis-
ten verlieten hierop de vergadering.
Heden of morgen
afscheiding der Noord-
Chineesche provincies.
PEIPING, 19 Nov. (Reuter)Naar me-
degedeeld wordt zal morgen of overmorgen de
bond der provincies Hopei, Soenyoean, Teja-
har, Sjantoeng en Sjansi plachtig als zooda
nig worden afgekondigd. Er zijn nog geen
bijzonderheden bekend inzake de organisa
tie van de belastingen en de douane.
TOKIO, 19 Nov. (Reuter). De nieuwe
regeering van Noord-China zal een manifest
publiceeren, waarin de monetaire politiek
van de Nanking-regeering scherp wordt ge
hekeld, waarin de financieele en economische
onafhankelijkheid van Noord-China wordt
afgekondigd en waarin samenwerking wordt
bepleit tusschen China, Japan en Mandsjoe-
kwo. ter bescherming tegen het communisme.
Uit Peiping wordt gemeld, dat de burge
meester van deze stad het gemeenteperso-
neel volkomen heeft gewijzigd en dat het
meerendeel van de nieuwe ambtenaren onder
Japanschen invloed staat.
TOKIO, 19 Nov. (A.N.P.) De woordvoer
der van het ministerie van buitenlandsche za
ken noemde de persberichten uit Peking ten
aanzien van de autonome beweging tamelijk
overdreven. Volgens de laatste berichten uit
Peking hebben de leiders der autonome be
weging besloten een anti-communistische
autonome politie in N-oord-China te orga-
niseeren als centraal lichaam van de auto
nome federatie der vijf provincies van Noord-
China, welke zal dienen als verbindingsorga
nisatie tusschen de vijf autonome provin
cies.
BURGERLIJKE STAND.
HAARLEM, 19 November.
Getrouwd 19 November: F. van Rossum en
A. Pet; J. L. Koningsveld en H. Peters.
Bevallen 16 November: A. J. Derogeede
Bruin, d.; E. RoestNijssen, d.; C. J. v. d.
Polv. Dam, d.; J. v. d. LeiOderkerk, z.; 17
November: S. Jansen—Berg, d.; C. H. Huis in
't VeldOliedam, d.; A. E. MilatzMiezen-
beek, z.; A. M. C. Eldering—Thijssen, d.: T.
Scheltens—Molenaar, z.; T. C. Kemper—Wolfs,
d.; H. de VriesVenema, z.; 18 November: K.
NieuwlandKwast, d.
16 November: H. M. SchoorlHulsebosch, z.;
P. J. W. de RuigWeber, d.; 17 November: H
Brake!van Alphen, z.; 18 November: N. Spil-
jard—Dortmundt, z.; G. Scheelings—Viege. Sr»
J. ZwiersenMolenaar, z.; 19 November: A. S-
TappeeVeer, d.
Overleden 16 November: W. G. J. Rooseii. 62
j.. Houtvaart.
17 November: M. E. de Witt—Meine, 61 Jt.
Brouwersplein; K. W. Elhorst, 69 j.. Kinder-
huissingel; K. Lameris, 29 j.. Timorstraat;
18 November: M. Slagboom—v. Os. 72 j.. Gen.
Joubertstraat; C. M. Poel, 76 j.. Weverstraat;
C. F. Moorer, 52 j., Plein; J. Trijsburg, 67 j.,
Begijnesteeg.