of Taprobana. Van het land Ophir De streek der 1600 goudmijnen. Of ge nu het Oude Testament bestudeert, of Chineescne kronieken, de oude handschrif ten van Maieiers of Javanen of de oeroude Engelsch-Indische literatuur, overal zult ge de verhalen kunnen vinden over een eiland, rijk aan ivoor en goud en nog vele andere schatten meer. En wanneer ge al die gege vens verzamelt en tegen elkaar opweegt, dan blijken al die verhalen beter dan op eenige andere streek te passen op Sumatra. En wan neer vooral de reisverhalen der Boeddhisti sche monniken, omstreeks het begin onzer jaartelling uitgezonden, om de verspreiding der leer te onderzoeken eens gemakkelijker toegankelijk zullen zijn voor den Wester- sc-hen snuffelaar, dan kunnen nog heel wat duidelijker plaatsaanwijzingen verwacht- wórden voor de rijke steden van Oost Suma tra van een dikke duizend jaar terug en ook over de oorzaak en herkomst van die rijk dommen. Maar ook de goede opmerker van heden, kan zich een meening vormen, al blijft het een kwestie van geloof en niet van exacte wetenschap. Wel staat wetenschap pelijk vast, dat uit den bovenloop van de Batang-Hari groote hoeveelheden goud. ge durende lange tijden zijn weggehaald, maar dat werkelijk speciaal dit goud Salome's tempel sierde zal nooit kunnen worden bewe zen. De waarschijnlijkheid wordt echter wel steeds grooter, naar mate ook verder Suma tra beter bekend wordt. Het trok weer zeer sterk mijn aandacht, hoe in dat buitenge woon sterk en diep ingesneden terrein, juist in de valleien van de Sapat en de Pantoean breede horizontale vlakten liggen, die door vrijwel loodrechte wanden begrensd zijn, Onderzoekt men het geval, dan blijkt de vlakte geheel te bestaan uit een ettelijke me ters dikke laag van kwartspuin. Puin in den zin van afval van menschelijken oorsprong, hoekig, scherp, kantig, stuk geslagen, niet door water vervoerd en afgeslepen. En de loodrechte wand bestaat uit roodachtige aar de en ander grijs en bruin half verweerd ge steente, maar overal zitten kwartsblokken. En in en tusschen, naast en onder die kwarts- blokken zit goud. Goud in korrels, goud in plaatjes, goud in stoffijne verdeeling. Beklimt ge den bergwand dan vinden we daarboven watergoten van kilometers lengte, waterre servoirs van tientallen kubieke meters in houd. allemaal c ingelegd in oeroude tijden waarvan de bev.;::.:ing niets meer weet te ver tellen. Met dat water is de grond omlaa; gespoeld en uïtgewasschen en wie dat nog doet vindt weer goud. En als ge het kwarts gesteente vermaald blijkt dit soms vijfmaal, soms tienmaal maar steeds ettelijke keeren rijker te zijn dat wat in andere mijnen nog als voor exploitatievatbaar verwerkt wordt. En hier is meer. Geheel aan den Oostkant van die verweerde massa gaat de zaak plotse ling in een glashard oergesteente over. Op de grensscheiding' daarvan zit het rif, de opge vulde spleet in de aardschors, opgevuld met alle schatten die het binnenste der aarde bergt, vooral goud, maar ook zilver en lood en andere ertsen, alles afgezet in anderen tus schen het kwarts èn door het kwarts heen gemengd." 30 meter breed is die afzetting, waaruit de rivieren het goud geregeld los maken en het meevoeren stroomaf en overal in de bedding deponeeren. Maar hier is het „gegroeid" om het zoo maar eens 'te zeggen. Hier moet de groote bom zitten en blijven ook groote stukken liggen en er zijn er ge vonden tot 300 gram toe, 30 meter breed is het rif, in de vallei van Pantoean, maar ook in de vallei van de Sapat. En in die van de Bergojo en overal daar tusschen. Dat heb ik met eigen oogen gezien. Begrijpt ge nu, dat ik niet begrijp dat het geld voor in bedrijf stellen van een ontginning hier, zoo moeilijk bij elkaar te krijgen is? Ik weip nog een laatste blik in de oeroude mïjngaten, die hier zijn teruggevonden, pri mitief, schuin en bochtig uitgehakt, schuin omlaag, tot het water hinderlijk werd. En wat zou dat met onze hulpmiddelen gemak kelijk af te voeren zijn. Als zoo'n hoekpijler van harde kwarts eens vertellen kon van de handen die hem hadden aangeraakt. Als één der eeuwenoude boomen de geheimen van h£t bosch zelf eens verraden kon. Maar er wordt steeds meer gevonden, beelden uit den Kindoetijd. steenen met inscripties, in het bed van de Batang-Hari; of bij ladangbouw in het- oerbosch. Eens zullen wij meer weten, el- ken dag leeren we meer! ,.Wij aanvaarden den terugtocht", heet dat rn' boekentaal. Wij zwoegen den ellendig steile helling maar weer op. die mij gisteren in donker zoo menig benauwd oogenblïkje heeft bezorgd. Telkens weer kwarts langs den weg. die bijna voortdurend het rif volgt. Ik heb het zoo afgeloopen over acht lange kilonieters, het gezien in de rivierdalen op 300 en in de bergruggen er tusschen op 1000 meter boven de zee. Een enorme ertsvoorraad wacht, daar op ontginning. Langzaam werken we ons omhoog, dan een vrij horizontaal ge deelte over een bergrug met hier en daar wat uitzicht op andere zwaarbegroeide berg ruggen en ravijnen en dan weer omlaag. Steil, steiler, steilst vooral waar indertijd treden gestoken zijn en die zijn weggesleten. En daarmidden cp de helling in eens mensehen. In 't hart van het oerwoud. Drie Inlanders elk met wat bagage in een mandje op het hoofd en daar bovenop als afdek kingeen doelang, een goudwaschschaal! Dat wordt interessant. Waar komen jullie vandaan? IJ it de Sapatvallei. Wat gedaan? Goud gewasschen? Ja, mijnheer. Nota-bene, midden in dr rijke Boelangsi-coneessie van Sumatra's goudmijn! En veel gevonden? Laat eens zien? Uit den keurigen leeren gordel komt een klein fleschje te voorschijn en daar in glinstert het goud, in korrels, in plaatjes, in stukjes. Hoeveel is dat nu waard? F 13,25. Hoe weet de kerel het zoo precies. Enfin, ik doe er ook eens een gooi naar. Ik bied tien •gulden. Neen, mijnheer het is zeker dertien waard. Ja, maar die heb ik niet. Daar schiet mij wat te binnen. Voor uitersten nood heb ik steeds een paar goudstukjes bij mij als ik zoo op reis ben. Een paar Engelsche ponden. Ik diep er één op uit mijn rugzak en laat het goudstuk verleidelijk schitteren in een- een zame zonnestraal, die door het dichte blader dak heen komt. Mooi vinden ze het. Dat is f 12,50 waard, voel maar. Het wordt op de hand gewogen. Ja. heel mooi, maar hun goud willen ze er niet voor afstaan. Zoo'n ding kent niemand in hun heele dorp. Neen. dan liever het briefje van tien gulden en als de toewan dan nog drie gulden over de post stuurt, mag hij het goud nu meenemen! Heerlijk toch he, dat vertrouwen. Gelukkig hebben we een ge- meenschappelijken bekende, den ouden post- looper van de mijn en zoo wordt de zaak gere geld Maar wie uwer zou niet liever het gou den pond hebben genomen met de twee kwar tjes schade, dan de belofte van drie gulden van iemand, dien je nooit gezien hebt! Even later weer een ontmoeting. Het eerste uur in het bosch deins je zeker drie keer te rug voor een slang, die recht over je pad schuift. Maar een echte slang glijdt niet recht, die kronkelt. Dat is dan een stroom mieren over een boomtak. Maar nu staat opeens mijn Inlander vooraan met opgeheven kapmes stofstijf en over zijn schouder zie ik een band over den weg glijden. Nu een echte slang, maar die band is zoo dik als een vrouwenarm. Een groote python; glijdt rustig voort en wij laten hem glijden. Even verder een tijgerspoor op ons pad van gisteren, maar de olifanten zijn nog niet weer teruggeweest en dus slaan wij bij een water plasje kamp op. Bouwen een afdakje van groote bladeren, die den even later neerkletsenden regen keurig tegenhouden. Wij liggen op een dikke laag bladeren, op een zeiltje en daar is de klamboe, onder ingestopt. Zoo veilig als iets, dus. Het is nacht geworden. Wij hebben gegeten. Doe de lamp maar uit, jongens. Neen, toewan, dan zijn wij bang. En in het schijnsel van de petroleumlamp hebben we geslapen als mar motten. Vijf uur wakker, thee gezet, rijst gekookt, 6 uur weg, onder een concert zooals ik het nog nooit hoorde. Een vijftigtal gibbon apen zongen in cadans hun hoogsten toon. haast brullend luid, wel een half uur lang, en toen plotseling met stijgende toonhoogte, lange gillende toonladders, dat het schalde door het bosch. Zes uur heb ik geloopen naar dat eene fleschje limonade toe, waarvan ik zoo zeker wist dat het in de prauw lag. Alleen mijn weg teruggezocht, mijn dragers ver vooruit en toen ik de rivieroever bereikte, moe. bezweet, doornat, dorstig, bebloed dooi de bloedzuigerswas er geen prauw. Wel een bruisende vloed. Het water zeker een me ter hooger dan twee dagen geleden Mijn ke rels zijn weggespoeld. Ik heb al mijn vodden uitgesmeten en ben in het water gaan liggen, heb het om mij heen laten kolken, wel een uur lang. Toen waren mijn dragers er nog r.iet. Ze kwamen twee uur achter mij aan. Geen prauw. Een van de lui zwom. liep en waadde stroomaf en kwam twee uur later met zijn kameraden terug die een eind stroom af een veiliger schuilplaats hadden gezocht. Hoe wij toen ln 12 uur tijd stroomaf gehob beld en gedreven zijn, hoe de golven over alles heen sloegen, mijn apparaten dropen van het water en ik zelf natuurlijk nog veel erger, dat kun je alleen laten zien niet ver tellen. Maar film en fototoestel hebben het vastgelegd. En interessant was het, leerzaam in hooge mate. Tot ziens op de lezing. Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN. Provinciale begrooting 1936. De Memorie van Antwoord van Ged. Staten. In de Memorie van Antwoord op het Alge meen Verslag der afdeelingen van Prov. Sta ten van Noord-Holland merken Ged. Staten o.m. het volgende op; Wegenfonds, Aan de wegen is tot 1 October j.l. een bedrag van f 23.250.000 ten koste gelegd. Aangezien de practijk leert, dat geen vrees behoeft te be staan, dat de in 1930 gemaakte raming van f 36.250.000 zal worden overschreden, zullen de totale kosten van het nog niet afgewerkte ge deelte f 13.000.000 bedragen. De totale lengte der verbeterde wegen kan op ongeveer 125 K.M. worden gesteld. Dat het aantal wegen, waarvan de toestand geheel onbevredigend is te noemen, nog groot zou zijn, ontkennen Ged. Staten: zij zijn van oordeel, dat de toestand over het algemeen unstig mag worden genoemd. Het onderhoud van de tertiaire wegen komt naar het oordeel van Ged. Staten niet in aan merking om in werkverschaffing te worden uitgevoerd. Met aanleg en verbetering is het een ander geval. De provinciale bedrijven. De bijna 8% der bevolking van de-provin cie, die nog geen aansluiting op 81 Prov. Waterleiding heeft, bestaat in hoofdzaak uü bewoners van woningen, die zeer verspreid liggen. De voorziening daarvan zou vele mil- lioenen kosten. Ged. Staten voldoen aan het verzoek om een overzicht van de ontvangsten en uit gaven van het provinciaal duingebied en van de kosten der recreatieoorden: de lasten be- •agen f 192.701,69, de baten: f 135.698,10. Het invoeren van het vol-automatisch metersysteem bij het electriciteitsbedrijf steeds afgestuit op de aan het gebruik van deze meters verbonden hooge exploitatie kosten. Van de vol-automatische meters, ge schikt voor het vastrechttarief, is de aan schaffingsprijs n.l. belangrijk hooger dan die van de gewone meters, die bij het bedrijf gebruikt worden. Ook vragen vol-automati sche meters meer controle en meer onder houd. Ten opzichte van het denkbeeld van een der leden, de meterhuur af te schaffen of althans te verlagen en de huur te calculeeren den K.W.U.-prijs, zij opgemerkt, dat de voor klein-verbruikers geldende vergoeding voor den eenphasemeter van f 0.35 per maand zeer normaal te noemen is. Ged. Sta ten zien geen aanleiding tot verlaging dei- huurbedragen. Een tariefswijziging is in studie. Ged. Staten zien. geen mogelijkheid om- verlaging van den prijs der gloeilampen te bevorderen. Baldwin wil voorloopig geen kabinetswijziging. Volgens berichten in de conservatieve bla den zou. MacDonald vastbesloten zijn in geen geval in het Hoogerhuis zitting te nemen, doch óf zich in een ander kiesdistrict candidaat te laten stellen of definitief uit het kabinet te treden. Men zegt, dat Baldwin dringend vvenscht, het nationale karakter der regeering zooveel mogelijk te handhaven. De situatie in de kiesdistricten zal zorgvuldig worden be studeerd .alvorens definitief zal worden be slist over het lot van MacDonald. In de Daily Telegraph wordt verklaard dat de ministers van luchtvaart en van marine hun portefeuil les zullen behouden. Ook wil Baldwin den mi nister van buitenlandsche zaken Hoare en den minister voor Volkenbondsaangelegenhe den Eden in hun functies handhaven. Tot de bijeenkomst van het parlement op 3 December moet, naar de meening van den minister president zoo weinig mogelijk worden gewij zigd aan de samenstelling der regeering. BURGEMEESTERS-BENOEMING. Bij kon. besluit is met ingang van 1 De cember benoemd tot burgemeester van Zweelo (Dr.) Mr. A. Kleyn, te Haarlem, thans •erkend als volontair ter gemeentesecretarie te Haarlemmermeer. De heer Kleyn is 29 Januari 1907 te Goes geboren. Zijn vader is oud-hypotheekbewaar der te Haarlem. De begrooting 1936. Naar aanleiding van een verzoek om een .especificeerde opgave van den invloed, eiken de salarisverlaging heeft gehad, zoo wel op de provinciale begrooting als zooda nig, als op elk der provinciale diensten en bedrijven afzonderlijk, geven Ged. Staten de volgende globale cijfers. Bij de beqordeeling daarvan moet bedacht worden, dat zij de be dragen weergeven, waarmede de verschillen de begrootingen voor 1936 zwaarder zouden zijn belast, indien met 1 Maart 1935 geen sa larisverlaging ware tot stand gekomen. De cijfers hebben voorts uitsluitend betrekking- op personeel met een vaste of tijdelijke aan- 'ielling; personeel op arbeidscontract is dus uitgezonderd. Griffie f 7.500 Waterstaat 5.350 Prov. Ziekenhuis nabij Santpoort48,052 idem Duinenbosch te Bakkum 27.000 idem te Medemblik 8.100 Prov. Electriciteitsbedrijf 37.000 Prov. Waterleidingbedrijf 10.681 Prov. Wegenfonds 2.445 Ged. Staten zouden er zeer verheugd over zijn, wanneer tot verlaging der opcenten kon worden overgegaan. Het verlangen daarnaar mag echter de. voorzichtigheid niet uit het oog doen verliezen. Overschotten worden niet opzettelijk gekweekt. In tusschen moet met vroeger ontstane overschotten zuinig worden omgegaan. Tegenover de leden, die de maatregelen tot bestrijding der werkloosheid in de provin cie nog onvoldoende achten merkten Ged. Staten op. dat uit het feit, dat zij onder de huidige omstandigheden hebben voorgesteld, het tot nu toe jaarlijks voor werkverschaf fingsdoeleinden beschikbaar gestelde bedrag van f 200.000 met f 250.000 te verhoogen, wel blijkt, hoezeer de bestrijding van de werkloos heid hun ter harte gaat. Deze provincie is nog steeds de eenige in ons land, die eigen midde len voor werkverschaffing en -verruiming be schikbaar stelt. De economisch-technologische dienst zal over enkele maanden, b.v. met Januari, zijn werkzaamheden kunnen beginnen. De vraag of een meevallende belasting opbrengst tot verlaging van de opcenten zal kunnen leiden, zullen Ged. Staten toetsen aan hun opvattingen omtrent een voorzichtige belastingpolitiek. Ged. Staten zullen krachtige medewerking verleenen aan het plan, dat de Rijkscommissie van Advies heeft ontworpen voor de bestrijdlnj der jeugdwerkloosheid. De nooden in het land- en tuinbouwbedrijf hebben voortdurend de aandacht van Ged. Staten. De bemoeiingen der Regeering in dezen laten echter thans nauwelijks ruimte voor uitbreiding van de bemoeienis der provincie op dit gebied. Provinciale Ziekenhuizen. Het in het leven roepën van een gezamen lijk directorium voor drie ziekenhuizen ach ten Ged. Staten noch noodzakelijk, noch ge- wenscht. Bij de laatste algemeene salarisherziening van het provinciaal personeel werden ook de bedargen, die van het salaris der in wónenden in de Ziekenhuizen worden afgehouden voor kost, inwoning en geneeskundige hulp aan een herzieining onderworpen en in de meeste gevallen verlaagd. Bovendien werden die be dragen gedeeltelijk bepaald op een zeker percentage van het nominale salaris, waar mede het verband tusschen de salariskorting en óe grootte dier bedragen is verklaard. Emolumenten worden door het personeel der Ziekenhuizen sedert jaren niet meer ge noten. Beoordeeld naar het aantal patiënten, waar mede op het oogenblik rekening moet worden gehouden, zou de aanvaarding van het voor stel van de leden L. Heijermans c.s. van de provincie een offer vergen van f 16.000. Aan neming van dit voorstel moet ten sterkste worden ontraden, ook omdat het een verdere verlaging van het gemeentelijk aandeel in de kosten van de verpleging van de armlastige krankzinnigen zou tegenhouden. Italiaansche bommenwerpers met Abessynische troepen in gevecht. Vijf duizend Abessynische soldaten gedood of gewond? Links boven en tus schen de beide boom stammen oude mijn gangen, waarvan de bevolking dezer streek niets meer weet te ver teilen. Rechts onder; een nieuwe tunnel in het rif der Boelangsi- coneessie van Suma tra's goudmijn. ASMARA, 19 Nov. (Van den oorlogscorrespondent van het Duitsche Nieuws Bureau) Het gevecht tusschen Italiaansche bommen werpers en vijandelijke strijdkrachten, dat Maandag werd geleverd in het gebied tus schen Ambaladsjir en Antalo, wordt van mili taire zijde de grootste luchtoperatie genoemd sedert het begin van den oorlog. Twee eskaders, bestaande uit 20 vliegtuigen, merkten bij Boedsja, ten Zuiden van Makalle. sterke Abessynische troepenafdeelingen op. Zij gingen op geringer hoogte vliegen, teneinde de troepen beter te kunnen bombardeeren. Het kwam daarbij tot een verbitterd gevecht. De Abessyniërs hadden de hellingen bezet en vuurden vandaar op de vliegtuigen. Ongeveer 7000 Abessyniërs namen de Italiaansche toe stellen onder vuur. Alle vliegtuigen werden daarbij door den kogelregen min of meer ern stig beschadigd. In totaal zijn de vliegtuigen door meer dan honderd schoten getroffen. Niettemin zijn alle erin geslaagd de vuurlinie te verlaten. Een boordmecano werd zeer ernstig gewond door een schot in het been. Noodlanding van Graaf Ciano Terwijl het vliegtuig van den minister van propaganda Graaf Ciano, den schoonzoon van Mussolini, bij -Makalle een noodlanding moest naken, werd een_ ander toestel bij de'landing :n Höusiën ernstig beschadigd. Ook de' zoons van Mussolini namen aan het gevecht deel. Het aantal bjj dit groote luchtbom bardement gedoode Abessyniërs moet zeer aanzienlijk zijn. Volgens een laatst uit particuliere bron ontvangen bericht, zouden meer dan 5000 Abes synische soldaten zijn gedood of ge wond. De sterkte der Abessynische troepen, die het vuur op de Italiaan sche vliegtuigen hebben geopend, zou, volgens deze bron niet 7000, doch 20.000 man hebben bedragen. Zij maakten gebruik van mitrailleurs en Orlington kanonnen. Volgens de te Asmara ontvangen berichten schijnt het vast te staan, dat Ras Kassa en Ras Seyoem voor de aankomst van maarschalk Badoglïo een groote actie zullen ondernemen. Ras Seyoem een gevaarlijke be dreiging voor de Italianen ASMARA,, 19 Nov. (A.N.P.) Ras Seyoem, de Abessynische aanvoerder aan het Noorde lijke front, heeft een omtrekkende beweging gemaakt, waardoor hij de flank der Italianen bedreigt. Verkenningsvliegtuigen konden de positie der Abessyniërs vaststellen in het Oosten van de streek van Tanibien, ongeveer twintig mijl ten Noordwesten van Makalle en tien tot vijftien mijl ten Noorden van de ri vier Takazze, waarlangs op het oogenblik de Italianen hun voorste linie inrichten. Het le ger van Ras Seyoem bevindt zich volgens de berichten in een bergachtige streek in een strategisch gunstige stelling. De sterkte van zijn troepen wordt geschat op 30.000 man. Men gelooft, dat het leger van moderne wapenen is voorzien. De Italianen zijn hierdoor ge noodzaakt hun front niet alleen naar het Zuiden, doch ook naar het Noordwesten te richten. Drie colonnes van het inboorlingen- leger zijn naar de bergen van Tambien opge rukt om het hoofd te bieden aan de bedrei ging van Ras Seyoem, welke wellicht de ern stigste is sedert het uitbreken van de vijan delijkheden. Intusschen moet Ras Kassa zich ten Zuidei), van de Italiaansche troepen be vinden. Zijn positie is nog niet vastgesteld. Streek van guerillatroepen gezuiverd ASMARA, 19 November (A.N.P.) Naar ge meld wordt is de streek Gheralta van gueril- 1 latroepen gezuiverd. Het koptische klooster van Debra Abbai heeft zijn onderwerping aangeboden. In het Noorden en in het Zuiden regent het weer. Deze regens brengen de wegen in slech ten toestand, zoodat de verbindingen der Ita lianen moeilijkheden ondervinden. "Volgens een bericht uit Addis Abeba, dat wordt doorgegeven door het Abessynische ge zantschap te Londen, zou het aantal der Ita liaansche deserteurs meer dan 1000 bedragen. De overloopers zouden hebben medegedeeld dat de Italiaansche troepen onkundig zijn ge laten van de sancties. Uit Londen; Volgens een Reuter-bericht uit Berbera (Britsch Somaliland) is daar bericht ontvangen van een grensincident. Eenige Italiaansche inheemsche ongeregel de soldaten zouden volgens dit bericht drie dorpen hebben aangevallen van stammen, die in Britsch Somaliland leven. Drie leden der stammen zijn gedood. Men gelooft dat men hier te doen heeft met een poging vee te roo- ven. Het Reuterbericht voegt hieraan toe, dat het incident van weinig belang moet worden genoemd. W OEN 5 O 'A G 20 N O V. 1935 Haarlem krijgt nog meer verkeerslichten. Bij het station en op de Groote Markt. Nu de verkeerslichten op het Ver- wuift blijkbaar tot groote tevreden heid stemmen, zullen binnen afzien- baren tijd ook op de kruispunten Groote MarktZijlstraatBarteljoris- straat en RozenstraatKruisweg- Stationsplein automatische 'verkeers lichten worden aangebracht. Zooals iedereen zal zijn opgevallen is de automatische verkeersregeling op het inge wikkelde punt Verwulft en omgeving een succes geworden. Binnen zeer korten tijd heeft het verkeer zich hierbij weten aan -te passen. Fietsers, automobilisten en bestuurders van allerlei voertuigen weten nu. nadat eenigen tijd door agenten aanwijzingen zijn gegeven, hoe zij zich hebben te gedragen en de over tredingen zijn gelukkig ook niet veelvuldig. Slechts zou men kunnen wenschen dat voor de voetgangers ook een regeling kon worden ge troffen, ware het door de lichten ook voor hen duidelijk zichtbaar te maken. Dit klinkt misschien eigenaardig, doch op de plaatsen, waar men moet oversteken, op de punten der trottoirs dus, voor de streep waar-, achter het verkeer moet wachten, kan men de lichten niet zien. Herhaaldelijk gebeurt het dan ook dat voetgangers bij het oversteken worden verrast door het plotseling optrekkend verkeer. Indien dus ook de voetgangers aan de achterzijde van de palen konden zien welk licht er brandde, zou dit wel een verbetering beteekenen. Doch, zooals gezegd is, voor het verkeer „per _j" is de regeling uitmuntend. Geen wonder dus dat er nu ernstig aan wordt gewerkt de veel gemakkelijker kruispunten bij het station en op de Groote Markt automatisch te maken, zooals reeds eerder door den commissaris van politie, den heer E. H. Tenckinck ls gezegd, toen hij meedeelde dat ook deze punten in studie genomen werden. Dit is nu geschied, er zijn tellingen gehou den, die nog uitgewerkt moeten worden, doch waaruit menig interessant feit wederom is ge bleken. Belangwekkend is, (doch dit heeft uiteraard met de automatische seinen niet direct te maken)dat het verkeer uit het Noor den van de stad op Maandag wanneer er markt is, veel intenser is dan op andere dagen. De gemeente zal nog gelden beschikbaar moeten stellen en ook zal de inschrijving onder de leveranciers nog moeten geschieden, doch dit is slechts een kwestie van tijd. Eerlang zullen dus twee belangrijke punten in onze stad voorzien zijn van roode, groene en oranje lampen, waarmee dus twee posten van verkeersagenten zullen vervallen. Wellicht zijn er ook op andere plaatsen in onze stad nog wel punten die voor een auto matische regeling, in aanmerking kunnen ko men. doch voorloopig zal men zich bepalen tot de twee hierboven genoemde. N. S. B.-ERS VERLATEN DE ZITTING DER STATEN VAN ZUID HOLLAND. DEN HAAG. 19 November (A. N. P.) In de hedenmorgen te elf uur aangevangen ver gadering van de Prov. Staten van Zuid Hol lend heeft de heer Van Hoey Smit (N.S.B.) de volgende verklaring afgelegd: „De natio- naal-socialisten in deze vergadering zijn van meening, dat de Eerste Kamer van de Sta ten-Generaal op schromelij ke wij ze-- verzuimt haar plicht te doen inzake de toelating van. graaf de Marchant et d'.Ansemfoonrg. Wij vinden daarin aanleiding om evenals onze kameraad Van Vessein de beslissing van de- Eerste Kamer af te wachten, alvorens in het college, waarin wij zijn gekozen een verga--, dering bij te wonen." De nationaaLsocialis- ten verlieten hierop de vergadering. Heden of morgen afscheiding der Noord- Chineesche provincies. PEIPING, 19 Nov. (Reuter)Naar me- degedeeld wordt zal morgen of overmorgen de bond der provincies Hopei, Soenyoean, Teja- har, Sjantoeng en Sjansi plachtig als zooda nig worden afgekondigd. Er zijn nog geen bijzonderheden bekend inzake de organisa tie van de belastingen en de douane. TOKIO, 19 Nov. (Reuter). De nieuwe regeering van Noord-China zal een manifest publiceeren, waarin de monetaire politiek van de Nanking-regeering scherp wordt ge hekeld, waarin de financieele en economische onafhankelijkheid van Noord-China wordt afgekondigd en waarin samenwerking wordt bepleit tusschen China, Japan en Mandsjoe- kwo. ter bescherming tegen het communisme. Uit Peiping wordt gemeld, dat de burge meester van deze stad het gemeenteperso- neel volkomen heeft gewijzigd en dat het meerendeel van de nieuwe ambtenaren onder Japanschen invloed staat. TOKIO, 19 Nov. (A.N.P.) De woordvoer der van het ministerie van buitenlandsche za ken noemde de persberichten uit Peking ten aanzien van de autonome beweging tamelijk overdreven. Volgens de laatste berichten uit Peking hebben de leiders der autonome be weging besloten een anti-communistische autonome politie in N-oord-China te orga- niseeren als centraal lichaam van de auto nome federatie der vijf provincies van Noord- China, welke zal dienen als verbindingsorga nisatie tusschen de vijf autonome provin cies. BURGERLIJKE STAND. HAARLEM, 19 November. Getrouwd 19 November: F. van Rossum en A. Pet; J. L. Koningsveld en H. Peters. Bevallen 16 November: A. J. Derogeede Bruin, d.; E. RoestNijssen, d.; C. J. v. d. Polv. Dam, d.; J. v. d. LeiOderkerk, z.; 17 November: S. Jansen—Berg, d.; C. H. Huis in 't VeldOliedam, d.; A. E. MilatzMiezen- beek, z.; A. M. C. Eldering—Thijssen, d.: T. Scheltens—Molenaar, z.; T. C. Kemper—Wolfs, d.; H. de VriesVenema, z.; 18 November: K. NieuwlandKwast, d. 16 November: H. M. SchoorlHulsebosch, z.; P. J. W. de RuigWeber, d.; 17 November: H Brake!van Alphen, z.; 18 November: N. Spil- jard—Dortmundt, z.; G. Scheelings—Viege. Sr» J. ZwiersenMolenaar, z.; 19 November: A. S- TappeeVeer, d. Overleden 16 November: W. G. J. Rooseii. 62 j.. Houtvaart. 17 November: M. E. de Witt—Meine, 61 Jt. Brouwersplein; K. W. Elhorst, 69 j.. Kinder- huissingel; K. Lameris, 29 j.. Timorstraat; 18 November: M. Slagboom—v. Os. 72 j.. Gen. Joubertstraat; C. M. Poel, 76 j.. Weverstraat; C. F. Moorer, 52 j., Plein; J. Trijsburg, 67 j., Begijnesteeg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8