Dl VROU DE VROUW IN DE XXe EEUW. IÉ» Ons Wekelijksch Knippatroon. MODE-TIPS. j>e patronen van onderstaande modellen zijn in de zgn. standaardmaat (bovenwijdte: 102 c.M., taillewijdte: 87 c.M.; enz.) tegen den prijs van 38 ets. per stuk te verkrijgen. Door het al of niet aanknippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. No. 604: aardige japon van donkerblauwe Wollen stóf, gegarneerd met wit piqué. Benoo- digd materiaal: 314 meter donkerblauwe stof van 130 c.M. breedte en 75 c.M. wit piqué. No. 605: japon van .genopte wollen stof van 130 c.M, breedte. Deze patron,en zijn dus in de standaardmaat tegen bovengenoemd en prijs te verkrijgen bij het bureau van dit blad. De lezeressen worden vriendelijk verzocht naam en adres zoo volledig en nauwkeurig inogelijk op te geven, en ook het nummer van het gewenschte patroon duidelijk te verniel den. Men voorkomt daardoor onnoodige ver traging in de verzending. OP ZIEKENBEZOEK. De wintermaanden brengen veel zieke men schen in hun bed, en hoewel het totnutoe nog weinig echt „gewinterd" heeft, zijn de zieken toch al wel legio. Nu is iemand die hard ziek is, niet beter af, dan wanneer hij zooveel mo- gelijk met rust gelaten wordt; maar voor hen die niet ernstig ziek zijn, of die geen pijn heb ben, en ook voor de ernstige patient die her stellende is, kan een bezoek een heerlijke on derbreking van den langen, saaien dag be- teekenen. Kan beteekenen, zeg ik met opzet, omdat van lang niet ieder bezoek de opwekkende in vloed uitgaat, die zij nu juist noodig heeft om dé doffe sfeer van het ziek zijn te over winnen. Om te beginnen neemt het bezoek wat voor de zieke meelichte lectuur waar hij nog eens om lachen kan, en die ook in werkelijkheid licht is, omdat een zwaarlijvig boekdeel in bed veel te vermoeiend vasthouden is. Of zij komt; mét iets eetbaars, waarover zij echter vooraf raad heeft gevraagd bij de huisgenooten, om dat lang niet elke zieke alles hebben mag. Ook kan zij bloemen meebrengen, maar dan geen sterkruikende of zeer groote bossen in fel- krakende papieren, die bij het uitpakken heel wat consternatie teweeg brengen. Het liefst schikt men de bloemen buiten de ziekenkamer al in een vaas of brengt een plantje mee, zoo dat de zieke zich met de huishoudelijke zor gen om vaas met water niet behoeft te be kommeren. Natuurlijk zal het bezoek niet lawaaierig de ziekenkamer binnengaan, maar toch ook niet. al te voorzichtig en zacht, evenmin fluis terend spreken, dat is vermoeiend voor de zieke omdat hij het bezoek maar half ver staat. De bezoekster gaat zóó zitten, dat de zieke het hoofd niet behoeft te draaien of op te til len om haar te zien, en tenzij zij iets in het belang van de zieke doen kan, blijft zij rustig en ontspannen zitten. En dan komt het belangrijkste deel van het ziekenbezoek: de conversatie. Geen dolle verhalen die lachbuien kunnen ontketenen, en die daardoor aanleiding kunnen geven tot benauwde hoestbuien, maar vooral ook geen griezelige ziekteverhalen over menschen die hetzelfde hadden als de patient en er het leven nauwelijks hebben afgebracht, of aangedikte vertelsels over vreeselijke operaties en de ver schrikkelijke gevolgen van dien, ehzoovoorts. Wanneer de bezoekster naar huis is gegaan en in de volheid van haar dagelijksch leven al die nare dingen allang is vergeten, tobt de zieke in haar stille kamer nog met al die na righeid en weet er geen uitweg mee. Zieke menschen, zelfs de meest kordate, zijn zeer ge voelig van geest, heel vaak zelfs overgevoelig, en daarom moet men met de gesprekken aan het ziekbed niet al te diep gaan en vooral niet somber worden. Een aardig voorval, een luch tig praatje en op zijn tijd ook een rustige pauze maken het bezoek tot een genoegen in plaats van anders misschien een inspanning. Er zijn menschen die ernstig bij een zieke gaan zitten breien of haken, zoo nu en dan eens een woordje zeggen en na een half uurtje Weer even rustig verdwijnen. Zulke ménschen' zijn een verkwikking aan een ziekbed en dat komt alleen omdat zij de kunst verstaan, hun eigen persoonlijkheid ondergeschikt te maken aan die van de zieke. Een zeer speciale categorie vormen ook de menschen die bang zijn voor besmetting, of het nu bij wijze van spreken een gebroken been of influenza betreft. Hierbij zijn er die uit hoofde van hun werk die angst hebben, zoo als iemand bijvoorbeeld die een winkel drijft en daarbij alles alleen moet doen, of een ander die zijn stem veel moet gebruiken en daardoor angst heeft voor alles wat met keelontstekin gen verwant is. Meenen zij allen het goed met de zieke, dan kunnen zij nog middelen genoeg vinden om van hun hartelijk medeleven te doen blijken/ ook zonder dat zij persoonlijk komen. Iets anders wordt het, wanneer de hartelijk heid ontbreekt, en het besmettingsgevaar als verontschuldiging voor het wegblijven wordt aangegrepen; of wanneer men zoo maar een vage angst voor besmetting heeft, een situa tie die in den volksmond de meening heeft doen postvatten: wie er zoo doodsbenauwd voor is, krijgt het juist, ook al bezoekt hij nooit één enkele zieke. Kindereh behooren echter in de ziekenkamer niet thuis; meestal zijn zij voor de zieke te druk, en bovendien is het volkomen onnoodig om hun in het geringste besmettingsgevaar te brengen, hoewel de kinderen uit het eigen gezin in sommige gevallen zeker wel toestem ming van den dokter zullen krijgen om de zieke te bezoeken. Eén of hoogstens twee bezoeksters aan een ziekbed is wel het meeste, daarom moet men nooit bij twee-of drie of met vrienden tegelijk komen, en vóór het binnengaan informeeren of er al bezoek is en of het gelegen komt. Tenslotte is een ziekenbezoek gauw te lang durig: een half uur vordert al inspanning ge noeg, vooral wanneer men elkaar niet meer dan oppervlakkig kent. Voor goede vrienden is het natuurlijk heel wat anders, dat is lang niet zoo vermoeiend, en zij vormen vaak voor de zieke een belangrijk onderdeel van het con tact met de buitenwereld, dat vooral herstel lende zieken zoo graag weer opnemen. E. E. J.—P. Nu de herfst heerscht met gierenden storm en striemende regenvlagen tegen de ruiten zwiepen, voelen wij ons des te veiliger thuis, knus gedoken in een hoekje over een boek en een kop thee. Maar dan komt in het boek een beschrijving voor van een ongelooflijk mooi avondtoilet en als bij tooversTag zijn we hee-lemaal wakker; meer dan dat zelfs, we blaken van animo. Want de beschrijving heeft iets in ons doezelig breinwakker geschud. „Dat ïs waar 'ook: onze wiritergapderobe!" We hebben het uitgesteld, steeds weer „tot de pï volgende week, als we eens tijd hebben", maar nu laat het zich toch niet langer uit stellen. Dan komen de groote vragen: „Wat moeten we nemen, wat wordt dit jaar gedragen, kan ik nog iets gebruiken van het vorige jaar?" Laten we beginnen met te vertellen, dat pofmouwen nog steeds mode zijn. Over het algemeen doen dezelfde gecompliceerde mo dellen van verleden jaar misschien iets strenger van lijn dit jaar nog opgeld. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK Daarnaast zien we veel middagjurkjes meü raglanmouw, of wel aangeknipte mouw met goud- of zilverkoord of koord in de kleur der japon. Deze modellen maken niet al te slank en het spreekt vanzelf, -dat niet te breed gebouwde figuurtjes alleen deze model len kunnen dragen. Als materiaal voor de middag japonnen is op het oogenblik niet al leen zijden, maar ook wollen olocqué zeer modern. Fluweel en taft vieren hoogtij. Dit laatste is eveneens en vogue voor avondja ponnen. .Het best doet men, een jurkje van dit materiaal in stijl t>e houden; wat vooral voor jonge meisjes alleraardigst is. De jonge dame'op de bovenste teekening draagt een stijljurk van het zeer modieuze taft changeant in roodbruin met goudachtigen gloed, een tint, die het voordeel biedt, dat zoowel brunettes als blondines het kunnen dragen. De dame naast haar is zeer up to date met kanten mantilla en bolero'tje over een avondjapon van 'crêpe satin. Deze japon is vooral geschikt voor theater of concert zaal. De andere illustratie toont drie minder of- ficieele avondjaponnen, te dragen op diners en intieme feestjes. Links een elegante japon van pastelkleurige crêpe mimosa. De aangeknipte poffende mouw wordt bij elkaar gehouden door een ge borduurde band en loop dan door in een open met f-luweel gevoerde sleepmouw. Niet- al te slanke dames zullen er in een dergelijk toilet koninklijk uitzien. Nummer 2 is een avondpurk van bleek blauwe zware cloqué, waarvan de rok naar onderen klokkend uitloopt. De ruimte aan het décolleté is gerimpeld; -op den rug is de japon laag uitgesneden. Op de schouder bandjes en langs de japon worden bloempjes uit dezelfde stof gehecht, die het geheel zeer jeugdig maken. De ceintuur is van oud- rose moiré en wordt van achteren losjes ge strikt. Tot slot een alleraardigst dansjurkje voor het bakvischje van opengewerkte stof met pofmouwtjes en breede schouderbanden. Om de heupen valt de japon nauw en loopt naar onderen toe wijder uiit. Maandag Runderrolletjes Andijvie in een schoteltje Aardappelen Appelmoes met custard Dinsdag Vermicellisoep van kalfspoulet Biefstuk Gebakken aardappelen Zoete appelen Woensdag Gegarneerde vleeschsla Aar dappelenpur e Flensjes Donderdag Pikante kalfslapjes Slaboonen uit blik Aardappelen Rijst met pruimen Vrijdag Gestoofde paling Italiaansche sla Aardappelen Griesmeelpap Zaterdag Hutspot met klapstuk Vruchten KINDER-SPORTKOUSEN. Deze sportkousen, die bestemd zijn voor een kind van ongeveer 5 jaar worden ver vaardigd op naalden nummer 2, van 60 gram vierdraadswol. Voor de kleuren in den rand hebben we een paar restjes wol noodig, die overgebleven zijn van vorig werk. RECEPTEN GEGARNEERDE VLEESCHSLA. Het kalfspoulet waarvan den vorigen dag bouil lon is getrokken, wordt van het vet ontdaan en hiervan wordt met een paar fijngesnipperde augurkjes en uitjes, twee hardgekookte eieren, een kropje sla, twee geschilde, gesneden' to maten en olie, azijn, peper en zout een sma kelijke sla« gemaakt. In de slakom wordt hij verder gegarneerd met waaiertjes van augur ken en plakjes tomaat. PIKANTE KALFSLAPJES. Wasch de lapjes, wrijf ze in met zout, en bak ze in heet vet of heete boter, waarbij een paar uitjes en enkele takjes peterselie zijn. Zijn de lapjes mooi bruin, haal dan peterselie en ui uit het vet, maak de jus af met wat water en een paar iepels tomatenpurée en stoof de lapjes hierin verder gaar. BOEKENKASTJE. He„ M'-fejienitasi/je op onze afbeelding is zeer modern en zal in de kamer van een jong meisje of een studeerenden zoon zeker niet misstaan. En toch is het zeer eenvoudig te maken. Zooals u kunt zien, bestaat het kastje uit verschillende „étages", die naar boven toe kleiner worden. De;ze rechthoekige houten kistjes kunnen we zeer goed zelf maken of zoo we ons daar liever niet aan wagen, heel goedkoop laten maken. We maken het kastje zoo, dat de „etages" los staan van elkaar, zoodat we het kastje net zoo kunnen vormen, als we zelf willen. Het spreekt vanzelf, dat we de kastjes zoo hoog maken, dat een boek van behoorlijke afmetingen er gemakkelijk in staan kan. Natuurlijk verven of beitsen we het kastje in de kleur van het andere houtwerk ih de kamer. In een meisjeskamer is het aardiger het kastje met mooie lakverf te schilderen. Heel aardig is bijv. de buitenzijde van het kastje een andere kleur te geven dan de bin nenzijde. Zoo kan men de buitenzijde licht groen lakken, terwijl de binnenzijde donker groen wordt. Andere kleurcombinaties zijn natuurlijk ook te kiezen. Dat hangt van het kleunschema der kamer af. We worden tegenwoordig belegerd met kook boeken, welke recepten voor diëet-keuken bie den, en als we eens rondzien, zijn er onder onze medemenschen boven de vijftig misschien maar weinigen, die het zonder geneeskundige voorschriften op het gebied van hun maal tijden stellen. Zelfs beneden de vijftig vindt men de voorvechters van 'n bepaalde soort voe ding, omdat we nu eenmaal in een tijd leven, waarin de invloed van onze maaltijden op onze gezondheid zeer hoog wordt geschat. Zoutloos diëet, diëet voor suikerzieken, vleeschloos diëethet is bijna niet bij te houden, en het moet menige huisvrouw heel wat hoofdbrekens kosten, een menu samen te stellen, dat voldoet aan de heterogene behoef ten van de verschillende huisgenooten. Geluk kig, dat zij dan de hulp heeft van de verschil lende kookboeken, die haar de recepten bie den met bereiding en soms zelfs heele tabellen met in grammen uitgedrukt de hoeveelheden koolhydraten, eiwit etc., welke de verschillen de levensmiddelen bevatten. In hotels en pensions wordt in de keuken reeds met de op diëet gestelde gasten rekening gehouden, al zal misschien niet alles even nauwgezet toegaan als bij de conscientieuse huisvrouwmaarde patiënten zijn wel eens graag met vacantie, als er te smullen valt en sommigen vergeten, als zij een luchtkuur doen om hun gezondheid te verbeteren, met veel genoegen dat zij op diëet staan Intusschen is het eten in i%stau rants of lunchrooms in eigen stad, als de gedienstige met vacantie is of op Zon- en feestdagen, de laatste jaren zeer toegenomen, en.... al hééft Het dieet-restaurant. in vele eetgelegenheden het vegetarisch menu reeds zijn intocht gedaan, het diëetmenu is zoover nog niet, het biedt niet zoo'n voordeel, als men tevoren niet weet, op hoeveel gasten men moet rekenen. Zou het diëet-restaurant, dat uitsluitend voor diëet gasten bestemd was maar dan alle diëeten gaf niet. voorzien in een behoefte? Natuurlijk zou het ook moeten uitzenden, an ders was er waarschijnlijk niet genoeg afzet. Voor het overige zal de vrouw met overleg wel weten, hoe zij een zelf de gerecht kan toepassen in verscheidene menu's en de restjes van den eenen dag kan verwerken in een der menu's of schotels van den volgenden. Eigen fantasie kan hier samengaan met het zorgvuldig be- studeeren van de tabellen, waarvan wij hier boven repten! Het beroep van diëetkookster en diëetzuster in ziekenhuizen bestaat reeds, naar we mee nen, dat het in het buitenland meer ingang vond dan in ons land, terwijl voor zoover ons bekend is, diëetrestaurants bij ons nog niet voorkomen. Er schijnt hier voor een onderne mende vrouw met geboren kooktalent en be- lengstelling in al wat de keuken betreft, wei- een terrein waar zij iets kan presteeren. Want als er sprake is van vrouwelijke beroepen, zal men koken toch wel niet uitzonderen, al ge niet op het gebied van de fijne keuken de kok nog steeds een grooter roep dan de kookster. Ligt dit laatste aan gebrek aan kooklust bij de vrouw over het algemeen? Of mist deze voldoende verfijning van de smaakorganen. of fantasie om nieuwe en bijzondere gerechten te scheppen? We zullen niet bij deze vragen !4Srs hnh'/i i w\<\ -ii' stilstaan, want als het waar is, dat de vrouw voor de fijne keuken minder gevoel heeft dan de man, kan dit niet het geval zijn voor de diëetkeuken. Hier betreft het een stukje maat schappelijk werk en op dit gebied is haar toe wijding bekend. Daarom schijnen hier suc cessen voor haar weggelegd en is het niet tee kenend, dat er reeds zoovele door vrouwen ge schreven kookboeken verschenen, bestemd voor hen, die beperkt zijn in de keuze van hun maaltijden. Dat die beperking zeer meevalt bij kennis van de bestanddeelen der levensmid delen en het geduld een smakelijk-diëetmenu samen te stellen, blijkt wel uit die handlei dingen. Daarbij is men de laatste jaren weer teruggekeerd tot de oude beproefde kruiden, v/elke onze overgrootouders gebruikten en die geur geven aan de gerechten, zonder over het algemeen zoo scherp te zijn als peper, kerxy en dergelijke kruiden We verwachten, dat de vrouw met eenige verbeeldingskracht wellicht nieuwe recepten kan uitvinden en zoo de fijnproevers onder de diëetgasten aan zich zal verplichten, terwijl zij natuurlijk ook moet zorgen voor verschei denheid voor de vrijgezellen, die een billijk diëetmenu verlangen. Op die wijze zal zij al licht haar vaste klanten vinden, die haar de eer aan doen haar „beroemde geurige zout- looze soep" naar haar te noemen, of die overal haar „heerlijk-gekruide" gemengde salade roemen. De vrouw, die een dergelijke onderneming leidt kan klein beginnen, zooals in Amerika vele vrouwen deden, die het tot een succes brachten bij de bereiding van eenig artikel, maar zij moet haar keuken een eigen karakter geven, deze moet in alle onderdeelen keurig verzorgd zijn, uiterlijk en innerlijk, en de ont vangst zoo vriendelijk en gezellig, dat men de inspanning van denken en overleggen, welke achter dit alles ligt niet merkt en hier gaarne terug keert. Welke vrouw waagt het? EiMMTST J. B. We zetten voor het werlk zestig steken op en breien met vier pennen recht in het rond. Zoo maken wij vijf toeren, dan nemen we een der andere kleuren van den rand en breien daar vier toeren mee. Met de eerste draad breden we vervolgens twee toeren en dan nog drie toeren met de andere kleur. Dan gaan we voorgoed verder met de eerste kleur en breien daar zeven a acht centimeter mee. Dan beginnen we aan de mindering van twee steken. Deze minderingen worden door vier steken gescheiden. Dit doet men vier maal. Na deze mindering breien we weer vijf cen timeter verder. Dan breien we op de helft der steken drie centimeter; deze helft nemen we zoo, dat de minderingen precies in het midden komen te zitten. Dit wordt nl. de hiel. Men neemt deze ste ken op een naald én' breit in het midden van de naald twee steken samen in Iedere toer. Dit doet men drie of vier keer en kant daar na de steken af. Dan neemt men de steken aan een kant van de hiel op, breit vervolgens de andere steken van de voet en neemt ook de steken aan den anderen kant van den hiel op. Na twee of drie centimeter aan iedere zijde van den onderkant een mindering ma ken door twee steken samen te breien. Dan breien we zonder mindering zes a zeven cen timeter door. Voor den teen maken we om de twee toe ren vier minderingen per toer. Dit tot we een hoogte van drie centimeter hebben. Daarna stikken we den onderkant van den voet dicht, evenals den teen. De tweede kous wordt op precies dezelfde wijze gemaakt. DE MODERNE MOUW. Meer dan andere jaren heeft mevrouw mode dit seizoen haar aandacht besteed aan de verschillende details van onze costuums. Haar' heel bijzondere aandacht wijdde zij aan de mouw van mantel °n japon! De rechte, strakke mouw van eenige jaren geleden is geheel van het tooneel verdwenen; inplaats daarvan ziet men de meest fantastische dra peeringen. Men kan alles dragen als het maar niet eenvoudig is. Maar daar de japonnen over het algemeen vrij eenvoudig van snit zijn, is het de mouw, die de noodige fleurig heid aan het geheel moet geven. Op onze illustratie ziet u een viertal model len, zooals die gecreëerd werden door een be kend modehuis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7