DE BETOOVERDE HARP. BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Ons feestje houden we dit jaar in de Kerst- vacantie. Datum en uur maak ik nader be kend. Het is geen St. Nicolaas- en ook geen Kerstfeest, maar een Winterfeest, 't Zal al leen gegeven worden voor de trouwe rubrieker- tjes. Best VLIEGENIERTJEKaboutertje meent het goed met je. Zoo maar een koerduif en hok te ontvangen, wil wat zeggen, zeg. Je wilt natuurlijk wel goed voor je beesten zorgen, ze op tijd water en voer geven. Ook moet je het hok geregeld schoon maken. Veel pleizier met je vriend en tot Woensdag. Dag Vliege- niertje. Best KABOUTERTJE. Van Vliegeniertje heb ik het nieuws vernomen, 'k Kan begrijpen dat hij er heel blij mede was. Jammer dat de beesten elkander steeds pikken. Jullie. jij en Vliegeniertje zijn echte trouwe clubleden. Tot Woensdag. Dag Kaboutertje. Lief KEUKENPRINSESJE, 'k Kan begrijpen dat de padvinderij dit keer voor ging. 't Zal wel mooi geweest zijn. Doe je ook in een voordracht mede? Hoe heeten de voordrachten die gedaan worden? Veel genoegen. Dag Keu- kennrinsesje. Lief BOODSCHAPSTERTJE. Zoo, heb je het verhaal zoo mooi gevonden en hoop je dat ik nog eens een verhaal vertel? Dat is nog wel mogelijk. Je bent ook nog op een andere club is het niet? Wat doe je daar? Vertel je me iets van die club? Tot Woensdag. Dag Boodschapstertje. Beste JOPIE SLIM. Sint heeft bij jou reeds vroeg gereden. Wil je zoo graag een toover- lantaarn van hem hebben? Maar heel gehoor zaam zijn, wie weet wat de goede man dan doet. Je was op school zeker lastig met je mondorgel? Als je er zelf goed op kan passen, dat is. wanneer je hem rustig onder school tijd in je kastje laat liggen of in je zak houdt, behoeft de meester hem niet af te nemen. Maar als je dat niet kunt, jadan moet de meester op de mondorgel gaan passen. Dag Jopie Slim. Beste SNEEUWKONINGIN. Heeft Sint je nu al verrast? Wat zal de goede man het druk hebben. Jij en Keukenprinsesje zijn nu dus als padvindsters geïnstalleerd? Nu de pad vinderij maar trouw blijven en zorgen goede padvindsters te zijn. Tot Woensdag. Dag Sneeuwkoningin Best KLAPROOSJE. Dat je me een briefje schrijft vind ik prettig, maar dat je het op school stilletjes onder de handwerkles doet. vind ik onprettig. Je bent op school om te leeren en er niet om mij een briefje te schrij ven. Na schooltijd heb je tijd genoeg. Je zusjes komen zoo langzamerhand de moeilijkste tijd door. Prettig dat ze het zoo goed maken. Tot Woensdag. Dag Klaproosje. Lief MANESCHIJNTJE. Dat je geen enveloppe om den brief hebt gedaan, vind ik niet erg. 'k Weet het dat je niet telkens twee cent kunt uitgeven voor een velletje briefpa pier met couvert. Een schriftblaadje bewijst goeden dienst en kan als brief vellet je gebruikt worden. Hoofdzaak bij mij is een net en goed verzorgd briefje. Dag Maneschijntje. Beste VERONIKA. 'k Vond de handwerkjes heel netjes gewerkt. Als je weer iets af hebt, mag ik het werk zeker wel weer zien? Wan neer ik weer raadsels opgeef? 'k Weet het nog niet. Tót Woenslag. Dag Veronika. Beste BEP. Wat heb ik nu weer een mooie teekeningen van je ontvangen. Vooral die domme is prachtig geteekend. Bruintje Beer zit boven op het dak en even later in de boot. 't Is alles even mooi gekleurd en te veel om op te noemen. Tot Woensdag. Dag Bep. Lief KRULLEKOPJE. Nu ben ik toch heele- maal den verjaardag van Tom Mix vergeten. Wel jammer. Hij krijgt echter nog een kaart van mij. Beter iaat, dan nooit. Aan B. haar verjaardag moet je me nog maar eens herin neren. Door het vele werk vergeet ik den dag zoo gemakkelijk. Dat zal een prachtvoorstel- ling worden zeg. Als ik tijd had, dan invi teerde ik mij zelf. Dag Krullekopje. Best ZONNESTRAALTJE. Wat ben je aan het breien? 'k Kon het uit je briefje niet goed opmaken. Gezellig zeg dat je met je moeder naar den bazar gaat. Je vertelt me er in een volgend briefje maar wat van. Tot Woens dag. Dag Zonnestraaltje. Best DUINVIOOLTJE. Of er met Januari weer nieuwe kinderen op de club komen? Ja hoor er hebben zich weer eenige opgegeven. Jij was nog net precies op tijd voor de Novem- bertoelating. Ik moet zooveel regelen, anders wordt het clublokaal precies een duiventil. Men komt en blijft dan weg naar verkiezing. Nu is er niet alleen tijdens de cluburen orde, maar ook in de dagen waarop nieuwe leden worden toegelaten. Je hoopt dat ik je briefje goed vind? Je bent keurig begonnen maar slordig geëindigd met al die doorhalingen. Tot Woensdag. Dag Duinviooltje. Lief BOSCHVIOOLTJE. Dit keer is m'n tijd te beperkt om diep op je vragen in te gaan. 'k Heb je briefje apart gelegd en zal volgende week er uitvoerig op terugkomen. Dag Bosch viooltje. Best ELFJE. Na Sint-Nicolaas komen er weer raadsels in de rubriek. Nu hebben de meeste kinderen het zoo druk met repetities voor schoolfeestjes, winkels kijken, enz. dat slechts weinige oplossingen zullen binnen ko men. Of je kleedje nog afkomt, weet ik niet. Tot Woensdag. Dag Elfje. Lief POPPENMOEDERTJE. Die Sint is goed op je geweest. Wie zet er niet graag de schoen neer? Als ik nog zoo klein was als jij, dan deed ik het ook vast, dat verzeker ik je. We hebben ons feestje, het „Winterfeest" in de kerstvacantie. Sint en z'n knecht zijn dan reeds lang in Spanje en kunnen dus de club niet bezoeken. Dag Poppenmoedertje. Beste THIJS IJS. Wat heb je flink je best gedaan op school. Twee rijen sommen ea nul fout. Als Sint bij me komt, zal ik hem de sommen laten zien. 'k Denk dan hij heel blij zal zijn met z'n knappen Thijs IJs. Tot Woensdag. Dag Thijs IJs. Beste ROBBEDOES. Heel graag kom ik a.s. Zaterdag even aan. Ik kan echter niet vroeg komen, omdat ik les te Amsterdam heb. 'k Zal echter zoo vroeg mogelijk komen, mis schien ben je dan nog op. Jarige kinderen mogen voor 'n keertje wel even wat latex- naar bed. Dus tot Zaterdag. Dag Robbe does. Best BRUINTJE. Je bent maar weer fijn uit geweest zeg. Heeft je moeder gezegd dat ik heel veel verhaaltjes weet? Ja, dat is zoo. Maar je moeder weet er ook wel meer, dan alleen „Roodkapje met den Wolf". Als ik weer eens kom hoop ik het mooi beplakte schoteltje te zien. De groeten aan je ouders. Dag Bruin tje. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. MIES EN TOM door W. B.Z. Al zijn het ook twee dieren, 't Zijn trouwe vriendjes hoor, Als Tom wat gaat marcheeren Gaat Mies er ook van door. Zit- Miesje wat te dutten Dan strekt ook Tom zich uit. En doet of hij gaat slapen Die Tom is toch zoo'n guit Nu er in de ka mei- Een kleine, grijze muis. Mies dacht die kleine knabbel Die hoort hier toch niet thuis. Mies kijkt nu naar de deur toe En Tom kijkt naar het raam. Het muisje kan niet vluchten. Zij loeren nu te saam. Maar 't slimme kleine muisje Was slimmer dan die twee, Het vluchtte langs den schoorsteen p- ~.m een worstvel mee. VERRASSING. Oplossing. Hier is de oplossing van de verrassing. Wat een leelijke oude tooverheks krijg je, hè, als je de cijfers in volgorde met elkaar verbonden hebt. Gelukkig maar, dat jelui weten, dat too- verheksexx niet bestaan, dat ze alleen maar in sprookjes voorkomen; want anders zou je er bijna bang van worden 1 TANTE TINE WAAROM HUILT JAN? door W. B.Z. De moedertjes deden een boodschap Al in een heel groote zaak. De wagens stonden voor 't raam nu Dat gebeurde immers zoo vaak. Bram Post keek glunder naar buiten Het zonnetje scheen er zoo fijn Hij lag zoet geluidjes te maken, Want Brammet je was nog heel klein. Wie lag daar toch naast hem te spart'len? Die jongen deed wel heel raar. Hij huilde, hij schreeuwde, hij brulde En vond het daar zeker erg naar. Bram ging op zijn knietjes nu liggen, Hij keek naar 't droeve geval, Wat moest hij met 't buurtje beginnen? Wat deed er die jongen toch mal. Gelukkig, daar kwamen de moeders Brams moeder zei: Jij bent heel zoet En Jantjes moeder vroeg angstig: „Zeg, Janneman, ben je wel goed?" Jan hield dadelijk op met schreeuwen, Moes was er en nu was 't goed, Hij huilde maar uit verveling Nu bleef hij den heelen dag zoet In een klein dorpje, dat midden in een groot woud lag, woonde een houthakker met zijn vi-ouw en zijn zoon Frederik, die achttien jaar oud was. De houthakker had altijd gehoopt, dat zijn kind hetzelfde ambacht zou kiezen als hij zelf; maar toen Fredei-ik grooter werd, zag de houthakker, dat hij deze hoop moest laten varen. Want Frederik was teer en zwak en zijn handen waren zoo fijn, dat ze van van een prins hadden kunnen zijn. Wat moest er van hem worden? De am bachten, die in het dorp gebruikelijk waren, zouden hem zeker ongelukkig maken. Het was het begin van den winter. De boornen waren kaal en soms viel er zelfs al sneeuw. lederen avond zal de kleine familie om het haardvuur en dan ontvouwde Frederik met zachte stem zijn plannen. „Lieve ouders", zei hij vaak, „er zijn zoo veel mooie dingen in de wereld, die ik graag zou wlilen zien. Laat me gaan. Ik zou zoo ge lukkig zijn en wie weet, kom ik rijk terug, Dan zou u niet meer hoeven te werken, vader en we zouden geen zorgen meer kennen. Waarom wilt u me niet laten gaan? Ik weet zeker, dat ik iets bereiken zal". De ouders bogen het hoofd. Ze wilden hem niet laten gaan en ze durften hem niet terughouden. Zoo gingen de dagen langzaam voorbij, zon der dat er iets veranderde. Frederik werd stiller en stiller. „Vader", zei hij op een keer, „zeg iets! Wei ger mij uw toestemming te geven, of laat me gaan. Zoo houd ik het niet langer uit". De houthakker zuchtte en terwijl zijn vrouw haar tranen droogde, spx-ak hij ernstig: „Ga; mijn zoon en 't geluk zij met je. Ik heb niet het recht je terug te houden, hoe gaarne ik dat zou willen". Toen werden de voorbereidselen gemaakt; hij kreeg van zijn vader een paar stevige schoenen en zijn moeder knoopte zijn verdei-e bezittingen in een rooden zakdoek. De hout hakker omhelsde zijn zoon hartelijk bij het afscheid en gaf hem nog eenige goudstukken. „Die zul je waarschijnlijk wel noodig' heb ben, mijn zoon", sprak hij ontroerd. Na een teeder afscheid van zijn moeder, begaf Frederik zich op weg. Eindelijk was zijn wensch verhoord en hij zou de gereld zien. Toch vervulde de ge dachte aan zijn ouders hem met een zekere droefheid; maar toen hij door het dorp was en een geheel nieuw gezichtsveld zich voor hem opende, vergat hij zijn droefheid en dacht hij alleen aan de toekomst. over het feit, dat hij zoo vlug getriomfeerd had. Zoo snel hij kon verliet hij de herberg, bang dat zijn slachtoffer zich nog zou be denken. De herbiergier lachte luid. Boos boog Frederik zich over de harp. Zou hij nu toch beet genomen zijn? Maar daar hoorde hij de fluistex-stem weer, die zei: „Dank!" Nadenkend streek hij over de snaren en o wonder, plotseling weerklonk een melodie, zoo mooi, als Frederik nog nooit gehoord had. De tranen, die hij niet kon weerhouden, beletten hem den herbergier te zien, die stond te luisteren naar de melodie, die in de oude gelagkamer weerklonk. Den volgenden morgen begaf Frederik zich vroeg op weg. Spoedig kwam hij in een groote stad, waar vele prinsen en pi-insessen woon den. op het marktplein ging hij zitten en be gon harp te spelen. Het eene wijsje na het andere. De menschen bleven stilstaan om te luiste ren en het eene goudstuk na het andere viel voor zijn voeten neer. Fx-ederik begreep, dat zijn harp betooverd was. Een oude heer, die veel belang in den jon gen stelde, zei tegen hem: „Jongeman, jij weet zeker niet, dat de dochter van den koning ziek is en dat alleen wonderbaarlijke muziek haar kan redden. Heel veel kunstenaars hebben het al gepro beerd; maar zonder succes. Maar jij zult zeker slagen. Je zult rijkelijk beloond worden. Veel geluk!" Dat liet Frederik zich geen twee keer zeg gen en hij ging dadelijk naar het groote pa leis. Een soldaat wilde hem beletten binnen te komen; maar toen hij vertelde, waarvoor hij kwam, liet men hem gaan. De koning zelf ont ving hem. „Als het je gelukt", zei hij, „krijg je de helft van mijn koninkrijk en mij dochter tot vrouw. Slaag je niet, dan laat ik je kastijden. Ben je het daarmee eens?" „Ja", zei de harp, voor Frederik zijn mond had kunnen opendoen. „Ga dan maar mee", zei de koning. Zoo trok hij verder, 's Nachts sliep hij meestal onder den blooten hemel, ofschoon het reeds zeer koud begon te worden. Op een avond besloot hij in een herberg ondei'dak te zoeken. Hij koesterde zich bij het warme vuur, deed zich te goed aan een kop dam pende soep en was juist op het punt zich ter ruste te begeven, toen de deur openging en een nieuwe bezoeker binnentrad. Hij was groot en op zijn schouder droeg hij een voorwerp, dat heel zwaar scheen te zijn. De onbekende ging tegenover Frederik zitten en bestelde .ook soep. Toen hij die opgedronken had, bekeek hij Fi-edei'ik. ,Jij bent een nieuweling op den weg, dat voel ik". En toen Frederik geen antwoord gaf, ging hij verder: „Je hebt waarschijnlijk wat geld; maar ik wed, dat je er nooit aan gedacht hebt, je brood ondei-weg te verdienen. Kijk naar mij. Ik trek al vele jaren en verdien mijn brood met harp spelen. Het is een mooi instrument" En zonder Frederik tijd te laten om iets te zeggen, haalde hij uit het pak, dat hij op zijn schouder droeg, een oude, smerige harp te voorschijn. De onbekende ging zitten en ontlokte aan het instrument eenige harde klanken. „Mooie muziek", zei hij toen met overtui ging. En hij gaf een teeken van verstandhou ding aan den herbergier, die stiekum lachte. „Dat is wat je noodig hebt, jonge man!" Frederik naderde nieuwsgierig. En terwijl de onbekende zwerver klaaglijke tonen aan het instrument ontlokte, hoorde hij duidelijk een stem, die zei: „Koop me, koop me vlug!" Frederik schrok, dacht dat hij verkeerd ge hoord had; maar daar klonk, heel zacht, nog maals de stem. Toen aarzelde hij niet laixger; hij haalde een goudstuk uit zijn beurs en zei: „Ik koop dat instrument". Toen was het de beurt .van ds onbekende zich te verwonderen Meer dood dan levend sleepte de jongen achter hem aan. In welk hachelijk avontuur had de harp hem gestort? Ze liepen door lange gangen, tot ze tenslotte bij een deur kwamen, waarvoor twee pages stonden. „Hier is mijn dochter", zei de koning. .Speel maar, dan zal ze wel hooi-en". Bevend van angst begon Frederik. Maar nog nooit, nooit had er uit zijn harp zulke mooie muziek geklonken. Frederik vergat alles en als in een droom zag hij de deur opengaan en een mooie prinses verschijnen. Ze glim lachte, ze was genezen, ZATERDAG 23 NOV. 1935 in de armelijke vodden, die hij eerst aan had gehad. „Dat is een bedrieger! Jaag hem weg!" Lakeien stortten zich op hem en joegen hem het paleis uit. Terwijl hij weenend door door de straten liep, zag hij plotseling voor zich zijn ouders, die diep wanhopig over de ondankbaarheid van hun zoon naar hun doi-pje terugkeerden. De jongen wierp zich aan hun voeten en smeekte: „Vergeef me, vei-geef me; maar laat me niet in den steek; want als ik u kwijt raak, heb ik niemand meer". Zoo trokken ze gedrieën naar het kleine dorpje terug en Frederik kon er lang over na denken, wat hij te wijten had aan zijxx eigen ondankbaarheid LAM. AAN ALLEN! ,Jij hebt je belofte gehouden, jonge man!" riep de koning. „Nu zal ik de mijne houden". En hij beval, dat er toebereidselen gemaakt menigmaal den dood in 't aangezicht hebben „Is ivoor nu geen tandbeen van den olifant?", vraagt Winnetou me. Een andex-e roodhuid had hem namelijk verteld, dat ivoor van nijl- paax-den-taxxden kwam. Nu kom ik maar eens in een praatje „Aan Allen" vertellen, dat beide roodhuidexx gelijk hebben. Ivoor komt van de tanden vaxx olifanten, nijlpaarden, walrus sen en narwals. De jongste dieren geven de grootste hoeveelheden. Ivoor van Afrikaansche olifanten is het beste ivoor. Daarvan worden b.v. biljartballexi gemaakt. Uit één olifants tand maakt men 5 ballen. Elke taxid weegt £0 a 100 pond. Karavanen vervoererx het ivoor naar de kust. Op de ruggen van inlanders •wordt het vrachtje vastgebondeix. Het is een moeilijk werkje, want er zijn altijd kapers op de kust exi 't is een lange weg, die moet afgelegd worden .Voor het snijden van biljart ballen kan men maar een klein deel van de taxid gebruiken, omdat een bepaalde nerf ver- eischt wordt. Ivoor ontstaat uit de afschei ding en de stolling vaxi een gelei-achtige stof, die men dentine noemt. Deze dentine bevindt zich in het holle gedeelte van-den tand. Aan de tandoppervlakte wordt dentine hard. Er ontstaat een korst op het ivoor, die verwijderd moet worden, voor ze in den handel komt. Bij oude olifanten wordt de tandholte kleiner. Nu snap je ook waarom die minder ivoor leveren. Bij de andere ivoor-leverende dieren is dit net zoo. In vele boeken kuxi je lezen van avonturiers,die onder de bekoring van Afrika zijxx geraakt en die in ivoor willen gaan han delen. Je moet door een oersterk mensch voor zijn en xiiet gauw terneergeslagen worden door teleurstellingen, want die zijn er vele. Het klimaat is ook vaak moordend. Toch zijxx er van die oud-gedienden, die nxoestexx worden voor groote feesten. Fx-ederik verwisselde zijn armelijke kleeren tegen een rijk gewaad en hij begreep, dat hij het geluk gevonden had. En dat alles had hij te danken aan zijn oude harp. En 's avonds voor het geheele verzamelde hof liet Frederik zijn harp zuchten en weenen exx niemand had nog ooit zoo iets moois gehoord. Het huwelijk van Frederik en de prirxses werd vastgesteld op drie weken later. Toen was het, dat in de mooie kamers, die Frederik tot zijn beschikking had gekregen, de harp een vreemde ongerustheid ten toon spreidde. Frederik zag het instrument bewegen en hoorde zelfs eenige klanken. „Je hebt je ouders nog niet gewaarschuwd zei de harp, toen Frederik nieuwsgierig, nader bij trad. „Doe het vlug; want het zou heel leelijk zijn hen zoo te vergeten". Frederik stuurde dadelijk eexx boodschapper xiaar het kleine dorp, om zijn ouders op de hoogte te stellen; maar ixx zijxx hart hoopte hij, dat ze xiiet zoudexx koixxexx; want hij schaamde zich om te zeggexx, wie zijxx ouders waren. Het geluk exx de rijkdom haddexx henx eexx weinig het hoofd op hol gebracht en hij verbeeldde zich, dat het zijxx eigexx verdienste was, dat hij zooveel geluk gevonden had en hij vergat, dat het eigenlijk de betooverde harp was, die alles voor hem ixx orde had ge bracht. De dag vaxx het huwelijk brak aaxx. Frederik stapte xxxet de mooie prinses ixx de goud exx koets die hen door de stad zou rijden. En daar zag hij plotseling onder de toeschouwers zijn vader en moeder, die hem, met traxxexx ixx de oogexx ,de armen toestaken. „Wie zijn die arme lieden?" vroeg de prinses ver tee de rd. Fx-ederik draaide zich om exx deed of hij niets gezien had, haalde de schouders op en zei: „Och, arme menschen van het platteland, dexxk ik". Weer teruggekeerd in het paleis, vroeg de koxxixxg hem eenige liederen op zijxx harp te spelen. Maar vreemd, er kwam geen toon uit het instrument. Ongerust boog Frederik zich over de harp heen. „Zul je spelen als gewoonlijk?" fluisterde hij. „Nee", zei de harp, „want je bent xxog slechter dan de man, die mij aaxx jou verkocht heeft". Woedend streek Frederik ruw over de Snaren exxtoen rolde het wonderbaar lijk instrument ixx stof uiteen. Exx tegelijkertijd zag Frederik, dat zijxx gewaad weer veranderde geziexx en xxiettegenstaaxxde allerlei tegen spoeden ivoor-handelaar blijven hun leven lang. Uit het gebied van den evenaar komt het glansrijkste ivoor. De olifaxxtexx zijn daar heel klein, maar hun taxxdexx zijn laixger. Dit ivoor is zeer licht en doorschijnend. Hoe verder van den evenaar af, hoe brozer het ivoor wordt, zoodat het door de behandeling spoedig woidt beschadigd. Aan de Oost-kust is het ivoor witter daxx aan de West-kust. Het mooist is zonder korrel of weefsel. Ixxdisch ivoor is het, wanneer het pas is gesxxeden. Daxx is het lang niet zoo glanzexxd. Ivoor van Ceyloxx is parelgrijs van kleur. Uit Siam komt ook zeer gewild ivoor. De ivoren slagtanden van een olifaxxt zijn van zeer elastische substantie. Jullie weteix misschien wel, dat ivoren biljartballen een grootere elasticiteit bij het weerkaatsen be zitten dan de allerbeste rubberballexx. Door met hun slagtandexx ixx dexx groxxd te graven, houd exx ze zelf den groei van hun slagtanden tegexx. Anders zouden ze ook te groot worden. Olifaxxtexx eteix geen vleesch. Het zijn plan- ten-etende dieren, herbivoren gexxoeixxd. Wie vaxx jullie Fransch leert, weet wel, dat de rixerbe gras beteekexxt. Nu begrijpen jullie dezexx xxaam wel. Zoölogexx zeggen, dat volwassen olifanten ongeveer eexx halve toxx hooi per dag verorbe ren. Hebben ze dorst daxx kunnen ze wel zon der onderbreking 200 Liter water drinken. En nu even een raadseltje er tusschen door: Welk dier praat altijd door zijxx neus? Ant woord: een olifant. Het vei*schil tusscheix Afri ka axxsche exx Aziatische olifanten zit in de teenen. Afrikaansche hebbexx 4 teenen aan hun voorpooten en 3 aan hun achterpooten. Aziatische hebbexx 5 teenen aan de voorpooetn en 4 aaxx de achterpooten. Als je ixaar Artis bent geweest, schrijf je me maar eens, waar die oliefanten vandaan kwamen Het grootste deel van de olifaxxten heeft ivoor-kleurige slagtanden, maar in de binnenlanden van Afrika leven duizenden exemplaren, die bruine zwarte of rose slagtanden hebbexx. Wist je wel, dat er ixx een olifantenslurf geen enkel beentje zit? Maar dan 30 duizend spie ren zorgen voor de beweging. De slurf is zoo sterk, dat een zware boom er door ontworteld kan worden en toch is het gevoel, dat aan het uiteinde zetelt zoo fijn ontwikkeld, dat de olifant er een speld mee kan oprapen De snelste olifant loopt niet sneller dan 25 K.M. per uur. Heel eigexxaardig is het, dat er nog xxooit een geraamte gevondexx is vaxx een wilden olifant.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 10