BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Er liggen momenteel zooveel briefjes voor me, dat ik. wil ik op tijd kunnen inleveren direct moet beginnen met de briefjes. Lief RANONKELTJE. Nog wel gefelici teerd met de herdenking van je vaders ge' boortedag. Wil je hem en je moeder namens mij feliciteeren? 'k Vond het ook jammer dat je Zondag niet thuis was. Enfin, misschien treffen we elkander op een ander keertje wel eens. Dag Ranonkeltje. Beste KLEIN MAAR DAPPER. Ja, je was Zondag niet thuis toen ik even bij jullie was. Kleine Gerard heb ik wel gezien. Feitelijk kwam ik ook voor Gerard. Hij was jarig ge weest en met z'n verjaardag had ik geen tijd om te komen. Heeft hij nog prettig met de vischjes gespeeld en heb jij er ook eens mede mogen spelen? 'k Ben er erg nieuwsgierig naar De groeten aan Topsy. Dag Klein maar Dap per. Lief KRULLENKOPJE. 'k Vind het heel gewoon dat er zoo nu en dan een andere Sint te IJmuiden aankomt. Sindt houdt er plaatsvervangers op na, die hem zoo nu en dan vervangen. De goede man zou 't anders nooit kunnen volhouden. Hij wordt ieder jaar een jaartje ouder, dat moet je vooral niet ver geten. Dat St. Nicolaas het ook niet meer zoo goed heeft als vroeger, geloof ik zeker. Een kort verlanglijstje zal hij daarom liever zien dan een lange lijst. Als ik je was, veranderde ik m'n lijst maar en zou er zeer veel on schrap pen en daarna, de verlangens die overbleven, keurig op een nieuw lijstje schrijven. Dag Krullekopje. Beste BEP. Heb je ook al een zeer lange verlanglijst? 'k Weet zeker dat Sint in dezen tijd lange lijsten niet prettig vindt. Als ik je was, zou ik de raad die ik Krullekopje heb gegeven maar opvolgen. Je teekeningen vind ik weer grappig en ik dank je er wel voor. Dag Bep. Lief KLAPROOSJE. Prettig dat je naar me hebt willen luisteren en niet meer onder de handwerkles aan me zult schrijven. Ge lukkig dat je zusjes nu steeds onder controle van den dokter zijn. Ze wegen wel wat licht, maar dat is meestal het geval met twee even oude zusjes. Ze zijn bovendien nog zeer jong. Wat zal het aardig staan als ze later op straat wandelen. Pas maar goed op ze. Dag Klap- roosje. Lief KABOUTERTJE. Dat kleine zusje van je wordt steeds meer een groote zus. Ze heeft nu reeds zes tandjes? Als het zoo door gaat kan ze ander jaar Sint Nicolaas al chocolade letters eten. Wat voor een metalen bouwdoos heb je gekregen? Een trixdoos soms? Speel er maar fijn mede. Dag Kaboutertje. Best ROODBORSTJE. Is jullie meester ziek, en heb je nu een andere meester? 'k Geloof dat je weer blij zal zijn als je eigen meester weer beter is. Je bent natuurlijk heel erg aan hem gewend en houdt veel van hem. Wat fijn dat je een sigarenbandjesalbum in je schoen gevonden hebt. Dag Roodborstje. Beste MOEDERS-HULP. 'k Hoop a.s. Woensdag om de voordrachten te denken. L.l. Woensdag had ik een zeer langen dag en was van 's- morgens half 9 tot 's avonds half 12 precies 3 minuten thuis geweest. Je begrijpt dat ik toen geen gelegenheid had aan dp voordrachten te denken. Dag Moeders Hulp. Lief SNEEUWKLOKJE. Ja het is nu fijn gauw 5 December. Of Sint aan mij denkt? kWeet het niet, De kinderen van m'n klas zeggen steeds „hij komt wel bij u als u heel lief is". Je hebt een mooi en warm cadeau uit gezocht. Kaphandschoenen zitten lekker warm en sluiten fijn je mouwen af. 'k Hoop dat de goede Sint ze je geven kan. Dag Sneeuw klokje. Lieve VERONIKA. Je denkt er heel ver standig over. Als je werk niet voor St. Nico laas af is, dat komen er nog dagen genoeg waarop je je moeder er mede kunt verrassen. Natuurlijk moet je zuinig zijn op het werk dat je van school mede krijgt Je hebt er heel veel tijd aan besteed om het netjes te werken en stelt er prijs op het zelf keurig te bewaren. Je zusjes doen later met hun werk precies het zelfde. Het jasje vond ik al heel snoezig. Dag Veronika. Lief MANESCHIJNTJE. Aan je verzoek voldoe ik gaarne. Het blijft een geheim tus- schen ons beidjes, 'k Hoop dat alles spoedig in orde is. Deg Maneschijntje. Best BOSCHVIOOLTJE. Of je je kleedje voor Kerstmis klaar krijgt? 'k Denk van wel, tenminste wanneer je je best doet. Prettig op school zeg, die biblotheek. Het boek dat je gelezen hebt, ken ik niet. Dag Boschviooltje. Lief VLIEGENIERTJE. Zoo. houd je er zoo'n valsche hond op na? 'k Vind hondjes zeer lief, maar dan altijd op een afstand. Van valsche hondjes moet ik absoluut niets hebben. Je duivenfamilie groeit gestadig. Gelukkig dat de koefduiven nu aan elkaar gewend zijn. en niet meer elkander pikken. Veel genoegen met je vriend Kabauter. Dag Vliegeniertje. Beste. ZUS. Ja je was te laat met je brief je. Er waren trouwens de vorige week veel kin deren te laat. Ik moet persé Donderdagsavonds de briefjes inleveren en ze daarom uiterlijk Donderdags voor 2 uur in m'n bezit hebben. Briefjes die later komen leg ik ter zijde en kan ik niet beantwoorden. Is Herman weer ziek? Wat scheelt hem? 'k Hoop ook voor je dat Sint je niet vergeet. Dag Zus. Lief ROZEKNOPJE. Of het mogelijk is dat Sint niet ,bij je komt. Ja zeker, is dat mogelijk. Maar als hij niet bij je komt, dan komt hij toch zeker bij je op school en op den speeltuin en me dunkt dat je het met twee feestjes best kunt stellen. Er zijn denk ik, zelfs wel kindertjes die absoluut geen feest heb ben. Als je je daar bij vergelijkt zal je je nog heel gelukkig voelen, ondanks dat Sint je huis voorbij rijdt. Veel genoegen met het St. Nicolaasfeest op school en op den speeltuin. Dag Rozeknopje. Beste TOM MIX. Ja jongenlief, het is zeer treurig gesteld op ons wereldje en zou men haast denken dat de menschen in plaats van beschaafder onbeschaafder worden. Hoe de oorlog tusschen Italië en Abessynië afloo- pen zal? Ik weet het niet. 'k Hoop maar dat men spoedig vrede sluit. Van Kingsford Smith hoort men momenteel niets, 'k Geloof werke lijk dat men het ergste moet vreezen. Dat is een goed idee van je om zelf voor een altlas te sparen. Je koopt zeker een groote Bos atlas. Maar neem vooral een gebonden exem plaar. Zoo'n atlas heb je dan voor jaren. Dag Tom Mix. Best ELFJE. Het spel „De Dokters visite" ken ik zeer goed. Het is uit een der Dalcroze- bundels. Deze bundels bezit ik zelf. 'k Heb het jaren geleden eens laten opvoeren door kinderen van plm. 6 jaar. Het was snoezig. Dat andere stukje, waar je zus aan mede doet, ken ik ook maar heb het nooit aange leerd. Je hebt dus twee feesten achter elkaar. De pretjes kunnen niet op. Veel pleizier. Dag Elfje. Lief POPPENMOEDERTJE. Juist. Als ik nu omstreeks Sint Nicolaas ook nog met een feestje kom is de koek meteen op. Daarom stel ik het uit tot de Kerstvacantie. 'k Hoop dan ook even meer tijd te hebben en jullie wat langer te kunnen houden. Veel pret vol gende week. Dag Poppenmoedertje. Best GOUDBLONDJE. Je kleedje wordt heel mooi. Zoo zie je dat het werk niet moei lijk behoeft te zijn om mooi te worden. We houden ons feestje in de Kerstvacantie. Wat in het vat is verzurt niet. Het zal wel ge zellig worden. Meer verklap ik niet van m'n plannen. Dag Goudblondje. Best DUINVIOOLTJE. Je briefje is veel beter verzorgd dan de vorige week. Prettig dat je m'n opmerking direct ter harte hebt ge nomen. Knap vind ik het dat je nu reeds zelf kousen stopt. Je moeder heeft daar dus niet meer voor te zorgen. Of ik Piet en Jo hanna nog ken? Ja zeker en Corri ook. Jullie lijkt allemaal "veel op elkaar. Toen ik je zag, dacht ik dadelijk aan Corri en Piet. Wil je m'n groeten terug doen? Dag Duinviooltje. Beste SNEEUWKONINGIN. Meisjelief wat heb je me nu een slecht en slordig briefje gestuurd. Het is nog slechter geschreven dan het briefje van het jongste rubriekertje. Dat mag niet meer hoor. Ik hoop volgende week een keurig briefje van je te ontvangen. Dag Sneeuwkoningin. Lief REPELSTEELTJE. Je briefje ontving ik verleden week te laat en ik kon 't daarom niet beantwoorden. Je moet het briefje dat voor Zus bestemd is maar eens nalezen, 'k Wensch je 1 December een prettigen dag. Pret tig dat je nu ook op turnen bent. Ga je op „Olympia"? 'k Hoop voor je dat je een turn- pakje krijgt. Dag Repelsteeltje. Best LACHEBEKJE. Natuurlijk bewaar ik je geheim. Dat zal een echte verrassing zijn zeg. Ik dacht wel dat er iets bijzonders was. Natuurlijk krijg ik het ook eens te zien. 'k Wensch je 5 December een prettigen dag. Dag Lachebekje. Lief BOODSCHAPSTERTJE. als ik a.s. Zondag niet zoo heel erg veel schrijfwerk heb, dan komt ik om elf uur even aanwippen. Er ligt echter nu, Donderdagavond, reeds veel op beantwoording en afdoen te wachten. Misschien lukt het me er voor Zondag reeds aan te beginnen. Je kleine zus vind ik zoo'n schat, dat ik alleen al om haar het heel jam mer zal vinden als ik niet kan komen. Enfin, ik zal m'n best doen. Hoe maak je het op school en hoe gaat het thuis? Tot ziens. Dag Boodschapstertje. Best BRUINTJE. Zeg vriend, wat ben jij verkouden. Het is goed dat je moeder je eenige dagen van school thuis gehouden heeft. Je bent je zelf in den weg en maakt licht dë andere kinderen ook verkouden, 'k Hoop dat je gauw beter bent.. Dag Bruintje. Beste ROBBEDOES. Wel vriend hoe gaat het je? Heb je al eens met je legplaat ge speeld of ben je druk aan het teekenen en kleuren gegaan? De goede Sint komt nu gauw en hoop ik dat je hem op je school met de andere kinderen kunt ontvangen. Veel genoe gen. Dag Robbedoes. Lief SPARRETJE. Meisjelief, hoe staat het leven? „Op twee beenen" hoor ik je al zeggen. Wat fijn dat je met dit regenachtige en ongezellige weer er absoluut niet uit hoeft en fijn in de verwarmde kamer kunt werken. Wil je wel gelooven dat ik, wanneer ik er 's avonds weer op uit moet, wel eens denk: ,hè, kon ik nu maar thuis blijven". Wanneer schrijf je me weer eens iets? Niet over je zelf. maar over je poppen, je speelgoed, je boeken, je werk, enz. Je hebt, denk ik, stof genoeg, 'k Ben nu reeds erg benieuwd naar den brief, die ik a.s. week hoop te pntvangen. Stel je me nu eens niet teleur? Dag Sparretje. Van Sinterklaas en Pieterbaas. „Pieter, klim eens door den schoorsteen Van dat kleine witte huis, Vader, moeder en de kleine kinderen zijn vanavond Zeker thuis". Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. VERRASSING. Pieter doet, wat Sint hem vraagt nu, Met zijn bezem en zijn zak Klautert hij dan langs de dakgoot en komt heelhuids Op het dak. Later, thuis brengt hij verslag uit: In een schoen lag naast het brood. Een papier met heel veel wenschen, een verlanglijst O zoo grootl „Lees eens op", zegt Sinterklaasje, „Hebben wij het meegebracht? Lees maar gauw, want ik wil weten, waarom Pieter Jij zoo lacht". „Sint, nu moet u toch eens hooren. Wat hierop geschreven staat. ,'k Wil een auto, die 'k kan sturen en die rijden Kan op straat. ,'k Vraag een jurk voor mijn moeder En voor vader wat tabak. En voor zus een heel mooi popje. Komt u strooien Uit een zak? Dan, o beste Sint-Niklaasje Komt u soms een knecht te kort, Kunt u mij dan ook gebruiken? U zult zien, dat Het wat wordt". Als je bovenstaande cijfertjes, van 1 naar 2, dan naar 3 enz. met een potlood- of inkt- lijntje verbindt, krijg je een mooie vogel. Pro beer maar eens! TANTE TINE. „Dat 's niet noodig", zei toen Pieter, ,U heeft aan één knecht genoeg", Maar Sint-Niklaas zei toen lachend: „Ik wist niet, dat 'k jou wat vroeg". Zoo kwam Sint het huisje binnen, Zusje liep hem tegemoet. Met haar mondje heel wijd open, heeft ze Sint toen Blij begroet. Ze riep vader, moeder, broertje, Iedereen keek o zoo blij En toen Pieter uit ging deelen, stonden ze allen Op een rij. Broer Wim kreeg een mooie auto, Die ging, rrrt zoo reuzefijn. Moeder kreeg een mooie jurk hoor, juist van pas en Niet te klein. Vader kreeg tabak Ih een pak heel groot en dik, Kleine zusje kreeg een popje. O, wat was die In haar schik! Toen Sint-Nicolaas weer heen ging. Heeft hij zacht tot Wim gezegd: „Als mijn Pieterbaas te groot wordt, neem ik jou vast Tot mijn knecht". VERHALEN VAN DE ZEE. Luitenant Krusenstein, een der beroemdste ontdekkingsreizigers van de 19e eeuw, organi seerde in de maand Augustus van het jaar 1862 een expeditie met het doel de monding van de rivier de Jenissei, die in de Karische zee uitkomt te bestudeeren. Hijzelf voerde het commando over een schoener, de Ermak, die een stoomboot, de Embrio, op sleeptouw had. Na eenige dagen varen kwamen ze bij een klein eilandje. Twee oplossingen stonden de zeelui open: het Waaigat doorvaren, een nauwe doorgang, die gemakkelijk door het ijs versperd kon worden die echter zeer kort was; of naar het Noorden varen en door de Kari sche doorgang varen, die breeder was, maar welke weg ook langer duurde. Krusenstein was toen nog jong en over moedig; en hij besloot den kortsten weg te kiezen. De Ermak en de Embrio vaarden reeds in de nauwe geul, toen ze de weinige bewoners van de oevers, die aan den kant kwamen, ge baren zagen maken,' dat ze terug moesten keeren voor onvermijdelijke gevaren. Maar luitenant Krusenstein wilde niet op geven en hij liet alle zeilen bijzetten. De ma noeuvre was gewaagd, maar slaagde boven alle verwachting. Zonder ongelukken kwamen ze door de nauwe doorgang. Ze waren nu in de Karische zee; de be manning was al blij, dat ze veilig him doel bereikt hadden, toen plotseling een reusach tige ijsbank voor de schepen opdoemde. Te vergeefs zochten ze een doorgang. Luitenant Krusenstein was al op het punt. om te keeren, toen hij zag, dat de ijsblokken zich in de door gang opgestapeld hadden, zoodat ook deze weg versperd was. De ongelukkigen begrepen dadelijk de ernst van hun toestand. Stukken ijs vielen met donderend geraas van den ijsberg naar be neden; weldra zouden de schepen bekneld zitten. Toen begon een hardnekkige strijd tus schen de menschen en het ijs. De bemanning bewapende zich met alles, wat ze maar konden vinden en hakten op de blokken ijs in, die zich om de schepen opstapelden. Door een reusachtig ijsblok werden de Ermak en de Em brio van elkaar gescheiden. Deze laatste werd door den stroom meegesleept. De nacht viel, zoodat ze niets meer kon den zien. Maar den volgenden ochtend zag Krusenstein, dat de Embrio de doorgang had bereikt, zoodat dit schip betrekkelijk veilig was. De Ermak werd vastgemaakt aan een stuk ijs, om een kleine averij te repareeren. Plotseling raakt het ijs los. gleed naar zee en trok den schoener mee. Het vasteland was weldra uit het gezicht verevenen. Drie dagen en drie nachten streden de ongelukkigen tegen den dood. Aan het einde van den derden dag stak de wind op en begon het te sneeuwen. Een geweldige windstoot verpletterde het schip tegen een ijsblok. E de arme zeelui moes ten het wrak verlaten. In haast maakten ze de sloepen los; de sleden, de kaarten, de in strumenten en proviand werden van boord ge haald. Ze wilden probeeren over de uitge strekte ijsvelden het vaste land weer te be reiken. Het wordt een moeilijke tocht; vier dagen lang trekken ze. Op den vijfden dag is de wanhoop algemeen en reeds strekken ver schillenden zich uit op de sneeuw om te ster ven, als.de nevel optrekt en ze het vaste land vlak voor zich zien. „Moed, kameraden; nu zijn we er gauw! Krusenstein spoort zijn mannen aan; maar vlak bij de kust, houdt het ijs op en strekt de zee zich voor hen uit. Niets kan hen echter meer tegenhouden; ze storten zich in het ijs koude water en bereiken zwemmend den oever. Ze zijn gered. Ze vinden de bemanning van de Embrio weer terug, die hen reeds als verloren beschouwd had. Groot was de vreug de, to ende bemanning van de beide schepen weer bij elkaar was. De vliegende Hollander. ZATERDAG 30 NOV. 1935 JAGERSLATIJN. Een vertiaal van Oom Ed. „Ik zal jullie nu vertellen, hoe ik me eens uit een moeilijke situatie gered heb", zei Oom Ed. en hij knipoogde oolijk tegen zijn neefjes en nichtjes. „Hè ja, oom", riepen die verrukt. Oom Ed liet zich niet lang bidden: maar begon direct. „Nu dan, het was op een van mijn reizen in Afrika. Ik ging op een ochtend een wande lingetje maken, in de buurt van de plaats, waar wij ons kamp hadden. Dom genoeg, had ik geen wapens meegenomen en jullie kunt begrijpen, dat ik dan ook geweldig schrok toen ik plotseling tegenover een reusachtige gorilla stond. Het dier, dat minstens twee maal zoo groot was als ik, naderde me lang zaam. Wat moest ik beginnen, zonder wapens? Schreeuwen zou me niet helpen; daarvoor was ik te ver van het kamp afgedwaald. Om het dier te verschrikken stak ik mijn hand in mijn zak en haalde er een oude pijp uit, die ik als een revolver voor me uitstak. Maar daar scheen het dier niet het minst door geïntimideerd; integendeel, hij deed mijn be wegingen precies na Dat bracht me op een idee; ik herinnerde me plotseling, dat apen, en speciaal gorilla's, gaarne de menschen na doen en daar besloot ik mijn voordeel mee te doen. Ik wuifde dus vriendelijk met mijn hand en zie., de gorilla deed hetzelfde. Ik schudde mijn vuist tegen het monster en kreeg hetzelfde gebaar ten antwoord. Was de situatie niet zoo gevaarlijk geweest, had ik beslist moeten lachen. Zon der ophouden maakte ik het eene gebaar na het andere en alles deed het reusachtige dier me gewillig na. Toen besloot ik een grap uit te halen. Ik stak mijn tong uit, zoover mogelijk en de gorilla imiteerde mijn gebaar. Zijn tong geleek op een reusachtige biefstuk. Dit een maal gedaan hebbende, besloot ik mijn slot stuk te volvoeren. Ik wees eerst dringend achter mij en wachtte tot de gorilla 't zelfde ge daan had; toen keerde ik mij om, zoodat we elkkar den rug toedraaiden en liep vervolgens weg. Een blik achterom deed mij zien, dat de gorilla hetzelfde gedaan had en dus den an- dei'en kant uitliep. Buiten adem kwam ik in het kamp aan, waar ik mijn avontuur ver telde. Het was in ieder geval een goede les voor me, om nooit meer zonder geweer een wandelingetje te gaan maken in de wildernis. En misschien loopt de gorilla nog!" Oom Ed zweeg. „En is dat nu allemaal heusch waar oom?" vroeg blond Tineke. Oom Ed lachte jolig: „Kleine meisjes mogen niet zooveel vragen; maar je mag het gelooven.... of niet!" RITA VAN B. AAN ALLEN! In de R.K. kerk te Denekamp in Overijsel Is een heel mooi beeld van St. Nicolaas te paard. Zooals je weet, is in België een heele stad naar hem genoemd. Honderd kerken dragen daar zijn naam. Op de Waddeneilanden viert men heel rumoerig feest, 't Feest wordt inge zet met oorverdoovend getoeter op koehoorns, 's Middags zie je overal „Sunderklaasjes", ook wel met zwarte Pieten. Hier en daar wor den ze getracteerd. Ten slotte komen ae „Straatvegers". Deze zijn in grauwe zakken gehuld en voorzien van rammelende kettingen en een bezem. Ze vegen de Sunderklaasjes van de straat. Is 't kleine goed weg, dan komen ae groote Sunderklazen. Die zijn allergrappigst gekleed. De een is behangen met kippenveeren, een ander met hei, een derde met schelpen Ze rinkelen met bellen en toeteren op koehoorns. Tenslotte loopt het ook op een tractatie uit. Zoo nadert 5 December. De dagen van voor pret zijn ook al plezierig. Ik hoop, dat de goede Sint menig schoentje zal vullen en straks heel wat pakjes zal brengen. Van ganscher harte wensch ik jullie een heer lijken Sint toe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 10