HET SCHAAKDUEL
„Bandoeng Vooruit/'
door A. D. DE GROOT.
Euwe zal den titel van wereldkampioen overnemen. Nu
of den volgenden keer? De tegenstellingen tusschen
beide meesters.
Men kan waarlijk niet klagen over
brek aan spanning bij den grooten schaak
strijd: door het gelijk opgaan eenerzijds en
de grooten strijdlust anderzijds, is er een
climax, die men zich niet beter kan wen-
schen! Trouwens ook in andere opzichten
is het één voortdurend crescendo: de pu
blieke belangstelling groeit van dag tot dag,
het gehalte der partijen wórdt steeds beter,
en wat misschien wel het meest sensationeel
is: Euwe's meesterschap groeit tijdens de
match!
Nu is dat op zichzelf geen ongewoon ver
schijnsel, omdat een match van zoo'n groot
aantal partijen tenslotte een voortreffelijke
gelegenheid is om van den tegenstander te
leeren wat er van hem te leeren valt. Maar
dat zooiets op dit torenhooge niveau nog kon
gebeuren, dat hadden toch maar weinigen
verwacht.
Men weet waarschijnlijk, dat voor den
aanvang van de match de meening. „dat
Euwe. zeker, qua capaciteiten, gerechtigd was
den titelhouder uit te dagen, maar toch maar
weinig kans op succes zou hebben", nogal
verbreid was onder schakers. Onze kampioen
heeft dat nu zelf wel overtuigend weerlegd,
door zijn resultaten in cijfers in de eerste
plaats, maar vooral door die van essentiëelere
resultaten: de partijen. Speciaal de 20ste
heeft overal groote bewondering gewekt
men houdt haar voor de mooiste van de ge
heele match en ik geloof niet, dat Euwe
vroeger ooit zulke meesterstukken heeft ge
produceerd.
„Zoo spelen alleen (toekomstige) wereld
kampioenen" is men geneigd te zeggen. En
inderdaad, nu Euwe zijn stijl gedurende deze
match nog heeft weten te vervolmaken,
hij erin geslaagd is aan dr. Tartakower's
„voorwaarde" voor een toekomstig wereld
kampioenschap: twee partijen achter elkaar
te kunnen winnen, te voldoen, nu staat eigen
lijk niets meer het behalen van dien titel
in den weg. Behalve danAljechin, en
nóg een, meer uiterlijke factor: de psychi
sche moeilijkheid van het beslissen, waarover
lk het den vorigen keer heb gehad.
Als ik me niet vergis, heeft dit laatste
jammer genoeg, in de 23ste partij, schitte
rend van opbouw, maar niet "geheel zuiver
van afwerking, weer een rol gespeeld.
Maar in het vertrouwen, dat Euwe, die al
zooveel moeilijkheden heeft weten te over
winnen, ook deze wel zal te boven komen,
kan men zeggen, dat de vraag, wie de vol
gende wereldkampioen behoort te zijn, reeds
nu beantwoord is! De nu komende laatste
phase van de match zal alleen nog uitmaken
of de titeloverdracht dezen keer al of bij
een volgende gelegenheid zal plaatsvinden.
Degenen, die iets meer van het schaakspel
in het bijzonder van de schaakgeschiedenis
afweten, zullen hebben opgemerkt, dat de
Nederlandsche kampioen één stijleigenschap
bezit, die hem al bijzonder geschikt maakt
om Aljechin op te volgen. Het is n.l. door de
geheele geschiedenis steeds zóó geweest, dat
een tacticus werd opgevolgd door een strateeg
een fantast, door een realist, en ook omge
keerd; m.a.w.: een duidelijk verschil in stijl
schijnt een onmisbare voorwaarde voor den
overgang van den titel te zijn. En aan deze
voorwaarde voldoet Eüwe wel zoo volkomen,
als maar mogelijk is: een scherper contrast,
dan er tusschen deze beide menschen en
schakers bestaat, laat zich haast niet den
ken!
Over dat contrast is al zooveel geschreven
dat men dat nu waarschijnlijk wel zal weten:
Aljechin, de hypernerveuze schaakkunstenaar
schaakbohémien, zou men willen zeggen
speelt fantastisch, subjectief, persoonlijk
en paradoxaal; Euwe de volkomen rustige
schaakgeieerde speelt methodisch, objectief,
wetenschappelijk, onpersoonlijk en streng
logisch. Ziedaar de bekende reeks tegenstel
lingen vrijwel volledig.
Men zal zich intusschen bij het lezen
hiervan zeker wel eens hebben afgevraagd
hoe een dergelijke verscheidenheid kan be
staan binnen het toch vrij enge kader van
een partij schaak; het zal niet direct duide
lijk zijn, dat men al deze begrippen op
schaakzetten kan toepassen. Derhalve een
korte toelichting.
Om het gebruik van al deze adjectieven be
grijpelijk te maken, moet men allereerst twee
soorten stellingen gaan onderscheiden, n.l.
overzichtelijke en onoverzichtelijke. In stel
lingen van de eerste soort is een schaak
meester in staat alle mogelijkheden in
groote trekken te overzien, in het tweede ge
val kan hij dat niet. Nu bepaalt iemand's
voorkeur voor de eene of andere soort al voor
een aanzienlijk deel zijn stijl. Immers: een
overzichtelijke stelling leent zich tot een
wetenschappelijk onderzoek, doordat men de
mogelijkheden methodisch kan nagaan; het
resultaat van dit onderzoek zal streng logisch
daaruit voortvloeien, maar een onpersoonlij
ken indruk maken, doordat men volkomen
objectief is te werk gegaan. En anderzijds
bedenke men dat in een onoverzichtelijke
stelling de fantasie de noodige speelruimte
krijgt; men kan niet op objectieve gronden
de eene mogelijkheid boven de andere stel
len, zoodat persoonlijke opvattingen, subjec
tieve waardeeringen een plaats vinden; en.
waar het niet meer mogelijk is met zekerheid
een slechten zet van een schijnbaar slechten
te onderscheiden, daar treedt ook de paradox
op.
En zoo heeft dan de schaak-kunstenaar
al voldoende materiaal om zich in uit te
drukken; hij kan in de zetten zijn stijl en
persoonlijkheid markeeren, hij kan zijn
ideëen hebben en ze verstoffelijken.
Men zal begrijpen dat een voorkeur voor
één van beide soorten stellingen zijn stem
pel moet leggen op de geheele spelbehande-
ling. Zoo zal Euwe streven naar overzichte
lijkheid, terwijl Aljechin juist zal trachten
zooveel mogelijk spanningen in het leven te
roepen en te doen cvoortbestaan. Euwe zal
ook onoverzichtelijke stellingen zooveel mo
gelijk methodisch behandelen; Aljechin
daarentegen zal ook in eenvoudige stellin
gen zooveel naar mogelijke complicaties
zoeken. Wat men dan ook inderdaad in de
verslagen kan lezen.
Hiermee is natuurlijk nog lang niet alles
verklaard.
Ik heb alleen twee belangrijke stijlgroepen,
de „persoonlijke" en de „onpersoonlijke"
naast elkaar gesteld; het spreekt vanzelf,
dat men binnen elke groep ook binnen
1 den ..onpersoonlijke!" nog een groot aan
tal stijlen kan onderscheiden. Het is echter
bijzonder moeilijk deze verschillen te be
schrijven; dat is een even ondankbare, maar
aantrekkelijke opgave als bijv. om het
„wezen" van een kunstwerk te verklaren.
Men kan daarover praten en praten en nóg
zulke diepzinnige dingen zeggen tenslotte
is het werk zelf toch veel welsprekender! Zoo
is het ook hier. En daarom kan ik den lezer
eigenlijk geen beteren raad geven dan:
Leert beter schaken, dan kunt ge al deze
dingen zelf leeren kennen en waardeeren.
Veelal bestaat de beste stijlkarakteristiek
uit een enkel adjectief, waarvan de gevoels
waarde toevalligerwijze vrij nauwkeurig
overeenkomt met den indruk, dien men wil
weergeven. Als we dat dan tenslotte nog even
probeeren, dan schijnt wat Euwe betreft,
„methodisch" het beste te passen; „nuchter''
of „zakelijk", wat men ook wel gebruikt
heeft, is veeleer van toepassing op Flohr.
De stijl van Aljechin is nog moeilijker te
karakteriseeren, doordat hij vrijwel iederen
tegenstander op een andere manier bestrijdt.
Zijn grootheid bestaat misschien wel voor
namelijk uit zijn veelzijdigheid, en zijn ver
mogen om zich aan iederen mogelijken stijl
(behalve dien van Euwe, schijnt het!) aan
te passen, zooals de meening van een Fransch
schaakofficial luidde. Hij doet dat echter
zonder zijn individualiteit te verliezen, en er
is toch wel één element, dat men in vrijwel
al zijn partijen kan terugvinden, n.l. het pa
radoxale. Heel vaak speelt hij volkomen an
ders dan men redelijkerwijs meent te moe
ten verwachten; zijn voorliefde voor den pa
radox is daarom nar mijn meening het meest
kenmerkende van zijn spel.
Intusschen: de strijd gaat voort! Zij het
met ecnigszins gewijzigde middelen, want de
voorspellingen, dat de partijen een steeds
degelijker karakter zouden gaan aannemen
zijn inderdaad uitgekomen. Men kan, nu het
einde nadert, niet meer zooveel riskeeren als
in het begin, toen een achterstand van een
paar punten nog wel opgehaald kon worden.
Direct daarmee in verband staat ook de
toeneming van het percentage remise in de
tweede helft van de match. Men moet daar
over, ook als het eventueel nog erger wordt,
niet ontevreden zijn; een zeker percentage
remisepartijen waaronder een paar zeer kor
te, zooals de 18de en de 22ste. is nu een
maal bij zulke ontmoetingen tusschen groot
meesters een onvermijdelijk verschijnsel, dat
er eenvoudig bij hoor t. Wanneer men dezen
titelstrijd trouwens eens vergelijkt met bijv.
Aljechin-Capablanca, met 25 (van de 34)
remises, dan blijkt, dat we eigenlijk heele-
maal niet te klagen hebben.
Korte remisepartijen zijn gewoonlijk een
direct uitvloeisel van de gekozen openings
variant; zij ontstaan in den regel, doordat
er voor één van beide partijen gevaren be
ginnen te dreigen, die alleen te bezweren zijn
door het forceeren van een algeheele afwik
keling, door de stelling als het ware te „blus-
schen". Met wat er dan overblijft is natuur
lijk niets meer te beginnen onder meesters
wel te verstaan en remise is het natuur
lijker resultaat.
Een tweede verandering, die men zal heb
ben opgemerkt, is het terugloopen van den
koers der witte stukken. Ook dat staat in
verband met het feit, dat men minder
risico neemt dan in eerdere stadia van de
match: men durft niet meer, als in het
begin, vast te houden aan een opening waar
mee men uitsluitend slechte ervaringen heeft
opgedaan. Euwe verloor drie maal met- de
Fransche verdediging, Aljechin drie maal met
de Grünfeld-verdediging, voordat zij voor
goed daarvan afstapten. Op 't oogenblik
hebben zij, na lang zoeken, wel zoowat de
objectief èn psychologisch beste varianten
gevonden, die zij met zwart kunnen spelen.
Daarbij komt dat vooral Euwe den laat-
sten tijd een aantal varianten, die, voor zwart
in een slechten reuk stonden, heeft weten
te rehabiliteeren. Hij verricht daarmee be
langrijk opbouwend werk voor de openings
theorie; de schaakwetenschap vaart daar
wél bij! In dit opzicht laat intusschen ook
Aljechin zich niet onbetuigd, maar zijn „ver
beteringen" zijn soms van nogal twijfelach
tige waarde! Hij lanceert de nieuwtjes
trouwens zóó kwistig dat ze onmogelijk
iederen keer steekhoudend kunnen zijn. Ze
zijn dan ook waarschijnlijk meer bedoeld om
de theorie te ontwijken, dan om haar te cor
rigeeren.
Intusschen: de strijd gaat voort.
(Bovenstaand artikel is geschreven voor het
resultaat van de 25ste partij, welke door den
Nederlandsche schaakmeester is gewonnen
(hij speelde met zwart!) bekend was red.;
Een mooi stuk werkin moeilijke tijden volbracht.
Bandoeng staat allang bekend om zijn
prachtige omgeving, maar dat is vooral te dan
ken aan het feit. dat een net van uitstekende
autowegen gelegenheid geeft de mooie punten
in de omgeving snel te bereiken en rustig te
genieten. Vroeger waren het in hoofdzaak de
jroote wegen naar Soekaboemi, Cheribon, Ma
labar en Garoet, met tal van zijwegen, die tot
uitstapjes nooden. Daarbij kwam als verleng
stuk van den weg naar Lembang,. die naar den
kraterrand van den Tangkoeban Prahoe, de
eerste weg, die in staat stelde een vulkaan
krater met werkende zwavelbronnen per auto
te naderen; een weg' door lachende rijstvel
den, door weelderige plantages en door de
pracht van het oerwoud. Een weg, die velen
in moeilijke dagen nader tot de natuur moest
brengen, rust en vrede geven door het reine
jenot van bijna ongestoorde natuur. En die
iet verlangen moest wekken meer dergelijke
uren te genieten, panorama's te zien openen,
die het hart sneller doen kloppen van vreugde
over zooveel schoonheid, ófhet even stil
doen staan bij het plots aanschouwen van dat
adembeklemmende, grootsche en ontzagwek
kende doode gat in het hart van den berg.
Die kale wanden, die volkomen levenloosheid
te midden van de weelde van het oerbosch,
de stilte slechts verstoord door een licht bor
relen, een suizen, de werking der doodaan-
brengende solfatoren daar beneden.
Duizenden, wien de klim vroeger te zwaar,
te vermoeiend, onmogelijk was, hebben thans
aan den rand van den krater gestaan. Met
zeer verschillende gevoelens. Jubelend van
vreugd over den schoonen vacantiedag, dron
ken van zon en licht deden ze de kale wanden
den lach der jeugd weerkaatsen. Anderen vol
ontzag, eerbiedig rondziend over dat groot
sche werk der natuur, over die zoo nabije
dreiging, zoo meesterlijk in het oerwoud ver
borgen. En hoofdschuddend zijn ze terugge
gaan, dankbaar, dat de vulkaan reeds zóó lang
rust, zóó zelden slachtoffers maakt. En de
jeugd is voortgestormd langs den kraterrand,
heeft het pad gevonden door het bosch om
laag, gespeeld met de darnpstralen van de
Kawah Domas en toch ook veel van de intieme
schoonheid van het bosch genoten. Dé Drahoe
was het mooiste en geweldigste, dat van Ban
doeng uit voor iedereen bereikbaar was. Maar
dit zal niet lang meer zoo zijn. Bandoeng wil
vooruit, op een manier deze stad waardig. En
vaardige handen maakten het plan, voort
varend werd de uitvoering onderhanden geno
men en nog dit jaar zal de Papandajanweg een
feit geworden zijn. Enkele bevoorrrechten ne
men al vast een kijkje. En genieten!
Die weg over Tjiparaj, waar de rijstvelden
spiegelend afdalen in het dal moest toch ook
voor wie Indië kent, altijd weer mooi zijn.
Ongemerkt stijgen wij hooger en hooger. tot
we in de thee komen met af en toe een stukje
zwaar bosch, dat den naam van oerwoud nog
verdient. Maar de thee krijgt steeds meer de
overhand en aan die thee, en wel speciaal de
samenwerking met de onderneming Sedep is
het te danken, dat men thans in korten tijd
zooveel heeft kunnen vorderen. Iedereen weet
hoe ondernemingswegen vaak heele landstre
ken geopend en voor den pleizierganger toe
gankelijk gemaakt hebben, zij het natuurlijk
met de noodzakelijke restricties; tot het Gou
vernement ze overnam tot heil van de heele
streek. En zoo zal het ook hier wel gaan.
De onderneming Sedep bevat een stel zeer
goede autowegen, die kilometers ver in de
goede richting gingen. Hier moest natuurlijk
hier en daar wat aan verhard en verbreetj wor
den, maar het groote voordeel was, dat het
nieuw aan te leggen en dus kostbaarste ge
deelte zeer kon worden bekort^ En daarbij
kwam het niet te onderschatten tweede voor
deel, dat op de plantage vooral in dezen dro
gen tijd werkvolk te over was en dus met goed-
koope en reeds ter plaatse aanwezige krachten,
meteen met volle vaart kon worden begonnen.
Die vaart is vooral te danken aan den Hoofd
administrateur van „Sedep", den heer Bert-
üng, die met het bestuur van „Bandoeng Voor
uit" gerust de schepper van dezen weg mag
worden genoemd.
Nog vóór we de thee verlaten kruist de weg
een ravijn, waarin hij met een langen slinger
afdaalt. Dadelijk dringt zich de prachtige
wilde plantengroei van deze streken op den
voorgrond, waaronder de boomvaren wel een
eerste plaats inneemt. Een buitengewoon
mooie plant toch, die mij telkens weer bewon
dering afdwingt. Ondertusschen beginnen we
aardig te stijgen en als het open theeveld weer
vóór ons ligt, zien we het begrensd door een
oerwoudrand, die zich voortzet in de beboschte
hoogten van de berggroep voor ons. Eén daar
van moet de Papandajan zijn, maar zijn kra
ter opent zich meer naar het Oosten en dus
van hier onzichtbaar. Hier eindigt de onder
nemingsweg en neemt het bosch ons voorgoed
in zich op.
Als over een paar jaar de plantengroei zich
wat hersteld heeft van dat ruw ingrijpen van
den mensch zal het een groot genot zijn, door
dit hoogopgaande bosch te rijden. Maar ook
dat. duurt niet lang. De weg begint sterker te
stijgen en een vaardige hand moet hier de
piketpaaltjes hebben uitgezet. Elke bocht
opent nu nieuwe vergezichten. De planten
groei wordt lager, neemt meer den struikvorm
aan om eindelijk in eigenaardige lage Vacci-
nium-boschjes, de typische begroeiing van
eiken vulkaan top, over te gaan.
Maar voor het zoo ver is treft nog weer iets
aardigs ons oog, iets wat vooral den vreemde
ling, den totok zal interesseeren, n.l. de be
huizingen der koelies, die aan den weg wer
ken, steenslag maken enz. Zoo primitief en
tegelijk zoo practisch en gezellig, zoo volkomen
voldoende voor eenvoudige en tevreden men
schen. Om die tevredenheid zou je den Inlan
der kunnen benijden. Midden in de struikvege
tatie eindigt de weg nog plotseling, al schiet
hij eiken dag meters ver op. Wij moeten verder
loopen. Mogen loopen moet je eigenlijk zeg
gen, want het is een genot in die heerlijke
frissche berglucht. Onder het kreupelbosch
staan allerlei aardige varentjes, sommige ook
typisch voor vulkaanbergen. Op de open plek
ken staat de Javaansche Edelweisz en overal
de adelaarsvaren. Onze oude Hollandsche
vriend, die in den schuindoorgesneden wortel
den Duitschen adelaar vertoont. Ook de tropen-
varen Gleichenia hangt vaak over ons pad met
zijn lange kruipende stengel, wolfsklauwen
trekken de aandacht en verscheidene mooie
bloeiende planten. Dat is zeker ook een groote
aantrekkelijkheid van den Papandajan, die
grasplekjes met hun aardigen plantengroei,
zoo uitermate geschikt voor een picnic, een
zonnebad, een middagslaapje of een stoei
partijtje, net naar dat het in den zin komt.
Zoo wordt ongemerkt het hoogste punt be
reikt en zien wij plotseling neer in het breede
ravijn, waarin een 100 jaar geleden het ongeluk
plaats had.
Geheel onverwacht zonder eenige waarschu
wing werd een geweldig stuk van den berg
wand opgeblazen en stortte neer op een paar
Inlandsche dorpen, waarvan bijna niemand
de uitbarsting overleefde.
Thans gaapt het gat in den bergwand en dat
daar beneden Vulkanus nog flink aan het
smeden is (Papandajan beteekent smidse) dat
getuigen de rookwolken, stoom en zwaveldam
pen eigenlijk, die met sissend, meer brullend
geluid uit den bodem ontsnappen. Een hek
senketel hoor, die Papandajan! Uitkijken
daar! De bodem is verraderlijk ondermijnd
door modderbronnen en solfatorenwerking. En
als de wind even om den grooten schoorsteen
draait, dan is het vaak te laat om de beenen
te nemen, omdat de stoomwolken het uitzicht
beletten en de zwaveldampen de oogen doen
tranen. Voorzichtig zijn is de boodschap. Dit
prachtig stuk werk, deze nieuwe weg, moet
geen slachtoffers gaan eischen. En denk er om
dat bij den krater de weg ophoudt, maar dat de
natuur nog verder gaat. En dat is weer een
van de mooie dingen van den nieuwen weg,
dat ze de wandelaars en bergsportmen schen
plotseling in het hart van hun terrein brengt
en zij van daaruit nieuwe tochten en explo
raties kunnen beginnen.
De terugtocht is minstens even mooi als de
heenweg. Gaat de blik eerst omhoog, vol ver
langen naar de blauwe bergen in de verte, op
den terugtocht zweeft hij tientallen kilometers
voor ons uit, in oneindige panorama's telkens
nieuwe schoonheden ontdekkend. Ook hierin
zal de nieuwe Papandajanweg dien naar den
Prahoekrater verre overtreffen. Dus, „Ban
doeng Vooruit", gelukgewenscht met dit prach
tig stuk werk eneen goede afloop, ook
financieel, van het aangevangen reuzenwerk,
moge uw deel zijn.
Terug gaat het weer over Sedep, maar dan
zwaaien wij links af, om over het prachtige
Pangalengan weer naar Bandoeng te rijden.
Maar wie dezen tocht vol genieten wil, die
knoope er nog een zijsprongetje aan vast. Een
lunch of een kop thee, in heldere maannachten
een souper op Tjileuntja, aan het aardige meer,
waar stapelwolken torenen boven grazige wei
landen met Hollandsche koeien, dat is het
eenige waardige slot voor een Papandajan-
tocht. Probeer het eerstdaags eens, de weg is
reeds heel ver berijdbaar en een kwartier
loopen geeft u al het gezicht op den krater.
En uw conclusie zal zijn: Hij heeft al weer
gelijk!
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN.
Japan heeft grootsche
luchtvaartplannen.
Het Japansche ministerie van verkeerswezen
is gemachtigd tot het ten uitvoer brengen van
het tienjarenplan voor de uitbreiding der ci
viele luchtvaart, meldt het A.N.P. De totale
kosten -bedragen 13 millioen yen; het bedrag
van 1.920.000 yen, dat voor het eerste jaar noo-
dig is, is Zaterdag door het kabinet toegestaan.
In de eerste plaats zal een luchtlijn worden
ingesteld tusschen Tathoko op Formosa en
Bangkok in Siam, een afstand van 2800 K.M.
Deze lijn zal ook Hongkong en Hanoi aandoen
en aansluiten op de internationale luchtlijnen
van Nederland. Engeland en Frankrijk, terwijl
ook aansluiting in de richting van Zuid-
Amerika zal worden verkregen.
BINNEN WEINIGE JAREN BRUGGEN BIJ
DEVENTER EN DOESBURG?
DEN HAAG, 2 Dec. (A.N.P.) Aan de me
morie van antwoord inzake de verkeersfonds-
begrooting voor 1935 wordt nog het volgende
ontleend: Exploitatie ook voor reizigersver-
voer van den spoorweg Schaesberg-Kerkrade
zal onder de tegenwoordige omstandigheden
stellig niet loonend zijn, zoodat een proef
daarmede overbodig mag heeten.
Door den bouw van de stuw te Borgharen
werd de Maas langs Maastricht bereids geka
naliseerd. Plannen tot Zuidwaartsche voort
zetting van deze kanaliseering zijn bij den mi
nister niet in overweging. Zooals zal zijn ge
bleken uit de ingediende wetsontwerpen be
treffende den versnelden bruggenbouw, zijn
de bruggen te Deventer en Doesburg in het
plan van dien bruggenbouw opgenomen. Kan
dit plan tot uitvoering komen, dan mag de
bouw van deze twee bruggen binnen weinige
jaren worden tegemoet gezien.
JHR. MR. F. J. J. M. VAN RIJCKEVORSEL
OVERLEDEN.
BERLICUM. 2 Dec. (A.N.P.) In den ouder
dom van 77 jaar is gisteren op zijn landgoed
de „Wamberg" alhier overleden jhr. mr. F. J.
J. M. van Rijckevorsel, oud-lid van Ged. Sta
ten van Noord-Brabant. Jhr. Van Rijckevorsel
werd op 13 Maart 1858 in Den Bosch geboren.
In 1908 werd hij gekozen tot lid van Provin
ciale en in 1915 tot lid van Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Brabant, voor welke functie
hij" in 1931 bedankte. In 1889 werd hij benoemd
tot kamerheer in buitengewonen dienst van
den koning. Ook is de overledene wethouder
van Den Bosch geweest.
DINSDAG 3 DEC. 1935
(Adv. Ingez. Medj
Beslissende slag in Abessynië
aanstaande?
BERLIJN, 2 December (Reuter). De spe
ciale correspondent van de „Voelkische
Beobachter" meldt uit Addis Abeba dat de
Negus eenige dagen te Dessie blijft.
Groote geestdrift heeft zich meester ge
maakt van de bevolking van de hoofdstad, die
in koortsachtige spanning de operaties aan
het front volgt.
In alle kerken ziet men een onafgebroken
stroom van inboorlingen die uit alle Abessy-
nische steden afkomstig zijn. Het schijnt
thans de vooravond te zijn van belangrijke ge
beurtenissen.
Men verwacht aan het noordelijke
front een grooten veldslag, die wel
licht beslissend zal zijn.
De Negus zou den veldtocht zelf
leiden.
Deze geruchten worden bevestigd door in
lichtingen uit goede bron en door de eonsta-
t-eering, dat in groote haast Roode Kruis deta
chementen en militaire artsen naar het noor
delijk front vervoerd worden.
De veldslag zou ieder oogenblik te verwach
ten zijn.
Olie-embargo te Londen aan
de orde.
LONDEN, 2 Dec. (A.N.P.) Het Britsche ka
binet zal vandaag in zitting bijeen komen.
Men zal nagaan of de economische sanctie-
maatregelen tegen Italië ook zullen worden
toegepast voorzoover het petroleum betreft.
Het Britsche kabinet zal over drie kwesties
moeten beslissen, ten eerste de kwestie of een
embargo op petroleum een militaire maatre
gel zou beteekenen van den aard van een be
perkte blokkade, ten tweede de kwestie of een
embargo pp petroleum effectief zou zijn, zoo
lang Amerika ansche exporteurs slechts wor
den beïnvloed door de openbare meening en
den moreelen druk van hun regeering en ten
derde de kwestie of een embargo op petroleum
vredesonderhandelingen zou vertragen of ver
snellen. Men verwacht vandaag geen defini
tieve beslissing.
De diplomatieke medewerker van de Mor
ning Post verneemt, dat de minister van bui-
tenlandsche zaken, Hoare. spoedig met een
kort verlof naar het Europeesche vasteland
zal gaan. Hij zal waarschijnlijk begin volgen
de week uit Londen vertrekken. Een gedeelte
van zijn vacantie wil hij in Zwitserland door
brengen. Mij verwacht dat hij op de doorreis
te Parijs met Laval een bespreking zal hebben.
Het is niet uitgesloten dat hij ook naar Genè-
ve zal gaan, waar, zooals bekend is, op 12 De
cember een belangrijke zitting begint van de
commissie van achttien.
De groote schoorsteen van den Papandajan werkt steeds door.
Op den voorgrond een heete modderbron.
Canada keurt de houding van
zijn Volkenbondsvertegen-
woordiger af.
OTTAWA, 2 December (A.N.P.) Groot
opzien is gebaard door een verklaring van
de Canadeesche regeering, waarin deze de
houding van haar vertegenwoordiger te
Genève désavoueert. Hedenmorgen heeft de
regeering bij monde van den president
Mackenzie King openlijk doen verklaren,
daat zij geen enkele verbintenis erkent, welke
Canadaa zou verplichten militaire sancties
goed te keuren. In de verklaring wordt ge
zegd, dat de regeering duidelijk wil doen uit
komen dat, terwijl de regeering de econo
mische sancties tegen Italië steunt, zij niet
onderschrijft de uitlatingen van dr. W. L.
Riddell, permanent vertegenwoordiger van de
Canadeesche regeering bij den Volkenbond,
betreffende het embargo van sleutelproduc
ten voor Italië. De regeering zegt verder dat
dr. Riddell zijn persoonlijke meening uitdrukt
en niet die van de Canadeesche regeering.
In diplomatieke kringen te Londen is men
zeer verbaasd over het désavoueeren van de
houding der Canadeeschen vertegenwoordi
ger te Genève.
Men verwacht dat het Britsche kabinet in
speciale zitting zal bijeenkomen.
Dr. HENRI POLAK BUITEN RECHTS
VERVOLGING GESTELD
AMSTERDAM, 2 Dec. (A.N.P.) Naar aan
leiding van een kroniek in Het Volk van den
heer dr. H. Polak diende mr. van Wessem bij
de justitie hier ter stede een klacht in wegens
aanstichting tot moord. De officier dagvaardde
den heer Polak wegens opruiing tot geweld
met vereende krachten. De heer Polak kwam
tegen deze dagvaarding binnen de hiertoe
gestelde termijn in verzet en in raadkamer
pleitte mr. M. Manders. De rechtbank echter
verwees de behandeling naar de openbare zit
ting en verwierp dus het verzet tegen deze
dagvaarding, doch wijzigde deze dagvaarding
in dien zin, dat zij den opzet van den heer
Polak niet aannam, wel echter een voorwaar
delijk opzet. De officier appelleerde en ook
het gerechtshof behandelde deze zaak in
raadskamer. Het gerechtshof stelde den heer
Polak buiten vervolging, daar geen strafbare
handeling plaats had en ook de voorwaarde
lijke opzet ontbrak.
De laatste Groenlandvaarder.
In de Duitsche havenplaats Glückstadt was
indertijd de z.g. Groenlandvaart, d.w.z. de
walvischvaart met zeilschepen, in grooten
bloei. In het jaar 1863 werd het laatste schip
uit die haven evenwel voor dit doel in zee ge
bracht en het geslacht der walvischjagers ls
langzamerhand uitgestorven.
Dezer dagen is de heer Johann- Kruse, die
met dit laatste zeilschip de reis maakte, in
den ouderdom van 94 jaar te Glückstadt over
leden. Hij was de laatste der walvischjagers
ter plaatse.
Zijn begrafenis geschiedde onder buiten
gewoon veel belangstelling van de zijde der
visscherij en scheepvaart.
BURGERLIJKE STAND.
HAARLEM, 2 December.
Bevallen 28 November: E. A. van Rossum
du Chattel—Durell, z.; 29 November: C. B.
Vermeulen—van Kampen, d.; 30 November: F.
Haaf brink—de Nooij, d.; L. J. Hiemenz—Poel
man, d.; A. M. v. d. Aar—v. Duin, d.; 1 Decem
ber: C. Schouten—v. Baekel, d.; J. M. Vluat
Stoop, d.; F. de GrootSczepanski, d.; d7 K.
W. de WijsBötel, z.; K. KamoenPlantinga,
d.; E. van Gelder—Hoevens, d.; M. J v. d.
VeldtDijkmans, z.; C. W. Luijpen—Pass-
mann, d.;
Overleden 29 November: P. Zalm, 46 j.,
Gouwstraat; 30 November: C., 4 mnd.. z. v. C.
van Kampen, HazepaterslaanJ. H. Graaf
landSchriel. 76 j., Saenredamstraat; l Dec.:
C. Ruigrok—Kors. 62 j., Hunzestraat; 29 No
vember: C. J. H. v. Wortr-Kuijken, 67
Medanstraat,