HET SCHAAKDUEL „Bandoeng Vooruit/' door A. D. DE GROOT. Euwe zal den titel van wereldkampioen overnemen. Nu of den volgenden keer? De tegenstellingen tusschen beide meesters. Men kan waarlijk niet klagen over brek aan spanning bij den grooten schaak strijd: door het gelijk opgaan eenerzijds en de grooten strijdlust anderzijds, is er een climax, die men zich niet beter kan wen- schen! Trouwens ook in andere opzichten is het één voortdurend crescendo: de pu blieke belangstelling groeit van dag tot dag, het gehalte der partijen wórdt steeds beter, en wat misschien wel het meest sensationeel is: Euwe's meesterschap groeit tijdens de match! Nu is dat op zichzelf geen ongewoon ver schijnsel, omdat een match van zoo'n groot aantal partijen tenslotte een voortreffelijke gelegenheid is om van den tegenstander te leeren wat er van hem te leeren valt. Maar dat zooiets op dit torenhooge niveau nog kon gebeuren, dat hadden toch maar weinigen verwacht. Men weet waarschijnlijk, dat voor den aanvang van de match de meening. „dat Euwe. zeker, qua capaciteiten, gerechtigd was den titelhouder uit te dagen, maar toch maar weinig kans op succes zou hebben", nogal verbreid was onder schakers. Onze kampioen heeft dat nu zelf wel overtuigend weerlegd, door zijn resultaten in cijfers in de eerste plaats, maar vooral door die van essentiëelere resultaten: de partijen. Speciaal de 20ste heeft overal groote bewondering gewekt men houdt haar voor de mooiste van de ge heele match en ik geloof niet, dat Euwe vroeger ooit zulke meesterstukken heeft ge produceerd. „Zoo spelen alleen (toekomstige) wereld kampioenen" is men geneigd te zeggen. En inderdaad, nu Euwe zijn stijl gedurende deze match nog heeft weten te vervolmaken, hij erin geslaagd is aan dr. Tartakower's „voorwaarde" voor een toekomstig wereld kampioenschap: twee partijen achter elkaar te kunnen winnen, te voldoen, nu staat eigen lijk niets meer het behalen van dien titel in den weg. Behalve danAljechin, en nóg een, meer uiterlijke factor: de psychi sche moeilijkheid van het beslissen, waarover lk het den vorigen keer heb gehad. Als ik me niet vergis, heeft dit laatste jammer genoeg, in de 23ste partij, schitte rend van opbouw, maar niet "geheel zuiver van afwerking, weer een rol gespeeld. Maar in het vertrouwen, dat Euwe, die al zooveel moeilijkheden heeft weten te over winnen, ook deze wel zal te boven komen, kan men zeggen, dat de vraag, wie de vol gende wereldkampioen behoort te zijn, reeds nu beantwoord is! De nu komende laatste phase van de match zal alleen nog uitmaken of de titeloverdracht dezen keer al of bij een volgende gelegenheid zal plaatsvinden. Degenen, die iets meer van het schaakspel in het bijzonder van de schaakgeschiedenis afweten, zullen hebben opgemerkt, dat de Nederlandsche kampioen één stijleigenschap bezit, die hem al bijzonder geschikt maakt om Aljechin op te volgen. Het is n.l. door de geheele geschiedenis steeds zóó geweest, dat een tacticus werd opgevolgd door een strateeg een fantast, door een realist, en ook omge keerd; m.a.w.: een duidelijk verschil in stijl schijnt een onmisbare voorwaarde voor den overgang van den titel te zijn. En aan deze voorwaarde voldoet Eüwe wel zoo volkomen, als maar mogelijk is: een scherper contrast, dan er tusschen deze beide menschen en schakers bestaat, laat zich haast niet den ken! Over dat contrast is al zooveel geschreven dat men dat nu waarschijnlijk wel zal weten: Aljechin, de hypernerveuze schaakkunstenaar schaakbohémien, zou men willen zeggen speelt fantastisch, subjectief, persoonlijk en paradoxaal; Euwe de volkomen rustige schaakgeieerde speelt methodisch, objectief, wetenschappelijk, onpersoonlijk en streng logisch. Ziedaar de bekende reeks tegenstel lingen vrijwel volledig. Men zal zich intusschen bij het lezen hiervan zeker wel eens hebben afgevraagd hoe een dergelijke verscheidenheid kan be staan binnen het toch vrij enge kader van een partij schaak; het zal niet direct duide lijk zijn, dat men al deze begrippen op schaakzetten kan toepassen. Derhalve een korte toelichting. Om het gebruik van al deze adjectieven be grijpelijk te maken, moet men allereerst twee soorten stellingen gaan onderscheiden, n.l. overzichtelijke en onoverzichtelijke. In stel lingen van de eerste soort is een schaak meester in staat alle mogelijkheden in groote trekken te overzien, in het tweede ge val kan hij dat niet. Nu bepaalt iemand's voorkeur voor de eene of andere soort al voor een aanzienlijk deel zijn stijl. Immers: een overzichtelijke stelling leent zich tot een wetenschappelijk onderzoek, doordat men de mogelijkheden methodisch kan nagaan; het resultaat van dit onderzoek zal streng logisch daaruit voortvloeien, maar een onpersoonlij ken indruk maken, doordat men volkomen objectief is te werk gegaan. En anderzijds bedenke men dat in een onoverzichtelijke stelling de fantasie de noodige speelruimte krijgt; men kan niet op objectieve gronden de eene mogelijkheid boven de andere stel len, zoodat persoonlijke opvattingen, subjec tieve waardeeringen een plaats vinden; en. waar het niet meer mogelijk is met zekerheid een slechten zet van een schijnbaar slechten te onderscheiden, daar treedt ook de paradox op. En zoo heeft dan de schaak-kunstenaar al voldoende materiaal om zich in uit te drukken; hij kan in de zetten zijn stijl en persoonlijkheid markeeren, hij kan zijn ideëen hebben en ze verstoffelijken. Men zal begrijpen dat een voorkeur voor één van beide soorten stellingen zijn stem pel moet leggen op de geheele spelbehande- ling. Zoo zal Euwe streven naar overzichte lijkheid, terwijl Aljechin juist zal trachten zooveel mogelijk spanningen in het leven te roepen en te doen cvoortbestaan. Euwe zal ook onoverzichtelijke stellingen zooveel mo gelijk methodisch behandelen; Aljechin daarentegen zal ook in eenvoudige stellin gen zooveel naar mogelijke complicaties zoeken. Wat men dan ook inderdaad in de verslagen kan lezen. Hiermee is natuurlijk nog lang niet alles verklaard. Ik heb alleen twee belangrijke stijlgroepen, de „persoonlijke" en de „onpersoonlijke" naast elkaar gesteld; het spreekt vanzelf, dat men binnen elke groep ook binnen 1 den ..onpersoonlijke!" nog een groot aan tal stijlen kan onderscheiden. Het is echter bijzonder moeilijk deze verschillen te be schrijven; dat is een even ondankbare, maar aantrekkelijke opgave als bijv. om het „wezen" van een kunstwerk te verklaren. Men kan daarover praten en praten en nóg zulke diepzinnige dingen zeggen tenslotte is het werk zelf toch veel welsprekender! Zoo is het ook hier. En daarom kan ik den lezer eigenlijk geen beteren raad geven dan: Leert beter schaken, dan kunt ge al deze dingen zelf leeren kennen en waardeeren. Veelal bestaat de beste stijlkarakteristiek uit een enkel adjectief, waarvan de gevoels waarde toevalligerwijze vrij nauwkeurig overeenkomt met den indruk, dien men wil weergeven. Als we dat dan tenslotte nog even probeeren, dan schijnt wat Euwe betreft, „methodisch" het beste te passen; „nuchter'' of „zakelijk", wat men ook wel gebruikt heeft, is veeleer van toepassing op Flohr. De stijl van Aljechin is nog moeilijker te karakteriseeren, doordat hij vrijwel iederen tegenstander op een andere manier bestrijdt. Zijn grootheid bestaat misschien wel voor namelijk uit zijn veelzijdigheid, en zijn ver mogen om zich aan iederen mogelijken stijl (behalve dien van Euwe, schijnt het!) aan te passen, zooals de meening van een Fransch schaakofficial luidde. Hij doet dat echter zonder zijn individualiteit te verliezen, en er is toch wel één element, dat men in vrijwel al zijn partijen kan terugvinden, n.l. het pa radoxale. Heel vaak speelt hij volkomen an ders dan men redelijkerwijs meent te moe ten verwachten; zijn voorliefde voor den pa radox is daarom nar mijn meening het meest kenmerkende van zijn spel. Intusschen: de strijd gaat voort! Zij het met ecnigszins gewijzigde middelen, want de voorspellingen, dat de partijen een steeds degelijker karakter zouden gaan aannemen zijn inderdaad uitgekomen. Men kan, nu het einde nadert, niet meer zooveel riskeeren als in het begin, toen een achterstand van een paar punten nog wel opgehaald kon worden. Direct daarmee in verband staat ook de toeneming van het percentage remise in de tweede helft van de match. Men moet daar over, ook als het eventueel nog erger wordt, niet ontevreden zijn; een zeker percentage remisepartijen waaronder een paar zeer kor te, zooals de 18de en de 22ste. is nu een maal bij zulke ontmoetingen tusschen groot meesters een onvermijdelijk verschijnsel, dat er eenvoudig bij hoor t. Wanneer men dezen titelstrijd trouwens eens vergelijkt met bijv. Aljechin-Capablanca, met 25 (van de 34) remises, dan blijkt, dat we eigenlijk heele- maal niet te klagen hebben. Korte remisepartijen zijn gewoonlijk een direct uitvloeisel van de gekozen openings variant; zij ontstaan in den regel, doordat er voor één van beide partijen gevaren be ginnen te dreigen, die alleen te bezweren zijn door het forceeren van een algeheele afwik keling, door de stelling als het ware te „blus- schen". Met wat er dan overblijft is natuur lijk niets meer te beginnen onder meesters wel te verstaan en remise is het natuur lijker resultaat. Een tweede verandering, die men zal heb ben opgemerkt, is het terugloopen van den koers der witte stukken. Ook dat staat in verband met het feit, dat men minder risico neemt dan in eerdere stadia van de match: men durft niet meer, als in het begin, vast te houden aan een opening waar mee men uitsluitend slechte ervaringen heeft opgedaan. Euwe verloor drie maal met- de Fransche verdediging, Aljechin drie maal met de Grünfeld-verdediging, voordat zij voor goed daarvan afstapten. Op 't oogenblik hebben zij, na lang zoeken, wel zoowat de objectief èn psychologisch beste varianten gevonden, die zij met zwart kunnen spelen. Daarbij komt dat vooral Euwe den laat- sten tijd een aantal varianten, die, voor zwart in een slechten reuk stonden, heeft weten te rehabiliteeren. Hij verricht daarmee be langrijk opbouwend werk voor de openings theorie; de schaakwetenschap vaart daar wél bij! In dit opzicht laat intusschen ook Aljechin zich niet onbetuigd, maar zijn „ver beteringen" zijn soms van nogal twijfelach tige waarde! Hij lanceert de nieuwtjes trouwens zóó kwistig dat ze onmogelijk iederen keer steekhoudend kunnen zijn. Ze zijn dan ook waarschijnlijk meer bedoeld om de theorie te ontwijken, dan om haar te cor rigeeren. Intusschen: de strijd gaat voort. (Bovenstaand artikel is geschreven voor het resultaat van de 25ste partij, welke door den Nederlandsche schaakmeester is gewonnen (hij speelde met zwart!) bekend was red.; Een mooi stuk werkin moeilijke tijden volbracht. Bandoeng staat allang bekend om zijn prachtige omgeving, maar dat is vooral te dan ken aan het feit. dat een net van uitstekende autowegen gelegenheid geeft de mooie punten in de omgeving snel te bereiken en rustig te genieten. Vroeger waren het in hoofdzaak de jroote wegen naar Soekaboemi, Cheribon, Ma labar en Garoet, met tal van zijwegen, die tot uitstapjes nooden. Daarbij kwam als verleng stuk van den weg naar Lembang,. die naar den kraterrand van den Tangkoeban Prahoe, de eerste weg, die in staat stelde een vulkaan krater met werkende zwavelbronnen per auto te naderen; een weg' door lachende rijstvel den, door weelderige plantages en door de pracht van het oerwoud. Een weg, die velen in moeilijke dagen nader tot de natuur moest brengen, rust en vrede geven door het reine jenot van bijna ongestoorde natuur. En die iet verlangen moest wekken meer dergelijke uren te genieten, panorama's te zien openen, die het hart sneller doen kloppen van vreugde over zooveel schoonheid, ófhet even stil doen staan bij het plots aanschouwen van dat adembeklemmende, grootsche en ontzagwek kende doode gat in het hart van den berg. Die kale wanden, die volkomen levenloosheid te midden van de weelde van het oerbosch, de stilte slechts verstoord door een licht bor relen, een suizen, de werking der doodaan- brengende solfatoren daar beneden. Duizenden, wien de klim vroeger te zwaar, te vermoeiend, onmogelijk was, hebben thans aan den rand van den krater gestaan. Met zeer verschillende gevoelens. Jubelend van vreugd over den schoonen vacantiedag, dron ken van zon en licht deden ze de kale wanden den lach der jeugd weerkaatsen. Anderen vol ontzag, eerbiedig rondziend over dat groot sche werk der natuur, over die zoo nabije dreiging, zoo meesterlijk in het oerwoud ver borgen. En hoofdschuddend zijn ze terugge gaan, dankbaar, dat de vulkaan reeds zóó lang rust, zóó zelden slachtoffers maakt. En de jeugd is voortgestormd langs den kraterrand, heeft het pad gevonden door het bosch om laag, gespeeld met de darnpstralen van de Kawah Domas en toch ook veel van de intieme schoonheid van het bosch genoten. Dé Drahoe was het mooiste en geweldigste, dat van Ban doeng uit voor iedereen bereikbaar was. Maar dit zal niet lang meer zoo zijn. Bandoeng wil vooruit, op een manier deze stad waardig. En vaardige handen maakten het plan, voort varend werd de uitvoering onderhanden geno men en nog dit jaar zal de Papandajanweg een feit geworden zijn. Enkele bevoorrrechten ne men al vast een kijkje. En genieten! Die weg over Tjiparaj, waar de rijstvelden spiegelend afdalen in het dal moest toch ook voor wie Indië kent, altijd weer mooi zijn. Ongemerkt stijgen wij hooger en hooger. tot we in de thee komen met af en toe een stukje zwaar bosch, dat den naam van oerwoud nog verdient. Maar de thee krijgt steeds meer de overhand en aan die thee, en wel speciaal de samenwerking met de onderneming Sedep is het te danken, dat men thans in korten tijd zooveel heeft kunnen vorderen. Iedereen weet hoe ondernemingswegen vaak heele landstre ken geopend en voor den pleizierganger toe gankelijk gemaakt hebben, zij het natuurlijk met de noodzakelijke restricties; tot het Gou vernement ze overnam tot heil van de heele streek. En zoo zal het ook hier wel gaan. De onderneming Sedep bevat een stel zeer goede autowegen, die kilometers ver in de goede richting gingen. Hier moest natuurlijk hier en daar wat aan verhard en verbreetj wor den, maar het groote voordeel was, dat het nieuw aan te leggen en dus kostbaarste ge deelte zeer kon worden bekort^ En daarbij kwam het niet te onderschatten tweede voor deel, dat op de plantage vooral in dezen dro gen tijd werkvolk te over was en dus met goed- koope en reeds ter plaatse aanwezige krachten, meteen met volle vaart kon worden begonnen. Die vaart is vooral te danken aan den Hoofd administrateur van „Sedep", den heer Bert- üng, die met het bestuur van „Bandoeng Voor uit" gerust de schepper van dezen weg mag worden genoemd. Nog vóór we de thee verlaten kruist de weg een ravijn, waarin hij met een langen slinger afdaalt. Dadelijk dringt zich de prachtige wilde plantengroei van deze streken op den voorgrond, waaronder de boomvaren wel een eerste plaats inneemt. Een buitengewoon mooie plant toch, die mij telkens weer bewon dering afdwingt. Ondertusschen beginnen we aardig te stijgen en als het open theeveld weer vóór ons ligt, zien we het begrensd door een oerwoudrand, die zich voortzet in de beboschte hoogten van de berggroep voor ons. Eén daar van moet de Papandajan zijn, maar zijn kra ter opent zich meer naar het Oosten en dus van hier onzichtbaar. Hier eindigt de onder nemingsweg en neemt het bosch ons voorgoed in zich op. Als over een paar jaar de plantengroei zich wat hersteld heeft van dat ruw ingrijpen van den mensch zal het een groot genot zijn, door dit hoogopgaande bosch te rijden. Maar ook dat. duurt niet lang. De weg begint sterker te stijgen en een vaardige hand moet hier de piketpaaltjes hebben uitgezet. Elke bocht opent nu nieuwe vergezichten. De planten groei wordt lager, neemt meer den struikvorm aan om eindelijk in eigenaardige lage Vacci- nium-boschjes, de typische begroeiing van eiken vulkaan top, over te gaan. Maar voor het zoo ver is treft nog weer iets aardigs ons oog, iets wat vooral den vreemde ling, den totok zal interesseeren, n.l. de be huizingen der koelies, die aan den weg wer ken, steenslag maken enz. Zoo primitief en tegelijk zoo practisch en gezellig, zoo volkomen voldoende voor eenvoudige en tevreden men schen. Om die tevredenheid zou je den Inlan der kunnen benijden. Midden in de struikvege tatie eindigt de weg nog plotseling, al schiet hij eiken dag meters ver op. Wij moeten verder loopen. Mogen loopen moet je eigenlijk zeg gen, want het is een genot in die heerlijke frissche berglucht. Onder het kreupelbosch staan allerlei aardige varentjes, sommige ook typisch voor vulkaanbergen. Op de open plek ken staat de Javaansche Edelweisz en overal de adelaarsvaren. Onze oude Hollandsche vriend, die in den schuindoorgesneden wortel den Duitschen adelaar vertoont. Ook de tropen- varen Gleichenia hangt vaak over ons pad met zijn lange kruipende stengel, wolfsklauwen trekken de aandacht en verscheidene mooie bloeiende planten. Dat is zeker ook een groote aantrekkelijkheid van den Papandajan, die grasplekjes met hun aardigen plantengroei, zoo uitermate geschikt voor een picnic, een zonnebad, een middagslaapje of een stoei partijtje, net naar dat het in den zin komt. Zoo wordt ongemerkt het hoogste punt be reikt en zien wij plotseling neer in het breede ravijn, waarin een 100 jaar geleden het ongeluk plaats had. Geheel onverwacht zonder eenige waarschu wing werd een geweldig stuk van den berg wand opgeblazen en stortte neer op een paar Inlandsche dorpen, waarvan bijna niemand de uitbarsting overleefde. Thans gaapt het gat in den bergwand en dat daar beneden Vulkanus nog flink aan het smeden is (Papandajan beteekent smidse) dat getuigen de rookwolken, stoom en zwaveldam pen eigenlijk, die met sissend, meer brullend geluid uit den bodem ontsnappen. Een hek senketel hoor, die Papandajan! Uitkijken daar! De bodem is verraderlijk ondermijnd door modderbronnen en solfatorenwerking. En als de wind even om den grooten schoorsteen draait, dan is het vaak te laat om de beenen te nemen, omdat de stoomwolken het uitzicht beletten en de zwaveldampen de oogen doen tranen. Voorzichtig zijn is de boodschap. Dit prachtig stuk werk, deze nieuwe weg, moet geen slachtoffers gaan eischen. En denk er om dat bij den krater de weg ophoudt, maar dat de natuur nog verder gaat. En dat is weer een van de mooie dingen van den nieuwen weg, dat ze de wandelaars en bergsportmen schen plotseling in het hart van hun terrein brengt en zij van daaruit nieuwe tochten en explo raties kunnen beginnen. De terugtocht is minstens even mooi als de heenweg. Gaat de blik eerst omhoog, vol ver langen naar de blauwe bergen in de verte, op den terugtocht zweeft hij tientallen kilometers voor ons uit, in oneindige panorama's telkens nieuwe schoonheden ontdekkend. Ook hierin zal de nieuwe Papandajanweg dien naar den Prahoekrater verre overtreffen. Dus, „Ban doeng Vooruit", gelukgewenscht met dit prach tig stuk werk eneen goede afloop, ook financieel, van het aangevangen reuzenwerk, moge uw deel zijn. Terug gaat het weer over Sedep, maar dan zwaaien wij links af, om over het prachtige Pangalengan weer naar Bandoeng te rijden. Maar wie dezen tocht vol genieten wil, die knoope er nog een zijsprongetje aan vast. Een lunch of een kop thee, in heldere maannachten een souper op Tjileuntja, aan het aardige meer, waar stapelwolken torenen boven grazige wei landen met Hollandsche koeien, dat is het eenige waardige slot voor een Papandajan- tocht. Probeer het eerstdaags eens, de weg is reeds heel ver berijdbaar en een kwartier loopen geeft u al het gezicht op den krater. En uw conclusie zal zijn: Hij heeft al weer gelijk! Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN. Japan heeft grootsche luchtvaartplannen. Het Japansche ministerie van verkeerswezen is gemachtigd tot het ten uitvoer brengen van het tienjarenplan voor de uitbreiding der ci viele luchtvaart, meldt het A.N.P. De totale kosten -bedragen 13 millioen yen; het bedrag van 1.920.000 yen, dat voor het eerste jaar noo- dig is, is Zaterdag door het kabinet toegestaan. In de eerste plaats zal een luchtlijn worden ingesteld tusschen Tathoko op Formosa en Bangkok in Siam, een afstand van 2800 K.M. Deze lijn zal ook Hongkong en Hanoi aandoen en aansluiten op de internationale luchtlijnen van Nederland. Engeland en Frankrijk, terwijl ook aansluiting in de richting van Zuid- Amerika zal worden verkregen. BINNEN WEINIGE JAREN BRUGGEN BIJ DEVENTER EN DOESBURG? DEN HAAG, 2 Dec. (A.N.P.) Aan de me morie van antwoord inzake de verkeersfonds- begrooting voor 1935 wordt nog het volgende ontleend: Exploitatie ook voor reizigersver- voer van den spoorweg Schaesberg-Kerkrade zal onder de tegenwoordige omstandigheden stellig niet loonend zijn, zoodat een proef daarmede overbodig mag heeten. Door den bouw van de stuw te Borgharen werd de Maas langs Maastricht bereids geka naliseerd. Plannen tot Zuidwaartsche voort zetting van deze kanaliseering zijn bij den mi nister niet in overweging. Zooals zal zijn ge bleken uit de ingediende wetsontwerpen be treffende den versnelden bruggenbouw, zijn de bruggen te Deventer en Doesburg in het plan van dien bruggenbouw opgenomen. Kan dit plan tot uitvoering komen, dan mag de bouw van deze twee bruggen binnen weinige jaren worden tegemoet gezien. JHR. MR. F. J. J. M. VAN RIJCKEVORSEL OVERLEDEN. BERLICUM. 2 Dec. (A.N.P.) In den ouder dom van 77 jaar is gisteren op zijn landgoed de „Wamberg" alhier overleden jhr. mr. F. J. J. M. van Rijckevorsel, oud-lid van Ged. Sta ten van Noord-Brabant. Jhr. Van Rijckevorsel werd op 13 Maart 1858 in Den Bosch geboren. In 1908 werd hij gekozen tot lid van Provin ciale en in 1915 tot lid van Gedeputeerde Sta ten van Noord-Brabant, voor welke functie hij" in 1931 bedankte. In 1889 werd hij benoemd tot kamerheer in buitengewonen dienst van den koning. Ook is de overledene wethouder van Den Bosch geweest. DINSDAG 3 DEC. 1935 (Adv. Ingez. Medj Beslissende slag in Abessynië aanstaande? BERLIJN, 2 December (Reuter). De spe ciale correspondent van de „Voelkische Beobachter" meldt uit Addis Abeba dat de Negus eenige dagen te Dessie blijft. Groote geestdrift heeft zich meester ge maakt van de bevolking van de hoofdstad, die in koortsachtige spanning de operaties aan het front volgt. In alle kerken ziet men een onafgebroken stroom van inboorlingen die uit alle Abessy- nische steden afkomstig zijn. Het schijnt thans de vooravond te zijn van belangrijke ge beurtenissen. Men verwacht aan het noordelijke front een grooten veldslag, die wel licht beslissend zal zijn. De Negus zou den veldtocht zelf leiden. Deze geruchten worden bevestigd door in lichtingen uit goede bron en door de eonsta- t-eering, dat in groote haast Roode Kruis deta chementen en militaire artsen naar het noor delijk front vervoerd worden. De veldslag zou ieder oogenblik te verwach ten zijn. Olie-embargo te Londen aan de orde. LONDEN, 2 Dec. (A.N.P.) Het Britsche ka binet zal vandaag in zitting bijeen komen. Men zal nagaan of de economische sanctie- maatregelen tegen Italië ook zullen worden toegepast voorzoover het petroleum betreft. Het Britsche kabinet zal over drie kwesties moeten beslissen, ten eerste de kwestie of een embargo op petroleum een militaire maatre gel zou beteekenen van den aard van een be perkte blokkade, ten tweede de kwestie of een embargo pp petroleum effectief zou zijn, zoo lang Amerika ansche exporteurs slechts wor den beïnvloed door de openbare meening en den moreelen druk van hun regeering en ten derde de kwestie of een embargo op petroleum vredesonderhandelingen zou vertragen of ver snellen. Men verwacht vandaag geen defini tieve beslissing. De diplomatieke medewerker van de Mor ning Post verneemt, dat de minister van bui- tenlandsche zaken, Hoare. spoedig met een kort verlof naar het Europeesche vasteland zal gaan. Hij zal waarschijnlijk begin volgen de week uit Londen vertrekken. Een gedeelte van zijn vacantie wil hij in Zwitserland door brengen. Mij verwacht dat hij op de doorreis te Parijs met Laval een bespreking zal hebben. Het is niet uitgesloten dat hij ook naar Genè- ve zal gaan, waar, zooals bekend is, op 12 De cember een belangrijke zitting begint van de commissie van achttien. De groote schoorsteen van den Papandajan werkt steeds door. Op den voorgrond een heete modderbron. Canada keurt de houding van zijn Volkenbondsvertegen- woordiger af. OTTAWA, 2 December (A.N.P.) Groot opzien is gebaard door een verklaring van de Canadeesche regeering, waarin deze de houding van haar vertegenwoordiger te Genève désavoueert. Hedenmorgen heeft de regeering bij monde van den president Mackenzie King openlijk doen verklaren, daat zij geen enkele verbintenis erkent, welke Canadaa zou verplichten militaire sancties goed te keuren. In de verklaring wordt ge zegd, dat de regeering duidelijk wil doen uit komen dat, terwijl de regeering de econo mische sancties tegen Italië steunt, zij niet onderschrijft de uitlatingen van dr. W. L. Riddell, permanent vertegenwoordiger van de Canadeesche regeering bij den Volkenbond, betreffende het embargo van sleutelproduc ten voor Italië. De regeering zegt verder dat dr. Riddell zijn persoonlijke meening uitdrukt en niet die van de Canadeesche regeering. In diplomatieke kringen te Londen is men zeer verbaasd over het désavoueeren van de houding der Canadeeschen vertegenwoordi ger te Genève. Men verwacht dat het Britsche kabinet in speciale zitting zal bijeenkomen. Dr. HENRI POLAK BUITEN RECHTS VERVOLGING GESTELD AMSTERDAM, 2 Dec. (A.N.P.) Naar aan leiding van een kroniek in Het Volk van den heer dr. H. Polak diende mr. van Wessem bij de justitie hier ter stede een klacht in wegens aanstichting tot moord. De officier dagvaardde den heer Polak wegens opruiing tot geweld met vereende krachten. De heer Polak kwam tegen deze dagvaarding binnen de hiertoe gestelde termijn in verzet en in raadkamer pleitte mr. M. Manders. De rechtbank echter verwees de behandeling naar de openbare zit ting en verwierp dus het verzet tegen deze dagvaarding, doch wijzigde deze dagvaarding in dien zin, dat zij den opzet van den heer Polak niet aannam, wel echter een voorwaar delijk opzet. De officier appelleerde en ook het gerechtshof behandelde deze zaak in raadskamer. Het gerechtshof stelde den heer Polak buiten vervolging, daar geen strafbare handeling plaats had en ook de voorwaarde lijke opzet ontbrak. De laatste Groenlandvaarder. In de Duitsche havenplaats Glückstadt was indertijd de z.g. Groenlandvaart, d.w.z. de walvischvaart met zeilschepen, in grooten bloei. In het jaar 1863 werd het laatste schip uit die haven evenwel voor dit doel in zee ge bracht en het geslacht der walvischjagers ls langzamerhand uitgestorven. Dezer dagen is de heer Johann- Kruse, die met dit laatste zeilschip de reis maakte, in den ouderdom van 94 jaar te Glückstadt over leden. Hij was de laatste der walvischjagers ter plaatse. Zijn begrafenis geschiedde onder buiten gewoon veel belangstelling van de zijde der visscherij en scheepvaart. BURGERLIJKE STAND. HAARLEM, 2 December. Bevallen 28 November: E. A. van Rossum du Chattel—Durell, z.; 29 November: C. B. Vermeulen—van Kampen, d.; 30 November: F. Haaf brink—de Nooij, d.; L. J. Hiemenz—Poel man, d.; A. M. v. d. Aar—v. Duin, d.; 1 Decem ber: C. Schouten—v. Baekel, d.; J. M. Vluat Stoop, d.; F. de GrootSczepanski, d.; d7 K. W. de WijsBötel, z.; K. KamoenPlantinga, d.; E. van Gelder—Hoevens, d.; M. J v. d. VeldtDijkmans, z.; C. W. Luijpen—Pass- mann, d.; Overleden 29 November: P. Zalm, 46 j., Gouwstraat; 30 November: C., 4 mnd.. z. v. C. van Kampen, HazepaterslaanJ. H. Graaf landSchriel. 76 j., Saenredamstraat; l Dec.: C. Ruigrok—Kors. 62 j., Hunzestraat; 29 No vember: C. J. H. v. Wortr-Kuijken, 67 Medanstraat,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2