MODE-TIPS
DE VROUW IN DE XXe EEUW.
INTIEME KLEEDINGSTUKKEN.
Nieuwe Uitgaven
Vele artikelen worden gewijd aan japonnen,
mantels en andere „uiterlijke" kleeding. Min
der leest men echter over lingerie en verdere
„intieme kleedlngstukken". En toch wijdt
Madame Mode ook daar haar aandacht aan
■wi .maakt zij dit jaar modern, wat eernge
seizoenen geleden als absoluut onmogelijk ge
kenmerkt zou zijn.
Wij zullen eerst de verschillende modellen
op onze beide illustraties eens bespreken.
Van links naar rechts ziet u allereerst
dessous, zooals die van den winter veel gedra
gen zal worden: van zeer fijne machinaal of
met de hand gebreide, wol. Daarna ziet u een
eenvoudig doch heel aardig japonnetje voor
's morgens in huis. Het is vervaardigd van
waschbaar materiaal. Elegant is de ochtend
jas op het derde plaatje. Deze is vervaardigd
van kleurig gebloemde zijde; terwijl de voe
ring van de mouwen en de ceintuur van effen
materiaal in een fel contrasteerende kleur
gekozen zijn.
Heel aardig en tegelijk practisch is
de ochtendjas op de rechtsche illustratie.
Deze is'- vervaardigd van eenvoudig ge
nopt materiaal, met kraag en breede man
chetten van effen stof of zijde. De breede
ceintuur van dezelfde stof als de jas, sluit
met een groote knoop.
De pyjama daarnaast is vervaardigd van
twee materialen. Het tamelijk lange jasje is
van bedrukte zijde en wordt gedragen op een
pantalon van zwart satijn met zeer wijde
pijpen. De wijde mouw van het jasje, de
breede ceintuur en de hooge sluiting geven
bet geheel iets zeer gedistingeerds.
Tenslotte ziet u op de teekening nog een
nachthemd, dat wat coupe betreft wel heel
erg lijkt op het nachthemd van een jaar of
dertig geleden. Alleen in het materiaal is wel
eenig verschil. Vroeger waren deze hemden
van katoen, linnen of keeper, en tegenwordig
heeft men daarvoor in de plaats: satijn,
crêpe de chine, eharmeuse, batist.
HET WERK BUITEN HET GEZIN.
In de wintermaanden wordt er meer van
onze hulpvaardigheid gevergd dan 's zomers.
Een grooter aantal zieken in het eerste geval
komt onze aandacht vragen, er moet eens ex
tra worden opgepast in een gezin, omdat de
ouders voor een feestje zijn uitgenoodigd. en
ook de vereenigingen vragen van de besturen
heel wat meer werk dan in den zomer, wan
neer het leven gemakkelijker en minder ge
compliceerd voortgaat
Wie nu eenmaal als hulpvaardig bekend
staat, met welk werk dit ook is, wordt telkens
weer. voor zulken arbeid uitgenoodigd, en het
zal moeilijk vallen om zich er aan te onttrek
ken. Want men voelt zich daarvoor geschikt,
men heeft er succes mee, in hoe bescheiden
kring dit dan ook mag zijn, en het is vaak
moeilijker om zulke verzoeken een ontken
nend, dan een bevestigend antwoord te geven.
Ongemerkt wordt dit steeds meer en meer.
maar omdat alles tenslotte nog sluiten^ in
elkaar past, en het saldo van den tijd niet met
een tekort sluit, blijft het goed gaan, totdat
op eens blijkt dat men vergeten heeft, de post
„onvoorzien" op te nemen bij de uitgaven. Dit
kan be teekenen, dat een ziekte in het eigen
gezin komt, dat er moeilijkheden in de familie
zijn die onze aandacht vragen, dat een ander
die ons zeer nastaat, een dringend beroep op
ons doet, waarvoor al het andere moet wijken
en ons heele weloverdachte en goed uit
gezochte' schema van werken valt als een
zoutzak in elkaar.
Nu zijn er twee mogelijkheden: öf men pro
beert toch het oude werk er nog bij te doen,
waardoor geen van beiden goed gaan, öf men
rekt de werkdag eenvoudig nog verder uit, en
moet na verloop van tijd tot de slotsom komen
:dat hard werken goed is, maar niet wanneer
het ten koste vaïi de noodige rust gaat.
Daarbij komt ook nog, dat iemand die da
gelijks meer doet dan haar krachten kunnen
verdragen, prikkelbaar en ongeduldig wordt,
vooral van de huisgenooten minder verdraagt
dan redelijk is, en dat dus het gezin in de eer
ste plaats onder de opeenhooping van werk
zaamheden heeft te lijden. En dat terwijl een
goed deel van het werk van de vrouw des hui
zes dan buiten haar eigen gezin gebeurt.
Een moeder van eenige kinderen zal zich
voor dergelijke moeilijkheden van werk in het
gezin èn daarbuiten allicht niet geplaatst zien
zij heeft werk te over in huis, om zich nog te
kunnen inlaten met de zorgen en werkzaam
heden van anderen. Maar voor wie een klein
gezin hebben, of bij wie het beroep van den
man aanleiding geeft tot werk buiten het ge
zin om, zal het moeilijk zijn om zich te mati
gen en te bedenken, dat het gezin voor haar
toch hoofdzaak is en blijft. Want wanneer
zij de moeilijkheden, hetzij lichamelijk of
geestelijk, niet meer aan kan, daaronder zal
in de eerste plaats het gezin te lijden hebben,
het gezin dat zijn spil heeft verloren en nu
als een slap geheel uit zijn middelpunt moet
geraken. Het werk daarbuiten lijdt er in het
eerst ook wel onder, maar een plaatsvervang
ster is altijd te vinden wanneer het noodzake
lijk blijkt, en daarom gaat alles betrekkelijk
gauw alweer zijn gewone gangetje.
Het gezin echter kan tijden lang onder de
ontwrichting te lijden hebben, in de eerste
plaats door de ziekte van de vrouw des huizes,
maar bovendien ook omdat de huishoudelijke
orde uit de rails is geraakt, en slechts met
moeite in het goede spoor kan worden terug
gebracht. Om nog maar niet te spreken van de
ongezellige sfeer die in huis heerscht en die
voor man en kinderen allesbehalve aangenaam
is. Dat zij in zoo'n geval wel eens mopperen,
dat moeder zich terwille van anderen veel
teveel op den hals haalt, al is dat dan ook niet
heelemaal juist, is niet te verwonderen. En
om dat te voorkomen is het toch wel zeer noo
dig, dat men zich goed rekenschap geeft van
de hoeveelheid werk die thuis te doen is, van
de gezelligheid waarop het gezin recht heeft,
en wat er daarna nog overschiet voor de bui
tenwereld die aanspraak op haar meent te
mogen maken.
En al is het „neen" zeggen op een verzoek
van buitenaf dan ook soms erg moeilijk, het
is toch wel verre te verkiezen boven een be
vestiging die op den duur drukkend moet
gaan werken.
E. J.—P.
Ons Wekelijksch Knippatroon.
363
364
Nr. 363: aardig jurkje voor meisjes van 6
tot 10 jaar van wollen geruite stof. Het maak-
seltje is eenvoudig, maar heel lief. Het rokje
valt wijd en klokkend. Benoodigd materiaal:
1.50 meter stof van 130 c.m. breedte. Prijs van
het patroontje: 38 ets. per stuk.
Nr. 364: lief kindermanteltje voor den leef
tijd van 6 tot 8 jaar. Het jasje kan al of niet
gevoerd worden; voor den winter is het echter
aan te raden het jasje wel te voeren; de wind
waait dan niet zoo door het weefsel. Benoo
digd materiaal: 1.50 meter van 130 c.m. breed
te. Prijs van het patroon: 38 ets. per stuk.
Deze patroontjes zijn in alle maten tegen
bovenvermelden prijs te verkrijgen bij het
bureau van dit blad.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht
bij bestelling duidelijk het gewenschte nummer
van het patroon en tevens de verlangde maat,
d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte, lengte, enz.
benevens den leeftijd van het meisje voor wie
het bestemd is, op te geven.
EEN KINDERMUTSJE.
Voor een alleraardigste kinderkapertje heb
ben we ongeveer 40 gram wol noodig. Aardig
is om bijvoorbeeld angora-wol of een bouclé-
wol te kiezen. Wat de kleur betreft: deze
hangt „geheel af van het manteltje of pakje,
waar het mutsje bij gedragen moet worden.
En wil men het mutsje als een geschenk
geven, zoodat men niet weet, waar het bij
gedragen moet worden, dan verdient het
aanbeveling wit te kiezen, daar deze kleur
bij alles gedragen kan worden en altijd leuk
staat. Het hier beschreven model is voor een
kind van 2 a 3 jaar.
Men breit het mutsje op naalden van 3
millimeter middellijn. Als patroontje voor dit
mutsje kiest men de gestekorrel; een recht,
een averecht, enz. en de volgende toer laten
verspringen.
We beginnen met de pas te maken. We
zetten 38 centimeter steken op en breien
daarop 12 centimeter hoog. Dan aan iedere
zijde 133 centimeter afkanten en op de 12
centimeter, die in het midden overblijven aan
iedere zijde minderen, door de twee begin-
steken samen te breien. Men gaat door, tot
men geen steken meer op de naald heeft.
Voor het achterstukje breit men een lapje
dat 12 centimeterf breed is aan den voorkant,
13 centimeter hoog en in deze 13 centimeter
mindert men geregeld aan beide kanten, tot
men een breedte van 8 centimeter overhoudt.
De zijranden van de pas, evenals de punt
haakt men om met een rij gewone vasten
Men zet het mutsje op de volgende manier
in elkaar:
Het smalste gedeelte van het achterstukje
komt in den nek; in het midden daarop wordt
de punt van de pas gehecht. De breedste zijde
(12 centimeter) komt precies onder de 12
centimeter van de punt, Dan naait men alles
onzichtbaar vast. De geheele muts wordt om-
gehaakt met een paar randjes vasten.
Aan de achterzijde, precies aan het einde
van de punt maakt men een kwast.
De muts wordt met een paar linten aan
de voorzijde dicht gestrikt.
EEN KIKVORSCHEN FARM.
Kikkerbilletjes zijn in Frankrijk een deli
catesse, die men in het passende jaargetijde
op de spijskaart van ieder goed restaurant
vindt. Helaas zijn kikkerbilletjes zeer klein,
zoodat men een portie met één hap naar
binnen heeeft. Dit verdroot den heer Clifford
Holger de Roode, een in Chicago geboren
Amerikaan, die echter sedert langen tijd even
buiten Parijs woont, zeer. En hij vatte daar
om het plan op een kikvorschenfann op te
gaan zetten, die reeds vanaf het volgend jaar
alle Parijsche restaurants van kikkerbilletjes
.1 voorzien.
Zooals Mr. Clifford vertelt, heeft hij voor
het eerst in 1930 kikkerbilletjes gegeten. Hij
vond ze heerlijk; maar met de grootte van
zijn portie was hij het niet eens. En als
Amerikaansch zakenman ging hij onmiddel
lijk na of hij dit heerlijke stukje „wild"
niet in vergrooten vorm op tafel kon brengen
Eerst verzamelde hij in Frankrijk kikkers,
om ze wat smaak betreft te onderzoeken.
Toen liet hij zich door familieleden kikkers
uit Amerika sturen. Bij een zending kikkers
uit Louisana was eindelijk de kikker, die
hem voor zijn doel uitstekend voorkwam.
Ook was deze tamelijk groot: de lengte van
de achterpoot bedroeg namelijk ongeveer 20
centimeter.
Na deze voorbereidingen ging Mr. Clifford
tot de daad over. Hij kocht in de buurt van
Parijs een stuk land en bouwde daar een
kikkerfarm. Een klein watertje in de nabij
heid maakte het hem mogelijk het water voor
de kikkers in kleine vijvertjes te brengen, die
hij dan met dicht prikkeldraad liet omgeven,
opdat de dieren er niet vandoor zouden gaan.
Hieiïn werden de Louisiana-kikkers gezet en
de teelt kon beginnen.
De kikkerteelt is niet eenvoudig. Iedere
vrouwelijke kikker legt per jaar 10.000 eieren.
Dit kikkerdril moet, wanneer het gelegd is.
uit het water gevischt worden en in een an
dere vijver gebracht worden; want kikker-
ouders zijn zoo barbaars'ch hun eigen kinde
ren op te eten. Ook het eierleggen krijgt men
niet gemakkelijk gedaan, daar de vrouwelijke
kikker eerst moet wennen aan haar omgeving
voor ze hiertoe overgaat. Is het kikkerdril
echter op een veilige plaats, dan gaat de rest
zeer vlug. Br. Clifford hoopte trouwens reeds
volgend jaar de eerste kikkerkinderen
kunnen begroeten.
Volgens zijn berekening moet hij in 1937
500.000 kikkers tot zijn beschikking hebben.
In het jaar 1938 zullen 2.5 milliard kikkers
een nieuw volksvoedsel vormen, voor Frank
rijk.
Een bezwaar mag echter niet vergeten
worden. De kikkers zijn zeer muzikaal en het
concert van millioenen en millioenen van
deze beesten kan dus een heidensch kabaal
worden. -
Voorloopig heeft de burgervader nog geen
bezwaar tegen deze nieuwe bevolkingstoe
name. Wat hij in 1937 zal zeggen moet afge
wacht worden.
HET MENU VOOR DE HEELE WEEK
ZONDAG:
kop bouillon met dobbelsteentjes vleesch;
gebraden poularde, gekookte aardappelen,
sla,
perzikencompöte.
MAANDAG:
hutspot met klapstuk,
sinaasappelvla.
DINSDAG:
runderlapjes, snijboonen (bus), gebakken
aardappelen;
fruit.
WOENSDAG:
Brusselsch lof (ieder struikje gerold in een
plakje ham, alles overgoten met melksausje,
in vuurvasten schotel gestoofd),
gestoofde aardappelen;
chocoladepudding met vanillesaus.
DONDERDAG:
zuurkool met spek of worst;
fruitsla.
VRIJDAG:
gekookte schelvisch, gekookte aardappelen
met boter en sla;
appelflapjes.
ZATERDAG:
aardappelpuree, gebakken kalfslever;
spinazie (bus) met hardgekookte eieren,
wentelteefjes.
Encyclopaedie voor Moeders, onder redactie
van J. Riemens-Reurslag, uitgave Scheltens en
Giltay, Amsterdam. Op onze redactietafel
ligt een lijvig boekdeel van 632 bladzijden,
een medisch-paedagogisch handboek ten be
hoeve van ouders en opvoeders, samengesteld
uit bijdragen op elk toepasselijk gebied van
de hand van medici, paedagogen, psychologen,
jeugdleiders, onderwijsdeskundigen enz. enz.
van erkende reputatie. Wij zijn uiteraard niet
veel verder gekomen dan doorbladeren, maar
de kwaliteit der medewerkers geeft ons reeds
de overtuiging, dat voor ouders en opvoeders
in dit werk zeer veel te vinden is, dat hun in
zicht kan verruimen in tal van problemen, hun
den weg kan wijzen in tal van kwesties, die
hen bestormen in hun zorg voor het boven
alles kostbare, dat onder hun hoede is gesteld:
het kind.
Knap jij 't maar op, Jeeves t door
P. G. Wodehousc.
Het Nederlandsche Boekhuis te Tilburg
heeft in geautoriseerde vertaling van F. van
Velsen uitgegeven „Knap jij 't maar op, Jee
ves!", een serie der bekendste verhalen over
den volmaakten butler Jeeves en zijn patroon
Bertie Wooster van den Engelschen schrijver
P. G. Wodehouse.
„Men vergeeft 'haar heur charme, omdat zij
zooveel innerlijk leven heeft", zoo ongeveer
liet zich een Hollandsche vrouw wie het we
zenlijk zelf niet aan charme ontbrak - uit
over Mme. Malaterre-Sellier, de beminnelijke
Frangaise, die een korte rondreis door ons land
maakt en in verscheidene steden conférences
zal houden over haar land en de Fransche
vrouw. Een eharmeuse is zij zeer zeker, deze
Fransche vrouw met haar fijn en guitig ge
zichtje, die zoo aardig een moue kan trekken,
als iets haar niet aanstaat en toch, onder
haar zonnig volmaakt vrouwelijk uiterlijk zulk
een sterken geest verbergt. Typisch Fransch
inderdaad, deze uiterlijke charme, waaronder
de degelijke en gesloten Hollander zoo licht
geneigd is zwakheid, oppervlakkigheid, al
thans gebrek aan ernst en oprechtheid te ver
moeden, terwijl toch de bekoorlijke glimlach,
welke zoo gemakkelijk deuren opent, uitste
kend gepaard kan gaan met loyauteit, waar
digheid en getrouwheid aan beginselen.
Dat deze Frangaise, die in Pulchri Studio in
Den Haag o.a. voor Nederland-Frankrijk sprak
over „l'Influence de la France dans les Pays
autour de la Méditerrannée" een groote lief
de voor haar vaderland koestert blijkt even
zeer uit de keuze van haar onderwerpen als
uit de wijze, waaop zij in een lezing te Rot
terdam de Fransche vrouw verdedigde tegen
de opvatting, welke velen zich van haar vor
men, afgaande op de literatuur op romans en
tooneelstukken, waarin zij het met de echte
lijke trouw niet zoo nauw schijnt te nemen.
Zooals zij, die het Fransche leven meer nabij
kennen wel weten, wees zij er op, dat de
Fransche vrouw haar gezinsplichten met veel
toewijding vervult en een uitstekend, echtge-
Mme. Malaterre-Sellier.
noote en moeder is. Zij blijft echter haar
charme bewaren, omdat zij weet, dat zij haar
man daarmede moet boeien, en, al heeft zij
het kiesrecht nog niet, zij toont meer belang
stelling voor de politiek en voor het politiek of
maatschappelijk succes van haar man, dan
menige vrouw in de landen, waar de vrouw
wel het kiesrecht bezit.
Mme. Malaterre is een van de krachtige
strijdsters voor vrouwenkiesrecht. Wij zagen
en hoorden haar het eerst in 1926 op het Int.
Vrouwenkiesrecht congres te Parijs. Zij scheen
een echte Parisienne, vrouw van de wereld,
altijd eenvoudig en met smaak en elegance
gekleed, met tact haar woorden kiezend, wel
willend jegens ieder, zonder zich op een
voetstukje te plaatsen; waar mogelijk met een
ondeugend woordje of een schalksche plagerij
overwinnend, toch overal aanwezig, waar men
haar leiding of raad verlangde en een gees
tig en voortreffelijk spreekster, die door el
ke rede wist te boeien, en altijd wat te zeggen
had. Want, in werkelijkheid is dit fijne per
soontje, dat geschapen scheen om in de we
reld te schitteren, een echte vrouw, die weet
van aanpakken. Zij heeft gedurende den we
reldoorlog de gewonden aan het front ver
pleegd met evenveel moed als toewijding, want
haar leven was aan gevaren blootgesteld. Toch
behield zij haar glimlach temidden van de
verschrikkingen van den oorlog, den glimlach
waarmede zij de ergste lijders kon verkwikken
en bemoedigen.
Was het wonder, dat de vrouw, die op deze
wijze de ellende van den oorlog leerde kennen,
pacifiste werd en in de toekomst al haar
krachten aan de vredesbeweging schonk, al
bleef zij haar land liefhebben, dat haar voor
MEVROUW KOOKT.
Onder dezen titel is ..van de hand van Alice
Feynvan Smaeck bij H. P. Leopold's Uitge
vers-Mij. N.V. te Den Haag een kookboek ver
schenen, dat op iedere bladzijde éen recept
vermeldt, waarbij de noodige aanteekeningen
kunnen worden gemaakt.
De recepten zijn geschikt voor Mevrouw
wanneer zij tenminste de gewone pot goed kan
koken, want voor beginners zijn zij niet ge
schikt.
Elke afdeeling recepten heeft zijn eigen
kleur van papier, wat meer een bijzondere op
zettelijkheid lijkt, dan direct een gemak, tenzij
men al de rubrieken met hun kleur van bui
ten kent.
Overigens is het boek voor haar, die eens
wat anders dan gewoonlijk willen opdienen
practisch en overzichtelijk, terwijl het een af-
waschbare band heeft, hetgeen in de keuken
lang niet te versmaden is. Behalve het groote
gemak dat de mogelijkheid van extra aan
teekeningen biedt, heeft het boek ook nog een
taschje voor het bergen van recepten en der
elij ke.
SLAAPSOKKEN.
Vele vrouwen lijden aan koude voeten.
Waarom dan niet de heerlijk warme slaapsok-
ken gebreid, waarvan wij hier de beschrijving
geven?
haar betoonde vaderlandsliefde tal van on
derscheidingen verleende. Als zoovele vrouwen,
die zich aan maatschappelijk werk willen ge
ven, heeft ook zij ondervonden, dat de vrouw,
om wezenlijken invloed te kunnen oefenen in
het bezit moet zijn van het stembiljet, en zoo
werd zij strijdster voor vrouwenkiesrecht, dat
de Fransche vrouw, die tot bijna alle beroepen
is toegelaten, nog steeds niet heeft veroverd,
al zijn er onder de Kamerleden en Senateurs
verscheidenen, die voor haar op de bres staan.
Mme. Malaterre is o.a. vicepresidente van
den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht en
zij heeft dit jaar voor dien Bond, tezamen met
onze landgenoote mevrouw Mr. Bakker-Van
Bosse een propagandareis gemaakt door oos
telijke landen als Egypte, Palestina, Syrië, om
daar de voor haar rechten ontwakende vrou
wen te binden aan de geestverwante zusteren
in het westen. Ook daar wist zij door haar tact
en welsprekendheid vrienden te winnen voor
de vrouwenbeweging en voor naar vaderland
en ook daar was zij de sterke vrouw, die de
vermoeienissen der reis niet telde.
Dat haar regeering haar weet te waardee-
ren bewijst het feit dat zij als technisch advi
seur werd toegevoegd aan de Fransche dele
gatie- naar den Volkenbond en het spreekt
vanzelf, dat de Nederlandsche vrouwenorgani
saties zich niet onbetuigd lieten nu zij hier
vertoefde. In Utrecht waren het de Soropti-
misten, die haar een diher aanboden, in Rot
terdam werkten de Staatsburgeressen samen
met Nederland-Frankrijk; in Amsterdam bo
den haar verscheidene vrouwenverenigingen
tezamen een thee aan, in den Haag werd zij
tot een thee uitgenoodigd, door de Haagsche
afdeelingen van de Ver. voor Vrouwenbelangen
en Gelijk Staatsburgerschap, van Vrede en
Vrijheid en door de Eerste Nederlandsche
Soroptimistclub. We twijfelen niet, of de Ned.
vrouwen zullen een gunstigen indruk meege
nomen hebben van deze Frangaise. We ho
pen, dat zij eveneens de meer gesloten Neder
landsche heeft leeren waardeeren.
EMMY J. B.
We hebben er 70 gram vier- of vijfdraadswol
voor noodig en we breien op pennen van 2Vz
millimeter middellijn. We breien twee werkjes
en wel:
Een fijne ribbel: een steek recht, een steek
averecht, enz. En:
Geheel recht: een toer recht, een toer ave
recht. afwisselend. Het hier beschreven model
is goed voor schoenmaat 38.
We beginnen 50 steken op te zetten en
breien een boordje in fijne ribbels van onge
veer 4 centimeter hoogte. Dan beginnen we
met den halven hiel. Deze breien we op de 16
eerste steken van de naald, recht heen en ave
recht terug. Zoo maken we 7 centimeter. Dan
maken we aan den kant telkens een mindering,
door de twee eerste steken samen te breien. Dit
vijf keer. De elf steken, die op de naald geble
ven zijn, afkanten. Dan neemt men aan den
zijkant twintig steken op en breit langs de ste
ken, die zijn blijven staan, tot men aan den
anderen kant komt. Daar maakt men nog
maals een halven hiel. Zijn deze steken ook
afgekant, dan neemt men van dezen hiel
eveneens aan den zijkant twintig steken op.
Men heeft dan met de steken, die in het mid
den zijn blijven staan, m het geheel 58 steken
op de naald. Men breit echter heen en ave
recht terug. Op 2 centimeter hoogte, maakt
men op de beide hoeken in het breiwerk tel
kens een mindering. Dit doet men om den toer,
tot men nog 52 steken over heeft. Dan breit
men vijftien centimeter door. De minderingen
voor de teenen maakt men op de goede zijde
van het breiwerk.
Den eersten toer met minderingen breit men
op de volgende wijze;
Tien steken recht, twee steken samenbreien,
twee steken recht, twee steken samen, twintig
steken recht, twee steken samen, twee steken
recht, twee steken samen, tien steken recht.
In den toer averecht maakt men geen minde
ring, doch wel weer in den rechten toer. Men
moet er voor zorgen, dat de minderingen netjes
boven elkaar komen.
Zoo gaat men door, tot men nog 12 steken
op de naald heeft. Deze kant men af en men
stikt de slaapsok dicht.
Voor wie niet graag met vier pennen breit,
is dit een buitengewoon handige oplossing.