De voorgenomen wijziging van de Warenwet 1919. Liszt als Hongaar en Oostenrijker. Vallen de normen eerlijkheid in den handel" en f,zorg voor de volksgezondheid" samen? Onze Warenwet dateert van 1919. Ons land Is in achttien keuringsdistricten verdeeld, waarbij nog gevoegd zijn een drietal provin ciale keuringsdiensten n.l. in de provincies Groningen, Friesland en Drente. In totaal zijn er dus een twintig diensten. In het oor spronkelijke wetsontwerp werden de jaarlijk- sche kosten geraamd op 600,000 gulden. In 1932 bedroegen deze kosten niet minder dan 1.700.000 gulden. In de laatste jaren is men reeds tot bezuinigingen op dezen dienst over gegaan. Zoo zijn de kosten voor dit jaar geraamd op 1.300.000 gulden, dus nog altijd meer dan het dubbele van de raming, gemaakt jn 1018. Bij een beoordeeling dezer cijfers dient men natuurlijk rekening te houden met het feit, dat de arbeidsloonen na 1918 ver hoogd zijn. De voor de hand liggende be zuiniging dient in de eerste plaats gezocht te worden in een vermindering van het aantal keuringsdiensten. De geweldige uitbreiding en vooral ook de verbetering van het verkeers- apparaat zijn afdoende argumenten voor deze inkrimping. Wanneer men bedenkt, dat er in het Westen van het land laboratoria ge vestigd zijn in Alkmaar, Amsterdam, Haar lem, Leiden, 's Gravenhage, Rotterdam en Dordrecht, dan kan waarschijnlijk zonder eenig bezwaar dit aantal beperkt worden en dient men daartoe over te gaan in een tijd waarin uiterste zuinigheid geboden is. Dat de bereikte bezuiniging in den aanvang gering zal zijn, spreekt van zelf. Een tweede be zuiniging is te vinden in een vermindering van de bezetting met personeel, met inacht neming van de functie, welke men de keuringsdiensten wil toekennen en waarover ook verschil van meening bestaat. Welke voorstellen zijn nu van regeeringswege met betrekking tot deze reorganisatie gedaan? Kortheidshalve zij vermeld, dat op 6 Augustus 1935 bij de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal een wetsontwerp werd ingediend tot- wijziging van de Warenwet 1919. Het heeft weinig zin uitvoerig mede te deelen hoe de Regeering zich deze reorganisatie had ge dacht. In het Voorloopig Verslag werden n.l. zooveel bezwaren tegen deze wijziging ge opperd, dat de Regeering bij haar Memorie van Antwoord met een Nota van wijzigingen is gekomen, die feitelijk van l^et oude ont werp weinig meer overlaat. Een der wijzigin gen is van zuiver principieelen aard. Tot dus verre beschermt de Warenwet n.l. de eerlijk heid in den handel. Blijkens bovenbedoelde Nota stelt de Regeering voor daaraan een einde te maken. Daarnaast stelt de Regeering voor het bedrijfsleven in de kosten van de keuring van waren te laten medebetalen tot een vierde gedeelte van het geheeile bedrag. Het is duidelijk, dat- tegen dit medebetalen ernstig verzet is gerezen van de zijde van een groot gedeelte van het bedrijfsleven. Men betoogt, dat het in dezen tijd ontoelaatbaar is de bedrijfskosten nog te verhangen en dat alles in het werk gesteld moet worden om tot een verlichting te komen. Daartegenover dient opgemerkt te worden, dat een ander gedeelte van dat bedrijfsleven zich bereid heeft.- verklaard tot het betalen van een zekere retributie, in 't bijzonder in het be lang dér bona fide handelaren, die maat regelen wenschelijk achten tegen geknoei. Nu de taak der keuringsdiensten geheel gewijzigd zal worden en zich zal beperken tot de zorg voor de volksgezondheid is de geneigdheid mede te betalen voor velen ver vallen. Intusschen heeft de Commissie van voorbereiding uit de Tweede Kamer monde ling overleg gepleegd met den Minister van Sociale Zaken, waarbij in de eerste plaats het vervallen van den norm „de eerlijkheid in den handel" ter sprake is gekomen. Men bleek algemeen van oordeel, dat het gewij zigde ontwerp op dit punt een tegenstrij digheid bevat. De commissie wees in dit ver band op het feit. dat weliswaar in de nieuwe artikelen 13 en 15 deze norm vervalt, doch dat in artikel 5 van het gewijzigde ontwerp evenals in artikel 6 van de geldende Wa renwet wordt gesproken van „waren, die van ondeugdelijke samenstelling zijn of in ondeugdelijken toestand verkeeren", terwijl daarnaast wordt gesproken van „waren, die bij gebruik overeenkomstig de bestemming voor het leven of de gezondheid schadelijk zijn of kunnen zijn". De Commissie bleek van oor deel dat handhaving van de controle op de deugdelijke samenstelling voor een goed deel neerkomt op behoud van de controle op de eerlijkheid in den handel. De Minister bleek van oordeel, dat de noodzakelijke bezuiniging op de Rijksuitgaven oorzaak is, dat tal van belangen minder intensief behartigd kun nen worden, dan vroeger het geval was. De voornaamste rechtsgrond voor het eischen van een bijdrage van de zijde der bedrijven achtte de Minister te'liggen in het feit, dat de bedrijven nu eenmaal gecontroleerd moe ten worden. De Minister behield zich het antwoord voor op de vraag, of door het schrappen van de norm „eerlijkheid in den handel", de ge- wenschte bezuiniging ten slotte niet verloren zou gaan, doordat de controle op de deug delijkheid van de samenstelling vrijwel op hetzelfde neer zou komen. Wel verklaarde de Minister, dat hij, zoo noodig ook de schrap ping van de controle op de deugdelijkheid der samenstelling zou voorstellen. Eenstemmig bleek de Commissie van oordeel, dat zij ge plaatst voor de keuze tusschen het vervallen van de norm „eerlijkheid in den handel" of het behoud daarvan met een zekere ver hooging van de aanvankelijk voorgestelde bij drage van het bedrijfsleven, de laatstbedoelde regeling zou kiezen. Van regeeringszijde werd voorts erkend, dat op de gemeenten, gelegen in het gebied van een keuringsdienst, die wordt opgeheven, zware lasten zullen komen te drukken. Overwogen zal nog worden daar aan zooveel mogelijk tegemoet te komen. Met betrekking tot de bepaling dat het Rijk en de bedrijven samen de helft van de kosten zullen dragen (artikel 13) deelde de Minister nog mede dat deze bepaling zoo zal worden uitgevoerd, dat het Rijk het deel van die helft van de kosten betaalt, dat niet door retributie gedekt wordt. De geheele materie is uiterst gecompli ceerd. Tal van vragen en mogelijkheden dringen zich als van zelf naar voren. Kom' men tot een inkrimping van het personeel aan deze diensten, dan zal het gevolg daarvan zijn een beperking van de frequentie der controlewerkzaamheden. Op zich zelf kan men daarin een ernstig bezwaar zien. Ten deele zou men dit kunnen ondervangen door verhooging van de strafmaat. Daardoor zou m en vermoedelijk kununen volstaan met een vermindering van het aantal controles. Hoe men ten slotte ook moge staan tegen over de vraag, of de toekomstige Waren wet eenerzijds dient te zorgen voor de be langen der volksgezondheid en tevens voor de eerlijkheid in den handel, kwalijk is toch vol te houden, zooals de Memorie van Toe lichting doet, dat deze begrippen samenval len Het gebruik toch van goeakoope, doch voor de gezondheid onschadelijke stoffen maakt wel meer dan eens inbreuk op de eer lijkheid in den handel, doch behoeft aller minst in strijd te zijn met de belangen van de volksgezondheid Een van de meest spre kend voorbeelden was de kortgeleden gepu- bliceerden ontdekking van den provincialen keuringsdienst te Groningen. Daar werden een 120-tal potten huishoudjam in beslag ge nomen die aangeboden werden als bessen en abrikozenjam. Zij bleken bij onderzoek 70 procent water te bevatten en voorts appel moes die gekleurd was Zouden de thans voorgestelde wettelijke bpalingen van kracht worden, dan zou dit product hoogstwaar schijnlijk buiten de controle vallen. Het is wel als zeker aan te nemen, dat het laatste woord over de regeeringsvcorstellen nog niet gesproken is. Voor producenten de taillisten maar ook voor alle consumenten is het een vraagstuk van de grootste beteeke- nis. MOLLERUS. Ontwerp-program der R.-K. Staatspartij. Door den Partijraad ongewijzigd over genomen. Ongeveer half Juni is een ontwerp-staat- kundig program der R.K. Staatspartij ver schenen, samengesteld door een door het Partijbestuur daartoe ingestelde commissie. Op dit ontwerp, waarvan wij ten tijde van het verschijnen een uitvoerig résumé hebben op genomen, is thans een toelichting verschenen. Het Partijbestuur der R.K. staatspartij heeft besloten het ontwerp der commissie onge wijzigd over te nemen en als zijn voorstel in te dienen bij den Partijraad, die dat voor stel in zijn jaarvergadering van 29 Febr. 1936 zal behandelen. In de toelichting zijn uiteraard geen zaken opgenomen, welke niet vermeld zijn in het bovenbedoelde ontwerp. Slechts wordt een in leiding gegeven over de geschiedenis van de verschillende katholieke programs, waarvan in 1883 door Dr. H. Schaepman de grondslag is gelegd in „Een Katholieke Partij. Proeve van een Program". In 1896 werd door de toen malige R.K. Tweede Kamerleden onder aan voering en leiding van Dr. Schaepman de be kende beginselverklaring gehandhaafd. De later volgende Katholieke programs van 1918, 1922, 1925 en 1929 hebben alle naar voorgaan de programs verwezen en deze gehandhaafd, voorzoover zij niet waren gewijzigd of reeds verwezenlijkt. Bij de voorbereiding van het program van actie voor 1933 is een schuch tere poging gedaan dit z.g. waschlijst-stelsel te verlaten en bij het thans ingediende ont werp-program heeft men er grondig mede af gerekend. Verder bevat de inleiding nog eenige op merkingen over de systematiek van en de bronnen voor het program, welke laatste ge put zijn „uit de Openbaring, gelijk deze door het kerkelijk leergezag wordt vertolkt, zoo mede uit de natuurlijke eischen van het per soonlijke en het gemeenschapsleven in zijn verschillende vormen". In de commissie, welke het ontwerp-pro gram vervaardigde, hadden zitting prof. mr. P. J. M. Aalberse, dr. D. Beaufort O. F. M., dr. J. van Beurden, O. Praam, mr. C. M. J. F. Goseling, prof. mr. P. W. Kamphuisen, prof. dr. J. B. Kors O.P., prof. J. H. Niekel, prof. mr. W. Pompe en prof. dr. ir. J. Schmutzer. Mr. A. L. de Block was aanvankelijk secretaris, die later om gezondheidsredenen werd vervangen door mr. H. A. M. T. Kolfschoten. T eraardebestelling Th. W. Blijdenstein. Enorme belangstelling op Westerveld. Onder enorme belangstelling is Zaterdag middag op de begraafplaats Westerveld ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer Th. W. Blijdenstein, oudste directeur van de Twentsche Bank te Amsterdam. Onder de aanwezigen bevonden zich vertegenwoordigers van nagenoeg alle belangrijke bankinstellingen in den lande, in de eerste plaats de directeu ren van de bijkantoren, verder was ook veel personeel van de bank te Amsterdam en de bijkantoren aanwezig. Van het bestuur, van de Twentsche Bank wai^n aanwezig de heeren J- H. van Heek, oresident-commissaris, Mr. H. Telders, F. Lieftinck J.Iizn., jhr. F. Teding van Berkhout en dr. A- R, Zimmerman, commissarissen, de directeuren de heeren mr. H. F. van Leeuwen, J. M. Telders en G. Warning alsmede de hee ren J. v. d. Linde en mr. J. D. Boltjes, secre tarissen der directie. Verder waren. o.a. aan wezig de heeren jhr. Teding van Berkhout, directeur van de Haarlemsche Bank, jhr. Te ding van Berkhout Sr., oud-directeur, N. Le venkamp, directeur van het Westelijk Rayon. Haarlem, Chr. Beels van Heemstede, directeur der Associatie- en Rente Cassa, E. H. de Clercq, Aerdenhout. H. A. de Bij 11 Nachenius, directeur der Werf Conrad, C. A. W. Pauw, Heemstede, directeur der N.V. Houthandel v.h. William Pont Zaandam, H. van Beeck Vollenhoven. Heemstede, H. Lamoraal Wiechers, Haarlem, Henri Kaufmann, Aerdenhout, G. Warnderink Vinke, Bloemendaal, mr. H. P. Tjeenk Willink, directeur van de Twentsche Bank, den Haag, mr. J. C. Stoop, oud-directeur te Dordrecht enz. Bij de groeve heeft de heer J. H. van Heek namens raad van commissarissen, directie en personeel het woord gevoerd. In het bijzonder wees spreker op de eerlijkheid, de trouw en de bescheidenheid van^ den overledene. Vele jaren was hij lid van 'de directie. Er zullen zijn die hem kunnen vervangen, maar deze zullen toch niet de karaktereigenschappen hebben van den overledene. Een broer, mr. H. Blijdenstein wees op het groote verlies, dat de familie door het heen gaan van zijn brcer lijdt. Men zal hem noode missen. De oudste zoon dankte de aanwezigen voor hunne belangstelling. Van dief en diefjesmaat. Drie gemaskerde kerels over vallen zieke vrouw. Toen men in Heerlen ging klagen, kwamen de arrestaties Door de recherche te Heerlen is een goede slag geslagen door het aanhouden van een smokkelaarsbende. Door een zekeren P. werd bij de recherche alhier aangifte gedaan, dat H. J. een aanzien lijk bedrag geld verduisterd had. Bij onderzoek bleek, dat P. aan H. J. deze som had gegeven om in België boter en suiker te koopen en deze waar naar Nederland te doen oversmok kelen. H. J. maakte echter het bedrag in Bel gië op en kwam zonder geld of koopwaar Vrij dagavond in I-Ieerlen terug. Hij werd toen door de recherche aangehouden en zeidie het ont vangen geld te hebben verbrast. Maar tevens begon hij ook te vertellen van een beruchte smokkelaarsbende. Naar aanleiding van dit verhaal werd een uitgebreid onderzoek door de recherche alhier ingesteld, met het gevolg, dat bij zekeren K. twee automobielen in beslag werden genomen en deze met verscheidene andere personen werd gearresteerd. Tegen hen werd proces verbaal opgemaakt. P. wordt morgen ter beschikking gesteld van den Officier van Justitie te Maastricht. Hielp Nederlandsche politie de Gestapo-agenten? Zaterdagmorgen zijn drie gemaskerde ke rels de woning binnengedrongen van den heer L. Hendichs in het grensplaatsje Putten. Zij overvielen de vrouw, die sedert lang ziek ligt. Een der indringers hield een revolver op haar gericht, terwijl de twee andere bandieten haar gelastten, de plaats te wijzen, waar het geld was geborgen. Steeds hield men het wapen op haar gericht, met de waarschuwing, dat zij bij het minste gerucht zou worden doodge schoten, Twee doorzochten het huis, de derde bleef met de revolver bij het bed van de vrouw staan. Al het geld, een zeer groot bedrag, is gestolen. De woning ligt tegenover het Nederlandsche douanekantoor, waar echter op het oogenblik van den overval nog niemand aanwezig was. Vóór de indringers zich toegang tot de wo ning hadden verschaft, waren de heer Hen dichs en zijn zoon uitgegaan zonder de deur te sluiten. Men vermoedt, dat de dieven van deze gewoonte op de hoogte zijn geweest. Niemand in de omgeving heeft iets van het gebeurde ge merkt. Een meisje van vijf jaar, dat in haar bedje lag, had alles stilzwijgend aangezien; zoodra de mannen waren vertrokken, is zij in nachtgewaad naar haar tante gevlucht om aan deze het heele relaas te doen. Men vermoedt dat de daders naar België zijn gevlucht De heer Schalker zou bewijzen hebben. Het Tweede Kamerlid Schalker had bij de behandeling van de begrooting van Justitie in de Tweede Kamer mededeelingen gedaan, die hem ter kennis waren gekomen over het wer ken van Gestapo-agenten in Nederland tegen geëmigreerde Duitsche anti-fascisten en de wijze waarop daaraan door Nederlandsche politie-autoriteiten niet-ambtelijke medewer king wordt verleend. (Gestapo beduidt Ge heime Staats-Polizei) Naar de heer Schalker ons mededeelt heeft hij thans de documenten die op een dergelijk geval betrekking hebben, aan den Minister van Justitie ter hand gesteld. Deze documenten bestaan uit een door de betrokken Gestapo-agente afgelegde en door haar geteekenide verklaring over haar samen werking met politiebeambten aan een Amster- damschen advocaat, een correspondentie in geheimschrift tusschen deze agente en haar superieuren in Duitschland, haar door bemid deling van Nederlandsche politiemannen toe gezonden, eenige schriftelijke uitnoodigingen tot een bespreking aan deze agente gezonden door een Nederlandsch politiebeambte, onder een pseudoniem en een brief van dezen be ambte ter begeleiding van een bedrag van 10 gulden aan de bedoelde Gestapo-agente. AFWIKKELING ACHTERSTALLIGE HAN DELSVORDERINGEN OP DUITSCHE DEBITEUREN In de week van 2 tot 7 December 1935 is door De Nederlandsche Bank in totaal een be drag van omstreeks RM 800.000 van de op haar Sonderkonto bij de Deutsche Verrech- nungskasse uitstaande vorderingen met cle begunstigden afgerekend. De nummers van deze posten liepen van 83170-83283. Het totale bedrag van de op het Sonderkonto uitstaande posten die nog niet tot uitbetaling zijn gekomen, beloopt op het oogenblik om streeks RM 30,3 millioen. De Sonderkonto- posten, waarvoor koersfixeering is verkregen, is hieronder begrepen. Aan Treuhanderkonto-posten is door De Nederlandsche Bank gedurende dezelfde pe riode in totaal een bedrag van ongeveer RM 22.000 met de begunstigden afgerekend. Het hoogste afgerekende volg or den u miner wa 18705. Het totale bedrag van de op het Treuhan- derkonto Niederlande uitstaande vorderingen die nog niet tot uitbetaling zijn gekomen, be loopt op het oogenblik omstreeks RM 18,8 mil lioen. De Treuhanderkonto-posten, waarvoor koersfixeering is verkregen, zijn hieronder be grepen. Scheiding tusschen Nat. Herstel en den heer Westerman. Wegens verschil in opvattingen. Het hoofdbestuur van het Verbond voor Nationaal Herstel deelt mede, dat het met den afgevaardigde van het Verbond, mr. dr. W. M. Westerman heeft overlegd over het feit. dat hij over verschillende belangrijke onder werpen opvattingen huldigt, welke volgens het oordeel van het hoofdbestuur afwijken van de in het algemeen in het Verbond heer- schend e. In verband hiermede heeft de heer Wes terman gemeend zijn zetel in de Tweede Ka mer ter beschikking te moeten stellen, van welk aanbod door het hoofdbestuur geen ge bruik is gemaakt, omdat het van oordeel is, dat de nationale gedachte hierdoor in het al gemeen niet gediend zou worden en de wen- schelijkheid gevoeld wordt, dat de heer Wes terman, ook al mogen zijn uitingen niet meer als representatief voor het Verbond voor Nationaal Herstel worden aangemerkt, in de gelegenheid zal blijven gedurende den loopen den zittingstermijn, in de volksvertegenwoor diging als onafhankelijk nationaal afgevaar digde zijn stem te doen hooren. Zulks is geheel in strijd aldus deelt het hoofdbestuur mede met het uitgangspunt van het Verbond, dat, beweging zijnde, de verkiezingen niet als doel, doch slechts als middel aangrij.pt om in de vertegenwoordi gingen een nationaal geluid te laten hooren. Er zal een nadere regeling getroffen wor den voor den zetel dien de heer Westerman in den Haagschen raad bezet. Oss beleeft nog steeds arrestaties. Oude bekende aan de beurt. De Ossche gemeentepolitie arresteerde Za terdag een 23-jarigen man onder verdenking van diefstal van verschillende partijen goede ren, kort geleden gepleegd. De verdachte be hoort tot het bekende „milieu". Het vorige jaar werd hij door de Koninklijke Marechaus see op heeterdaad betrapt bij het plegen van een berooving op een der wegen in de Ossche heide. Voor dit feit werd hem een voorwaarde lijke straf opgelegd van acht maanden met een proef t.iid van drie jaar. De arrestant zal ter beschikking van de Justitie worden gesteld en naar 's-Hertogenbosch worden overge bracht. Laffe daad in het grensplaatsje Putten. MAANDAG 9 DEC, 1935 Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 9 December: Reeds vroeger wees men er op, hoe in België, waar eigenlijk toezicht op de spoorbanen niet schijnt te bestaan, nagenoeg iederen dag een of meer per sonen onder spoortreinen geraken. Thans is wederom een bejaard geeste lijke, de heer Kemps, pastoor te Sempst, het slachtoffer geworden van de inder daad onvergeeflijke nalatigheid der be trokken spoorwegdirectie. Bij het pas- seeren van den niet afgesloten overweg tusschen Weerde en Eppeghem, werd de ongelukkige priester door den sneltrein van Antwerpen overreden. De dood volgde onmiddellijk. Sommige bladen houden er een af zonderlijke rubriek voor dergelijke spoorwegongelukken op na. Het gou vernement blijft kalm toezien. Dr. Kortenhorst vond geen gul onthaal in Duitschland. Van uitzetting is echter geen sprake. Naar aanleiding van berichten als zou Dr. Kortenthorst, het Tweede Kamerlid, die als lid der Nederlandsche delegatie voor handels besprekingen uit Duitscland zijn gezet, wordt van bevoegde zijde medegedeeld, dat Dr. Kortenhorst uit Duitschland is terugge keerd ómdat er een pauze in de onderhan delingen was ingetreden. Wel heeft zich een incident voorgedaan nl. in dezen vorm dat aan dr. Kortenhorst in ver band met den indruk, die te Berlijn verkre gen is uit een onlangs in de Tweede Kamer gehouden redevoering, te verstaan is gege ven, dat hij hoewel zakelijk als lid der dele gatie erkend, geen onverplichte beleefdhe den van socialen aard zou genieten, terwijl er niet voor kon worden ingestaan, dat de Duit sche pers over Dr. Kortenhorst's uitlatingen in de Kamer zou zwijgen. „Bloembollencultuur". De opvolger van E. H. Krelage als voorzitter. De candidatuur van'Dr. A. J. Verhage te Haarlem is thans gesteld door de afdeelingen Andijk, Beverwijk, Heemskerk, Hillegom, Hoog- karspel, Limmen, Lisse en Sassenheim. Door de afdeelingen Berkhout, Bovennar spel, Castricum, Grootebroek, Heemskerk, Lisserbroek, Noordwijkerhout, Texel, Uitgeest en Wassenaar werd de candidatuur- van Dr. M D, Dijt te Haarlem gesteld. D. W. Lefeber te Lisse werd gesteld door de afdeelingen Hem en Venhuizen en Voorhout. dienen uiterlijk Woensdagsavonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag afrekenen. DE ADMINISTRATIE. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 7 December 1935 Bevallen: 7 December, N. W. Peltenburg— Botje, z.;M. A. Claij—de Waal, z.; J. Lauer— v. Gend, z.; 6 December, W. PelKolk, z.; L. E. L. de ZwartSpiegeler, z.; M. M. Bauer— Kwarten, d.; J. M. G. LoomenRevers, d. Overleden: 5 December, C. Hazevoet, 74 j Eendjespoortstraat; E. H,, 5 mnd., d. v. W. H. Molenaar, Dr. Schaepmanstraat; 6 December L. T. Swaalf, 62 j., Lorentzplein. AGENDA VOOR VELSEN EN IJMUIDEN. MAANDAG 9 DECEMBER. Bioscoop de Pont: „Wolga in Vlammen" en „Die Stimme der Liebe", 8 uur. DINSDAG 10 DECEMBER. Bioscoop de Pont: „Wolga in Vlammen" en „Die Stimme der Liebe", 8 uur. AGENDA VOOR BEVERWIJK. MAANDAG 9 DECEMBER. Kennemer Theater: „De bonte Sluier" en „De dansgirls van Panama", 8 uur. Luxor Theater: „Ruggles dient twee heeren' en „Liefde, Dood en Duivel", 8 uur. DINSDAG 10 DECEMBER. Kennemer Theater: „De bonte Sluier" en „De dansgirls van Panama", 8 uuv. Luxor Theater: „Ruggles dient twee heeren" en „Liefde, Dood en Duivel", 8 uur. AGENDA TE HAARLEM. MAANDAG 9 DECEMBER. Luxor Sound Theater: „De uitgeworpene". Doorloopende voorstelling van zeven uur tot half twaalf. Frans Hals Theater: „Suikerfreule" voor de derde week geprolongeerd. 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: Shirley Temple in „Hartedief". Op het tooneel: Anny Myra, Musical Wonder Star. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Episode" geprolon geerd. Op het tooneel: 3 Old Maids, Harmony Song. 2.30, 7 en 9.15 uur. DINSDAG 10 DECEMBER. Bioscoopvoorstellingen. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op I werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan-j Twist om des meesters gebeente. ;s. Toegang vrij. (Van onzen Weenschen correspondent). Niet alleen in Hongarije en in Oostenrijk, maar ook in verschillende andere landen worden gedurende deze weken tal van fees telijkheden ter eere van de nagedachtenis van den grooten componist Franz Liszt ge houden en vinden bijzondere muziekuitvoe ringen plaats, waarop de werken van dezen toondichter ten gehoore worden gebracht. In concertzalen zit een aandachtig publiek vol eerbied naar de composities van den grooten meester te luisteren en diverse ra diostations zenden de klanken door het lucht ruim over de geheele wereld. Tot in de klein ste kamertjes en tot in de meest verlaten en eenzaam liggende huisjes en hutten dringen deze melodieën door. Vooral in Hongarije wordt Liszt's muziek op het oogenblik voortdurend en overal ge speeld. Geen stad of stadje, waar niet min stens een paar Liszt-concerten gegeven wor den. De Liszt-herinneringsplechtigheden du ren in Hongarije tot diep in den volgenden zomer. Men heeft pas het feit herdacht, dat Liszt 125 jaar geleden geboren werd, en op den 31 en Juli 1936 zal het 50 jaar geleden zijn, dat hij te Bayreuth den laatsten adem heeft uitgeblazen. Liszt heeft het eerste levenslicht in een klein plaatsje aanschouwd, dat Raiding heet en in het vroegere Hongaarsche comitaat Oedenburg (of op zijn Hongaarsch Sopron) ligt. Liszt was dus op Hongaarsch grondge bied op de wereld gekomen, maar daar de streek, waarin Raiding ligt, met uitzondering van de stad Oedenburg en de onmiddellijke omgeving er van, na het einde van den we reldoorlog bij Oostenrijk is gekomen, waar van het nu onder den naam van Burgenland een afzonderlijk bondsland (oftewel provin cie) vormt, zou Liszt, wanneer hij hier weer geboren werd, een Oostenrijker moeten zijn! De Oostenrijkers kunnen er zich tegen woordig op beroemen, dat hun grondgebied den grooten kunstenaar heeft voortgebracht. Wederom gaan er thans in Hongarije tal van stemmen op, welke den wensch te ken nen geven, dat Liszt's gebeente naar Honga rije gebracht zou worden teneinde voorgoed in Hongaarsche aarde te rusten. Reeds op den 26en Februari 1887, zeven maanden dus na Liszt's dood, is de bekende Hongaarsche romancier Moritz Jokai in het parlement met een interpellatie voor den dag gekomen; hij vroeg het lichaam van den toondichter naar Hongarije te laten brengen, „Hij was een van de onzen" zoo zeide hij aan het ein de van zijn redevoering, „laten wij de Hon gaarsche aarde zijn dierbare stoffelijke over schot teruggeven!" De afgevaardigde Cornel hield eveneens een vlammende rede, waarin hij zeide, dat ook andere landen hun groote componisten na hun dood terug hadden la ten halen. Italië deed dat met Rossini, Duitschland met Weber, Er ontspon zich een lang debat. De premier Koloman von Tisza, was een tegenstander van het plan, want zoo zeide hij, Liszt had tegen de heele wereld ge zegd, dat de muziek van Hongarije geen Hongaarsche muziek was, doch Zigeunermu- ziek! Jokai's voorstel werd derhalve niet aangenomen en de Pester Lloyd, een van Boedapest's voornaamste dagbladen, schreef dat er door dat besluit wel nooit meer iets van zou komen, dat Liszt's gebeente naar Hongarije gevoerd zou worden. Liszt was te Bayreuth gestorven. Toen hij daar begraven werd, dacht men aanvanke lijk algemeen, dat zijn stoffelijke overschot daar maar provisorisch bijgezet werd, want zijn dochter Cosima Wagner zou bereid ge reid geweest zijn haar toestemming er toe te verleenen het stoffelijke overschot van haar vader naar Hongarije te laten brengen. Wel iswaar knoopte zij er een voorwaarde aan vast. En deze was, dat beide kamers van het parlement te Boedapest op plechtige wijze moesten besluiten den toondichter te laten exhumeeren en naar Hongarije te laten brengen. Toen Liszt overleden was, waren er ver scheidene steden, die aanspraak op de eer maken tot laatste rustplaats van den mees ter te dienen. In Weimar vond men, dat het niet meer dan natuurlijk en billijk zou zijn.dat men Liszt naast Goethe en Schiller zou bij zetten. Anderen weer wilden den toondichter te Eisenach aan den voet van den Wartburg begraven, bij de Elisabethkapel, op welke plaats de heilige Elisabeth, die evenals hij uit Hongarije gekomen was, geleefd en ge werkt had. Liszt had haar in zijn oratorium verheerlijkt. De broeders van de Francisca nerorde weer wilden hem in hun kerk te Boedapest begraven, daar hij tot de hunnen behoord had. En in Bayreuth. waar Liszt ge storven was, wilde men het lichaam van. Richard Wagner's schoonvader behouden. Liszt's stoffelijke overschot bleef te Bay reuth en is daar tot nog toe altijd gebleven. Maar toch ontwaakt in Hongarije altijd weer opnieuw het verlangen den grooten man te rug te hebben. Thans wordt er vooral te Boedapest weer veel over gesproken en ge schreven. Cosima en Siegfried Wagner zijn heenge gaan en Cosima's dochters zijn thans drie oude dames, die zich het liefst zoo min mo gelijk over deze aangelegenheid uitlaten. I W. M. BEKAAR.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7