BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
Vandaag schrijf ik weer geen briefje vooraf
maar begin direct aan de briefjes. Het briefje
van Klein maar Dapper ligt bovenop, dus is
deze vriend vandaag no. 1.
Beste KLEIN MAAR DAPPER. Hartelijk
dank voor het snoepje dat je voor me in het
briefje gestopt hebt. Plet heeft fijn gesmaakt.
Wat prettig dat Sint je zoo goed bedacht
heeft. Wil je Gerardje ook bedanken voor
z'nDe groeten aan Topsy. Dag Klein
m|0>r Dapper.
Lief RANONKELTJE. Toen ik je 1.1.
Woensdagavond niet zag verschijnen dacht ik
wel dat er iets aan mankeerde, Plet is echt
weer om verkouden te worden. Van den ouder
avond van school J. heb ik gehoord. De col
lecte heeft nog een aardige cent voor de
schoolvoeding opgebracht, 'k Hoop, in het be
lang der kinderen, dat nog meer ouderavon
den met collecten zullen volgen, ('k Bedoel
natuurlijk aan andere scholen). De boeken
ken ik niet. Je rapportcijfers zijn heel goed.
Flink zoo. Dag Ranonkèltje.
Lief KRULLENKOPJE. Gelukkig dat je
moeder net nog bijtijds las, dat er geen club
was. Een vergeefsche reis is niet erg aange
naam. Die Sint is toch maar een goede man
en bovendien erg knap. Hij wist dus juist
nuttige cadeaux uit te kiezen. Gezellig dat je
op school nog Kerstfeest krijgt. Dag Krullen-
kopje.
Beste VËRONIKA. Je wilt graag dat ik
weer raadsels opgeef? Binnenkort gaat je
wensch in vervulling. Wat moet je veel fees
ten. 'k Geloof wel drie maal. 'k Zou haast be
weren dat het te veel van het goede is.. Doe
maar goed je best op het tooneel. 'k Hoop
dat je een goed rapport hebt. Dag Vero-
nika.
Lief ROZENKNOPJE. 'k Ben zeer be
nieuwd naar het verslag van het feest en
vind het prettig dat je me er het één en
ander van vertellen wil. Doe maar goed je
best op het tooneel. Veel pleizier. Dag Rozen
knopje. z
Lief ELFJE. Je hebt een goeden St. Nico-
laas gehad zeg. Prettig dat alle feestjes goed
geslaagd zijn. Je gaat nu zeker moedertje of
theevisite spelen met je serviesje. Speel maar
prettig. Dag Elfje.
Lief POPPENMOEDERTJE. Wel gefelici
teerd met je verjaardag en nog vele gelukkige
jaartjes er bij. Ja, nu mag je binnenkort op
de club komen, 'k Spreek er eerst wel eens
met je 'zus' over. Je hebt een goeden St. Nico
laas én een goeden verjaardag,' gehad, .Wat
zal' dat' eeri fijne theepartij worden met je
zus. Zij heeft een serviesje en theelichtje en
jij presenteertrommeltjes.. Speel maar pret
tig. Dag Poppemnoedertje.
Beste MOEDERS HULP. Brr. 'k Krijg er
kippenvel van. Verhuizen met dit koude weer.
'k Vind. het een vreeselijk. karwei, .maar zoo
in den winter, niet om aan te denken. Je
zult je warme kacheltje wel even missen. Wat
heb je het nu al druk. Repe'teeren voor Kerst
mis, Padvinderij, enz. enz. Als je er plezier
in hebt, merk je niet veel van de drukte. Je
kunt er zoo langzamerhand dan niet meer
buiten. Repeteer met succes. Dag Moeders
Hulp.
Lief KEUKENPRINSESJE. Ja, ik heb het
reeds meer geschreven. Die Sint is een beste
man. Leuk dat hij ook aan je op school heeft
gedacht, hoewel je eigenlijk geen feest op
school had. Bovendien is hij ook nog bij je
thuis geweest? 'k Kan begrijpen dat je' heel
blij was met het schoolétui. Dag Keukenprin
sesje.
Lief JULIAANTJE. Wel bedankt voor de
mooie teekening. De kleurtjes kleuren fijn zeg.
Of je met het „Winterfeestje" een vriendinne
tje mede mag brengen". Neen hoor. 'k Vind
het veel gezelliger als ik mijn eigen vriendin
netjes en vriendjes om me heen hebt. Boven
dien is. er voor alle kinderen gelegenheid om
rubriekertje te worden en dan kunnen ze
vanzelf alle feestjes en cluburen mede maken.
Teeken maar prettig.
Dag Juliaantje.
Beste PIETJE PELLE. 'k Dank je heel
vriendelijk voor die mooie waterverf teekening.
Prettig dat je weer beter bent en 'k hoop dat
je nu dezen winter verder zonder den dokter
kunt. Wat heb je een massa cadeaux gehad.
Je geeft een pracht-definitie van een raadsel.
Zoo zou ik het vast niet voor elkaar krijgen.
Hulde. Dag Pietje Pelle.
Lief BOODSCI-IAPSTERTJE. Meisjelief
wat is Sint goed op je geweest. Zoo'n pracht-
spaarpot. Waar zou hij hem gekocht hebben?
'k Denk in Spanje. Denk jij ook niet? 'k Kom
eens' gauw naar die mooie spaarpot kijken.
Mag ik er dan ook eens een dubbeltje in
gooien? 'k Ben erg benieuwd te zien of hij dan
weer den inhoud aangeeft. Die Jannie heeft
look reeds veel gehad, was ze erg blijf met
het hondje? Veel pleizier met je speelgoed.
Dag Boodschapstertje.
Beste ZUS. Je hebt ook al een goeden
Sint Nicolaas gehad, 'k Lees vanavond niet
anders. Hoe gaat het met je voet? 'k Hoop
dat je weer gauw naar school mag. Dag Zus.
Lief LACHEBEKJE. - Alweer een meisje
dat niet. door St. Nic. vergeter is. Prettig dat
je vader zoo gelukkig was met de foto. 'k Hoop
haar ook eens te zien. Ja hoor, je weet het
goed. Sint is bij Gretha T.'s vader in de werk
plaats geweest en heeft er voor mij een prach
tige geslepen flacon au de cologne gebracht.
Sint is trouwens bij meer kinderen uit m'n
klas geweest en heeft daar Iets voor mij ge
bracht. Een flacon au de cologne vond ik in
de gang met een briefje .,yoor m'n lieve Juf
V.". 'k Heb niet kunnen ontdekken wie het
flacon heeft neergezet. Sint heeft mij dus
ook niet vergeten. Wat zal je naaimandje nu
gemakkelijk zijn ingericht. Tot Woensdag. Dag
Lachebekje.
Lief KABOUTERTJE. Dat mag ik hooren.
'n Jongetje dat, ondanks dat hij minder gekre
gen heeft dan verleden jaar, toch tevreden
is. Wel prettig dat je zoo'n mooi schoolétui
he*1'-- gekregen. Tot Woensdag. Dag-Kabou
tertje.
Lief BOSCHVIOOLTJE, Heerlijk dat je
zoo'n goeden Sint Nicolaas gehad hebt. :Heb,
je al ansichten .voor je album? Breng je het
boek eens op de club? Misschien kan ik er uit
voorlezen. Dag Boschviooltje.
Veel groeten van
MEJ. E. VIJLBRIEF.
VOOR KLEINE KNUTSELAARS.
HET WATERVALSPEL.
Het watervalspel dat je hierboven afgebeeld
ziet, is een heel gezellig spel en bovendien niet
moeilijk te maken. Je kunt het zoowel van
hout als van carton maken: maar het spreekt
vanzelf, dat hout steviger is, dus als je je
moeite niet voor niets wilt laten zijn, dan
zou ik je aanraden het van hout te maken,
dat gaat niet zoo snel kapot als carton.
Op het hout teeken je eerst de verschillende
deelen, die je op de teekening ziet en die
zaag je vervolgens uit met 'n figurzaag. Het
is wel aan te bevelen voor de onderdeelen
dezelfde verhouding te nemen, als op de
bijgaande illustratie.
De beide zijkanten, A en B, zijn symmetrisch
evenals de twee opstaande randen D. Met
kleine spijkertjes worden deze op de zijkanten
bevestigd. De trap wordt ook van hout ge
maakt en met spijkertjes tegen elkaar getim
merd.
Hoe het spel verder gemaakt moet worden,
laat de teekening duidelijk zien, zoodat ver
dere aanwijzingen niet noodig, zijn.
Als alles in elkaar zit en netjes gladge-
'geschuurd en geverfd is, sla je in de „trap".
op iedere trede een paar spijkertjes, op on
regelmatige afstanden van elkaar; maar zoo,
dat de afstand ertusschen ruimtelaat onr
een knikker doorgang te bieden.
Het spel wordt nu op de volgende manier
gespeeld
Je laat van boven een knikker op de trap
vallen en deze zal doorrollen naar beneden.
Door de spijkertjes in zijn loop gehinderd, zal
de knikker een zigzag weg nemen en ten
slotte in een der vakjes terecht komen. Deze
vakjes zijn genummerd. Degene, die na een
bepaald aantal beurten het hoogste aantal
punten behaald heeft, is winnaar.
Veel pleizier mét het „watervalspel", jonge
lui.
OOM KEES.
HET MOOIE RAPPORT
door W. B. Z.
Zonder hoed en zonder jas
Met 't rapport en' met haar tasch,
Rent Mies gauw naar buiten toe,
Want ze weet het: daar staat Moe,
Lezen zeven, .schrijven acht,
„Miesje, dat: is onverwacht".
Kleed: je nu maar heel gauw aan,
Dat we saam naar vader gaan.
.„Moes, lees verder: Taal een zes,
En ik kende steeds, mijn 'les,
Aardrijkskunde weer een zeven.
Daar zat ik voor te beven".
Vader is straks ook heel blij
Hij vindt Mies een reuze kei,
Miesje droomde toen dien nacht,
Van een grootey dikke Acht.
AAN ALLEN!
ZATERDAG 14 DEC. 1935
7 was reeds het heilige getal der Chaldee
ërs, een volk, dat voor 30 eeuwen zijn bloeitijd
beleefde. Het kende reeds 7 planeten, n.l. de
zon, maan, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter
en Saturnus.
De Persen hebben de eigenschap van hei
ligheid van 't getal 7 overgenomen. Ten tijde
van de Perzische koningen werden de regee-
ringszaken geleid door een staatsraad, die
uit 7 wijze mannen bestond.
In den Bijbel lezen we van 7 scheppings
dagen. Jozef verklaart den droom van den
koning en vertelt van 7 vette en 7 magere
jaren.
Do Israëlieten laten hun groote feesten 7
dagen duren. Men gebruikt dan een 7-armïgen
kandelaar. Ook de veelvouden van 7 werden
gebruikt. Er waren 70 ouderlingen in Israël.
70 vertalers brachten de Bijbelboeken over in
het Grieksch.
Bij de Grieken en Romeinen vinden we ook
de belangrijke 7. In 't oude Griekenland telde
men 7 wereldwijzen en 7 wereldwonderen. 7
koningen regeerden over het oude Rome. Deze
stad was op 7 heuvels gebouwd. Een geheim
werd opgeteekend dn- een boek, dat met 7
zegels verzegeld was. Wanneer het op den
27sten van de 7de maand regent, regent het
7 weken achter elkaar.
Ook in de sprookjeswereld speelt het getal
7 een groote rol. Sneeuwwitje en de 7 dwergen,
de wolf en de 7 geitjes, klein-Duimpje met de
7 mijlslaarzen, de 7 raven enz.
In Aardrijkskundige namen komen we het
getal 7 ook dikwijls tegen. Denk maar aan:
Zevenburgen en Zevenbergen, het Zevenge
bergte, Zevenaar,de 7 bronnen bij Osna-
brück en de 7 bergsteden van den Harz,
Zevenhoven en Zevenhuizen. In hetoude
Duitsche rijk waren er ook 7 keurvorsten.
De dienst in het Nederlandsche leger duurt als
milicien 7 jaar. De vroegere Duitsche keizer
nam het peetschap over bij den 7den jongen
uit een gezin. Onze vroegere koning Willem
III deed dit ook. Dé president van de Fran-
sche Republiek wordt voor 7 jaar gekozen.
We onderscheiden 7 kleuren van den regen
boog .n.l rood, oranje, geel, groen, licht
blauw, paars, donkerblauw.
In den Bijbel staat geschreven, dat je niet
7 maal. maar 70 maal 7 maal moet vergeven.
Een week heeft 7 dagen. Volgens de voor
stellingen. der Perzen stonden tegenover 7
goede geesten 7 booze geesten. Ook vinden we
bij. hen slangen met 7 koppen. Bij de Oos-
tersche volken komen die ook vaak voor.
,.spmmigé Joodsch-godsdien^tig.e sgeb.rui-
keil speelt het getal 7..bok een groote .rol.. Bij
het zwéren van een eed, moest rt^eri 7 dingen
opnoemen, bij plechtigheden bij .verzoening
en reiniging was 7-malige' besprenkeling of
een 7-malige onderdompeling voorgeschreven
Bij de nieuwe maan werden 7 lammeren ge
offerd en op andere feesten werden 7 offer
dieren geslacht.
Op den 7den dag voor nieuwe maan werden
door de Romeinen offers gebracht aan den
god Apollo. In den tempel op de Tarpejische
GERARD'EN ZIJN GEWETEN.
Niemand anders in het kleine stadje waar
hij woonde kon zoo mooi en zoo goed boeken
inbinden als Gerard. Reeds lang oefende hij
zijn beroep uit; hij verdiende er een schamel
stuk brood mee. 's Morgens heel vroeg, om
zes uur reeds kon men hem gebogen -zien
over de bladzijden die hij tegen elkaar naaide
met naald en draad. Daarnalegde hij dit
pak blaadjes onder een groote pers, nog ver
zwaard met gewichten, en 's avonds kon hij
een heele rij mooie boeken tentoonstellen
voor zijn
Alle boekenliefhebbers wendden zich bij
voorkeur tot hem en vaak ook werden hem
heel zeldzame en kostbare boekdeeltjes toe
vertrouwd. Hij "was zeer eerlijk en de men-
schen vertrouwden hem volkomen; zoo kon
hij bescheiden maar rustig leven van het
loontje, dat hij verdiende.
Gerard zou echter graag meer willen ver
dienen om een weinig geld op zij te kunnen
leggen. Maar dat was helaas onmogelijk; hij
moest het altijd weer uitgeven. Soms dacht
hij met angst wat er van zijn ouden dag
terecht moest komen, als. hij niet meer kon
werken
Op een ochtend, toen hij hier weer aan
zat te denken, kwam een van zijn beste klan
ten zijn werkplaats binnenstappen, een groot
boek onder den arm.
„Goedendag, meester Gerard", zei hij: „Ik
heb iets heel belangrijks voor u te doen.
Kunt u dit boek voor mij inbinden?"
„Dat kan", zei hij toen. Toen langzaam:
„Dat is een heel oud boek, is het niet?"
„Inderdaad en ik beveel het dan ook in uw
bijzonderen zorg aan; dat boek is miin lief
ste bezit!"
Daarop ging de klant weg, de boekbinder
alleen latend. Deze bladerde het werk eens
door. Hij kende het wel; hij had eenzelfde
exemplaar, dat. hij allang voor een zeer hooge
som had kunnen verkoopen, alser niet
eenige blaadjes aan gemankeerd hadden. Een
plotselinge ingeving deed hem het'boek met
ontzetting terugduwen. Nee, dat kon hij niet!
Dit boek ruilen voor het zijne.
De dag verliep. Gerard had het werk klaar
gemaakt en droomde een beetje voor zich
heen. Van tijd tot tijd gleed zijn blik naar het
naar het boek en het was een begeerige blik.
Toen het donker werd, voelde hij zijn weer
stand verzwakken. Waarom zooveel gewetens
wroeging!? Waarom de gelegenheid, die zich
op zijn weg voordeed, niet gegrepen?
Dien nacht kon de boekbinder niet slapen
en toen hij den volgenden ochtend weer aan
het werk ging, was zijn besluit genomen. Hij
gaf den klant zijn eigen boek en behield zelf
het kostbare en volledige exemplaar.
Alles ging goed; de klant was verrukt over
de mooie band,, dacht er geen oogenblik aan
de toadriiden: na te Ito ken en ging tovr-den
en opgewekt weg. Gerard had dus niets anders
meer te doen,' dan het gestolen boek .voor.
een zoet .prijsje te verkoopen. Zeker ervan on
gestraft te. blijven ging hij naar de naburige
stad om een rijken verzamelaar op tè zoeken
en het was heel laat, toen hij, overtuigd ervan
het boek te kunnen verkoopen, zijn kleine
slaapvertrek weer opzocht. Hij kroop in bed
en doofde de kaars uit. Maar nauwelijks lag
hij in bed, of hij hoorde langzame stappen
voor zijn bed. Hij sprong op; wat tieteekende
dat? Verschrikt stak Gerard de kaars weer
aan en keek om zich heen. Hij verstijfde van
schrik van hetgeen hij daar zag....
Hij zag een grooten grijsaard, die een roode
mantel droeg en doodsbleek was. Onder zijn
arm droeg hij het kostbare boek. Gerard dacht
te droomen en streek met zijn hand. langs zijn
oogen; maar dat was vergeefsche moeite. De
grijsaard stond in het vertrekje en begon te
spreken
„Herstel het onrecht", zei hij, „het is nog
niet te iaat! Ga morgen den klant, diej'e be
drogen hebt, opzoeken en vertel hem de
waarheid. -Hij zal jè -vergeven en je geweten
zal-rust hebben!":
Gerard stond op en wilde den geheimzlnni-
gen grijsaard aanraken; maar deze was plot
seling als bij tooverslag verdwenen.
„Een nachtmerrie, anders niet", zei de
boekbinder-en hij stapte weer in bed. Weldra
sliep hij weer rustig.
Den volgenden dag verkocht hij het boek
en het geld stopte hij in een kist, die nu zijn
geheele vermogen bevatte.
Het was vreemd, maar van dat oogenblik
gingen zijn- zaken slecht. Zijn beste klanten
verlieten hem en brachten hun werk naar een
concurrent, die vlak tegenover hem woonde.
En Gerard, die altijd gewerkt had leerde nu
treurige dagen kennen, dagen, waarin hij
niets te doen had. Zijn humeur ging er niet
op' vooruit. Hij werd kribbig, boosaardig en
eens, toen hij zag, dat zijn concurrent een
groote bestelling kreeg, werd hij zoo boos, dat
hij bijna niet te kalmeeren was. Hij sprong
in den winkel van hem, die hij nu als zijn
ergsten vijand beschouwde en wild van woede
scheurde hij het boek, dat deze just bezig
was met de grootste zorg in orde te maken,
aan stukken. Zonder zich te storen aan de
kreten van zijn slachtoffer keerde hij terug
naar zijn eigen huis, en deed de deur op slot.
's Avonds -werd hij kalrryer, ofschoon hij nog
steeds beefde. Daar hoorde hij weer stappen,
die hij den vorigen keer ook had vernomen. Bij
't bleeke schijnsel van een kaars zag hij weer
den in het rood gekleeden bleeken grijsaard
Behalve het boek, hield hij nu ook nog ge
scheurde en gekreukelde bladen in zijn han
den.
„Pas op", zei hij, „Hier ben ik weer! Ik kom
je nog een keer raden; want je hebt je niet
gestoord aan mijn woorden. Herstel je fout
en noodzaak me niet, nog eens terug te ko
men!" En na het uitspreken van deze woorden
verdween de grijsaard weer, net. zoo als den
eersten keer.
„Ik lijd aan visioenen", dacht Gerard, on
danks zich zelf toch een beetje in de war.
Toch kon hij een onprettig gevoel niet. van
zich af zétten en de menschen, die hem zagen
dachten er niet meer aan hem werk toe te
vertrouwen en zoo was hij weldra genoodzaakt
zijn kistje goud aan te breken. Op een avond
kwam een zwervende hond zijn werkplaats
binnen loopen en Gerard joeg hem weg met
een trap. Gewond en jankend strompelde het
arme dier weg.
Op dat oogenblik greep iets zijn arm en
zich omdraaiend stond hij wederom tegenover
den grijsaard in het roode gewaad. Hij had
het boek, de scheurde bladen en ook een
armen gewonden' hond in zijn handen
„Luister", riep hij, „luister. Hier ben ik
weer en voor altijd. In het vervolg zal ik je
niet meer verlaten. Ik zal je overal volgen,
door heel je ongelukkig leven. En wat je ook
doet, je kunt me niet meer kwijtraken.. Stap
na stap zal ik je volgen als je schaduw en
pnnit zul ie rust. Tobben.
Want, zie je, Ik heb het je nooit gezegd;
maar ik ben je geweten!"
LAM.
rots werden de 7 groote heiligdommen van het
Romeinsche rijk bewaard. Volgens Romeinsch
recht waren 7 getuigen vereischt voor een
testament.
Ook in de Christelijke kerk heeft het ge
tal 7 een zeer groote beteekenis. Het Onze
Vader bestaat uit 7 gebeden en Jezus heeft 7
kruiswoorden gesproken.
De Katholieke kerk heeft 7 sacramenten.
Een Duitsch kinderrijmpje zegt: Wer will
schone Kuchen machen, der musz haben 7
Sachen. Dat beteekent: wie lekkere koeken
wil bakken, moet daarvoor 7 verschillende
dingen gebruiken.
Een Hollandsche huismoeder zegt onv .lek
kere roode kool te krijgen, moet je er 7 din
gen in doen, n.l.: water, azijn, suiker, boter,
zout, nagelen en peper. Vraag maar aan je
moeder, of 't niet waar is. In plaats vari azijn
kan je ook een zuren appel gebruiken, wat nog
wel zoo lekker is. Wie er nu nog iets weet,
van 't getal 7, moet me dat maar eens in
zijn briefje schrijven. Ik ben uitgezevend.
W. B.—Z.
Een vreemde club. In Joego-Slavië is een
club opgericht waarvan de leden zich ver
binden moeten niemand meer een hand te
geven.
Het „doode meer" in Sicilië. Het „doode
meer" op Sicilië, niet ver van Kalta Girone
speelde reeds in de rechtspraak van het oude
Rome een belangrijke rol. Misdadigers, die ter
dood veroordeeld waren, werden daarheen ge
bracht en moesten een beker water uit dit
meer drinken, waarna ze korten tijd later
stierven. Maar nog reeds veel en veel vroeger
gold het water van dit meer als doodelijk en
de bevolking noemde dit water, met het zwar
te groen-glanzende oppervlak, sinds dien tijd
het „doode meer". Ook de omgeving is geheel
uitgestorven; geen plant groeit er, geen dier
ziet men er. Ook in het water zelf is geen
levensteeken te ontdekken.
De moderne wetenschap heeft zich o.a. ook
rnet het geheim van dit meer bezig gehouden.
De veronderstelling, dat het water vergiftig is
is onjuist gebleken; de oorzaak, dat er geen
leven mogelijk is in de omgeving van het meer
is een andere.
In de diepte ontdekte men n.l. sterke kool-
zuurbronnen. Dit koolzuur stijgt door het wa
ter naar boven. En daar het gas zwaarder is
dan lucht blijft het vergiftige gas laag op den
grond hangen. Men behoeft dus niet eens van
het water te drinken; ook een verblijf in de
nabijheid van het. meer kan al gevaarlijk zijn.
Rondom het meer worden nu waarschu
wingsborden geplaatst, die op dit gevaar wij-
zén.
Muzikale muizen. Iemand, die vond dat
zijn radiotoestel niet goed werkte, vond binnen
in het toestel een nest met 5 jonge muizen.
Een zelf-gebouwde school. Jullie zult
waarschijnlijk met verbazing deze geschiede
nis van West-Afrikaansche negerjongetjes
höoren. Velen van jullie zullen niet zoo veel
voor hun school voelen, als deze scholiertjes
van de Goudkust. 1-Iun school dreigt n.l. in te
storten. Geld voor een nieuw gebouw was ei-
niet. Zoo besloten dan de oudere jongens in
hun vrijen tijd een school te bouwen, die het
met iedere Europeesche op zou kunnen nemen.
Een neger, die aan een Europe'esche techni
sche school gestudeerd heeft, stond hen met
raad en daad ter zijde en toen gingen de
jongens aan het werk. Reeds twee jaren wer
ken de 200 scholieren aan het nieuwe gebclw.
Behalve hun lesuren hebben ze reeds 20.000
uren aan het bouwen besteed.
Ze hopen het schoolgebouw in den loop van
het volgend jaar klaar te krijgen.
WIE ZOEKT ER MEE?
Er jivp... wee schapen op het eri; nu is
er nog maar één. Waar is het andere?
VERRASSING.
volgorde door een lijntje verbindt, krijg je een
I viervoeter, die in de vioolstreken thuishoort.
1 TANTE TINE.