BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Vandaag schrijf ik weer geen briefje vooraf maar begin direct aan de briefjes. Het briefje van Klein maar Dapper ligt bovenop, dus is deze vriend vandaag no. 1. Beste KLEIN MAAR DAPPER. Hartelijk dank voor het snoepje dat je voor me in het briefje gestopt hebt. Plet heeft fijn gesmaakt. Wat prettig dat Sint je zoo goed bedacht heeft. Wil je Gerardje ook bedanken voor z'nDe groeten aan Topsy. Dag Klein m|0>r Dapper. Lief RANONKELTJE. Toen ik je 1.1. Woensdagavond niet zag verschijnen dacht ik wel dat er iets aan mankeerde, Plet is echt weer om verkouden te worden. Van den ouder avond van school J. heb ik gehoord. De col lecte heeft nog een aardige cent voor de schoolvoeding opgebracht, 'k Hoop, in het be lang der kinderen, dat nog meer ouderavon den met collecten zullen volgen, ('k Bedoel natuurlijk aan andere scholen). De boeken ken ik niet. Je rapportcijfers zijn heel goed. Flink zoo. Dag Ranonkèltje. Lief KRULLENKOPJE. Gelukkig dat je moeder net nog bijtijds las, dat er geen club was. Een vergeefsche reis is niet erg aange naam. Die Sint is toch maar een goede man en bovendien erg knap. Hij wist dus juist nuttige cadeaux uit te kiezen. Gezellig dat je op school nog Kerstfeest krijgt. Dag Krullen- kopje. Beste VËRONIKA. Je wilt graag dat ik weer raadsels opgeef? Binnenkort gaat je wensch in vervulling. Wat moet je veel fees ten. 'k Geloof wel drie maal. 'k Zou haast be weren dat het te veel van het goede is.. Doe maar goed je best op het tooneel. 'k Hoop dat je een goed rapport hebt. Dag Vero- nika. Lief ROZENKNOPJE. 'k Ben zeer be nieuwd naar het verslag van het feest en vind het prettig dat je me er het één en ander van vertellen wil. Doe maar goed je best op het tooneel. Veel pleizier. Dag Rozen knopje. z Lief ELFJE. Je hebt een goeden St. Nico- laas gehad zeg. Prettig dat alle feestjes goed geslaagd zijn. Je gaat nu zeker moedertje of theevisite spelen met je serviesje. Speel maar prettig. Dag Elfje. Lief POPPENMOEDERTJE. Wel gefelici teerd met je verjaardag en nog vele gelukkige jaartjes er bij. Ja, nu mag je binnenkort op de club komen, 'k Spreek er eerst wel eens met je 'zus' over. Je hebt een goeden St. Nico laas én een goeden verjaardag,' gehad, .Wat zal' dat' eeri fijne theepartij worden met je zus. Zij heeft een serviesje en theelichtje en jij presenteertrommeltjes.. Speel maar pret tig. Dag Poppemnoedertje. Beste MOEDERS HULP. Brr. 'k Krijg er kippenvel van. Verhuizen met dit koude weer. 'k Vind. het een vreeselijk. karwei, .maar zoo in den winter, niet om aan te denken. Je zult je warme kacheltje wel even missen. Wat heb je het nu al druk. Repe'teeren voor Kerst mis, Padvinderij, enz. enz. Als je er plezier in hebt, merk je niet veel van de drukte. Je kunt er zoo langzamerhand dan niet meer buiten. Repeteer met succes. Dag Moeders Hulp. Lief KEUKENPRINSESJE. Ja, ik heb het reeds meer geschreven. Die Sint is een beste man. Leuk dat hij ook aan je op school heeft gedacht, hoewel je eigenlijk geen feest op school had. Bovendien is hij ook nog bij je thuis geweest? 'k Kan begrijpen dat je' heel blij was met het schoolétui. Dag Keukenprin sesje. Lief JULIAANTJE. Wel bedankt voor de mooie teekening. De kleurtjes kleuren fijn zeg. Of je met het „Winterfeestje" een vriendinne tje mede mag brengen". Neen hoor. 'k Vind het veel gezelliger als ik mijn eigen vriendin netjes en vriendjes om me heen hebt. Boven dien is. er voor alle kinderen gelegenheid om rubriekertje te worden en dan kunnen ze vanzelf alle feestjes en cluburen mede maken. Teeken maar prettig. Dag Juliaantje. Beste PIETJE PELLE. 'k Dank je heel vriendelijk voor die mooie waterverf teekening. Prettig dat je weer beter bent en 'k hoop dat je nu dezen winter verder zonder den dokter kunt. Wat heb je een massa cadeaux gehad. Je geeft een pracht-definitie van een raadsel. Zoo zou ik het vast niet voor elkaar krijgen. Hulde. Dag Pietje Pelle. Lief BOODSCI-IAPSTERTJE. Meisjelief wat is Sint goed op je geweest. Zoo'n pracht- spaarpot. Waar zou hij hem gekocht hebben? 'k Denk in Spanje. Denk jij ook niet? 'k Kom eens' gauw naar die mooie spaarpot kijken. Mag ik er dan ook eens een dubbeltje in gooien? 'k Ben erg benieuwd te zien of hij dan weer den inhoud aangeeft. Die Jannie heeft look reeds veel gehad, was ze erg blijf met het hondje? Veel pleizier met je speelgoed. Dag Boodschapstertje. Beste ZUS. Je hebt ook al een goeden Sint Nicolaas gehad, 'k Lees vanavond niet anders. Hoe gaat het met je voet? 'k Hoop dat je weer gauw naar school mag. Dag Zus. Lief LACHEBEKJE. - Alweer een meisje dat niet. door St. Nic. vergeter is. Prettig dat je vader zoo gelukkig was met de foto. 'k Hoop haar ook eens te zien. Ja hoor, je weet het goed. Sint is bij Gretha T.'s vader in de werk plaats geweest en heeft er voor mij een prach tige geslepen flacon au de cologne gebracht. Sint is trouwens bij meer kinderen uit m'n klas geweest en heeft daar Iets voor mij ge bracht. Een flacon au de cologne vond ik in de gang met een briefje .,yoor m'n lieve Juf V.". 'k Heb niet kunnen ontdekken wie het flacon heeft neergezet. Sint heeft mij dus ook niet vergeten. Wat zal je naaimandje nu gemakkelijk zijn ingericht. Tot Woensdag. Dag Lachebekje. Lief KABOUTERTJE. Dat mag ik hooren. 'n Jongetje dat, ondanks dat hij minder gekre gen heeft dan verleden jaar, toch tevreden is. Wel prettig dat je zoo'n mooi schoolétui he*1'-- gekregen. Tot Woensdag. Dag-Kabou tertje. Lief BOSCHVIOOLTJE, Heerlijk dat je zoo'n goeden Sint Nicolaas gehad hebt. :Heb, je al ansichten .voor je album? Breng je het boek eens op de club? Misschien kan ik er uit voorlezen. Dag Boschviooltje. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. VOOR KLEINE KNUTSELAARS. HET WATERVALSPEL. Het watervalspel dat je hierboven afgebeeld ziet, is een heel gezellig spel en bovendien niet moeilijk te maken. Je kunt het zoowel van hout als van carton maken: maar het spreekt vanzelf, dat hout steviger is, dus als je je moeite niet voor niets wilt laten zijn, dan zou ik je aanraden het van hout te maken, dat gaat niet zoo snel kapot als carton. Op het hout teeken je eerst de verschillende deelen, die je op de teekening ziet en die zaag je vervolgens uit met 'n figurzaag. Het is wel aan te bevelen voor de onderdeelen dezelfde verhouding te nemen, als op de bijgaande illustratie. De beide zijkanten, A en B, zijn symmetrisch evenals de twee opstaande randen D. Met kleine spijkertjes worden deze op de zijkanten bevestigd. De trap wordt ook van hout ge maakt en met spijkertjes tegen elkaar getim merd. Hoe het spel verder gemaakt moet worden, laat de teekening duidelijk zien, zoodat ver dere aanwijzingen niet noodig, zijn. Als alles in elkaar zit en netjes gladge- 'geschuurd en geverfd is, sla je in de „trap". op iedere trede een paar spijkertjes, op on regelmatige afstanden van elkaar; maar zoo, dat de afstand ertusschen ruimtelaat onr een knikker doorgang te bieden. Het spel wordt nu op de volgende manier gespeeld Je laat van boven een knikker op de trap vallen en deze zal doorrollen naar beneden. Door de spijkertjes in zijn loop gehinderd, zal de knikker een zigzag weg nemen en ten slotte in een der vakjes terecht komen. Deze vakjes zijn genummerd. Degene, die na een bepaald aantal beurten het hoogste aantal punten behaald heeft, is winnaar. Veel pleizier mét het „watervalspel", jonge lui. OOM KEES. HET MOOIE RAPPORT door W. B. Z. Zonder hoed en zonder jas Met 't rapport en' met haar tasch, Rent Mies gauw naar buiten toe, Want ze weet het: daar staat Moe, Lezen zeven, .schrijven acht, „Miesje, dat: is onverwacht". Kleed: je nu maar heel gauw aan, Dat we saam naar vader gaan. .„Moes, lees verder: Taal een zes, En ik kende steeds, mijn 'les, Aardrijkskunde weer een zeven. Daar zat ik voor te beven". Vader is straks ook heel blij Hij vindt Mies een reuze kei, Miesje droomde toen dien nacht, Van een grootey dikke Acht. AAN ALLEN! ZATERDAG 14 DEC. 1935 7 was reeds het heilige getal der Chaldee ërs, een volk, dat voor 30 eeuwen zijn bloeitijd beleefde. Het kende reeds 7 planeten, n.l. de zon, maan, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. De Persen hebben de eigenschap van hei ligheid van 't getal 7 overgenomen. Ten tijde van de Perzische koningen werden de regee- ringszaken geleid door een staatsraad, die uit 7 wijze mannen bestond. In den Bijbel lezen we van 7 scheppings dagen. Jozef verklaart den droom van den koning en vertelt van 7 vette en 7 magere jaren. Do Israëlieten laten hun groote feesten 7 dagen duren. Men gebruikt dan een 7-armïgen kandelaar. Ook de veelvouden van 7 werden gebruikt. Er waren 70 ouderlingen in Israël. 70 vertalers brachten de Bijbelboeken over in het Grieksch. Bij de Grieken en Romeinen vinden we ook de belangrijke 7. In 't oude Griekenland telde men 7 wereldwijzen en 7 wereldwonderen. 7 koningen regeerden over het oude Rome. Deze stad was op 7 heuvels gebouwd. Een geheim werd opgeteekend dn- een boek, dat met 7 zegels verzegeld was. Wanneer het op den 27sten van de 7de maand regent, regent het 7 weken achter elkaar. Ook in de sprookjeswereld speelt het getal 7 een groote rol. Sneeuwwitje en de 7 dwergen, de wolf en de 7 geitjes, klein-Duimpje met de 7 mijlslaarzen, de 7 raven enz. In Aardrijkskundige namen komen we het getal 7 ook dikwijls tegen. Denk maar aan: Zevenburgen en Zevenbergen, het Zevenge bergte, Zevenaar,de 7 bronnen bij Osna- brück en de 7 bergsteden van den Harz, Zevenhoven en Zevenhuizen. In hetoude Duitsche rijk waren er ook 7 keurvorsten. De dienst in het Nederlandsche leger duurt als milicien 7 jaar. De vroegere Duitsche keizer nam het peetschap over bij den 7den jongen uit een gezin. Onze vroegere koning Willem III deed dit ook. Dé president van de Fran- sche Republiek wordt voor 7 jaar gekozen. We onderscheiden 7 kleuren van den regen boog .n.l rood, oranje, geel, groen, licht blauw, paars, donkerblauw. In den Bijbel staat geschreven, dat je niet 7 maal. maar 70 maal 7 maal moet vergeven. Een week heeft 7 dagen. Volgens de voor stellingen. der Perzen stonden tegenover 7 goede geesten 7 booze geesten. Ook vinden we bij. hen slangen met 7 koppen. Bij de Oos- tersche volken komen die ook vaak voor. ,.spmmigé Joodsch-godsdien^tig.e sgeb.rui- keil speelt het getal 7..bok een groote .rol.. Bij het zwéren van een eed, moest rt^eri 7 dingen opnoemen, bij plechtigheden bij .verzoening en reiniging was 7-malige' besprenkeling of een 7-malige onderdompeling voorgeschreven Bij de nieuwe maan werden 7 lammeren ge offerd en op andere feesten werden 7 offer dieren geslacht. Op den 7den dag voor nieuwe maan werden door de Romeinen offers gebracht aan den god Apollo. In den tempel op de Tarpejische GERARD'EN ZIJN GEWETEN. Niemand anders in het kleine stadje waar hij woonde kon zoo mooi en zoo goed boeken inbinden als Gerard. Reeds lang oefende hij zijn beroep uit; hij verdiende er een schamel stuk brood mee. 's Morgens heel vroeg, om zes uur reeds kon men hem gebogen -zien over de bladzijden die hij tegen elkaar naaide met naald en draad. Daarnalegde hij dit pak blaadjes onder een groote pers, nog ver zwaard met gewichten, en 's avonds kon hij een heele rij mooie boeken tentoonstellen voor zijn Alle boekenliefhebbers wendden zich bij voorkeur tot hem en vaak ook werden hem heel zeldzame en kostbare boekdeeltjes toe vertrouwd. Hij "was zeer eerlijk en de men- schen vertrouwden hem volkomen; zoo kon hij bescheiden maar rustig leven van het loontje, dat hij verdiende. Gerard zou echter graag meer willen ver dienen om een weinig geld op zij te kunnen leggen. Maar dat was helaas onmogelijk; hij moest het altijd weer uitgeven. Soms dacht hij met angst wat er van zijn ouden dag terecht moest komen, als. hij niet meer kon werken Op een ochtend, toen hij hier weer aan zat te denken, kwam een van zijn beste klan ten zijn werkplaats binnenstappen, een groot boek onder den arm. „Goedendag, meester Gerard", zei hij: „Ik heb iets heel belangrijks voor u te doen. Kunt u dit boek voor mij inbinden?" „Dat kan", zei hij toen. Toen langzaam: „Dat is een heel oud boek, is het niet?" „Inderdaad en ik beveel het dan ook in uw bijzonderen zorg aan; dat boek is miin lief ste bezit!" Daarop ging de klant weg, de boekbinder alleen latend. Deze bladerde het werk eens door. Hij kende het wel; hij had eenzelfde exemplaar, dat. hij allang voor een zeer hooge som had kunnen verkoopen, alser niet eenige blaadjes aan gemankeerd hadden. Een plotselinge ingeving deed hem het'boek met ontzetting terugduwen. Nee, dat kon hij niet! Dit boek ruilen voor het zijne. De dag verliep. Gerard had het werk klaar gemaakt en droomde een beetje voor zich heen. Van tijd tot tijd gleed zijn blik naar het naar het boek en het was een begeerige blik. Toen het donker werd, voelde hij zijn weer stand verzwakken. Waarom zooveel gewetens wroeging!? Waarom de gelegenheid, die zich op zijn weg voordeed, niet gegrepen? Dien nacht kon de boekbinder niet slapen en toen hij den volgenden ochtend weer aan het werk ging, was zijn besluit genomen. Hij gaf den klant zijn eigen boek en behield zelf het kostbare en volledige exemplaar. Alles ging goed; de klant was verrukt over de mooie band,, dacht er geen oogenblik aan de toadriiden: na te Ito ken en ging tovr-den en opgewekt weg. Gerard had dus niets anders meer te doen,' dan het gestolen boek .voor. een zoet .prijsje te verkoopen. Zeker ervan on gestraft te. blijven ging hij naar de naburige stad om een rijken verzamelaar op tè zoeken en het was heel laat, toen hij, overtuigd ervan het boek te kunnen verkoopen, zijn kleine slaapvertrek weer opzocht. Hij kroop in bed en doofde de kaars uit. Maar nauwelijks lag hij in bed, of hij hoorde langzame stappen voor zijn bed. Hij sprong op; wat tieteekende dat? Verschrikt stak Gerard de kaars weer aan en keek om zich heen. Hij verstijfde van schrik van hetgeen hij daar zag.... Hij zag een grooten grijsaard, die een roode mantel droeg en doodsbleek was. Onder zijn arm droeg hij het kostbare boek. Gerard dacht te droomen en streek met zijn hand. langs zijn oogen; maar dat was vergeefsche moeite. De grijsaard stond in het vertrekje en begon te spreken „Herstel het onrecht", zei hij, „het is nog niet te iaat! Ga morgen den klant, diej'e be drogen hebt, opzoeken en vertel hem de waarheid. -Hij zal jè -vergeven en je geweten zal-rust hebben!": Gerard stond op en wilde den geheimzlnni- gen grijsaard aanraken; maar deze was plot seling als bij tooverslag verdwenen. „Een nachtmerrie, anders niet", zei de boekbinder-en hij stapte weer in bed. Weldra sliep hij weer rustig. Den volgenden dag verkocht hij het boek en het geld stopte hij in een kist, die nu zijn geheele vermogen bevatte. Het was vreemd, maar van dat oogenblik gingen zijn- zaken slecht. Zijn beste klanten verlieten hem en brachten hun werk naar een concurrent, die vlak tegenover hem woonde. En Gerard, die altijd gewerkt had leerde nu treurige dagen kennen, dagen, waarin hij niets te doen had. Zijn humeur ging er niet op' vooruit. Hij werd kribbig, boosaardig en eens, toen hij zag, dat zijn concurrent een groote bestelling kreeg, werd hij zoo boos, dat hij bijna niet te kalmeeren was. Hij sprong in den winkel van hem, die hij nu als zijn ergsten vijand beschouwde en wild van woede scheurde hij het boek, dat deze just bezig was met de grootste zorg in orde te maken, aan stukken. Zonder zich te storen aan de kreten van zijn slachtoffer keerde hij terug naar zijn eigen huis, en deed de deur op slot. 's Avonds -werd hij kalrryer, ofschoon hij nog steeds beefde. Daar hoorde hij weer stappen, die hij den vorigen keer ook had vernomen. Bij 't bleeke schijnsel van een kaars zag hij weer den in het rood gekleeden bleeken grijsaard Behalve het boek, hield hij nu ook nog ge scheurde en gekreukelde bladen in zijn han den. „Pas op", zei hij, „Hier ben ik weer! Ik kom je nog een keer raden; want je hebt je niet gestoord aan mijn woorden. Herstel je fout en noodzaak me niet, nog eens terug te ko men!" En na het uitspreken van deze woorden verdween de grijsaard weer, net. zoo als den eersten keer. „Ik lijd aan visioenen", dacht Gerard, on danks zich zelf toch een beetje in de war. Toch kon hij een onprettig gevoel niet. van zich af zétten en de menschen, die hem zagen dachten er niet meer aan hem werk toe te vertrouwen en zoo was hij weldra genoodzaakt zijn kistje goud aan te breken. Op een avond kwam een zwervende hond zijn werkplaats binnen loopen en Gerard joeg hem weg met een trap. Gewond en jankend strompelde het arme dier weg. Op dat oogenblik greep iets zijn arm en zich omdraaiend stond hij wederom tegenover den grijsaard in het roode gewaad. Hij had het boek, de scheurde bladen en ook een armen gewonden' hond in zijn handen „Luister", riep hij, „luister. Hier ben ik weer en voor altijd. In het vervolg zal ik je niet meer verlaten. Ik zal je overal volgen, door heel je ongelukkig leven. En wat je ook doet, je kunt me niet meer kwijtraken.. Stap na stap zal ik je volgen als je schaduw en pnnit zul ie rust. Tobben. Want, zie je, Ik heb het je nooit gezegd; maar ik ben je geweten!" LAM. rots werden de 7 groote heiligdommen van het Romeinsche rijk bewaard. Volgens Romeinsch recht waren 7 getuigen vereischt voor een testament. Ook in de Christelijke kerk heeft het ge tal 7 een zeer groote beteekenis. Het Onze Vader bestaat uit 7 gebeden en Jezus heeft 7 kruiswoorden gesproken. De Katholieke kerk heeft 7 sacramenten. Een Duitsch kinderrijmpje zegt: Wer will schone Kuchen machen, der musz haben 7 Sachen. Dat beteekent: wie lekkere koeken wil bakken, moet daarvoor 7 verschillende dingen gebruiken. Een Hollandsche huismoeder zegt onv .lek kere roode kool te krijgen, moet je er 7 din gen in doen, n.l.: water, azijn, suiker, boter, zout, nagelen en peper. Vraag maar aan je moeder, of 't niet waar is. In plaats vari azijn kan je ook een zuren appel gebruiken, wat nog wel zoo lekker is. Wie er nu nog iets weet, van 't getal 7, moet me dat maar eens in zijn briefje schrijven. Ik ben uitgezevend. W. B.—Z. Een vreemde club. In Joego-Slavië is een club opgericht waarvan de leden zich ver binden moeten niemand meer een hand te geven. Het „doode meer" in Sicilië. Het „doode meer" op Sicilië, niet ver van Kalta Girone speelde reeds in de rechtspraak van het oude Rome een belangrijke rol. Misdadigers, die ter dood veroordeeld waren, werden daarheen ge bracht en moesten een beker water uit dit meer drinken, waarna ze korten tijd later stierven. Maar nog reeds veel en veel vroeger gold het water van dit meer als doodelijk en de bevolking noemde dit water, met het zwar te groen-glanzende oppervlak, sinds dien tijd het „doode meer". Ook de omgeving is geheel uitgestorven; geen plant groeit er, geen dier ziet men er. Ook in het water zelf is geen levensteeken te ontdekken. De moderne wetenschap heeft zich o.a. ook rnet het geheim van dit meer bezig gehouden. De veronderstelling, dat het water vergiftig is is onjuist gebleken; de oorzaak, dat er geen leven mogelijk is in de omgeving van het meer is een andere. In de diepte ontdekte men n.l. sterke kool- zuurbronnen. Dit koolzuur stijgt door het wa ter naar boven. En daar het gas zwaarder is dan lucht blijft het vergiftige gas laag op den grond hangen. Men behoeft dus niet eens van het water te drinken; ook een verblijf in de nabijheid van het. meer kan al gevaarlijk zijn. Rondom het meer worden nu waarschu wingsborden geplaatst, die op dit gevaar wij- zén. Muzikale muizen. Iemand, die vond dat zijn radiotoestel niet goed werkte, vond binnen in het toestel een nest met 5 jonge muizen. Een zelf-gebouwde school. Jullie zult waarschijnlijk met verbazing deze geschiede nis van West-Afrikaansche negerjongetjes höoren. Velen van jullie zullen niet zoo veel voor hun school voelen, als deze scholiertjes van de Goudkust. 1-Iun school dreigt n.l. in te storten. Geld voor een nieuw gebouw was ei- niet. Zoo besloten dan de oudere jongens in hun vrijen tijd een school te bouwen, die het met iedere Europeesche op zou kunnen nemen. Een neger, die aan een Europe'esche techni sche school gestudeerd heeft, stond hen met raad en daad ter zijde en toen gingen de jongens aan het werk. Reeds twee jaren wer ken de 200 scholieren aan het nieuwe gebclw. Behalve hun lesuren hebben ze reeds 20.000 uren aan het bouwen besteed. Ze hopen het schoolgebouw in den loop van het volgend jaar klaar te krijgen. WIE ZOEKT ER MEE? Er jivp... wee schapen op het eri; nu is er nog maar één. Waar is het andere? VERRASSING. volgorde door een lijntje verbindt, krijg je een I viervoeter, die in de vioolstreken thuishoort. 1 TANTE TINE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 9