Bangkok, de hoofdstad van Siam.
Muang Thai': het vrije volk!
Slam. Muang Thaï. Het vrije volk! In
de 14e eeuw zijn de voorouders der
tegenwoordige Siameezen uit het
Noorden komen afzakken, vooral langs
de groote rivieren. Zij vonden in het tegen
woordige Indochina het machtige rijk van de
Khmers en slaagden er in de koningin van
Cambodja uit hun hoofdstad, Angkor Thorn,
te verdrijven, waarop deze hun dynastie ves
tigden in Pnom Penh.
De reus Jhansi als bewaker van den tempel.
De wisselende krijgskans bracht Indochina
onder Fransche, Btirma en de Malay States
onder Engelsche heerschappij. De Siameezen
bleven de Muang Thaï: Het vrije volk. En
ge ziet het hun aan. Ze wéten zich vrij. Ze
slaan den blik niet voor ons neer. Ze gaan
als volkomen gelijken met ons om, zooals wij
't toch ook van vele Chineezen en Japanneezen
gewend zijn. En het is een merkwaardig volk.
Kort maar stevig en krachtig gebouwd, van
goed geproportionneerde lichaamsafmetixi'
gen'. En, wat ons nog meer dan de kleedins
opvalt, zeer vele vrouwen dragen het haar
kort. Niet als modegril, waar ze later spijt
van hebben, zooals bij ons, maar uit eeuwen
oude gewoonte. Met een scheiding, en brosse,
of te wel steil overeind, wat vooral oude grijze
vrouwen aardig staat, en ook wel de polka-
kopjes,-die wij van Chineezen gewend zijn.
Verder" wordt een soort sarong, een om de
heupen geslagen doek gedragen, die echter
tusschen de beenen doorgehaald en in den
gordel vastgestoken wordt, zoodat het ge
heel op een broek gaat lijken en een blousje-
overhangertje, meest zonder mouwen, zwart
of wit, of van een alleraantrekkelijkste kleu
righeid.
De mannenkleeding is vrijwel hetzelfde,
zoodat je, niettegenstaande de meiskes goed
gevormd zijn, vaak nog goed moet uitkijken
om man en vrouw te onder-scheiden.
En zoo staan we dadelijk weer voor belang
rijke vraagstukken als de trein ons langs een
half dozijn stations van het vliegveld naai
de stad, brengt. De trein, want Siam heeft
geen wegen. De meeste stations zijn eigen
lijk aanlegsteigers, alleen te water te bereiken
Wie ergens heen moet gaat per boot of gaat
op een karbouw zitten, die toevallig dien kant
uit moet. Want Ilpendam is nog veel droger
dan Siam. Tot den horizon strekken zich
de rijstvelden vrijwel onafgebroken uit. Bijna
alle huizen staan op palen boven het water
Is er een droog hoekje, dan verrijst er een
tempel met mooie omhooggebogen dakpun
ten. En dat gaat zoo door tot vrijwel in de
stad. Vergis u niet. Bangkok heeft 600.000
inwoners en is zeer ruim gebouwd. Er liggen
heele golfvelden midden in de stad. Forsch
station, geasphalteerde straten. Bangkok wil
vooruit, steeds sneller. De rikshakoelie, de
dravende Chinees voor het hooge twee
wielige karretje is vervangen dooreen
fiets en het wagentje zelf is ook op fiets
wielen gezet. Buitengewoon prettig en mak
kelijk vervoermiddel en goedkoop is het 'na
tuurlijk ook, De uitvinder van het vehikel
kan het in deze tijden nog verder brengen
dan Ford.
Er zijn natuurlijk nog gewone looprikshas
ook en verder alle vervoermiddelen van de
groote stad, flinke hotels, gouvernements
gebouwen en zoo komen we vanzelf tot het
Koninklijk paleis met zijn audiëntiehallen
troonzalen, tempels enz. enz. Een kleuren
pracht en een goudschittering! Neen hoor,
daar haalt ons Indië niet bij.
De daken groen met roode banden, de transen
goud, de wanden en deuren rood met goud,
■marmeren vloeren, gouden altaren en zetels
voor den Koning, den Rajadeva, den verte
genwoordiger van God op aarde en voor den
Boeddha zelf. In Zuid-Amerika was in de
groote kerken het verguldsel zoo kwistig toe
gepast, dat het mij geel voor de oogen werd.
Hier is alles onderbroken door rood of spie-
gelmetaal of emailof porcelein. Tusschen
de gouden tempeltofens en transen staan
porceleinen reuzen en porceleinen tempels en
torens, een en al met porceleinen bloemen in
de mooiste kleuren bedekt, haast nóg mooier
dan het goud met rood. Wat een geld moet
dat gekost hebben, maar kun je dat geld
eigenlijk niet beter gebruiken ter verheer
lijking der godsgedachte dan voor kanonnen
en vliegmachines? Helaas schijnt Siam echter
ook al meer en meer dien verkeerden kant uit
te gaan. Maar de paleizen en tempels zijn
werkelijk buitengewoon mooi en sierlijk en
bij de meeste laat het onderhoud niets te
wenschen over. en de groote diamant fon
kelt nog in het voorhoofd van den Smarag
den Boeddha in Bangkok's rijksten tempel,
al staat schuin er achter tegen den rijk met
goud versierden wand het ijzeren koffertje
van een bonze, een monnik, met wat etens
resten in pisangblad er op- In de grootste
gouden pagode wordt een reliquie van den
Boeddha bewaard. Een stukje been uit de
asch van den grooten doode. Geen tand,
vraag ik? Gelukkig niet antwoordt de inten
dant van het paleis. Er zijn 362 echte tanden
van den Boeddha bekend!
Wij beklimmen nog een andere pagode, ge
heel met porcelein versierd. Half weg maar
hoor, want het ding is tachtig meter hoog.
Rijen Garoeda's, de giervogels van Bali dra
gen de transen, gouden Ardjoena's de stam
vader van de sultans van Djocja. sieren de
hoeken; Indra de regengod op zijn driehoof
dige olifant is hier juist zoo geheel uitge
beeld als Suryavarnam het in de 11e eeuw bij
de poorten van Angkor Thorn liet doen. Maar
waar komt de leeuw vandaan, die hier als
tempelwachter staat, de bronzen leeuw, die
gij zonder aarzeling Chineesch zult noemen.
Want leeuwen komen in heel Azië niet voor.
Maar er is hier meer dat aan het oude Egyp
te herinnert en het kan best zijn dat
Egyptische beeldhouwers en bouwmeesters
hun kunst met het verre Oosten hebben uit
gewisseld. Daar weten wij allemaal nog veel
te weinig van. Maar hier, van den hoogen to
rentrans blijkt weer heel duidelijk hoe
druk het leven op en langs de rivier is. Bij
na nex-gens voert een straat langs den oever,
Die plaats is veel te kostbaar voor winkels en
kantoren en tempels en pagoden. En niet al
leen langs de hoofdrivier is dat zoo. Alle we
gen eindigen bij het laatste huis van de
stad maar er zijn talloozen zijrivieren en zij
kanalen en daar is een voortdurend komen en
gaan van allerlei vaartuigen. Dus de auto
verwisseld voor een motorboot en nu krijgen
wij het echte Bangkok te pakken. Daar is Pa-
lembang, de stad aan de rivier in Indië, niks
bij! Het midden van het riviertje wordt in
genomen door groote lompe schuiten van een
meter of twaalf lang en minstens vier breed,
voortbewogen door twee staande roeiers met
heel lange riemen voor en achter. Ze zijn
bijna alle volgeladen met rijst. Het product
van Siam en de meeste groote huizen aan het
begin der zijrivieren zijn rijstpellerijen. Lan
ge planken liggen van den wal op de schuit
en daarover gaat een onafgebroken dubbele
rij van Chineesche koelies, die met aan den
draagstok hangende schepmanden, de lading
lossen, precies op dezelfde manier als hun col"
lega's in het hart van Sumatra de klei voor
een nieuwen weg omhoog brengen.
Onze aarde is maar klein! Groote winkels
liggen er ook aan den overkant, natuurlijk
tempels en de achterkant van vele woonhuizen.
En daar komt de groentevrouw, in een bootje,
de melkboer, in een bootje, de postbode in
keurig uniform, in een bootje, lustig pagaaien
de. Hij stopt, stroopt zijn keurige broekspij
pen op en stapt uit om aan een achteraf ge
legen huis een brief te bezorgen. Daar is de
marskramer met glazenkastjes vol pronk in
zijn bootje, de thee- en koffiekoopman, met
een gloeiend houtskoolvuurtjein zijn
bootje. Die leuren zoo rustig den wallekant af
of voorzien voorbijgangers. Watertaxis zijn
er blijkbaar ook. Voorzichtig instappen hoor,
het is geen vouwboot! En dan de omnibus,
flinke, motorbooten met vaste trajecten
tusschen dat alles door de gewone menschen,
die naar de markt gaan om te verkoopen of
te koopen.in een bootje. De markt! Die is
natuurlijk ook op het water, maar blijkbaar
verder op. Wij volgen den stroom. De huizen
staan iets verder uiteen op open erven. Daar
cocospalmen, dan ook andere vruchtboomen
en dan weer een paar winkels, maar het ge
heel wordt steeds landelijker. Overal wordt
met groote schepnetten gevischt door mannen,
vrouwen en kinderen. Wie een garnaal vangt
voelt zich rijk. Het moet ook een rijk land zijn,
waar je tijdens je morgenbad je vleesch of
wel eiwitvoedsel vangt. Het riviertje is nu nog
maar een meter of acht breed. Telkens moeten
we inhouden voor een jeugdig visscherinnetj'
dat niet gauw genoeg uit den weg kan komen
door het troebele water. Aardig klein goed.
Trouwens ook bij de grooteren, die hun bootje
naar de markt peddelen is menige kleine, die
je zou willen toezingen: Fischerin. du kleine,
Fahre nicht alleine, alsze niet zoo bruin
waren en bijna allemaal een betelpruim
hun toet hadden, die niet alleen de lippen vies
rood maakt, maar ook de tanden zoo bruin als
een gesmolten kwatta reep. Gelukkig voor die
kinders, dat ze zichzelf niet door onze oogen
kunnen zien. En ik vermoed dat de jongens
daar het maar mooi moeten vinden. Een vrouw
doet als het er op aankomt toch dat we ze
zelf wil. Wat allemaal niet wegneemt, dat het
een knap, gezellig stel is, dat rondom onze
motorboot heenwriemelt, die aardige, oude
moekes niet te vergeten. En niettegenstaande
natuurlijk iedereen weet, dat wij uit nieuws
gierigheid komen, er eigenlijk niets te maken
hebben, helpen ze ons allemaal met echt In-
landsche gemoedelijkheid door het geweldige
gedrang heen. Geen uitroep van ongeduld,
geen scheldwoord, altijd dat kalme, rustige,
bedaarde, beheersehte van een vrij man:
Muang Thaï!
Een kwinkslag af en toe. En praat gerust
mee, ze verstaan allemaal Siameesch en een
beetje Chineesch misschien. En ze zullen op
alle talen met hetzelfde vroolijke, vertrouwe
lijke gezicht antwoorden. Voor ons is er ove
rigens niet veel te koop .betelbladeren, betel-
noot, suikerriet, pisang, visch, garnalen, rijst,
maar ook veel.... waterleliebloemen, zoo in
bosjes van een half kilo bij elkaar gebonden.
Dat noemen ze hier groente. Volgenden keer
toch eens proeven. Veel andere bloemen zijn
er ook, meest sterk geurend; die zijn voor den
tempel en voor cadeautjes. En als 'ik zoo'n
meiske even help om uit den weg te komen
met haar bootje, krijg ik tot dank een paar
geurende takjes en een zilveren lachmet
betelpruim.
Wij puffen en tuffen terug; het wordt te
warm in de nauwe kanalen. Op de groote ri
vier is het beteren in de wijde tempelhal
len, waar velen op het heerlijk koele marmer
een zalig middagdutje doen. Vee! practischer
dan op onze warme matrassen met een storm-
verwekkenden eleetrischen waaier boven je
aan die afkoeling niet gewende body, ,,'s Lands
wijs 's lands eer, maar ik draai die dingen uit.
In den namiddag dwalen we wat door de
Chineesche stad. Wat een stapels goederen!
Hier gaat nog veel om. Vroeger meest Duitsch
en Hollandsch fabrikaat, de Engelschen wo
nen te dicht bij, vlak over de grens. Thans
komt Japan hier als overal in de in geld ver
armde landen als de redder in den nood en
verdubbelt daardoor den ernst van de crisis
in Europa. En vergeet als ge in Siam bent, ook
de zilversmeden niet. Die prachtige Goden- en
Konings- en danseressen-figuurtjes in zilver
uitgesneden op zwarten achtergrond zijn al
tijd even mooi. En niet alleen in zilver. Des
avonds is er Siameesche comedie. Voor 12%
cent krijg ik.een armstoel vóór de voorste rij.
Maar nóg neemt geen der operette diva's noti
tie van me. Een historisch drama wordt opge
voerd. Ik snap er niets van. Maar de vorst
en zijn vrouw en broer zijn zóó levend gewor
den en weggestapt van een der basreliëfs in
het paleis, de prima ballerina krijscht even
vreeselijk als onze gewoonste danseressen op
Java en de vette zware kerel, gekleed in een
bel om zijn hals en een lendendoekje en een
kartonnen paardekop op zijn ruigen haardos,
die het paard van den prins voorstelt, is even
kostelijk als menige wajangfiguur. En de mu
ziek! Twee xylophoons met heerlijk zuiveren
klank en meesterlijk gespeeld, begeleid door
trommels en bekkens. Een heel eigenaardige,
maar prettig aandoende combinatie, die in
zijn intonatie meer aan het vroolijke Bali dan
aan het melancholische spel van de Javaan-
sche gamelan doet denken. Er is best wat te
zien en te genieten in Bangkok en.dingen
waar ge rijker en beter door wordt. En er
zijn danslolcalen ook, maar daar moet u m ij
niet naar vragen.
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN
DINSDAG 17 DEC 1935
Boksers zonder geheugenEen dubbele en een drie
dubbele knock-outSanies Connelly ziet alle matches
Fortuinlijke loting voor de kleine clubs Aston Villa's dure
nieuwelingen Weinig nieuwe gezichten in het Oostelijk
elftal.
In de bokswereld maakt men vaak rare
dingen mee. Nu en dan gebeurt het, dat bok
sers tijdens een gevecht na een zwaren stoot
plotseling hun geheugen voor korten of lan-
geren tijd verliezen. Zij vechten dan instinc
tief door, doch weten na afloop niet, hoe de
strijd van dat oogenblik af verloopen is.
Zoo is het geval bekend van een bokser,
die in de derde ronde zwaar werd neerge
slagen en slechts door de bel werd gered. In
de pauze deden zijn helpers alle moeite hem
bij te brengen, hetgeen dan ook gelukte. Het
gevecht ging verder en de bokser in kwestie
won door knock-out in één der laatste ron
den. Natuurlijk werd de overwinning dien-
zelfden avond nog rijkelijk gevierd en er
werd gespeecht, gedineerd en gedanst. Den
volgenden dag komt onze vriend met een on
tevreden gezicht bij zijn manager en vertelt
hem, dat hij besloten heeft, de bokssport
vaarwel te zeggen. De manager schrok na
tuurlijk danig, want deze strijder was zijn
voornaamste broodwinning, oftewel, zooals
de Amerikanen het zoo duidelijk uitdruk
ken: zijn „meal-ticket". Hij probeerde dan
ook van alles, om zijn pupil van zijn nood
lottig besluit af te brengen. Nadat hij aldus
een tijdlang gepraat had, bracht hij vanzelf
sprekend de prachtige overwinning van den
vorigen avond ter sprake, waarna de bokser
kwaad werd en vroeg, waarom hij wegens
zijn nederlaag voor den gek werd gehouden.
„Nederlaag?" vroeg de manager natuurlijk
verbaasd. „Ja", antwoordde de pugilist, „ik
ben in de derde ronde uitgeslagen en ik vind
het niets aardig, dat je er gekheid over
maakt".
Het bleek, dat hij zich na zijn knock-down
in de derde ronde niets';meer herinnerde, 'van
wat er nadien was voorgevallen, het verdere
verloop van den strijd, de fuif, ja zelfs het
diner was niet tot hem doorgedrongen en
eerst den volgenden morgen was hij, zijn ne
derlaag beweenend, weer tot zijn positieven
gekomen.
Dan is er het verhaal van den bokser, die
ging trouwen en denzelfden dag naar Ame
rika vertrok om een serie gevechten, te le
veren. Menigmaal kreeg hij van de Yankees
een flink pak slaag, zoodat hij langzamer
hand iets minder frisch in zijn denken werd.
Tenslotte keerde hij weer naar zijn land te
rug en, wie zou het anders verwacht hebben,
zijn vrouw was natuurlijk aan de boot om
hem te verwelkomen. Wie schetst echter
haar verbazing, toen haar wettige echtge
noot haar ijskoud voorbij liep. „Maar Nelis",
riep zij smartelijk, „wil je me niet meer ken
nen. mij, je eigen vrouw?" „Kom, kom", ant
woordde de bokser, „je zal mij niet voor den
mal houden, ik heb je nog nooit gezien".
Als het verhaal waar is, en waarom zou
het dat in dezen Sinterklaastijd niet zijn,
dan kan men begrijpen, hoeveel tranen en
hoeveel verscheurde kanten zakdoekjes het
deze vrouw gekost moet hebben, om haar
man weer zijn geheugen te doen terug vin
den. Het er in hameren, zooals het er in
Amerika uit geklopt was, leek psychologisch
onjuist en haarspelden zijn in dezen tijd
nergens meer te vinden, behalve in oudheid
kundige musea.
Doch wij dwalen af. Wij wilden u vertellen
van een merkwaardige, een dubbele knock
out. Bij zulk een knock-out gaan beide bok
sers tegelijkertijd voor de volle tien tellen
tegen het vloertje. Onnoodig te zeggen, dat
zooiets, behalve dan in een opera, zelden
voor komt, al is het eens in een gevecht tus
schen middengewichten in Amsterdam ge
beurd. Ook in Engeland zijn maar weinig
gevallen bekend, doch een daarvan is dan
ook het memoreeren waard. Het doet zien,
hoe. wanneer men het geluk niet aan zijn
zijde heeft, men feitelijk min of meer tegen
de bekende bierkaai vecht.
Het gebeurde in 1909 te Londen. De tegen
standers waren Jack Meekins en Arthur
Evemden, twee boksers, die over een „har
den klan" beschikten Tot de tiende ronde
pp weg naar de markt in de „klomp" van Bangkok,
ging alles goed, toen ze plotseling (het woord
„plotsklaps" zou hier beter op zijn plaats
zijn) gelijktijdig een harde rechtsche op de
kin plaatsten en beiden gingen ze achter
over tegen het plankier. Bij „zeven" sluimer
den ze nog gerust, doch toen werden ze wak
ker en vonden het tijd om op te staan. Mee
kins lag dicht bij het touw en wist zich daar
aan op te trekken, zij het dan ook met erg
veel moeite. Doch Evemden lag midden in
den ring en werd uitgeteld. De scheidsrech
ter kwam naar Meekins toe, om zijn arm ten
teeken van overwinning on te heffen, doch
zoo groggy was deze, dat zelfs dat hem te
veel was en plofdaar lag de overwin
naar weer.
Maar slechter ging het Evemden. Hij werd
naar zijn stoeltje gebracht en toen hij ein
delijk kon opstaan, was hij nog zoo zwak, dat
hij voorover, met zijn kin op het stoeltje viel
en weer was Arthur knock-out. Nu zegt het
spreekwoord, dat alle goede dingen in drieën
gaan en dit bleek oók hier van toepassing.
Onder de toeschouwers bevond zich de fa
meuze Zuid-Afrikaansche hardlooper Reggie
Walker, die op de Olvmpisehe Spelen van
1908 te Londen de 100 Meter had gewonnen.
Deze zou van den ring uit aan het publiek
worden voorgesteld en te dien einde sprong
hij over het bovenste touw, juist toen Evem
den voor den tweeden keer opstond. Laatst
genoemde koos een ongelukkig moment,
Walker's schoen trof in den sprong precies.
het puntje van Arthur's kin enten der
den male ging deze bokser knock-out.
Kent gij, waarde lezer, James Connelly uit
New-Yoiic? Waarschijnlijk niet en daarom
zij 'hier vastgesteld, dat hij nooit en te nim
mer een boksmatch om het wereldkampioen
schap overslaat. Dat zou nu op zichzelf niet
zoo iets bijzonders zijn, maar.James be
taalt nooit. Hij staat in Amerika békend als
de „champion gate-crasher", hetgeen vrij
vertaald beteekent, dat hij desnoods alle
deuren en poorten verbrijzelen zou om bin
nen te komen, zonder te betalen. Hoe hem
dat gelukt? Vrij eenvoudig, er is alleen een
groote mate geduld en doorzettingsvermogen
toe noodig. Hij loopt op den ingang toe zon
der entreebewijs en wordt natuurlijk niet
binnengelaten, wordt er zelfs na tegenstrib
belen hardhandig uitgezet. Even later komt
hij terug en de terugwijzing is nu nog krach
tiger. Dit spelletje herhaalt hij net zoolang,
tot de controle-beambten zoo moe zijn en er
■zoo genoeg van hebben, dat ze hem maar la
ten gaan. Connelly gaat er -dan ook prat op,
voor den aanvang van de match Carpentier-
Dempsey 13 keer naar buiten gegooid te zijn,
doch hij heeft den wedstrijd bijgewoond.
Een ander maal had hij werkelijk op eer
lijke manier een spoorkaartje gekocht, dat
hem naar een stad moest brengen, waar een
kampioenschap zou worden verbokst. Groote
verbazing onder zijn medereizigers: Connelly
had een geldig kaartje. Dat was een evene
ment. Maar wat wil het noodlot? In denzelf
den wagen zit een bokser met zijn manager
en een van hen heeft geen biljet. Ongeloo-
vig zegt de manager tot Connelly: „Ik wil
met je wedden om een dollar, dat je je groot
houdt en dat je weer zonder kaartje reist.
James is in zijn eer getast en overhandigt
zijn ticket, dat de manager in zijn zak steekt.
De conducteur komt controleeren en hoe
Connelly ook opspeelt en beweert, dat hij
een kaartje had, hij wordt finaal uitgela
chen, de schijn is tegen hem en bij de vol
gende halte wordt hij uit -den trein gezet.
Doch bij de match was hij tegenwoordig
zonder ticket.
Zaterdag a.s. wordt de tweede ronde om
den Engelschen voetbalbeker gespeeld en
dan volgt, Maandag d.a.v. na drie uur des
middags het oogenblik, dat door geheel spor
tief Engeland met spanning verbeid wordt,
het moment, waarop de krantexijongens de
straten door komen rennen met de kreet:
„Cup draw result" (resultaat van de beker
loting). Immers op dien dag wordt onder
groote belangstelling der betrokken club-
officials in het gebouw van de F.A. met be
hulp van 64 genummerde balletjes de loting
voor de derde ronde- verricht, waaraan, be
halve de 17 overlevenden van de vorige ron
den, voor het eerst de groote eerste en twee
de divisie-clubs deelnemen plus nog drie,
wegens bijzondere prestaties in het vorige
bekerseizoen vrijgestelde derde klassers.
Veel hangt van deze loting af; zij 'kan de
redding uit het financieele moeras bedui
den en evenzeer, voor de kleinere vereenigin-
gen, de kans om met één slag de benoodigde
gelden voor salarissen, enz. voor een geheel
seizoen binnen te halen. Daarom hopen al
die kleine clubjes op.een uitwedstrijd te
gen een sterken eerste klasser met een groote
recette. Dat is de hoofdzaak, want kans op
het winnen van den beker is uitgesloten.
Ditmaal hebben deze mindere goden niet
te klagen; het lot is hun gunstig gezind ge
weest; zij hebben meerendeels gemakke
lijke thuiswedstrijden in de tweede ronde
met aldus een groote recette voor de vol
gende ronide in het verschiet. Zoo krijgt de
non-Leagueclub Workington bezoek van Kid
derminster Harriers, van wie niemand ooit
eerder gehoord had. Dartford (uit de Kent-
League), dat twee weken geleden voor de
verrassing van den dag zorsrde door de vroe
gere bekerwinnaars Cardiff City op eigen
veld te verslaan, ontvangt Gainsborough
Trinity, eveneens een groote onbekende. Dé
amateurclub Southall zal het met Newport,
de club van het eiland Wight, vermoedelijk
wel klaar spelen en Margate heeft een thuis-
match tegen Crystal Palace.
Margate is een z.g. „nursery" van Arsenal,
dat wil zeggen, dat de jeugdige, voor League
voetbal nog te jonge en onervaren spelers,
die bij de Highbury-club te boek staan, on
der leiding van enkele veteranen, zooals de
vroegere middenvoor Jack Lambert, in boven
genoemde vereen iging te zamen gebracht
zijn en in competitie-verband geregeld wed
strijd-routine opdoen. Natuui-lijk komen xxiet
al deze spelers later in aanmerking voor een
plaats in het Arsenal-team, slechts de meest
belovende worden in de reserves opgenomen
en de rest wordt de gelegenheid gegeven een
ander engagement te zoeken. Of zij dit vin
den, is een andere kwestie en hierin schuilt
een der grootste gevaren van het beroeps
voetbal. de toekomst der jongeren, die na
eenige jax*en niet goed genoeg zijn voor een
plaats in League-voetbal. Volledigheidshalve
dient echter te worderx vermeld, dat ver
schillende clubs hun nursery-spelex-s ver
plichten, gedurende deze px'oef- en oplei
dingsjaren tevens een ambacht te leeren, zoo
dat zij althans niet geheel zonder kennis van
een vak in de maatschappij komen.
Margate slaagde er in de vorige ronde zoo
waar in, onder aanvoering van Lambert den
sterken derde klasser Queens Park Rangers
met 31 uit te schakelen. Of haar dit ech
ter met Crystal Palace or;k gelukken zal,
meen en we te moeten betwijfelen.
Aston Villa, dat Zaterdag 1.1. met 50 door
Manchester City geslagen werd, had daags
tevox-en voor 6500 pond sterling den bekenden
Schotschen halfback Alec. Massie van Heaxis
overgenomen. Dit is de vijfde speler van
naam, die binnen een maand door de Bir-
minghamsche club wordt aangekocht en te
zamen is daarvoor 24000 pond besteed, tot
dusvexue zonder resultaat. Twee jaar gele
den gaf de Villa den hoogsten tx-ansferprijs,
die ooit voor een Engelschen prof. betaald
werd, nl. 10,775 pond voor den Poxismouth-
spil Allen, die echter niet ixx het nieuwe
milieu paste en thans in de resex-ves speelt.
Ofschooxi Aston Villa een der rijkste clubs
van Engeland is en zich de weelde dezer
aankoopen veroorloven kan, dient er toch
op te worden gewezen, dat Evertoxx eenige
jaren geleden, teneinde degradatie te ont
gaan, 20.000 pond besteedde, zonder dat des
ondanks de laagste plaats werd ontloopen.
De vijf nieuwe spelers der Villa zijxx: Grif
fiths (Middlesbx-ough) en Massie (Hearts),
beiden halfbacks, Cummixxgs (Partick
Thistle) achterspeler en Palethorpe (Wed
nesday) en Williams (Huddersfield) voor-
waartsen. Opmerkelijk is, dat ondanks de
slechte resultaten, de recettes xiiets te wexi-
schen overlaten, waarschijnlijk, omdat de
50.000 toeschouwers nieuwsgierig zijn naar
de prestaties der nieuwe beroemdheden. Doch
men weet, elf sterren maken nog geen suc
cesvol elftal en men zal moeten afwachten,
of de Villa den degradatie-dans ontspringt.
Haar volgende match is een thuiswedstrijd
tegen Ax-senal, hetgeen een goede gelegen
heid is om te toonen, wat het team nu ver-
mag. De Londensche kampioenen hebben tot
nu toe slechts twee uitmatches gewonnen,
doch staan toch nog op de vierde plaats.
Het Oostelijk elftal, dat den lichtwedstrijd
tegexx Haarlem met 32 verloor, maakte een
voldoenden, doch geen overweldigexxden in
druk. Een der officials, die het team verge
zelde, vertelde, hoe jammer het was, dat
men niet meer jongere spelers in de ploeg
had opgesteld. De ouderen waren weliswaar
hun plaats waard, doch het doel van der
gelijke matches was toch, nieuw materiaal
naar voren te brengen. Tot de besten in de
Oostelijke ploeg behoorde de S C.H.-keeper
Gidding, wiens club dit seiz-oen wel een bij
zonder onfortuinlijk entree in de eerste
klasse gemaakt heeft. Ook in deze match
liet de fortuin hem in den steek, want na
zijn goed spel was het toch wel erg zuur voor
hem, in de laatste minuut, verblind door het
felle licht, een hoogen boogbal te moeten
laten passeeren. Voorts traden de kanthalfs
Roelofs exi Schipper, vooral de eerste op den
voorgrond, terwijl Looyschilder in den aanval
verdienstelijk werk deed, De linksbinnen
Muizenbeld kon alleen maar rechts trappen
en ook de Vitesse-spil Rieken was onvoldoen
de. Bij Haarlem verdient Vaxi Gooi een pluim
voor zijn goed opstellen.
UIT HAARLEM
G. Smits, t
Zaterdagavond te 6 uur is in de Boerhaave-
kliniek te Amsterdam waar hij den laatsten
tijd verpleegd werd, op 67-jarigexi leeftijd
overleden de heer Gerard Smits, accoun
tant alhier.
De heer Smits, die eerst te Haarlem par
ticulier boekhouder was geweest, vestigde
zich later hier als accountant.
Gedurende vele jaren is hij ook leeraar in
het boekhouden geweest aan de Handels
school, (thans H. B. S. A alhier), n.i. van de
oprichting (1 Augustus 1908) af tot 1 Augus
tus 1909 tijdelijk en van dien datum tot 1
September 1933 af, vast. Hij stond bekend als
een uitmuntend leeraar. Bij zijn afscheid
bleek op ondubbelzinnige wijze, hoezeer hij
door zijn collega's en zijn leerlingen werd
gewaardeerd.
De heer Smits was tevens algemeen secre
taris later voorzitter van de commissie
van de Federatie van Kantoorbediexiden-
vereenigingen, voor het afnemen van de
examens dier vereeniging in het boekhou
den. In deze functies heeft hij genoemde
examens vele jaren lang geleid.
Hij heeft indertijd ook zitting gehad in het
bestuur der afd. Haarlem der toen bestaan
de Liberale Unie.
Voorts was de overledene mede-oprichter
van de Nationale Organisatie van Accoun
tants (waarvan hij ook eenigexi tijd voorzit
ter is geweest), die later is opgegaan in de
Nederlandsc.he Organisatie van Accountants,
welke tenslotte is samengesmolten met het
Ned. Instituut van Accouxitants.
De heer Smits had ook tal van jaren zit
ting in de examencommissie voor uoekhou-
den M. O. (Staatsexamexi) exi was plaats
vervangend lid van den Raad van Beroep
van het Ned. Instituut van Accountants.
De begrafenis is Woensdagmiddag 2 uur op
de Algemeene Begraafplaats te Heemstede.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 16 December.
Bevallen 13 December: H. Mulder—Steen-
bergexi, d,; 14 December: F. E. van der Aar
Göhner, d.; A. VosHartsuiker, z.; G. W. C.
Ovex-meerVeldman, d.; A. J. J. van Beek
Voeten, d.; 15 December: J. W. Overbeek
v. Krimpen, d.; M. M. Jansenv. Rijn, z.; C.
Mesmanv. Leeuwen, d,; 16 December: J. A.
M. Ransijn—v. Eijk, z.;
Overleden 14 December: J. Bosch, 54 j.,
PijLslaan; J. P. Kroone, 22 j„ Kamperlaan; B.
Bulthuis, 51 j„ Pol; A. HubertBoeser', 33
j,. Rsitzst-raat; 15 December: A. AsmaRus,
73 j„ Ripperdapark; C. M. SpookKappelhof,
88 j., Leidschestraat; T. PereboomVisser, 82
j., Meester Cornelisstraat.
I