Liefde in de wildernis H. M. de Koningin en H K. H. Prinses Juliana woonden Maandag op het Malieveld te den Haag het défilé bij, dat door het jubileerendfe corps mariniers uit Rotterdam voor de vorstelijke personen werd gehouden. De vorstinnen in het galarijtuig De Zwitsersche ski-loopers bij de training der deel nemers aan de komende internati onale wedstrijden van Garmisch Par- tenkirchen De kleine Claude Malmejac, die onlangs te Marseille ontvoerd werd, doch op gespoord kon worden, vertoeft thans te Chamonix Op den toren van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam is een sterrewacht ingericht, welke het geschenk is van een amateur astronoom De nieuwe brug over de Dijksgracht te Amsterdam als onderdeel van de werken tot verbetering der spoorweg- verkeerstoestanden in de hoofdstad, is Maandag voor het verkeer opengesteld Dr. Euwe thuis Van een bewonderaar ontving de wereldkampioen een taart, waarop de eindstand van de laatste partij, - Elsje, Fietje en Carotje interesseeren zich eveneens voor het geschenk De fabricage der attributen voor de Kerstviering neemt op het oogenblik in Zweden een belangrijke plaats in. In grooten getale werken de vrouwen, in nationale kleeder dracht aan de voorbereiding mede FEUILLETON Uit het Engelsch van OTTWELL BINNS. 3) (Nadruk verboden.) Honor Donthorne uitte een enkele kreet van doodelïjke ontzetting, toen verloor ze haar evenwicht en viel van den steen, precies op den weg van de dravende kudde. Ze kwam terecht bij 'n struik en bleef er liggen, zich vol komen bewust van het gevaar dat haar dreig de/maar onmachtig om zich te bewegen. De aarde trilde als bij een aardbeving, een zwaar bonzend geluid mengde zich onder het woeste getrompetter; stofwolken warrel den omhoog en er was gekraak van brekende takken en struiken. Toen draafde de eerste olifant voorbij en zijn glanzende slagtanden dreigden onheilspellend naar beneden. Achter hem aan kwam de heele troep bees ten. De grond daverde onder hun groote poo- ten, hun getrompet 'overstemde ieder ander geluid. Het meisje sloot de oogen, verstijfd van angst. Ieder oogenblik verwachtte ze vermorzeld te worden onder de logge pooten of gegrepen en omhoog geheven in één van die machtige slurven. Een van de dieren baande zich een weg door het groepje struiken waarnaast ze lag; de eeltige poot plompte op niet meer dan twee meter afstand van haar hoofd en zij werd half bedolven onder de neerkrakende takken. Maar ze bleef onbewegelijk liggen en dat was haar eenige kans op redding. Minuten verliepen, toen daverde het laatste dier voorbij. Ze hoorde het overdonderend ge- sseid mander worden. Maar nog bewoog ze zich niet. Ze bleef, zoo lang, dat het haar eeuwen toescheen, volkomen verdoofd en verbijsterd. Eindelijk lichtte ze langzaam haar hoofd op. Er was geen enkele olifant meer te zien. Het woud voor haar was doodstil, maar achter haar klonk nog het daverend geweld van de woedende dierenmassa. Ze dwong zichzelf om zich op te richten en worstelde overeind. Toen hoorde ze Mannering ergens tusschen de boomen haar naam roepen. Honor, Honor! Ze besefte, dat ze niet de eenige was, die den overval overleefd had. Ze schudde de tak ken van het vermorzelde struikgewas van zich af en trachtte antwoord te geven. Maar haar tong en lippen weigerden voor een" oogenblik den dienst en voordat ze woorden had kun nen uitbrengen, kwam Mannering al tusschen de boomen vandaan. Hij zag haar en holde haastig op haar toe. Honor, Honor! riep hij, toen hij haar be reikt had. Goddank, dat je nog leeft! Hij greep haar handen en zij voelde hoe hij beefde. Zijn gezicht was doodsbleek. Het meisje bleef even zwijgen, toen vormden haar lippen een enkel woord: Walter! Mannering huiverde. Hebje het ge zien? Dedeolifant. Ze knikte en Mannering ging haastig voort, dankbaar dat hij haar niet hoefde te vertellen wat er gebeurd was: Hij is daarginds tusschen de boomen. Haar lippen trachtten iets te zeggen, maai er kwam geen geluid. Hij las de vraag in haar oogen en antwoordde: Ja, hij is dood. Die slag met de slurf moet hem dadelijk gedood hebben. Je behoeft niet bang te zijn, dat Walter gevoeld heeft hoe het beest hem opnam en tusschen de boomen slingerde. Honor Donthorne stond onbeweeglijk voor zich uit te staren, haar gezicht was doods bleek, haar oogen brandden, maar ze huilde niet. Ze begreep, dat George trachtte haar te troosten, maar de woorden vonden geen weer klank in haar gemoed. Mannering praatte voort. Wij moeten de dragers gaan zoeken en Walter begraven. Het dient nergens voor om hem terug te brengen naar het kamp. Hij zou net zelf ook niet gewild hebben, en wel een krijgsmangraf, zie je, Honor, het is mooi, te liggen op de plaats waar je gevallen bent. De sentimenteele woorden klonken mis plaatst op het oogenblik, maar het meisje scheen het niet op te merken. Ze stond nog steeds onbeweeglijk voor zich uit te staren. Mannering, met haar handen nog in de zijne werd bang en barstte plotseling uit: Honor, Honor, zeg in Godsnaam iets! Be denkt, dat dit een beter en vlugger einde is voor Walter dan de dood, die onvermijdelijk moest komen, als hij er op gewacht had. Als hij er op gewacht had? riep ze on vast. Wat bedoel je, George? Wat ik zeg. Als hij gewacht hadzoo als velen niet gedaan zouden hebben. Ik was bang Zonder eenige reden, zei ze snel. Neen, antwoordde hij. Juist vanmorgen had ik reden om bang te zijn. datdat. Hij brak zijn woorden af. Om bang te zijn, waarvoor? Ik zal het je zeggen als we in het kamp terug zijn, antwoordde Mannering ontwij kend. Je hebt waarachtig al genoeg uit te staan gehad. Ze keek om zich heen. De dragers! Waar zijn ze? Hij begon him namen te roepen. Kribaii! Natuga! Susambo! Er kwam geen antwoord en zijn gezicht ver duisterde. Ik denk dat ze er vandoor zijn gegaan. We zullen hen wel terugvinden in het kamp. Ook moesten maar w MaarWalter? We kunnen niets doen zonder gereed schappen. Kom! Als we de mannen gevon den hebben, zullen we terugkomen. Is dat jouw geweer, dat daar ligt? Hij liet haar handen los en ging het halen, maar raapte alleen maar een helft op. Het was in tweeën gebroken, doordat een van de olifanten er een loggen poot op had gezet. Hij liet het haar zien en gooide toen het on bruikbare stuk weg. Daarop nam hij haar bij de hand. Kom mee, Honor! Zij gingen langzaam terug, langs denzelf den weg, dien ze zoo haastig afgelegd had den, achter de kudde olifanten aan. Toen zij buiten het bosch kwamen, vielen de zonne stralen brandend op hen neer en de heele wij de vlakte lag te verzengen in de gloeiende hitte. Langen tijd sprak geen van beiden, maar één keer bleef Mannering staan, midden in het hooge gras, dat tusschen hen en het kamp lag. Luister eens. Hoor je niet, Honor? Neen. Wat Ik dacht, dat ik stemmen hoorde, maar ik moet me vergist hebben. Ze vervolgden hun weg en niet lang daar na kregen ze het kamp in het oog. Niets be woog er, alles was doodstil. We zijn per slot van rekening nog de eersten, zei Mannering. Maar toen ze de groene tent bereikt hadden, zag hij, dat hij zich vergist had. Het heele kamp was overhoop gehaald, kleeden waren op den grond gegooid, blikjes met etenswaren waren opengebroken en leeggemaakt, al de voor werpen van waarde waren verdwenen. Hemel .fluisterde hij, toen hij begreep wat dat alles beteekende. Wat is er? vroeg Honor verwonderd. Die zwarte dragers zijn er vandoorI Ze hebben, alles leeggeplunderd. Hij staarde hulpeloos om zich heen, sijs gezicht was vertrokken van woede. Het meis je staarde sprakeloos naar de wilde verlaten omgeving. In de verte weerspiegelde zich d« gloeiende hemel n het gladde meer; om d* heuvels, die den horizon begrensden, trilde de brandend-heete lucht en om hun toppei hing een vale nevel. Breede, verblindende pij len van zonlicht schenen de aarde te door boren. Licht en schaduw waren overal pijnlijl scherp afgeteekend, het bosch leek een som bere, zwarte lijn. de vlakte een massa van wil gloeiend licht. En terwijl ze daar stond U staren, peinzend over het smartelijk gebeu ren van eenige uren geleden en over alles dat nog volgen kon.een eindelooze ze* van mogelijkheden, in dit meedoogenlooze land, bekroop haar de vrees en niettegen staande de brandende hitte huiverde ze. IL De zon stond laag aan den hemel er waj geen wind en alle geluiden waren verstomd ia de brandende hitte. Alles was doodstil ea Honor Donthorne zat in de schaduw van haar tent en staarde afwezig naar een pasw bultige pakken, die daar lagen. MannerrngU werk. Ze wist, dat hoewel de inhoud van de pak ken nauwelijks toereikend was. Mannering eö zij onmogelijk meer konden dragen. Met dk luttele hoeveelheid levensmiddelen zou s« George haar trachten terug te brengen naaa cultuur en beschaving .naar een plaats, waai het leven niet zoo meeaoogenloos wreed was. Het was een lange weg naar de dichtsbijzijn- de Belgische post en de gids was tegelijk mei de dragers verdwenen en ze vroeg zich af ot ze hun tocht ooit ten einde zouden brengen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8