HET NIEUWE AVONDBLAD 2Ie JAARGANG No. 40 WOENSDAC 18 DEC. 1935 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerla-an 42 - IJmuiden, Telef. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIëN: 15 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN BE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT'. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; ƒ600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; 30.- bij breuk van boven- en/of onderarm; ƒ30.- bij breuk van. boven- en/of onderbeen. Ten gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.- bij overlijden van den man alleen; 2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar- tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart. tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.- Bank te Schiedam. De Taak der Pers. Prof. Huizinga heeft in Den Haag gesproken over „De taak van de pers in onzen tijd", maar er slechts een causerie over gehouden. Hij heeft het zelf een causerie genoemd, -en dat was het ook. Jammer, maar de fout ligt wel licht voor een groot deel bij degenen die dezen zeer begaafden academicus, man-van-de-stu deerkamer, uitnoodigden zijn oordeel ten bes te te geven over een instituut dat zich op zoo pijnigende wijze in de dagelijksche practijk des levens beweegt als de pers. Ik 'zeg pijni gende wijzede practijk van het maat schappelijke leven is in tijden als deze inder daad vaak pijnigend, en toen prof. Huizinga naar zijn studeerkamer terugging moeten vele journalisten hem daarom benijd hebben en gedacht: Was ik ook maar zoo. Kon ik maar mee. De causerie-vorm sluit het houden van een ingrijpend, belangrijk betoog vrijwel uit, en dat is dan ook gebleken. Prof. Huizinga heeft zich moeten bepalen tot een aantal vage de finities, tot het constateeren van vele tegen strijdige verschijnselen bij het duizendkop pig monster, bekend als de Pers en tot din gen die iedereen wel weet. Zondert men zijn hier en daar geestige opmerkingen uit, dan blijft er niet veel over. Zoo gaat het altijd met causerieën. Toch is er een verklaring die mij getroffen heeft, en dat is deze: „Als de pers wilde zeggen, wat barbaarsch is en wreed, wat trouweloos en laf, wat malle praat (zooals het wreken van nederlagen van vijftig jaar geleden is)als de pers dit al les dagelijks wilde zeggen, zou het oudrage- lijk worden. De pers moet wel een zekere gelijkmoedigheid betrachten." Dit is, geloof ik, in zijn causerie-vorm een gevaarlijke verklaring. Prof. Huizinga heeft zoozeer het oor van de natie, dat ik hoop dat hij geen causerieën meer houden zal, want zij leiden toch blijkbaar tot opmerkingen als deze, die sommigen voor de volle maat zouden kunnen nemen. Het is natuurlijk waar dat het ondragelijk zou worden als men eiken dag in de krant alle barbaarschheden, trouweloosheden en laf heden en alle mallepraat wóu gaan brand merken. Dat kan niet. Het zou een verkeerd beeld van den werkelijken toestand geven en het zou ontmoedigend werken. Maar een commentaar zooals die van prof. Huizinga heeft de pers m.i. nu juist niet noodig. Veel te veel bladen zijn er, die de door hem be doelde gelijkmoedigheid veel te veel toepas sen. Het voorbeeld dat hij geeft is daarbij •treffend. Het wreken van nederlagen van vijftig jaar geleden is mallepraat. Zeker. Daar is in dit blad de aandacht op gevestigd en sommige andere ook. Maar in zeer vele niet. Wat het brandmerken van barbaarschheden en wreedheden betreft.het zou veel meer moeten gebeuren. Als de geheele pers den durf bezat dit te doen.... er is blijkbaar zelfs bij onafhankelijke bladen een zekere durf voor noodigdan was de Volkenbond allang veel sterker op zijn beenen komen te staan. Maar zeer vélen slikken de dingen maar met gelijk moedigheid: veelal uit scepticisme. Zeer vele leiders van dagbladen in de geheele wereld zijn sceptici, die niet meer gelooven aan werkelijk- ingrijpende verbeteringen, en de bekende ach terdocht jegens het veel-gewraakte woord „idealisme" koesteren. De voortdurende aanraking met het ge- beuren-van-den-dag, het voortdurend mee beleven daarvan heeft al hun optimisme gedood. Er moeten nieuwe dingen gebeuren, ingrijpende nieuwe veranderingen plaats grij pen, eer er bij hen een opleving komt. Zij registreeren den gang van zaken van-dag-tot dag, en wachten overigens met zeker fatalisme de uitkomst der gebeurtenissen af. Het ware beter geweest als prof. Huizinga dit beseft had en van de hoogte van zijn roem een inspireerend woord had gesproken, ge grond op het optimisme dat hij zelf in zijn boek „In de Schaduwen van Morgen" verklaart te bezitten. Ik geloof dat men dit van hem gehoopt had. Een stimulans, een vertrouwen. Daar snakt het menschdom voortdurend naar. de eindindruk van zijn causerie was: Gij journalisten kunt er eigenlijk ook niet veel aan doen. Dat had juist niet gezegd moeten worden. Energie wordt vereischt. Energie en idealis megeen depressie. En in de studeerka mer kan men die, in dezen tijd, zooveel be ter vergaren dan in de practijk R. P. PERSONALIA. Bij K.B. is met ingang van 1 Januari op nieuw benoemd tot lid van de Rijksschool vooi lichamelijke opvoeding de heer R. IJzer te gaarlem, IJMUIDEN Een interessante lezing van „Het Nut". Met Dr. Paul Julien naar de Pygmeeën. Met een interessante lezing over het ge heimzinnige dwergvolk van donker Afrikae de Pygmeeën, gehouden door dr. Paul Julien heeft het departement IJmuiden van de Mij. tot Nut van 't Algemeen gisteravond het win terseizoen geopend. De belangstelling was slechts matig, zoodat er in de Bethlehemkerk, waar de avond ge houden werd, tal van zitplaatsen onbezet wa ren. Zij, die deze leege zitplaatsen hadden be- hooren in te nemen, hebben heel wat gemist, want het is, een mooie en leerzame avond ge weest. Dr. Julien zeide, dat hij sedert een reeks van jaren een onderzoek instelt naar de be woners van de binnenlanden van Afrika, in het bijzonier wat de samenstelling van het bloed betreft. De Pygmeeën zijn nog niet zoo lang geleden binnen den gezichtskring van de beschaafde wereld geraakt, aldus spreker. In 1870 heeft Georg Schweinfurt op zijn reis in het grensgebied van den Belgischen Congo een dwerg aangetroffen, waarvan alleen het legendarische bestaan bekend was. Maar Schweinfurt was niet de eerste, die het dwergvolk ontmoette. Reeds 42 eeuwen gele den was het bestaan van dwergen in Afrika bekend. Een Pharao van de achtste Egypti sche dynastie had een handelsagent uitge zonden, die van zijn reizen behalve heel veel kostbaarheden „een dansenden dwerg" zou meebernegn, zooals hij den Pharao had ge schreven. De Pharao te Memphis was zoo nieuwsgierig, dat hij zijn agent onmiddellijk terugriep. Hij zond den agent tal van in structies, opdat de dwerg gezond en welvarend in Memphis zou aankomen. Of de dwerg Memphis bereikt heeft, weet spreker niet, maar zeker is, dat 22 eeuwen vóór Christus het bestaan van een dwergvolk bekend was. Later is die kennis weer verloren gegaan. Homerus sprak over Pygmeeën, „menschen zoo groot als een vuist". Ook Herodotes sprak van „een stam van kleine menschen, die don ker van kleur waren". Tot 1870 beschouwde men het bestaan van Ppgmeeën als een le gende. Het een en ander is van de Pygmeeën bekend geworden. Onder het vertoonen van een serie fraaie lantaarnplaatjes vertelde spreker van zijn tocht, en van het land dat hij heeft bezocht en van het merkwaardige Pygmeeënras. De Pygmeeënstammen wonen verspreid in het Itoeriwoud, aan beide zijden van den evenaar, uitsluitend ten Westen van de groote meren. Ze leven te midden van de negers, zijn schuw en daarom moeilijk te naderen. Hun kamp, dat zij doorgaans niet langer dan eenige da gen -betrekken, slaan zij doorgaans op in de buurt van een meertje. Tot Pygmeeën rekent men in den regel die stammen, wier gemid- del lengte niet grooter is dan 1.50 M. De ge middelde lengte van de door spreker onder zochte Pymeeën bedroeg 1.44 M. voor de man nen en 1.37 voor de vrouwen. Spreker trof echter veel vrouwen aan, die veel kleiner wa ren, zelfs van 1,24 M. Het krijgen van contact met het Pygneeënvolk was een vraagstuk op zichzelf. Het beste ging dit, door eenige Pyg meeën, waarmede men in aanraking was geko men, met geschenken het bosch in te zenden, welke geschenken bestanden uit zout, tabak, katoen enz. Bij de Pygmeeën viel een groote ouderlief de en een groote liefde van de kinderen tot de ouders op te merken. In moreel opzicht staan zij zeer hoog, ondanks -dat er gee.n volk op aarde is, waarvan het peil der beschaving zoo laag is. Landbouw en veeteelt kennen zij niet. Zij leven van de jacht en daar het oer woud arm aan wild is, zijn zij genoodzaakt, dikwijls te verhuizen. Hun voornaamste wild is de tiki—tiki, de olifant, die zij overmeesteren door ze de kniepeezen door te snijden. Een op perhoofd kennen zij niet. Zij zijn monogaam en in zedelijk opzicht staan ze hoog, veel hooger dan de negers, wier beschavingspeil hooger is. Na de plaatjes werd een uit drie deele-n be staande film vertoond, die een duidelijk beeld gaf van het leven en de gewoonten van dit dwergvolk. De bijeenkomst werd geopend door Ds. F. Milatz, die wees op den achteruitgang van het ledental, waarin naar hij hoopte spoedig een verbetering zou mogen komen. NED. VER. E.H.B.O. Op het laatst gehouden examen slaagden voor het Oranje Kruis-diploma de dames A. M. Noest v. d. Veldt, G. v. Berkum, G. Groot en de heeren J. Metselaar, J. M. Wattjes, A. Germs, J. Kuiper, W. Pekelder, J. de Nobel, E. Rasterhof, A. A. Stolk. Het examen werd afgenomen door Dr. M. L. van der Stempel, arts te Amsterdam in het gebouw der Rijks H.B.S. te Velsen. Geen en kele candidaat werd afgewezen. Voor onzen docent-arts V/. Ant. Oepts en den leider van den verbandcursus den heer P. v. d. Hoff. een mooi resultaat. NIEUWE DAMES-KAPSALON Door mej. Toni Koper, voorheen School straat is thans in het perceel Kanaalstraat 188, hoek Schoolstraat, geopend een geheel naar de eischen des tijds ingerichte dames kapsalon. De nieuwe zaak geeft een pretti- gen indruk. De kapsalon is voorzien van een drietal boxen, alle voorzien van het nieuw- ste genre meubelen. Een smaakvol ingericht en van lectuur voorziene wachtkamer doet I het wachten vergeten, terwijl tevens aan de 1 zaak een winkel verbonden is, waar in den ruimsten zin alle toiletartikelen, zeepen, par fums en bijouteries enz verkrijgbaar zijn. Mede in verband met de goede reputatie van mejKoper als kapster, zal het haar zeker aan clientele niet ontbreken* Algem. Nederl. Vrouwen Vredebond. Afdeeling' VelsenIJmuiden opgericht. Dinsdagmiddag vond in Parkzicht een ver gadering plaats van den Algem. Ned. Vrou wen Vredebond met het doel de oprichting van een afdeeling Velsen-IJmuiden. De vergadering was vrij goed bezocht. Mevr. Nolthenius Glazener, voorzitster der afd. Bloemendaal-Santpoort wees op de spe ciale roeping van de vrouw, het leven dat zij geschonken heeft, te beschermen en las als slot van haar opening voor een gedicht van Garmt Stuweling. Als lid van het hoofdbestuur was aan wezig mevr. de Groot, die een hartelijk wel kom toeriep in het bijzonder tot de leden van de af deelingen, die den steun aan de oprich ting van de afdeeling Velsen-IJmuiden had den gegeven. Spreekster herinnerde aan den grooten oor log en aan het werk van Dr. Aletta Jacobs, die in den oorlog vrouwen uit verschillende oorlogvoerende landen, in den Haag bijeen riep, waar deze vrouwen, terwijl haar mannen aan het front stonden, elkaar de hand reik ten. Uit deze bijeenkomst is de internationale vredesbeweging geboren. Als spreekster het ontstaan en de oprichting van den bond wil schetsen mag zij daarbij niet vergeten den naam te noemen van mej. E. M. van Wijngaarden. Deze voelde bij den oorlog heel goed, dat niet één volk aan den oorlog schuld had. Allen hadden schuld en allen hebben weer schuld, als opnieuw een oorlog ontbrandt. De oorlog zou ons brengen democratie en vernietiging van het Pruisisch militarisme. Hij bracht het ongelukkige ver drag van Versailles, een versterkte militaris tische geest en in sommige landen algemeene dienstplicht. Aan mej. van Wijngaarden is het te danken, dat in December 1914 met aan vankelijk 300 leden de Alg. Ned. Vrouwen Vre- desbond werd opgericht. Op het oogenta-lik telt de bond ruim 6400 leden. IJmuiden wordt de veertigste afdeeling. Spreekster zette daarna het doel van den bond uiteen, zooals dit in de statuten is vastgelegd:Zij wees er op, dat de Algem. Nederl. Vrouwen Vredebond geen en kele vrouw uitsluit. De bond heeft geen kleur Van ieder, die zich bij den bond aansluit wordt verwacht, dat zij het werk van den vrede bevordert. Iets is er dat alle vrouwen, boe verschillend hunne persoonlijke inzichten ook zijn bindt, n.l. de vaste wil mede te wer ken aan het propagee-ren van de vredesge- daohte. Spreekster memoreerde het protest van den bond tegen de luehtbesehermingswet, waar in er op gewezen werd, dat o.a. zieken en klei ne kinderen niet onder de bescherming vallen. Spreekster las een aantal adressen voor, tot de Tweede Kamer gericht in verband met de luchtbessohermmgswet. De voorzitster dankte de spreekster voor haar mooie rede. Mevrouw Overdiep sprak daarna een op wekkend woord, waarna voor de pauze me vrouw Calkoen van Thienen eenige gedichten declameerde. Na de pauze werd tot oprichting van een afdeeling besloten, waartoe reeds 67 leden toetraden. Het bestuur werd samengesteld als volgt mevr. OverdiepHam, voorzitster, mevr, A. C. RoelseBedijs, secretaresse, mevr. van Leusen—Binnerts, penningmeesteresse, mevr. Schooten—van Eden, mevr. Mühlenfel-d—van Doorn, mevr. Laan—de Jong en mej Bank. Ten slotte droeg mevr. Calkoenvan Thie nen nog eenige gedichten voor. De werkloosheid. J.l. Zaterdag waren bij de Gem. Arbeidsbeurs als werkzoekende ingeschreven 602 bouwvak arbeiders, 359 metaalbewerkers, 51 kantoorbe dienden, '38 huisbedienden, 39 houtbewerkers, 48 landarbeiders, 357 visschers, haven- en transportarbeiders, 694 losse en fabrieksar beiders, 308 in overige beroepen. Verder be neden den leeftijd van 18 jaar: 30 bouwvak arbeiders, 46 metaalbewerkers, 10 kantooi'be- dienden, 32 huisbedienden, 1 landarbeider, 70 losse en fabrieksarbeiders, 9 in overige be roepen. Het totaal aantal werkzoekenden bedroeg derhalve 2694. Communistische Partij Holland. Openbare vergadering in Thalia. In de kleine zaal van Thailia heeft gister avond een dr-u'k bezochte vergadering plaats gehad van de Communistische partij. Ais sprekers traden op de heeren Ko Beuzemaker en Paul de Groot. Als eerste spreker trad op den heer Beuze maker. Deze begon er op te wijzen,, dat in deze vergadering twee belangrijke zaken zouden worden besproken. Ten eerste -de salarisver laging van de gemeente-a nib tenoren, ten tweede steun aan het viseeherijpe-rsoneel. De heer Beuzemaker herinnerde aan het besluit van de Provinciale Staten tot loons vermindering van het personeel. Deze loons verlaging beteekent voor de arbeiders een schrede terug. Eveneens vertelde de heer Beuzemaker, hoe hij als lid van de gemeente raad van Amsterdam zijn stem in den raad moet verheffen tegen de zevende loonsverla ging, die hier weer zal worden ingevoerd. De oorzaak dat dit alles gebeurt, weet spreker aan de regeering. die bij de laatste verkiezingen alles goeds beloofde. Felle eritiék oefende spreker uit op den landbouwsteun, waarbij hij zeide, dat hiermede de landbouw kapitalisten alleen voordeel hebben. 7ervol- gens besprak hij het regeeringbeleid van minister Colijn, dat hij afbraakpoüitiek noem de. De regeering Colijn ontneemt zeide spreker het weinigje recht, dat de arbeider nog heeft. Door deze politiek wordt bereikt, dat d-e belangen van 't groot-kapitaal worden gediend. De ellende hiervan wordt nóg grooter in Indonesië gevoeld, waar volgens spreker de arme verhongert. Er ligt voor het IJmuider visschersvolk ook een groot gevaar van de zijde der reeders. Deze willen den arbeider nog meer helpen verdrukken, nu het gaat over opzegging van het visscherij-contract. Dit is volgens spreker mede een vrucht van het fascisme. De "reeders N.S.B.'ers wor den hierbij gesteund door de reigeering-Colijn Het fascisme dat er op uit is, om het verzet dat door de georganiseerde arbeiders tegen de verslechteringen wordt gevoerd te breken. Als voorbeeld noemde spreker de staking van Tilburg, de toestanden in Duitseh-lamd en Italië. Ook in ons land worden Manken ver nomen om een stakingsverbod en een verbod van afvaardiging van arbeiders naar het re- geeringskasteel. Indien -dit ge-beurt, dan is de arbeiders- overgeleverd aan de willekeur van de machthebbers. Hier tegen, zeidie spreker, moeten de arbeiders strijden, willen zij meer verslechteringen voorkomen. Sprekende over de verhindering om op te rukken en het fascisme terug te dringen, hiervan is de oorzaak dat er geen eenheid is onder de arbeiders. Als er eenheid onder de arbeiders was die er moodiig is voor een overwinning, dan zo-u men tot Colijn kunnen zeggen: ver- diwijn! Sprekende over de éénheid, wekte spreker de aanwezigen op om waar straks de vis scher ij-onderhandelingen gevoerd zullen worden, pal te staan in één gesloten organi satie. Aian verwezenlijking va.n het Plan van den Arbeid wil de C.P.H. medewerken. Het beste plan van arbeid i-s een vast ingezette strijd tegen loonsverslechteringvóór verla ging van belasting en woning-huur. Het fas cisme zal winnen, indien het niet komt tot éénheid onder de arbeiders. De overwinning van -het fascisme beteekent een groote ellende de overwinning van de arbeiders beteekent brood en welvaart. De bourgoisie wensoht de overwinning van het fascisme. Dit beteekent zeide spreker, een nieuwe oorlog. Spreker wees op Italië, waar het volk door den dictatuur genadeloos wordt behandeld. In verband met het Italiaansc'hAbessynsch conflict bracht spreker hulde aan de Abessy-niërs. Deze voeren, zegt spreker, een strijd die ook voor ons is. In Rusland is een groote éénheid tusschen de Russische bevolking en het roode leger. Dit machtige roode leger is voor de bour goisie een verhindering voor een imperialis- tischen oorlog tegen Rusland. Wat het Com munisme in Rusland tot stand heeft gebracht toonde spreker met eenige feiten aan. Als tweede spreker trad op den heer Paul de Groot, die begon met een herinnering aan het laatste visscherij-conflict. Hierbij sprak hij over het feit dat In dien tijd zelfs arbeiders met de Christelijke organisatie naar de Federatie kwamen om hun eenheid in den strijd te betuigen. Dat de strijd toien verloren is„ dat was, zeide spreker, te wijten aan den Centralen Bond die het contract, dat loonsverlaging behelsde, tee-kende. Nu staat men weer voor een zelfde feit. I-ndien men niet oppast, za.1 men weer een verslechtering moeten slikken. Dit jaar hebben 400 leden de Federatie verlaten. Spreker wijt dit aan moedeloosheid, die zich van deze arbeiders heeft meester gemaakt. Deze moedeloosheid drijft velen in de armen van het fascisme. Nu staat die arbeider weer voor het onzekere, wat zal 11 Januari brengen? Dit vermeerdert alm eer de moedeloosheid. Zullen de loonen weer gedrukt worden, ondanks dat d-e prij- van de verbruiksarbikelen stijgen? Vervolgens besprak de heer de Groot den noodtoestand van den handeldr ij venden mid denstand. Ook hiervoor wordt d-e strijd ge voerd tegen den kapitalistischen druk. Daar om zal, wanneer de reeders straks met ver slechtering voor de visschers komen men hierop met een beslist „neen" moeten ant woorden. Spreker riep daarom allen op, tot een onverbreekbare eenheid. Vervolgens be sprak de heer de Groot een pamflet, dat hem gegeven was, van de N.S.B. onderteekend met Dirksstraat 7. Op den Inhoud van dit pamflet, wordt onder gelach der toehoorders een felle critiek uitgeoefend. Er is maar een zucht onder de arbeiders: hoe komen wij uit het moeras van de werkloosheid? Uit deze zucht is voortgekomen het Plan van den Arbeid. In het kort besprak de heer de Groot eenige punten uit dit plan. De C.PjH. wil vol komen medewerken niet een goed plan van arbeid, mits dit niet met zich meebrengt ioonsversQechtering. De C.P.H., zoo besloot spreker zijn rede, wil in alles vooraan staan waar het geldt de belangen van de geheele arbeidsklasse. Van de gelegenheid tot debat of het stellen van vragen werd door een tweetal personen gebruik gemaakt die door beide sprekers beantwoord werden. De ver gadering werd gesloten met het zingen van de Internationale. VELSEN Ontheffing verordening op de winkelsluiting kapperszaken. Door Burgemeester en Wethouders is voor Maandag 23 December 1935 ontheffing ver leend van het verbod vervat in artikel 1 der Verordening op de Winkelsluiting in dier voege, dat kappers- of barbiersondernemin gen voor het verrichten van kappers- en bar- bierswerkzaam-hed-en op dien dag geopend mogen zijn tot des namiddags 8 uur. DRANKWET. Bij Burgemeester en Wethouders van Velsen is ingekomen een verzoekschrift van D. van Pel van beroep hulsbewaarder, wonende te IJmuiden, om een verlof B, voor den verkoop ■van uitsluitend alcoholvrijen drank in de be- nedenachterlocaliteit en de bovenlocaliteit van het perceel Kanaalstraat no. 252 te IJmuiden. Vóór 31 December 1935 kan een ieder tegen het verleenen van dit verlof schriftelijk be zwaren bij Burgemeester en Wethouders voornoemd inbrengen. De anti-Engelsche demonstraties in Kairo duren voort. Vooral door de studenten wordt een heftige actie gevoerd. Onze afbeelding toont de arrestatie van een. groep studenten, aanhangers van de oppositioneele 3Yafd-part]j, Faillissementen. Faillissementen uitgesproken door de Ar- rondissements-Rechtbank te Haarlem op Dinsdag 17 December 1935. 1. P. Mooy, vroeger garagehouder, thans zonder beroep, wonende te Wijk aan Duin, Vondellaan 18; curator: Mr. C. Blankevoort te Haarlem 2. de Vennootschap onder de firma J. M. Vermeulen en Joh. van Wijk, bouwkundigen, gevestigd te Wijk aan Duin en hare firmanten J. M. Vermeulen, bouwkundige, wonende te Wijk aan Duin en Joh. van Wijk, bouwkundige wonende te Wijk aan Duin. Curator: Mr. L. Ali Cohen te Haarlem. Rechter-Commissaris in deze faillissemen ten: Jhr. Mr. E. J. Strick van Linschoten te Haarlem. Opgeheven zijn de navolgende faillissemen ten wegens gebrek aan actief van: 1. J. Roeland, timmerman wonende te Haar lem, Celebesstraat 21; Curator: Mr. F. van der Goot te Haarlem. 2. Walter Seher, vroeger wonende te Heem stede, thans zonder bekende woon- of verblijf plaats. Curator: Jhr. Mr. W. A. Baud te Haar lem. 3. N. C. ten Broeke, architect, wonende te IJmuiden, Wijk aan Z-eeërweg 154. Curator: Mr. H. O. Drilsma te Haarlem 4. P. Vennik, banketbakker, wonende Zand- voort, Kerkstraat 8. Curator: Mr. M. van Tou lon van der Koog te Haarlem Geëindigd zijn de navolgende faillissemen ten wegens het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst van: 1. Bastiaan Boterbloem, vrachtrijder, wo nende te Haarlemmermeer. Curator: Jhr. Mr. L. U. Rengers Hora Siccama te Haarlem. 2. M. van 't Woud, aannemer, wonende te Haarlem, Velserstraat; Curator: Mr. Dr. A. F. H. Schreurs te Haarlem. 3. R. Wrisvi"7- '-eld- won' 'd- Haarlem, Cremerplein 1: Curator: Mr. H. O. I Drilsma te Haarlem. 4. P. Ouwerkerk Pzn., kweeker, wonende te Haarlemmermeer; Curator: Jhr. Mr. L. U. Rengers Hora Siccama te Haarlem, 5. A. van Riéssen, tuinder, wonende te Be verwijk. Curator;. Mr. P. Tideman te Haarlem,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 1