BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. De rubriek zet 1936 slecht in. Slechts 4 ru- briekertjes deden me een briefje toekomen. Gelukkig behoeft een slecht begin geen slecht einde te zijn en hoop ik a.s. week meer briefjes te ontvangen. De vacantie is dan ook om en beginnen jullie met nieuwe ijver. Beste PIETJE PELLE. Zoo, verlangde je zoo heel erg naar de laatste avond van 1S35? Hoe smaakten de oliebollen? Vindt je dat de dames ze lekker gebakken hebben? Oliebollen met chocolade, jongen wat zal je fijn gesmuld hebben. Neen hoor. je moet maar geen gat in den dag schrijven. De dagen zijn reeds kort genoeg en als jij ze nu nog stuk maakt, dan blijft er in het geheel niets meer over. Dag Pietje Pelle. Lief JULIAANTJE. Je hebt dus in 't ge heel drie Kerstfeesten en één Winterfeest medegemaakt? Je'zal zoo langzamerhand gewend raken aan de pretjes. Hoe smaakte de chocolademelk? Men heeft je op de feesten goed bedacht en heb je heel wat te smullen gehad?Heb je de gekregen boekjes al ge lezen? Dag Juliaant-je. Lief KABOUTERTJE. 'k Vind het pret tig dat je de lichtbeelden mooi gevonden hebt. Heb je de plaatjes geteld? Hoeveel heb je er gezien? Ik dank je voor de teekeningen en het gedichtje. Dag Kaboutertje. Lief VLIEGENIERTJE. Ik dank je voor je mooi gedichtje. Veel antwoorden is me on mogelijk. Je hebt me geen stof ter beant woording gegeven. Dag Vliegeniertje. Al de vriendinnetjes en vriendjes die mij met de jaarwisseling een kaart zonden, zeg ik hartelijk dank en wensch allen een voor spoedig jaar 1936 toe. Veel groeten van MeJ. E. VIJLBRIEfF. Het nieuwe jaar in de verschillende werelddeelen. Dat was een heerlijke Kerstvacantie, toen oud-oom Gustaaf logeeren kwam. Oud-oom, die wij echter gewoon oom Gustaaf noemden, had veel gereisd, veel gezien en beleefd en kon prachtig vertellen. Het was de laatste avond van het oude jaar. Oom Gustaaf, EEN NIEUW SPEL VOOR DE LANGE WINTERAVONDEN. Hier volgen beschrijving en regels van een nieuw spel dat we met een aantal personen kunnen spelen tijdens de lange winter avonden. Door een timmerman laat je de half ronde houten bak maken, die je op de afbeelding kunt zien. Misschien ook ben je handig ge noeg om deze houten bak zelf te timmeren; maar je moet er natuurlijk voor zorgen, dat hij mooi glad en gelijk wordt. Van tri- of multiplex maak je er vervolgens de verdeeling in, zooals je op het werkschema ziet aange geven. Eerst twee lange zijlatten (A), die bijna zoo lang zijn als de geheele bak. Daarna maak je een dwarsschotje (B); waarop aan den bovenkant 5 kleine latjes komen, die dus zes vakjes vormen. Deze vakjes worden ge nummerd. De kleine tusschenplankjes komen op dezelfde hoogte als de uiteinden van de beide zijlatten A. Het spel heeft evenveel ballen als er vak ken zijn, dus zes. Men probeert ze in de hokjes te gooien. Hiervoor moet de bak een weinig schuin staan. Dit gebeurt met behulp van een steun (D). Hoe handiger de-spelers zijn, hoe rechter de bak gezet wordt. Men telt gewoon de punten op, die men gegooid heeft. Is er in ieder vakje echter een bal gegooid, dan heeft men 50 punten. Ko men er in 1 hokje twee ballen, dan mag men het geheele aantal vermenigvuldigen met het cijfer van het hokje. Je ziet, een aardig en onderhoudend spel. Maak het dus maar gauw en danveel pleizier er mee! OOM KEES. Europa. vader, moeder en wij kinderen, zaten gezellig bij elkaar om de tafel in de warme huiskamer We knabbelden oliebollen en dronken warme chocolade en punch. Want op verzoek van oom Gustaaf hadden ook wij kinderen een Amerika. glas warme punch gekregen, al had moeder die dan ook erg „dun" gemaakt, zoodat we er wel geen nadeelige gevolgen van zouden on dervinden. Eerst hadden we bij den branden den kerstboom, dien moeder altijd tox Nieuw jaar liet staan, nog een paar kerstliedjes ge zongen, toen hadden we spelletjes gespeeld en zoo was het ondertusschen 11 uur geworden. Wij, kinderen, aan het lange opblijven niet gewend; werden moe en slaperig. Maar we wilden toch niet naar bed; want oom Gustaaf had ons om 12 uur een cadeautje beloofd. Toen oom Gustaaf echter merkte hoe we het met de slaap te kwaad hadden, begon hij te vertellen. Azië. „Kinderen", zei hij en hij glimlachte ver genoegd, „wie van jullie kan me vertellen, waar het 't eerst Nieuwjaar is?" We keken elkaar vragend aan en toen naar oom, we vertrouwden zijn vraag n.l. niet; want hij plaagde ons dikwijls. „Nu," vroeg hij nogmaals. „Waar begint het nieuwe jaar het eerst?" Ook vader en moeder wisten het niet en we luisterden aandachtig naar hetgeen oom ons zou gaan vertellen. Jullie weet allemaal,, dat de aarde om de zon draait en dat het bijgevolg niet overal tegelijk dag kan zijn. Zoo is het b.v. dag in Amerika, als het bij ons nacht is en omge keerd. Australië Maar je hebt er stellig nog nooit aan ge dacht, dat, als het hier 12 uur slaat en wij elkaar een gelukkig en voorspoedig Nieuw jaar wenschen, de menschen in Philadelphia het pas 6 uur in den middag hebben en het in San Francisco 3 uur 's middags is. Daaren tegen zijn de bewoners van het Oosten, in Azië ons voor! Als wij, moe en slaperig naar bed gaan, heeft op denzelfden tijd de Maha- radja van Calcutta (als die bestaat tenminste) in Britsch-Indië al eenige uren geslapen; want daar is het dan 5 uur 's morgens! In Sidney, in Australië, is het al vol dag 's morgens 9 uur en de farmer op Nieuw-Zeeland is al uitgeslapen; want daar is het al 11 uur in den ochtend. In Nieuw-Zeeland viert men het eerst het nieuwe jaar en het eiland Chatham, dat bij Nieuw-Zeeland behoort, is de plaats op aar de, waar men het eerst het nieuwe jaar be groet; daarom heet dit eiland het „Nieuw jaarseiland." Ondertusschen was het 12 uur geworden; de klokken begonnen te spelen, fluiten gilden en sirenes loeiden, oom Gustaaf stond op en klonk met ons op een voorspoedig en geluk kig Nieuwjaar! Heel gelukkig Nieuw Jaar. Mevrouw tot het nieuwe dienstmeisje: „Ik krijg vanavond gasten. Je moet den haard in den salon aanmaken." Betje: „Best mevrouw. Op hoeveel personen moet ik rekenen? Jan; Piet, die vijgen zitten vol wormpjes. Piet; Wat hindert dat nou, we eten ze im mers toch in de bioscoop op. DE SCHOONE LEI. Frits was niet een van de besten op school. Al eenmaal was hij blijven zitten en zijn laatste rapport zag er niet naar uit. dat er veel kans op overgaan ^as straks met de zomervacantie. Een standje van vader, dat meccanodoo- zen, electrische spoor en wat al niet meer zou verdwijnen, lieve woordjes van moeder, dat Frits toch beter zijn best moest doen, zouden wel weer voor een moment helpen, maar al spoedig zou Fritsje's speelschheid wel weer de overhand krijgen. Zoo wandelde Frits op zekeren dag weer naar school, vol goede voornemens. In de klas was het een gepraat van jewelste over de Kerstvacantie, die juist was geëindigd en waarin er flink ijs en sneeuw was geweest. Ook Frits vertelde honderd uit over de pret op de ijsbaan en bij het sleetje rijden van het kopje af met grooten broer Jan. Maar wat gebeurde daar? De les was begonnen. Rekenen, iets waar Frits geen bepaalde bolleboos in was. Maar opeens leek het, of het donker om hem heen werd. Hij schrikte op. Hè, bijna had hij die moei lijke vermenigvuldiging gehad. Doch wat was dat? Daar stond warempel een groote man voor hem, hij kende hem niet. 't Leek wel een beetje een Sinterklaas, want Fritsje ge loofde heelemaal niet meer aan één Sinter klaas. 't Zou wat, hij had er in Amsterdam, toen hij daar met vader moeder was, wel twintig gezien. Daar begon de man te spreken: „Fritsje, zie je dit?" Frits durfde haast niet te kijken, maar toen hij de oogen een oogenblik opsloeg zag hij een heel groote lei en op die lei ston den 11 Januari 1935 100 strafregels. 17 Januari 1935 te laat gekomen. 20 Januari 1935 les niet gekend. En zoo op een rijtje het heele zonderegis ter van ons Fritsje. O. wat schaamde hij zich. „Ben je van plan dit jaar weer zoo te doen, Frits?" vroeg de „Sinterklaas", om hem maar zoo te blijven noemen, weer. Frits kon niets zeggen. Het huilen stond hem nader dan 't lachen. „Nu?" „Neeee!" hokte hij. ,Dan doe ik nu eens zoo!" En op hetzelf de moment was de lei schoon geveegd met een reuze groote spons. Toen werd Frits wakker en keek in de la chende oogen van zijn moeder. ..Ik wist wel, dat onze vent zijn oogjes niet tot twaalf uur zou kunnen open houden, maar nu is het twaalf uur en wenschen wij onzen jongen een heel prettig jaar toe!" Vijf minuten later wisten vader en moeder van de wonderlijke droom. KUNSTJES MET WATER. Dat een stukje hout of papier op water drijft, weet iedereen, maar metaal zinkt, naar men meent. Wrijft men een lange dunne naald met een droge doek, zoodat ze volko men droog is en legt men die behoedzaam horizontaal op het water, bijv. van een vol bierglas, dan zal ze een poos lang drijven en pas zinken, als ze gedeeltelijk nat is gewor den. Een glas kan zoo vol water zijn dat dit tot aan den rand staat en er geen druppel bij gegoten kan worden. Toch kuji je er dan nog eenige kleine geldstukken in werpen, zonder dat het overloopt; als je dit maar voorzich tig doet en het geld langs den wand naar be neden laat glijden., Dr. de Cr. JANTJE VERKEERD door W. B.—Z. Mijn broertje Jan, die leuke guit Kijkt op de straat toch nimmer uit, Hij heeft de regels al geleerd Toch blijft hij maar Jantje Verkeerd. Laatst is hij over straat gegaan, Toen kwam er juist een wagen aan. Een dame heeft Jan toen gepakt, Anders was hij vast neergesmakt. O, jongen, Jan, kijk toch niet om, Dat is zoo olie-, oliedom, Kijk overal goed om je heen, Voordat je oversteekt alleen. Nu neem ik hem maar met me mee Wij kijken uit nu met zijn twee Heeft hij de regels goed geleerd. Dan is hij niet meer Jan Verkeerd. AAN ALLEN! Hebben jullie er nog aangedacht, dat het op 6 Januari Driekoningen is? De dertiende dag zeggen de Vlamingen, Twelfth Night zeg gen de Engelschen. En ze rekenen dan van Kerstmis af. Op Driekoningen moeten ook alle kerstboomen en kerstversierselen zijn weggeruimd. Een oud gebruik op Driekoningen, dat in sommige streken dit jaar weer plaats heeft, is het loopen met de ster. De drie koningen zijn de wijzen, die uit het Oosten zijn ge komen om het kindje Jezus te aanbidden. Op 6 Januari keeren zij weer terug naar hun land. In de middeleeuwen was Driekoningen het grootste feest van het jaar. Langen tijd werd het nieuwe jaar op dezen dag begonnen. In en buiten de kerk zag men de bont uitgedoste koningen, waarvan een de Moorenvorst was. Deze was dan ook pikzwart geverfd. Aan den vooravond van Driekoningen wer den er veel kaarsen aangestoken. De kinde ren speelden „kaarsjes springen", 'n niet on gevaarlijk spelletje. In Engeland worden nog steeds in het vrije veld vuren aangestoken. In Frankrijk houdt men brandende fakkels in de vruchtboomen. Zoo zullen ze veel vrucht dragen. In ons land marcheert men ook nog wel met brandende fakkels door de boomgaarden. In den Bosch zingen de Driekoningen; Wij komen van 't Oosten, wij komen van ver Wij zijn er Driekoningen met een ster. Gij sterre, gij moet zoo stille niet staan. Gij moet met ons naar Bethlehém gaan. Een ander, oud liedje, dat nog wel in Lim burg wordt gezongen, luidt: Driekoningen, Driekoningen, Geeft mij een nieuwen hoed, Mijn oude is versleten, Mijn vader mag het niet weten, Mijn moeder, die is niet thuis, Piep! zei de muis In het voorhuis. Het voorhuis was gesloten, Do sleutel was gebroken, Is er dan geen smid in 't land, Die onzen sleutel maken kan? In Zuid-Beieren schrijft men op den Drie- koningen-dag de voorletters van hun namen met krijt op de huisdeur, nl. C. M. B. (Cas par, Melchior, en Balthasar). Ons Driekoningenbrood is eigenlijk van Fransche afkomst. Wie het stuk met den daarin gebakken amandel krijgt, is de Boo nenkoning. De koning is de held van den dag. Een halve eeuw geleden verkocht de Amster- damsche kruidenier bij kaarsen één konings kaars. Deze kaars werd in een turf als kan delaar, op den grond gezet. Men sprong er overheen, al zingende: Kaarsjes, kaarsjes drie aan één, Springen wij er over heen, Al wie daar niet over kan, Die en weet er niemandal van. Dit gebruik vindt waarschijnlijk zijn oor sprong in de gewoonte van onze Germaansche voorouders om te dansen en te springen bij de vreugdevuren. Geen feest of er behoorde vuur bij. Met Driekoningen gaan de dagen en ha- neschree lengen. Dat lengen der dagen was zeker al een reden om blij te zijn en dus feest te vieren. Wie de boon van de boonekoek kreeg en dus koning was, mocht zich ook een koningin uitkiezen. Het koningspaar kreeg een ver sierden stoel en als inhuldiging werden zij met stoel en al in de hoogte getild. Men kon vroeger ook te Amsterdam op 6 Januari een Trekbrief met de kroon koopen. Die Trekbrief bestond uit 16 plaatjes, waar onder een vierregelig versje. Plaatje en bij- behoorend versje werden uitgeknipt en opge rold. De rolletjes werden in een hoed gedaan. Die plaatjes stelden o.a. voor: koning, ko ningin, raadsman, rentmeester, enz. Het ge trokken plaatje moest op de borst gespeld. Men wist nu welke rol men op 't feest te ver vullen had. Zoo kon men ook koning of ko ningin zijn. De Maandag na Driekoningen wordt Koppermaandag genoemd. De drukkers geven op dien dag aan hun klanten kalenders cadeau. Het woord kopper moet ongeveer de beteekenis hebben van kameraden. In Gelderland sprak men van Raasmaan dag, omdat het er op dien dag nog al eens raar toeging. Vroeger had men als schadelijke spelen voor dien dag katknuppelen en ganstrekken. Wat ook getuigde van weinig deernis met ongelukkigen was de omgang der Leprozen. Leprozen leden aan Lepra, een ongeneeslijke huidziekte. Bij Naarden bevond zich het La zaret, dit was het gebouw, waarin ze ver pleegd werden. Deze stumperds droegen ge- stichtskleeren en waren voorzien van een la zarusklep. tot waarschuwing van de voorbij gangers. Er bevond zich een ronde holte bij het klaphout, waarin de aalmoezen werden opgevangen. In België had men op Kopper-Maandag den ommegang van Hans Knap. Hans is in een zak gekropen, waaraan een monsterach tige kop is vastgemaakt. De tong is een rood lapje, dat uit den mond hangt. Een stuk gei- tevel doet dienst als baard. Door een paar zwart gemaakte mannen wordt dit gedrocht langs de huizen geleid, terwijl men zingt: Hans Knap, Hans Knap, Een cent of een duitje Om Hanskens baard af te doen. Hij is in geen honderd jaar meer afgedaan. Zie eens, hoe veel grijze haartjes hij heeft. Hans Knap, Hans Knap. W. B.—Z. Een boer zette zijn nieuwen knecht een bord met paddestoelen voor. „Eten jullie die niet?", vroeg de knecht. „Die eten we 's morgens", antwoordde de boer. De knecht at zijn bord leeg. Later op den middag vroeg de boer aan zijn knecht: „Hoe voel je je nou?" „Best", was 't antwoord, waarop de boer zijn vrouw toeriep: „Die paddestoelen zijn niet giftig. We kunnen ze ook eten." ZATERDAG 4 JAN. 1936 MIJN NIEUWE POP door W. B.Z. Dit is Ching-Ohang-China Het popje van Ina Oom Wim en tante Gré Namen haar uit China mee. Onze Ching-Chang-China Het popje van Ina Draagt bloemen in het haar En haar jurkje heet Samaar. In 't Groote Chinaland, Waar de zon gloeiend brandt, Is men luchtig aangekleed, Houdt de waaier steeds j Ook heeft men muiltjes aan Die zoo kleppren bij 't gaan O, wat loopt die pop toch net En wat heeft mijn zusje pret! Dit is Ching-Chang-China. Het popje van Ina Als je ChingChang-China ziet. Weet je nu, hoe of ze hiet. Jan heeft een vijver gegraven. „Hé jongen," zegt vader, „die vijver is voor goudvisschen te ondiep" „Nou pa, dan laat ik er platte scholletjes in varen". Agent ziet, dat een jongen een aanplakbiljet -afscheurt, zegt barsch: „Waarom doe je dat?" „Meneer, ik wou kijken, wat er aan den ach terkant staat". Tante: Hoe vind je de pudding, Jan? Jan: 't Is zoo'n klein stukje. Ik kan 't haast niet vinden, tante. „Is me dat een worstje voor zoo'n prijs, slager?" „Wat scheelt er aan die worst meneer?" „De eindjes zitten te dicht bij elkaar." Uit het opstel van Jantje over den hond: Een hond heeft vier pooten, twee aan den kop en twee aan den staart. Hij heeft twee oogen, waarmee hij kan zien en een staart, die hij kan laten kwispelen. „Dit ledikant is stijl Lodewijk XIV,me vrouw", zei de winkelier tegen een corpu lente dame. ,,'t Lijkt me wat smal. Heeft u ook een le dikant van Lodewijk XV?" WIE ZOEKT ER MEE? Deze jager meende zoojuist een konijn te zien; maar nu hij rondkijkt, om aan te leggen is het konijn verdwenen. Wie van jullie ziet, waar de looze langoor zich verstopt heeft? VERRASSING. Oplossing. Wie van jullie heeft hieruit niet Mickey Mouse herkend? TANTE TINE,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 10