Haarlem's Kunstbezit. Anti-cumulatieontwerp aangenomen. WOENSDAG 8 JANUARI 1936 Meer vreemdelingenverkeer noodzakelijk. ,1Vat wij in het buitenland verteerden Installatie commissie van voorlichting. Prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, mi nister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart heeft de door hem inge stelde commissie van voorlichting be treffende het Vreemdelingenverkeer geïnstalleerd. In zijn installatierede zei hij oa.: Het passief saldo der handelsbalans droeg in 1934 345 millioen gulden. Het ac tief saldo der dienstenbalans bedroeg in dat zelfde jaar 193 millioen gulden. Dit actief saldo zou echter 30 millioen hooger geweest zijn, zonder den post reizigersverkeer. f 34 millioen in 1934 in het buitenland verteerd. be- Want door Nederlandsche reizigers werden in 1934 in het buitenland uitgegeven 34 mil lioen gulden, terwijl de buitenlanders tezamen in Nederland slechts 4 millioen gulden ver teerden. Ondanks de crisis-omstandigheden gaven de Nederlanders in 1934 1 millioen gul den meer uit in het buitenland dan in 1931. terwijl de buitenlandsche reizigers in Neder land in 1934 vijf millioen minder verteerden aan m urn. Deze vermindering kan slechts voor een klein gedeelte geweten worden aan prijsdaling in Nederland. Een andere oorzaak is natuurlijk geweest het veel geringere be zoek uit Duitschland Een verklaring voor het verschijnsel geven deze cijfers echter niet. De minister stelde vervolgens de vraag waar om zoo weinig buitenlanders ons land bezoe ken en welke middelen aangewend kunnen worden om dit bezoek te vermeerderen, resp. den trek van Nederlanders naar het buiten- land te verminderen. Het eerste was den mi nister meer sympathiek dan het laatste, want, zoo zeide de minister, het doorbrengen van een vacantie in het buitenland beteekent veelal het algeheel los zijn van den dage- lijkschen sleur, het beoefenen van sporten, waarvoor hier te lande geen gelegenheid be staat Daartegenover biedt ons land toch ook weer groote verscheidenheid aan natuur en stedenschoon en kan het daarom groote aan trekkingskracht uitoefenen óók op den vreemdeling. De minister zou ook graag wat meer tourisme in eigen land zien. Goede tarievenpolitiek noodig. Door het voeren van een goede tarievenpo litiek door verkeerswezen, hotels en restau rants is het. naar de minister meende, moge lijk de Nederlandsche prijzen nog meer te veria gen. Hierdoor kan de omzet vermeer deren, hetgeen de minister aantoont met eenigt voorbeelden uit het electriciteitsbe- drijf. Vaste kosten, rente-afschrijving en on derhoud- spelen ook bij spoorwegen, restau rants en hotels een groote rol, vaak zal het beter zijn een kleiner deel der vaste kosten op de verbruikseenheid te laten drukken en meer eenheden te verkoopen, in stede van de vaste kosten door hooge prijzen te trachten goed te maken. Dus: beter 200 kopjes koffie a 15 ct. dan 100 kopjes a 25 cent. Èen groot arbeidsveld ligt hier nog voor restaurateurs en bedrijfseconomen, meende minister Gelissen, die nog vele andere maatregelen besprak. Het stimuleeren van den omzet komt uiteindelijk de winst ten goede. Voor deze en andere vraagstukken vroeg de minister de aandacht dezer deskundige com missie, welke door hem opzettelijk klein ge houden is, met het oog op vlug en zakelijk werken. Het zal wellicht ook noodig zijn de meening van vereenigingen en personen bij deze vraagstukken betrokken, te vernemen. De minister eindigde met een uiteenzetting van de beteekenis van het vreemdelingenver keer voor de volkswelvaart en hoopte het rapport der commissie zoo tijdig te ontvan gen, dat zoo mogelijk nog vóór het a.s reis- seizoen van haar adviezen partij kan worden getrokken. Namens de commissie heeft de voorzitter- baron Krayenhoff de rede van den minister beantwoord. Hij gaf uitdrukking aan zijn verwachting, dat de verstrekte opdracht met grooten spoed kan worden uitgevoerd. DOODELIJK ARBEIDSONGEVAL. Dinsdag is de 49-jarige arbeider G. v. Keste- ren uit Rotterdam, terwijl hij bezig was met het laden van ijzeren platen van een 10 meter hooge stelling in het dok V van de Wilton Feyenoord Werf gevallen. Met een schedel- basisfractuur werd het slachtoffer naar het Algemeen Ziekenhuis vervoerd. Bij aankomst bleek hij reeds te zijn overleden. Tweede brand erger dan de eerste. Dames met moeite gered. Dinsdagmiddag omstreeks vijf uur werd: de politiebrandwéer gealarmeerd voor een brand die was ontstaan in de bovenverdieping van perceel Hoogewoerd 42, te Leiden, waarin ge lijkvloers is gevestigd een slagerij van de firma I. Zandvoort, terwijl de eerste étage werd bewoond door de familie Laman. De brand was niét van ernstigen aard: een ja pon die voor de kachel hing te drogen had vlamgevat en het vuur was toen de brand weer arriveerde reeds door de bewoners ge- bluscht. Een kwartier later echter kwam een alarm voor hetzelfde perceel. Toen de spuit ditmaal arriveerde stond de tusschenkamer, waar de japon in brand geraakt was in lichter laaie. De bewoonster en haar dochter konden niet meer tijdig langs de trap het huis verlaten en moesten door een raam aan de achterzijde via een plank met assistentie van een der -buren in veiligheid worden gebracht. Nadat het plafond was ingestort verbreidde het vuur zich ook over de tweede étage, doch nadat de brandweer het vuur met vier stralen had aangetast, was ongeveer zes uur het gevaar voor uitbreiding geweken. De aangerichte schade is vrij aanzienlijk, doch wordt door verzekering gedekt De slagerij heeft vrij groote waterschade bekomen. Aangezien de electrische stroom van de tra.ni op verzoek van de brandwer "'/'gescha keld was. heeft het tramverk?' en om Leiden geruimen tijd stagnatie - Ministers Deckers en Gelissen op studiereis. Naar Denemarken en Polen. Ter bestudeering van crisismaatregelen. De ministers Deckers en Gelissen benutten het Kerstreces om de crisismaatregelen, welke in het buitenland ten aanzien resp. van land bouw en visseherij en van de industrie zijn genomen en de uitvoering daarvan te bestu- deeren. Minister Deckers is tot dat doel dezer dagen naar Kopenhagen vertrokken en Maan dag te Kopenhagen aangekomen. Het is zijn bedoeling om tot 9 Januari in Denemarken te blijven en dan vandaar naar Polen te reizen. Den lOden Januari zal hij te Warschau aan komen om ook daar eenige dagen te vertoe ven en de landbouwcrisismaatregelen te be- studeeren. Daar zal hij dan ook minister Gelissen ont moeten, die tezelfder tijd in Polen een studie gaat maken van de crisismataregelen op in dustrieel gebied. GIFT VAN DE KONINGIN VOOR DE NEDER- DUITSCH HERVORMDE GEMEENTE TE RANSDORP. Het Kerkbestuur der Nederduitsch Her vormde Gemeente te Ransdorp, dat vorige week reeds een gift van Prinses Juliana ont ving. werd thans ook een bedrag van de Ko ningin geschonken, voor de restauratie van het kerkgebouw. Koningin en Prinses te Amsterdam. Bezoek aan de tentoonstelling van het Comité voor Jongere Werkloozen. AMSTERDAM. 7 Jan. (A.N.P.) De Ko ningin en Prinses Juliana hebben hedenmid dag met klein gevolg een bezoek gebracht aan de in de voormalige St. Catherinakerk aan den Singel ingerichte tentoonstelling, welke een zoo voortreffelijk beeld geeft van den zegenrijken arbeid, die door het Am- steraamsch comité voor jongere werkloozen wordt verricht ten bate van eenige duizenden jongelieden van alle gezindten, die tengevolge van de crisis geen werk kunnen vinden, maar dank zij het initiatief van dit comité door practi-schen arbeid in staat worden ge teld 'hun vakbekwaamheid op de best moge lijke wijze te onderhouden. Er was achter de afzetting veel belangstelling van de zijde van het publiek, toen de autos met de vor stelijke personen en die van het gevolg voor het gebouw arriveerden. Bij den ingang wer den de Koningin en de Prinses welkom gehee- ten door den burgemeester dr. W .de Vlugt en door den voorzitter en de bestuursleden van het comité, de heeren Willemsen, drs. Van Dijk en W. van Vliet. Bij het betreden van de tentoonstelling wer den Koningin en Prinses bloemen aangeboden door een zoontje van den heer ir. W. Maas Geesleranus onder-directeur van Werkspoor en het dochtertje van den heer Van Vliet., Nadat de heer Willemsen de werkzaamheid •an het comité in korte trekken had geschetst-, begon de rondgang langs de talrijke stands, waarbij de Koningin door den voorzitter van het comité en den burgemeester en de .Prinses door de heeren Van Dijk en Van Vliet werden rondgeleid. Tijdens en na den rondgang wer den de bestuursleden van de verschillende bij het comité aangesloten organisaties en de hoofden van industrieele bedrijven aan de Koningin en prinses voorgesteld. De hooge bezoeksters gaven door het voortdurend stel len van vragen blijk van hun groote waar deering en sympathie voor dezen zoo voortref felijke georga niseerden arbeid ten bate van "e werklooze jeugd. Na het bezoek werd den vorstelijke personen in de naast de kerk ge legen vroegere pastorie een thee aangebo den, tijdens welke de Koningin heeft getuigd van hear hooge ingenomenheid met het ge- bodene. Bij het vertrek werden de vorstelijke personen door de menigte hartelijk toege juicht. Sommige dienstplichtigen moeten langer dienen. Wijziging in de dienstplichtwet. Door de wijzigingen van de Dienst plichtwet, die 1 Januari j.l. in werking zijn getreden, heeft de duur van de eerste oefening voor enkele groepen van dienstplichtigen verandering on dergaan. Zoo is deze duur voor de ziekenverplegers en de ziekendragers gelijkgemaakt en vast gesteld op zes maanden; dientengevolge is de oefentijd voor de ziekenverplegers (voortaan ziekenverzorgers) met vijf maanden verkort en voor de ziekendragers met een halve maand verlengd. Verder is de oefentijd voor de onberedenen, die tot onderofficier worden opgeleid, o.a. met het oog cp het capitulantenstelsel. gelijkge maakt met dien van de bereden onderofficiers aspiranten van de artillerie en gebracht van 9 op 12 maanden. Ook voor de zeemilitie wordt de oefentijd verlengd. Al zal vermoedelijk niet ten volle gebruik worden gemaakt van de daaromtrent geschapen bevoegdheid, toch zal voor het mee- rendeel van de dienstplichtigen der zeemilitie een verlenging van den oefentijd met zes maanden intreden in verband met verminde ring van het beroeps-personeel. Voor de lichting 1936 is reeds gebleken dat hierbij met de wenschen van belanghebbenden omtrent den duur van den oefentijd rekening kan worden gehouden. Bij degenen, die vóór 1 Januari 1936 de eerste oefening hebben aangevangen, doch eerst na dezen datum met groot verlof zullen vertrek ken, kan de vraag rijzen, of deze wijzigingen ook op hen van toepassing zijn. Dit is niet het geval. Voor hen, die reeds vóór 1 Januari 1936 in werkelijken dienst waren, blijft de duur van de eerste oefening ongewijzigd. Ook blijft deze duur ongewijzigd voor de dienstplichtigen van de zeemilitie, die behooren tot de lichting 1935 of een vroegere lichting, doch de eerste oefening nog niet hebben aan gevangen. Hetzelfde geldt voor de voorgeoefende onder officiers-aspiranten van de landmacht, die de eerste oefening in 1936 volbrengen met het laatste gedeelte .an de eerste oefening van niet-voorgeoefenden, die reeds in 1935 opkwa men, doch voor wie de oefening in 1936 eindigt. Voor de overige dienstplichtigen van de landmacht, die eerst na 1 Januari 1936 voor eerste oefening opkomen, geldt de nieuwe regeling, onverschillig tot welke lichting zij behooren. Teeltregeling late aardappelen verschijnt spoedig. Voor verbouw op oppervlakte kleiner dan 10 Are geen vergunning noodig. Van officieele zijde wordt medegedeeld, dat over eenigen tijd de afkondiging van de teeltregelmg voor late aardappelen oogst 1936 kan worden tegemoet gezien. Deze regeling wijkt op enkele punten af van die welke voor het oogstjaar 1935 heeft gegolden. Zoo is een onderscheid gemaakt tusschen, aardappelteelt op kleigronden en andere dan kleigronden, in dier voege dat bij een uitpoot van niet meer dan 50 are over 10 are zaai- aardappelen geen teeltheffing behoeft te worden betaald als het den verbouw op klei en over 20 are als het den verbouw op an d-ere dan kleigrond betreft. In verband daarmede behoeven telers, die niet meer dan 10 are aardappelen verbouwen, niet in het.bezit van een teeltvergunning, terwijl telers van aardappelen op andere dan kleigronden wanneer zij meer dan 10, doch niet meer dan 20 are. verbouwen, een kostelooze teeltvergunning zullen ontvangen. Telers, wier bedrijven zich gedeeltelijk op kleigronden, gedeeltelijk op andere dan klei gronden bevinden, zuilen worden aange merkt als behoorende tot de groep van klei- grondtelers, tenzij zij kunnen aantoonen, dat alleen op andere dan kleigrond aardappelen worden geteeld. Arbitrage in het architectenvak. Diesrede te Delft. Heden werd in de aula van de Technische Hoogeschool te Delft ter gelegenheid van den 94sten gedenkdag dezer instelling een buitengewone vergadering van den Senaat gehouden waarin de Rector Magnificus Prof. Ir. G. Diehl een rede uitsprak Rede Prof. Diehl. Het onderwerp dat spreker zich heeft ge steld, is Ai-bitrage", een rechtskundig on derwerp, dat in het bijzonder zal worden be schouwd in zooverre het is betrokken bij de uitoefening van het architectenvak. In drieëerlei functie kan de architect bij arbitrage in het bouwbedrijf betrokken wor den en wel Als directie dit is'vertrouwensman en ver tegenwoordiger van den opdrachtgever als partij, tegenover den aannemer; als partij tegen den opdrachtgever; als arbiter. In het eerste geval speelt veelal de archi tect in het proces de rol van „de man die d.e klappen krijgt". Dikwijls zijn onduidelijkhe den onvolledigheden in het bestek, voor welks formuleering de architect verantwoor delijk is, de oorzaak van geschillen. Voor namelijk wordt door den architect te veel vergeten, dat zelfs de eenvoudigste technische omschrijvingen in het bestek dienen te wor den gesteld in het bewustzijn, dat ook een arbitraal beding zal worden opgenomen, waarmede spr. wil zeggen met het oog op de kans van geschil, die omschrijvingen tot geen misvattingen aanleiding mogen geven en te goeder trouw niet in strijd met de bedoelin gen van den architect geïnterpreteerd moe ten kunnen worden. Een andere in geschil len dikwijls aan den dag tredende tekort koming is dat de architect de draagwijdte van zijn eigen bestekvoorschriften onder schat -door niet te beseffen, dat deze veelal zijn eigen bemoeiingen bij den bouw inpli- ceeren. Tenslotte behandelt spr. het geval dat de architect zelf als arbiter optreedt, waarbij hij naast andere nuttige wenken de meening verdedigt dat in het algemeen een deskun dige niet-jurist een benoeming tot arbiter niet moet aanvaarden, indien hem geen rechtskundige bijstand ter beschikking staat. Evenwel is uiteindelijk de deugdelijkheid van de arbitrage afhankelijk van de deskundig heid der arbiters en hun volstrekte onpar tijdigheid. Herziening vreemdelingenrecht actueel. Staatscommissie-Donner geïnstalleerd De minister van Justitie, mr. J. R. H. van Schaik, heeft een commissie geïnstalleerd, waarvan mr. dr. J. Donner voorzitter is en welke tot taak heeft een herziening van het vreemdelingenrecht voor te bereiden. De minister wees er op, hoe de immigratie op groote schaal, ook van niet ongevaarlijke en van minder gunstige elementen, allerlei vraagstukken heeft doen opwerpen, die verband houden zoowel met de economische en sociale belangen der Ne derlandsche bevolking als met de eischen, die de openbare orde en rust en de inwendige veiligheid van den staat stellen. Hoe ver kan de regeering voortgaan bij de vervulling van haar Ihistorisch-en plicht aan uitgeweken politieke vluchtelingen kolde ren of langoren tijd gastvrijheid te verleenen. ook als dit verblijf minder gewenscht is? En behoort het verleenen van asyl zich mede uit te strekken tot lren, aan wier economisch be staan elders een gedwongen einde werd ge maakt of die vluchtten voor dwangmaatre gelen van anderen aard? Ofschoon het vreemdelingenvraagstuk op dit oogenblik minder zorg baart dan kort ge leden, zoo vervolgde de minister, schijnt het voor de toekomst gewensc'ht het vraagstuk in zijn geheel aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Warnaar Horstink De Amsterdamsche Vaart Frans Halsmuseum Bij het hier gereproduceerde schilderijtje zal zelfs de niet-getrainde schilderijenkijker weinig moeite hebben het te dateeren. De ont staansperiode ligt er, om zoo te zeggen ,dik bovenop. Tusschen 1800 en 1820, zal men wel zoo dadelijk denken, ook al weet men van den maker niets, noch kent den naam Horstink. Hoe laat zich dat zoo vlug bepalen, zal al licht iemand vragen. Ja, men moet daar na tuurlijk wel een zekere „feeling" voor hebben, die alleen door veel en aandachtig kijken te versterken is, maar er zijn toch ook altijd wel zakelijke gegevens voorhanden, die ons op weg helpen. Zoo bijvoorbeeld de costuums van de kereltjes die daar aan den kant van de trekvaart staan te praten en vooral de stijl van het buitenhuis rechts, die typisch-acht- tiende-eeuwsch is. Maar bovendien gaat er van zulk schilderijtje een gezellig-net-burger- lijke sfeer uit, zoo rustig en bedachtzaam, dat ze geheel met de periode correspondeert, waar in de menschen meer tot beschouwing dan tot activiteit geneigd waren en toch niet zoo on beduidend en vervelend waren, als men het wel eens wil doen voorkomen. De goede kunst van dien tijd heeft haar eigen stempel en is niet, zooals veel wat uit die jaren tot ons ge komen is, een slappe navolging van de gouden eeuw, hoe technisch knap die navolgers dan ook mogen zijn geweest. In de aardige dingen van ruim een eeuw geleden zit een zekere eigen houding. Zoo'n heertje met zijn pijp dat daar een buurpraatje houdt met het meisje voor het open raam, wel, eenzelfde onderwerp kunt ge ook herinneren van Ostade, Dusart of Te- niei's. Maar hoe anders, hoeveel gespannener van inhoud lijkt daar steeds de toenadering. De menschen van 1800 hebben den tijd, het zijn de renteniers, ook van hun puur mensche- lijke passies, ze wikken en wegen hun woord en hun daad, zonder echter met de eerste te zui nig te wezen. Ze zijn in hun kunst uitvoerig, breedsprakig, maar met een toegenegen accu ratesse, waarmee wij, haastige en opgejaagde lieden van de tempo-tempo periode toch nu en dan wel eens met een beetje weemoed sym- pnden. pathiseeren. Het lijkt geen toeval dat de al tisten uit die jaren zulke, met brave burger deugden gesierde lieden waren. Zelfs de bohé miens onder hen zijn van een tam slag, en die het best hun tijd representeerden kenden geen bohème. Warnaar Horstink was zeker zeker geen Bo hémien. „Als een zeer braaf, stil en zedig man was Horstink algemeen geacht", zei een tijd genoot bij zijn dood. En zijn lijk werd door het bestuur en een groot aantal leden van het Haarlemsch Teekengenootschap naar de Nieuwe Kerk gedragen en daar onder plechtig orgelspel begraven. Dat was in November van het jaar 1815 en men was blijkbaar ook onder den indruk van zijn plotseling verscheiden. Want de bemir clijke man, die als teeken- leeraar bij talrijke Haarlemmers zeer gezien en gezocht, en misschien daardoor maar wei nig tot schilderen gekomen was, had geen ziekbed gekend. Eenige dagen tevoren had hem een beroerte doodelijk getroffen, terwijl hij met zijn vriend, Pieter Barbiers, teeke- ningen zat te bekijken. Hij was een Haarlemsche jongen geweest, hier in 1756 geboren en, evenals Jacobus van Looy, in het Burgerweeshuis opgevoed. Toen hij aanleg voor teekenen toonde, werd hij onder leiding van Cornells van Noorde ge plaatst, destijds een gezaghebbend man in Haarlem, die het van bakkersknecht tot knap teekenaar en graveur gebracht had en den eersten Mr. Johannes Enschedé van advies diende bij het aanleggen zijner schilderijen verzameling waarin zich o.a. werk van Jan van Eyk en Saenredam moet hebben bevon den. En wat later heeft Horstink nog eenigen tijd gewerkt bij Wybrand Hendriks, dien wij nu wel genoegzaam uit deze artikeltjes zullen kennen. Doch zooals reeds gezegd zijn uitge breide praktijk als teekenmeester heeft hem waarschijnlijk belet veel te schilderen. De aartssnuffelaar Gonnet bezat twee kleine schilderijtjes van hem en vermaakte ze (met een kleine aquarel) aan de Gemeente. Dien rustigen toestand langs de Amster damsche Vaart kan men zich thans nauwelijks meer voorstellen. Die knaap met zijn kruiwa gen en zijn hondje, de praatvaar, die daar te gen een paaltje leunt, het jagertje van de trek schuit, dat daar aan komt stappen,, ze zou den op den dag van vandaag geen seconde buiten levensgevaar verkeeren. En aan den anderen kant zou in 't kiezeltuintje van den heer met den Gouwe naar, een roode ben zinepomp met Shell er boven staan. Maar zoo als de situatie in Hors- tink's tijd was, moet ze een „braaf en zedig man" als hij was, een ideaal oord hebben oegeschenen. Door de ;aafheid waarmee hij •;ijn eigen wezen in dit kleine kunstwerk bloot egde, is het, hoe he lheiden ook, iets van elang geworden, waar e zoeker naar een- oudige waarheid in unst, steeds met ge- egenheid naar kijken al. J-JLDEEOISl Uit Haarlem's Dagblad van 1886. 8 Januari De commissie voor werkverschaffing te Wageningen heeft, daartoe in staat gesteld door ruime bijdragen der in gezetenen, reeds aan een 60-tal perso nen werk verschaft, bestaande in het maken van rietmatten, in touwpluizen, het horden van grint, het zagen van kachelblokjes enz. Het dagloon bedraagt slechts 0.40; dit bedrag bewijst, in ver band mét het getal van hen, die zich bij de commissie aanmelden, dat er werke lijk gebrek is aan werk. EERSTE KAMER. Met 40 tegen 2 stemmen. P. MOLTMAKER. Met 402 stemman heeft de Eerste Kamer de door Minister de Wilde voorgestelde cumulatiebepalingen aangenomen. Alleen de twee nationaal-socialisten stemden tegen, wat niet zeggen wilde, dat alle voorstemmers het wetsontwerp volmaakt achtten. Zoo oefen de met name de s.d. senator Moltmaker nogal wat kritiek uit. Hem is de cumulatie altijd een doorn in het oog geweest en een 12-tal jaren geleden heeft hij al in de Utrechtsche Staten voor beperking geijverd. De heer d'An- sembourg, die zich be paalde tot de mede- deeling, dat zijn fractie het aanhangig voorstel te beperkt vond en er daarom haar stem aan zou onthouden, kreeg nog een kleine hate lijkheid te hooren toen de s.d. woordvoerder er op wees dat er allerlei gevallen van cumulatie bestaan, b.v. ook vannationaliteit! Hoofdbezwaar van den heer Moltmaker tegen de aanhangige regeling was, dat zij be staande rechten eerbiedigt, zoodat er momen teel nog verschillende cumulatie-mogelijk heden bestaan, die voor de toekomst zijn af gesneden. Gaarne zou deze afgevaardigde nog eens met behulp eener commissie pogingen aangewend gezien hebben om tevens samen loop van inkomsten uit in het verleden aan vaarde of bekleede functies te doen eindigen. Tegelijkertijd vond hij, dat de Minister te ver was gegaan door in de wet op te nemen, dat voortaan ex-wethouders en ex-Gedeputeerden na een in drie jaar afloopend wachtgeld, niets meer zullen krijgen tot op hun 65ste jaar een ouderdomspensioen kan intreden. Uit den aard der zaak speelde Minister de Wilde tegen hem uit, dat hij hier dan wel zeer inconsequent was en zijn beklag over de door dit onderdeel van 't ontwerp plaatsvindende, volgens den heer Moltmaker, al te bedenke lijke aantasting der provinciale en gemeente lijke autonomie niet goed paste in het kader van zijn verdere betoog. Wat nu aanging het verwijt, dat in ander opzicht het voorstel al te beperkt was, doordat het 't verleden buiten schot liet, wees de Minister er nog op, dat het onbillijk ware zoover te gaan als de s.d. spreker had bepleit. Want degenen, die destijds de functies in kwesties aanvaardden hadden bij hun beslissing om zulks te doen uit den aard der zaak slechts met de toen bestaande pen sioen-vooruitzichten rekening kunnen houden. Hoogst inconsequent was naar het oordeel van den Minister de houding der nationaal- socialisten, die, als felle anti-eumulatie-men- schen toch zeker geen reden hadden een ont werp af te stemmen dat in elk geval iets zij 't in hun oogen nog niet genoeg bracht. Het ministerieel betoog kon intusschen de twee opposanten niet bekeeren. Tot besluit zij nog vermeld, dat vandaag de installatie van den nieuwen commies-griffier plaats vond. E. v. R. Aug. F. H. Falise overleden. Op 60-jarigen leeftijd is te Wageningen Dinsdagmiddag plotseling overleden de be kende beeldhouwer Aug. F. H. Falise, leeraar in de anatomie en het boetseeren aan de Mid delbaar Technische School te Den Bosch. De overledene was opgeleid aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. De meest bekende van zijn werken zijn het standbeeld van Jeroen Bosch en van Kardinaal van Ros- sum te Den Bosch en dat van Mgr. Schaep- man te Ootmarsum. Tal van gedenkteekenen, welke in verschillende plaatsen van het land zijn geplaatst, zijn door hem vervaardigd. De overledene was ridder in de Orde van Oranje Nassau, drager van het Kruis Pro Ecclesia et Pontifice, ridder en vervolgens commandeur in de Orde van den H. Gregorius de Groote, ridder in de Kroonorde van België, ridder in het Legioen van Eer en drager van het Eereteeken van het Roode Kruis. Geen bloembollen maar bloemen geteeld. Het Gerechtshof te Amsterdam vervolgde Dinsdag de behandeling van de strafzaak tegen den bloemist H. v. d. S. te Abbenes in de Haarlemmermeer. De man had zich te verantwoorden wegens overtreding van het bloembollensaneeringsplan 1933; hij zou zon der vergunning bloembollen hebben geteeld. De verdachte voerde als verweer aan, dat hij enkel bloemist was en geen gemengd be drijf had. Hij zelf teelt geen jonge bollen om die vervolgens weer tot bloei te brengen, ter- wille van den bol. Het grondmateriaal wordt gekocht en uitgeplant om de bollen tot bloei te brengen. Het doel is dus verkrijgen van bloemen. Dit valt naar verd.'s meening, niet onder het bloembollensaneeringsplan. Dinsdag hoorde het Hof nog een drietal getuigen. Het blijkt, dat bij verd. geen echte moerbollen in den grond zijn aangetroffen. De kleine bollen zijn voor het bedrijf waar deloos. Slechts de eerste bol kan worden voortgeteeld tot bloem en inderdaad is het een loonend bedrijf een bol drie jaar ach tereen terwille van de eindelijk te verkrij gen bloem, telkens opnieuw te planten. De procureur-generaal persisteerde bij zijn eisch .tot vrijspraak van verd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2