Haarlem's Kunstbezit.
Anti-cumulatieontwerp
aangenomen.
WOENSDAG 8 JANUARI 1936
Meer vreemdelingenverkeer
noodzakelijk.
,1Vat wij in het buitenland verteerden
Installatie commissie van voorlichting.
Prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, mi
nister van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart heeft de door hem inge
stelde commissie van voorlichting be
treffende het Vreemdelingenverkeer
geïnstalleerd.
In zijn installatierede zei hij oa.:
Het passief saldo der handelsbalans
droeg in 1934 345 millioen gulden. Het ac
tief saldo der dienstenbalans bedroeg in dat
zelfde jaar 193 millioen gulden. Dit actief
saldo zou echter 30 millioen hooger geweest
zijn, zonder den post reizigersverkeer.
f 34 millioen in 1934
in het buitenland verteerd.
be-
Want door Nederlandsche reizigers werden
in 1934 in het buitenland uitgegeven 34 mil
lioen gulden, terwijl de buitenlanders tezamen
in Nederland slechts 4 millioen gulden ver
teerden. Ondanks de crisis-omstandigheden
gaven de Nederlanders in 1934 1 millioen gul
den meer uit in het buitenland dan in 1931.
terwijl de buitenlandsche reizigers in Neder
land in 1934 vijf millioen minder verteerden
aan m urn. Deze vermindering kan slechts
voor een klein gedeelte geweten worden aan
prijsdaling in Nederland. Een andere oorzaak
is natuurlijk geweest het veel geringere be
zoek uit Duitschland Een verklaring voor het
verschijnsel geven deze cijfers echter niet.
De minister stelde vervolgens de vraag waar
om zoo weinig buitenlanders ons land bezoe
ken en welke middelen aangewend kunnen
worden om dit bezoek te vermeerderen, resp.
den trek van Nederlanders naar het buiten-
land te verminderen. Het eerste was den mi
nister meer sympathiek dan het laatste, want,
zoo zeide de minister, het doorbrengen van
een vacantie in het buitenland beteekent
veelal het algeheel los zijn van den dage-
lijkschen sleur, het beoefenen van sporten,
waarvoor hier te lande geen gelegenheid be
staat
Daartegenover biedt ons land toch ook
weer groote verscheidenheid aan natuur en
stedenschoon en kan het daarom groote aan
trekkingskracht uitoefenen óók op den
vreemdeling. De minister zou ook graag wat
meer tourisme in eigen land zien.
Goede tarievenpolitiek noodig.
Door het voeren van een goede tarievenpo
litiek door verkeerswezen, hotels en restau
rants is het. naar de minister meende, moge
lijk de Nederlandsche prijzen nog meer te
veria gen. Hierdoor kan de omzet vermeer
deren, hetgeen de minister aantoont met
eenigt voorbeelden uit het electriciteitsbe-
drijf. Vaste kosten, rente-afschrijving en on
derhoud- spelen ook bij spoorwegen, restau
rants en hotels een groote rol, vaak zal het
beter zijn een kleiner deel der vaste kosten
op de verbruikseenheid te laten drukken en
meer eenheden te verkoopen, in stede van de
vaste kosten door hooge prijzen te trachten
goed te maken. Dus: beter 200 kopjes koffie
a 15 ct. dan 100 kopjes a 25 cent. Èen groot
arbeidsveld ligt hier nog voor restaurateurs en
bedrijfseconomen, meende minister Gelissen,
die nog vele andere maatregelen besprak. Het
stimuleeren van den omzet komt uiteindelijk
de winst ten goede.
Voor deze en andere vraagstukken vroeg de
minister de aandacht dezer deskundige com
missie, welke door hem opzettelijk klein ge
houden is, met het oog op vlug en zakelijk
werken. Het zal wellicht ook noodig zijn de
meening van vereenigingen en personen bij
deze vraagstukken betrokken, te vernemen.
De minister eindigde met een uiteenzetting
van de beteekenis van het vreemdelingenver
keer voor de volkswelvaart en hoopte het
rapport der commissie zoo tijdig te ontvan
gen, dat zoo mogelijk nog vóór het a.s reis-
seizoen van haar adviezen partij kan worden
getrokken.
Namens de commissie heeft de voorzitter-
baron Krayenhoff de rede van den minister
beantwoord. Hij gaf uitdrukking aan zijn
verwachting, dat de verstrekte opdracht met
grooten spoed kan worden uitgevoerd.
DOODELIJK ARBEIDSONGEVAL.
Dinsdag is de 49-jarige arbeider G. v. Keste-
ren uit Rotterdam, terwijl hij bezig was met
het laden van ijzeren platen van een 10 meter
hooge stelling in het dok V van de Wilton
Feyenoord Werf gevallen. Met een schedel-
basisfractuur werd het slachtoffer naar het
Algemeen Ziekenhuis vervoerd. Bij aankomst
bleek hij reeds te zijn overleden.
Tweede brand erger dan de
eerste.
Dames met moeite gered.
Dinsdagmiddag omstreeks vijf uur werd: de
politiebrandwéer gealarmeerd voor een brand
die was ontstaan in de bovenverdieping van
perceel Hoogewoerd 42, te Leiden, waarin ge
lijkvloers is gevestigd een slagerij van de
firma I. Zandvoort, terwijl de eerste étage
werd bewoond door de familie Laman. De
brand was niét van ernstigen aard: een ja
pon die voor de kachel hing te drogen had
vlamgevat en het vuur was toen de brand
weer arriveerde reeds door de bewoners ge-
bluscht.
Een kwartier later echter kwam een alarm
voor hetzelfde perceel. Toen de spuit ditmaal
arriveerde stond de tusschenkamer, waar de
japon in brand geraakt was in lichter laaie.
De bewoonster en haar dochter konden niet
meer tijdig langs de trap het huis verlaten
en moesten door een raam aan de achterzijde
via een plank met assistentie van een der
-buren in veiligheid worden gebracht. Nadat
het plafond was ingestort verbreidde het vuur
zich ook over de tweede étage, doch nadat de
brandweer het vuur met vier stralen had
aangetast, was ongeveer zes uur het gevaar
voor uitbreiding geweken. De aangerichte
schade is vrij aanzienlijk, doch wordt door
verzekering gedekt De slagerij heeft vrij
groote waterschade bekomen.
Aangezien de electrische stroom van de
tra.ni op verzoek van de brandwer "'/'gescha
keld was. heeft het tramverk?' en om
Leiden geruimen tijd stagnatie -
Ministers Deckers en Gelissen
op studiereis.
Naar Denemarken en Polen.
Ter bestudeering van crisismaatregelen.
De ministers Deckers en Gelissen benutten
het Kerstreces om de crisismaatregelen, welke
in het buitenland ten aanzien resp. van land
bouw en visseherij en van de industrie zijn
genomen en de uitvoering daarvan te bestu-
deeren. Minister Deckers is tot dat doel dezer
dagen naar Kopenhagen vertrokken en Maan
dag te Kopenhagen aangekomen. Het is zijn
bedoeling om tot 9 Januari in Denemarken te
blijven en dan vandaar naar Polen te reizen.
Den lOden Januari zal hij te Warschau aan
komen om ook daar eenige dagen te vertoe
ven en de landbouwcrisismaatregelen te be-
studeeren.
Daar zal hij dan ook minister Gelissen ont
moeten, die tezelfder tijd in Polen een studie
gaat maken van de crisismataregelen op in
dustrieel gebied.
GIFT VAN DE KONINGIN VOOR DE NEDER-
DUITSCH HERVORMDE GEMEENTE TE
RANSDORP.
Het Kerkbestuur der Nederduitsch Her
vormde Gemeente te Ransdorp, dat vorige
week reeds een gift van Prinses Juliana ont
ving. werd thans ook een bedrag van de Ko
ningin geschonken, voor de restauratie van het
kerkgebouw.
Koningin en Prinses te
Amsterdam.
Bezoek aan de tentoonstelling van het Comité
voor Jongere Werkloozen.
AMSTERDAM. 7 Jan. (A.N.P.) De Ko
ningin en Prinses Juliana hebben hedenmid
dag met klein gevolg een bezoek gebracht
aan de in de voormalige St. Catherinakerk
aan den Singel ingerichte tentoonstelling,
welke een zoo voortreffelijk beeld geeft van
den zegenrijken arbeid, die door het Am-
steraamsch comité voor jongere werkloozen
wordt verricht ten bate van eenige duizenden
jongelieden van alle gezindten, die tengevolge
van de crisis geen werk kunnen vinden,
maar dank zij het initiatief van dit comité
door practi-schen arbeid in staat worden ge
teld 'hun vakbekwaamheid op de best moge
lijke wijze te onderhouden. Er was achter de
afzetting veel belangstelling van de zijde
van het publiek, toen de autos met de vor
stelijke personen en die van het gevolg voor
het gebouw arriveerden. Bij den ingang wer
den de Koningin en de Prinses welkom gehee-
ten door den burgemeester dr. W .de Vlugt en
door den voorzitter en de bestuursleden van
het comité, de heeren Willemsen, drs. Van
Dijk en W. van Vliet.
Bij het betreden van de tentoonstelling wer
den Koningin en Prinses bloemen aangeboden
door een zoontje van den heer ir. W. Maas
Geesleranus onder-directeur van Werkspoor
en het dochtertje van den heer Van Vliet.,
Nadat de heer Willemsen de werkzaamheid
•an het comité in korte trekken had geschetst-,
begon de rondgang langs de talrijke stands,
waarbij de Koningin door den voorzitter van
het comité en den burgemeester en de .Prinses
door de heeren Van Dijk en Van Vliet werden
rondgeleid. Tijdens en na den rondgang wer
den de bestuursleden van de verschillende bij
het comité aangesloten organisaties en de
hoofden van industrieele bedrijven aan de
Koningin en prinses voorgesteld. De hooge
bezoeksters gaven door het voortdurend stel
len van vragen blijk van hun groote waar
deering en sympathie voor dezen zoo voortref
felijke georga niseerden arbeid ten bate van
"e werklooze jeugd. Na het bezoek werd den
vorstelijke personen in de naast de kerk ge
legen vroegere pastorie een thee aangebo
den, tijdens welke de Koningin heeft getuigd
van hear hooge ingenomenheid met het ge-
bodene. Bij het vertrek werden de vorstelijke
personen door de menigte hartelijk toege
juicht.
Sommige dienstplichtigen moeten
langer dienen.
Wijziging in de dienstplichtwet.
Door de wijzigingen van de Dienst
plichtwet, die 1 Januari j.l. in werking
zijn getreden, heeft de duur van de
eerste oefening voor enkele groepen
van dienstplichtigen verandering on
dergaan.
Zoo is deze duur voor de ziekenverplegers
en de ziekendragers gelijkgemaakt en vast
gesteld op zes maanden; dientengevolge is de
oefentijd voor de ziekenverplegers (voortaan
ziekenverzorgers) met vijf maanden verkort en
voor de ziekendragers met een halve maand
verlengd.
Verder is de oefentijd voor de onberedenen,
die tot onderofficier worden opgeleid, o.a. met
het oog cp het capitulantenstelsel. gelijkge
maakt met dien van de bereden onderofficiers
aspiranten van de artillerie en gebracht van
9 op 12 maanden.
Ook voor de zeemilitie wordt de oefentijd
verlengd. Al zal vermoedelijk niet ten volle
gebruik worden gemaakt van de daaromtrent
geschapen bevoegdheid, toch zal voor het mee-
rendeel van de dienstplichtigen der zeemilitie
een verlenging van den oefentijd met zes
maanden intreden in verband met verminde
ring van het beroeps-personeel.
Voor de lichting 1936 is reeds gebleken dat
hierbij met de wenschen van belanghebbenden
omtrent den duur van den oefentijd rekening
kan worden gehouden.
Bij degenen, die vóór 1 Januari 1936 de eerste
oefening hebben aangevangen, doch eerst na
dezen datum met groot verlof zullen vertrek
ken, kan de vraag rijzen, of deze wijzigingen
ook op hen van toepassing zijn. Dit is niet het
geval. Voor hen, die reeds vóór 1 Januari 1936
in werkelijken dienst waren, blijft de duur van
de eerste oefening ongewijzigd.
Ook blijft deze duur ongewijzigd voor de
dienstplichtigen van de zeemilitie, die behooren
tot de lichting 1935 of een vroegere lichting,
doch de eerste oefening nog niet hebben aan
gevangen.
Hetzelfde geldt voor de voorgeoefende onder
officiers-aspiranten van de landmacht, die de
eerste oefening in 1936 volbrengen met het
laatste gedeelte .an de eerste oefening van
niet-voorgeoefenden, die reeds in 1935 opkwa
men, doch voor wie de oefening in 1936 eindigt.
Voor de overige dienstplichtigen van de
landmacht, die eerst na 1 Januari 1936 voor
eerste oefening opkomen, geldt de nieuwe
regeling, onverschillig tot welke lichting zij
behooren.
Teeltregeling late aardappelen
verschijnt spoedig.
Voor verbouw op oppervlakte kleiner dan
10 Are geen vergunning noodig.
Van officieele zijde wordt medegedeeld,
dat over eenigen tijd de afkondiging van de
teeltregelmg voor late aardappelen oogst
1936 kan worden tegemoet gezien.
Deze regeling wijkt op enkele punten af
van die welke voor het oogstjaar 1935 heeft
gegolden.
Zoo is een onderscheid gemaakt tusschen,
aardappelteelt op kleigronden en andere dan
kleigronden, in dier voege dat bij een uitpoot
van niet meer dan 50 are over 10 are zaai-
aardappelen geen teeltheffing behoeft te
worden betaald als het den verbouw op klei
en over 20 are als het den verbouw op an
d-ere dan kleigrond betreft.
In verband daarmede behoeven telers, die
niet meer dan 10 are aardappelen verbouwen,
niet in het.bezit van een teeltvergunning,
terwijl telers van aardappelen op andere
dan kleigronden wanneer zij meer dan 10,
doch niet meer dan 20 are. verbouwen, een
kostelooze teeltvergunning zullen ontvangen.
Telers, wier bedrijven zich gedeeltelijk op
kleigronden, gedeeltelijk op andere dan klei
gronden bevinden, zuilen worden aange
merkt als behoorende tot de groep van klei-
grondtelers, tenzij zij kunnen aantoonen, dat
alleen op andere dan kleigrond aardappelen
worden geteeld.
Arbitrage in het
architectenvak.
Diesrede te Delft.
Heden werd in de aula van de Technische
Hoogeschool te Delft ter gelegenheid van
den 94sten gedenkdag dezer instelling een
buitengewone vergadering van den Senaat
gehouden waarin de Rector Magnificus Prof.
Ir. G. Diehl een rede uitsprak
Rede Prof. Diehl.
Het onderwerp dat spreker zich heeft ge
steld, is Ai-bitrage", een rechtskundig on
derwerp, dat in het bijzonder zal worden be
schouwd in zooverre het is betrokken bij de
uitoefening van het architectenvak.
In drieëerlei functie kan de architect bij
arbitrage in het bouwbedrijf betrokken wor
den en wel
Als directie dit is'vertrouwensman en ver
tegenwoordiger van den opdrachtgever als
partij, tegenover den aannemer;
als partij tegen den opdrachtgever;
als arbiter.
In het eerste geval speelt veelal de archi
tect in het proces de rol van „de man die d.e
klappen krijgt". Dikwijls zijn onduidelijkhe
den onvolledigheden in het bestek, voor
welks formuleering de architect verantwoor
delijk is, de oorzaak van geschillen. Voor
namelijk wordt door den architect te veel
vergeten, dat zelfs de eenvoudigste technische
omschrijvingen in het bestek dienen te wor
den gesteld in het bewustzijn, dat ook een
arbitraal beding zal worden opgenomen,
waarmede spr. wil zeggen met het oog op de
kans van geschil, die omschrijvingen tot geen
misvattingen aanleiding mogen geven en te
goeder trouw niet in strijd met de bedoelin
gen van den architect geïnterpreteerd moe
ten kunnen worden. Een andere in geschil
len dikwijls aan den dag tredende tekort
koming is dat de architect de draagwijdte
van zijn eigen bestekvoorschriften onder
schat -door niet te beseffen, dat deze veelal
zijn eigen bemoeiingen bij den bouw inpli-
ceeren.
Tenslotte behandelt spr. het geval dat de
architect zelf als arbiter optreedt, waarbij
hij naast andere nuttige wenken de meening
verdedigt dat in het algemeen een deskun
dige niet-jurist een benoeming tot arbiter
niet moet aanvaarden, indien hem geen
rechtskundige bijstand ter beschikking staat.
Evenwel is uiteindelijk de deugdelijkheid van
de arbitrage afhankelijk van de deskundig
heid der arbiters en hun volstrekte onpar
tijdigheid.
Herziening vreemdelingenrecht
actueel.
Staatscommissie-Donner geïnstalleerd
De minister van Justitie, mr. J. R. H. van
Schaik, heeft een commissie geïnstalleerd,
waarvan mr. dr. J. Donner voorzitter is en
welke tot taak heeft een herziening van het
vreemdelingenrecht voor te bereiden.
De minister wees er op, hoe de
immigratie op groote schaal, ook van
niet ongevaarlijke en van minder gunstige
elementen, allerlei vraagstukken heeft doen
opwerpen, die verband houden zoowel met
de economische en sociale belangen der Ne
derlandsche bevolking als met de eischen,
die de openbare orde en rust en de inwendige
veiligheid van den staat stellen.
Hoe ver kan de regeering voortgaan bij
de vervulling van haar Ihistorisch-en plicht
aan uitgeweken politieke vluchtelingen kolde
ren of langoren tijd gastvrijheid te verleenen.
ook als dit verblijf minder gewenscht is? En
behoort het verleenen van asyl zich mede uit
te strekken tot lren, aan wier economisch be
staan elders een gedwongen einde werd ge
maakt of die vluchtten voor dwangmaatre
gelen van anderen aard?
Ofschoon het vreemdelingenvraagstuk op
dit oogenblik minder zorg baart dan kort ge
leden, zoo vervolgde de minister, schijnt het
voor de toekomst gewensc'ht het vraagstuk
in zijn geheel aan een nadere beschouwing
te onderwerpen.
Warnaar Horstink
De Amsterdamsche Vaart
Frans Halsmuseum
Bij het hier gereproduceerde schilderijtje
zal zelfs de niet-getrainde schilderijenkijker
weinig moeite hebben het te dateeren. De ont
staansperiode ligt er, om zoo te zeggen ,dik
bovenop. Tusschen 1800 en 1820, zal men wel
zoo dadelijk denken, ook al weet men van den
maker niets, noch kent den naam Horstink.
Hoe laat zich dat zoo vlug bepalen, zal al
licht iemand vragen. Ja, men moet daar na
tuurlijk wel een zekere „feeling" voor hebben,
die alleen door veel en aandachtig kijken te
versterken is, maar er zijn toch ook altijd
wel zakelijke gegevens voorhanden, die ons op
weg helpen. Zoo bijvoorbeeld de costuums van
de kereltjes die daar aan den kant van de
trekvaart staan te praten en vooral de stijl
van het buitenhuis rechts, die typisch-acht-
tiende-eeuwsch is. Maar bovendien gaat er
van zulk schilderijtje een gezellig-net-burger-
lijke sfeer uit, zoo rustig en bedachtzaam, dat
ze geheel met de periode correspondeert, waar
in de menschen meer tot beschouwing dan tot
activiteit geneigd waren en toch niet zoo on
beduidend en vervelend waren, als men het
wel eens wil doen voorkomen. De goede kunst
van dien tijd heeft haar eigen stempel en is
niet, zooals veel wat uit die jaren tot ons ge
komen is, een slappe navolging van de gouden
eeuw, hoe technisch knap die navolgers dan
ook mogen zijn geweest. In de aardige dingen
van ruim een eeuw geleden zit een zekere eigen
houding. Zoo'n heertje met zijn pijp dat daar
een buurpraatje houdt met het meisje voor het
open raam, wel, eenzelfde onderwerp kunt ge
ook herinneren van Ostade, Dusart of Te-
niei's. Maar hoe anders, hoeveel gespannener
van inhoud lijkt daar steeds de toenadering.
De menschen van 1800 hebben den tijd, het
zijn de renteniers, ook van hun puur mensche-
lijke passies, ze wikken en wegen hun woord en
hun daad, zonder echter met de eerste te zui
nig te wezen. Ze zijn in hun kunst uitvoerig,
breedsprakig, maar met een toegenegen accu
ratesse, waarmee wij, haastige en opgejaagde
lieden van de tempo-tempo periode toch nu
en dan wel eens met een beetje weemoed sym-
pnden. pathiseeren. Het lijkt geen toeval dat de al
tisten uit die jaren zulke, met brave burger
deugden gesierde lieden waren. Zelfs de bohé
miens onder hen zijn van een tam slag, en die
het best hun tijd representeerden kenden geen
bohème.
Warnaar Horstink was zeker zeker geen Bo
hémien. „Als een zeer braaf, stil en zedig man
was Horstink algemeen geacht", zei een tijd
genoot bij zijn dood. En zijn lijk werd door
het bestuur en een groot aantal leden van
het Haarlemsch Teekengenootschap naar de
Nieuwe Kerk gedragen en daar onder plechtig
orgelspel begraven. Dat was in November van
het jaar 1815 en men was blijkbaar ook onder
den indruk van zijn plotseling verscheiden.
Want de bemir clijke man, die als teeken-
leeraar bij talrijke Haarlemmers zeer gezien
en gezocht, en misschien daardoor maar wei
nig tot schilderen gekomen was, had geen
ziekbed gekend. Eenige dagen tevoren had
hem een beroerte doodelijk getroffen, terwijl
hij met zijn vriend, Pieter Barbiers, teeke-
ningen zat te bekijken.
Hij was een Haarlemsche jongen geweest,
hier in 1756 geboren en, evenals Jacobus van
Looy, in het Burgerweeshuis opgevoed. Toen
hij aanleg voor teekenen toonde, werd hij
onder leiding van Cornells van Noorde ge
plaatst, destijds een gezaghebbend man in
Haarlem, die het van bakkersknecht tot knap
teekenaar en graveur gebracht had en den
eersten Mr. Johannes Enschedé van advies
diende bij het aanleggen zijner schilderijen
verzameling waarin zich o.a. werk van Jan
van Eyk en Saenredam moet hebben bevon
den.
En wat later heeft Horstink nog eenigen tijd
gewerkt bij Wybrand Hendriks, dien wij nu
wel genoegzaam uit deze artikeltjes zullen
kennen.
Doch zooals reeds gezegd zijn uitge
breide praktijk als teekenmeester heeft hem
waarschijnlijk belet veel te schilderen. De
aartssnuffelaar Gonnet bezat twee kleine
schilderijtjes van hem en vermaakte ze (met
een kleine aquarel) aan de Gemeente.
Dien rustigen toestand langs de Amster
damsche Vaart kan men zich thans nauwelijks
meer voorstellen. Die knaap met zijn kruiwa
gen en zijn hondje, de praatvaar, die daar te
gen een paaltje leunt, het jagertje van de trek
schuit, dat daar aan komt stappen,, ze zou
den op den dag van
vandaag geen seconde
buiten levensgevaar
verkeeren. En aan den
anderen kant zou in 't
kiezeltuintje van den
heer met den Gouwe
naar, een roode ben
zinepomp met Shell er
boven staan. Maar zoo
als de situatie in Hors-
tink's tijd was, moet ze
een „braaf en zedig
man" als hij was,
een ideaal oord hebben
oegeschenen. Door de
;aafheid waarmee hij
•;ijn eigen wezen in dit
kleine kunstwerk bloot
egde, is het, hoe he
lheiden ook, iets van
elang geworden, waar
e zoeker naar een-
oudige waarheid in
unst, steeds met ge-
egenheid naar kijken
al.
J-JLDEEOISl
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
8 Januari
De commissie voor werkverschaffing
te Wageningen heeft, daartoe in staat
gesteld door ruime bijdragen der in
gezetenen, reeds aan een 60-tal perso
nen werk verschaft, bestaande in het
maken van rietmatten, in touwpluizen,
het horden van grint, het zagen van
kachelblokjes enz. Het dagloon bedraagt
slechts 0.40; dit bedrag bewijst, in ver
band mét het getal van hen, die zich bij
de commissie aanmelden, dat er werke
lijk gebrek is aan werk.
EERSTE KAMER.
Met 40 tegen 2 stemmen.
P. MOLTMAKER.
Met 402 stemman heeft de Eerste Kamer
de door Minister de Wilde voorgestelde
cumulatiebepalingen aangenomen. Alleen de
twee nationaal-socialisten stemden tegen,
wat niet zeggen wilde, dat alle voorstemmers
het wetsontwerp volmaakt achtten. Zoo oefen
de met name de s.d. senator Moltmaker nogal
wat kritiek uit. Hem is de cumulatie altijd
een doorn in het oog
geweest en een 12-tal
jaren geleden heeft hij
al in de Utrechtsche
Staten voor beperking
geijverd. De heer d'An-
sembourg, die zich be
paalde tot de mede-
deeling, dat zijn fractie
het aanhangig voorstel
te beperkt vond en er
daarom haar stem aan
zou onthouden, kreeg
nog een kleine hate
lijkheid te hooren toen
de s.d. woordvoerder er
op wees dat er allerlei gevallen van cumulatie
bestaan, b.v. ook vannationaliteit!
Hoofdbezwaar van den heer Moltmaker
tegen de aanhangige regeling was, dat zij be
staande rechten eerbiedigt, zoodat er momen
teel nog verschillende cumulatie-mogelijk
heden bestaan, die voor de toekomst zijn af
gesneden. Gaarne zou deze afgevaardigde nog
eens met behulp eener commissie pogingen
aangewend gezien hebben om tevens samen
loop van inkomsten uit in het verleden aan
vaarde of bekleede functies te doen eindigen.
Tegelijkertijd vond hij, dat de Minister te ver
was gegaan door in de wet op te nemen, dat
voortaan ex-wethouders en ex-Gedeputeerden
na een in drie jaar afloopend wachtgeld, niets
meer zullen krijgen tot op hun 65ste jaar een
ouderdomspensioen kan intreden.
Uit den aard der zaak speelde Minister de
Wilde tegen hem uit, dat hij hier dan wel zeer
inconsequent was en zijn beklag over de door
dit onderdeel van 't ontwerp plaatsvindende,
volgens den heer Moltmaker, al te bedenke
lijke aantasting der provinciale en gemeente
lijke autonomie niet goed paste in het kader
van zijn verdere betoog. Wat nu aanging het
verwijt, dat in ander opzicht het voorstel al
te beperkt was, doordat het 't verleden buiten
schot liet, wees de Minister er nog op, dat het
onbillijk ware zoover te gaan als de s.d. spreker
had bepleit. Want degenen, die destijds de
functies in kwesties aanvaardden hadden bij
hun beslissing om zulks te doen uit den aard
der zaak slechts met de toen bestaande pen
sioen-vooruitzichten rekening kunnen houden.
Hoogst inconsequent was naar het oordeel
van den Minister de houding der nationaal-
socialisten, die, als felle anti-eumulatie-men-
schen toch zeker geen reden hadden een ont
werp af te stemmen dat in elk geval iets zij
't in hun oogen nog niet genoeg bracht. Het
ministerieel betoog kon intusschen de twee
opposanten niet bekeeren. Tot besluit zij nog
vermeld, dat vandaag de installatie van den
nieuwen commies-griffier plaats vond.
E. v. R.
Aug. F. H. Falise overleden.
Op 60-jarigen leeftijd is te Wageningen
Dinsdagmiddag plotseling overleden de be
kende beeldhouwer Aug. F. H. Falise, leeraar
in de anatomie en het boetseeren aan de Mid
delbaar Technische School te Den Bosch. De
overledene was opgeleid aan de Academie voor
Beeldende Kunsten te Amsterdam. De meest
bekende van zijn werken zijn het standbeeld
van Jeroen Bosch en van Kardinaal van Ros-
sum te Den Bosch en dat van Mgr. Schaep-
man te Ootmarsum. Tal van gedenkteekenen,
welke in verschillende plaatsen van het land
zijn geplaatst, zijn door hem vervaardigd. De
overledene was ridder in de Orde van Oranje
Nassau, drager van het Kruis Pro Ecclesia et
Pontifice, ridder en vervolgens commandeur
in de Orde van den H. Gregorius de Groote,
ridder in de Kroonorde van België, ridder
in het Legioen van Eer en drager van het
Eereteeken van het Roode Kruis.
Geen bloembollen maar
bloemen geteeld.
Het Gerechtshof te Amsterdam vervolgde
Dinsdag de behandeling van de strafzaak
tegen den bloemist H. v. d. S. te Abbenes in
de Haarlemmermeer. De man had zich te
verantwoorden wegens overtreding van het
bloembollensaneeringsplan 1933; hij zou zon
der vergunning bloembollen hebben geteeld.
De verdachte voerde als verweer aan, dat
hij enkel bloemist was en geen gemengd be
drijf had. Hij zelf teelt geen jonge bollen om
die vervolgens weer tot bloei te brengen, ter-
wille van den bol. Het grondmateriaal wordt
gekocht en uitgeplant om de bollen tot bloei
te brengen. Het doel is dus verkrijgen van
bloemen. Dit valt naar verd.'s meening, niet
onder het bloembollensaneeringsplan.
Dinsdag hoorde het Hof nog een drietal
getuigen. Het blijkt, dat bij verd. geen echte
moerbollen in den grond zijn aangetroffen.
De kleine bollen zijn voor het bedrijf waar
deloos. Slechts de eerste bol kan worden
voortgeteeld tot bloem en inderdaad is het
een loonend bedrijf een bol drie jaar ach
tereen terwille van de eindelijk te verkrij
gen bloem, telkens opnieuw te planten.
De procureur-generaal persisteerde bij zijn
eisch .tot vrijspraak van verd.