H. M. de Koningin en H. K. M. Prinses Juliana bezichtigen den arbeid van werkloozen. Liefde in de wildernis Hoog water in Limburg. Een snapshot bij Borg haren, waar de Maas buiten haar oevers is getreden H M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana brachten Dinsdagmiddag een bezoek aan de tentoonstelling, georganiseerd door het comi voor jongere werkloozen te Amsterdam. Een toto tijdens de bezichtiging der expositie In de .studio" van een enthousiast amateur sound-smalhlmer te Rijk Ha;i emme meer Een twseta t eta'ls van dezen interess.-n»en arbeid, we.ke t eeds beduidende esu taten moe> hebben opgele»ei d Oogsttijd in de Javaansche rijstvelden? Neen, doch het snijden van het riet in de Uite waarden langs het Hollandsch Diep midden in den Hollandschen winter Op de werf Wi'ton Feyenoord te Schiedam nadert de nieuwe kruise „De Ruytec" zijn voltccii'ng. zoodat hij binnen afz-enbaren tijd za« proetvaren De n euwe brug ove- de Wiinhaven te Rottercam is gereed Een kijkje op de herstelwerkzaamheden met op den achtergiond de nieuwe brug FEUILLETON üit het Engelsch van OTTWELL BINNS. 19) (Nadruk verboden.) Er lag iets waarschuwends in die stem en Legrahd's oogen flitsten snel in de richting van Honor met een veelbeteekenenden blik. Het meispje merkte dien blik op en vroeg zich af wat die beteekende, terwijl Rimington blijkbaar iets anders zei dan hij oorspronkelijk van plan was geweest. Mannering gaat met me mee. Neen, riep de Fransehman heftig. Ja, Miss Donthorne heeft het mij ver zocht; het is aan haar om te zeggen waar sir George heen moet. Legrand wendde zich met een blik naar Honor. Mademoiseille, u weet niet wat u doet. Deze man is de ergste vijand van uw verloof de. Ais die er zelf toe in staat was, zou hij u verbieden te gaan U moet hier bij ons blij ven. Dat zou Mannering's wensch zijn. Ik smeek u. verander het plan en blijf. Het meisje keek van den een naar den an der en zag. dat Rimington's oogen haar ern stig aar.zagen. Hij negeerde de woorden van Legrand en vroeg eenvoudig: Gaat u mee? Honor aarzelde geen oogenblik. Er was veel dat zij ï*et begreep, maar wat Jules Legrand beweerde maakte niet den minsten indruk op haar. Ja 7.p ze Neen riep Legrand, terwijl hij een snelle beweging maakte. Er fitste iets in het licht van het vuur en Honor zag dat het een zwaar automatisch pistool was. Ze wachtte zonder eenige vrees, want diep in haar hart was het vaste vertrouwan, dat de Engelschman met zijn ernstige oogen ook dezen hinderpaal overwinnen. Onderwijl stond Legrand kwaadaardig en triomfantelijk te lachen. Monsieur Rimington, wilt u zoo goed zijn onmiddellijk te vertrekken. En u, mademoi selle, moest maar naar uw tent gaan. Ze had nog maar een paar stappen gedaan, toen ze den Fransehman hoorde lachen en dreigend bevelen: Vooruit, hond! Wel, Legrand, aangezien er niets anders? opzit Ze draaide haar hoofd om bij de onverschil lige woorden en zag was er gebeurde. Rimington sprong, lenig als een tijger, dwars over het vuur. Uit Legrand's pistool kwam een lichtflits, nog een en nog een, maar de kogels floten tusschen de toppen van de boomen want Rimington had met een hand den Fransehman bij den pols gegrepen, ter wijl de andere hem vasthield bij den nek. Het schieten hield op en de Engelschman deed een stap achteruit, zijn gebalde vuist schoot uit en trof den ander precies op het hart. Legrand zwaaide achterover, verloor zijn evenwicht door de kracht van den slag, viel en bleef onbeweeglijk liggen. Uit de duister nis kwamen zijn dragers aanhollen, opge schrikt door de revolverschoten; maar Alec Rimington draaide zich om en zei iets op ge biedenden toon tegen hen, en ze bleven staan als verschrikte schapen, terwijl de een na den ander naar het vuur afdroop. Rimington lachte en gaf zijn eigen mannen een kort be vel met een blik op den bewusteloozen Legrand. Leg den zieken Bwana uit de tent op de draagbaar en vouw de tent op. Die tweede ook, De dragers haastten zich om zijn bevel uit te voeren, terwijl de Engelschman een wa kend oog hield op de inboorlingen bij het vuur en hun hulpeloozen meester. In wonder baarlijk korten tijd lag Mannering op de draagbaar, waren de tenten opgebroken en ze waren klaar om te vertrekken. Toen pas maakte Rimington aanstalten om te zien hoe het met zijn overwonnen vijand was. Ter wijl hij zich over hem heenbukte, liep Honor op hem toe. Isis hij dood? Ik ben bang van niet, was het laconieke antwoord, ik had hem tot mosterd moeten slaan, schurk dat hij is. Maar daar is nu niets meer aan te doen. Kom, miss Donthorne, we moeten gaan. Ze trokken weg van Jules Legrand en zijn angstige dragers, het bosch in, waar veilig heid hen wachtte. IX. De zon was nog niet opgegaan, maar in Rimington's kamp was alles al in beweging en toen Honor te voorschijn kwam in Manne ring's tent stond het ontbijt klaar en waren de dragers bezig alles gereed te maken voor het vertrek. Morgen miss Donthorne, begroette Ri mington haar. Ik hoop. dat de wederwaardig heden van gisteravond u geen kwaad hebben gedaan? Absoluut niet, antwoordde ze opgewekt. Prachtig! En de patiënt? Vast in slaap. Ik geloof, dat hij nu wer kelijk geen koorts meer heeft. Ik hoop het, maar het is altijd een hard nekkige geschiedenis. Zijn toon verontrustte Honor. Hij scheen volkomen onverschillig ten opzichte van Man- nering. Ze zag de toebereidselen voor het ver- 'rek en vroeg: Gaan we weg? Ja, zoo gauw als u ontbeten hebt, miss Donthorne, en de zon op is.. Ze wierp een aarzelenden blik in de rich ting van Mannering's tent. Rimington raadde haar onuitgesproken ge dachte. U bent ongerust over Mannering, is het niet? Maar van twee kwaden moeten we het minste kiezen. Als we niet gaan, zullen we den strijd tegen Legrand moeten aanbinden, want hij zal het er zeker niet bij laten zitten. De wouden van den Congo zijn Hyde Park niet. Er gebeuren dingen in Afrika, die nooit in de courant komen, Het eenige recht, dat hier geldt, is het recht van den sterkste en we zouden in de pan gehakt kunnen worden, zonder dat de Belgen in M'Buba er ooit iets van zouden merken. En er zijn mogelijkheden in dit geval, welke u niet kent, miss Don thorne. Legrand is een vreemde persoonlijk heid. Hij is koek en ei met de stammen hier in de buurt. Ik verdenk hem van praktijken waar u van zoudt gruwen. Afrika is een ideaal land, hij had dat ook heel gauw in de gaten. Hij had een geweldigen invloed op de in boorlingen hier! hij is een soort machtheb ber hier geworden van den een of anderen negerstam, die allesbehalve wars is van bloed offers en dergelijke plechtigheden. Als hij er werkelijk zijn zinnen op gezet heeft, om ons te krijgen en dat heeft hij zeker dan staat ons een vroolijke tijd te wachten. Denkt u, dat hij ons vervolgen zal? Rimington knikte. Ik hoorde vannacht trommels roffelen niet dat gewone helsche geroffel, dat ze eiken avond doen, maar signalen en dat kon wel eens beteekenen, dat Legrand al het oorlogs pad op is. Ik had er gisteravond het volle recht toe om hem dood te schieten, maar er waren redenen Hij zweeg, lachte een beetje gedwongen en taalde zijn schouders op. Dat is de toestand, miss Donthorne, dus u zult wel begrijpen waarom we zoo gauw mo gelijk moeten vertrekken. Hoe verder we weg zijn hce beter, u zult me wel willen exu- seeren als ik niet met u ontbijt. Ik heb nog een paar dingen te doen. Hij ging heen en Honor ging machinaal zit ten en at wat de zwarte drager haar voorzette diep ingedachten verzonken over wat ze ge hoord had. Ze begreep maar half wat hij gezegd had over Legrand's connectie met de heidensche stammen uit de buurt, maar wat ze begreep was genoeg om haar te doen huiveren van afkeer. Ze besefte volkomen welke gevaren hen nog te wachten konden staan, als Le grand hen werkelijk achtervolgde. Ze durfde er niet verder aan te denken en haar gedach ten sprongen over op een ander onderwerp. Ze dacht aan den half uitgewischten naam, dien ze gelezen had op den grafsteen en aan het feit, dat het George was geweest, die be vel had gegeven, het opschrift weg te bei telen. Wie was de doode wier naam ze ge hoord had van Mannering's lippen? Maar ter wijl ze die vraag stelde, verbaasde ze zich er over, dat het antwoord, behalve dat het mis schien op oplossing van alle geheimzinnigheid zou zijn, haar verder onbewogen liet, of schoon het haar, mét het oog op zijn langdu rig verblijf in Afrika, het waarschijnlijkst leek dat de doode Madeline zijn vrouw was geweest. Die gedachte liet haar volkomen koud.Haar verloving met Mannering leek haar thans iets onwezenlijks, iets onbestaanbaars toe. De verhouding was al gespannen gewor den door de tweeslachtigheid die ze intuïtief in hem voelde en Rimington's vraag van den vorigen nacht had haar laatsten twijfel (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8