Liefde in de wildernis Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, de nieuwbenoemde Bisschop van Haariem, veriaat de kathedrale kerk van St Bavo te Haa lem na de plechtigheid der Inbezitneming van den Bisschoppelijken Zetel Dr. I. C. Henkes, in leven huisdokter van wijlen Z. K. H. Prins Hendrik en van H. K. H. Prinses Juliana, is over leden op 64-jarigen leeftijd Een Friesch binnenhuisje met costuums van de 17de eeuw tot heden op de tentoonstelling .Het costuum onzer voorouders", welke Woensdag in de Ridderzaal te den Haag geopend wordt De Vlaamsche club ontving deze* dagen te Brussel een aantal Nederlandsche litteratoren Een foto tijdens den eeremaaltijd in hotel Atlanta De bouw van het nieuwe Feyenoord stadion te Rotterdam vordert snel. Over een groot gedeelte is men thans bezig met ae bekisting de^ beide tribunes voor het storten van beton. Een kijkje op de werkzaamheden Geen alledaagsche manier voor het binnentreden van een huis in het over stroomde gebied van d* Loire De opening van het Zweedsche Parlement te Stockholm. Een ovei zicht van de plechtigheid, welke geschieode door Koning Gustaat in tegen- woord.gheid der meeste .'eden van de Konink lijke familie Het opruimingswei k na de aanvaring der spoorbrug over het Me, wedekanaal bij Weesp door een rijnaak, waardoor de persleiding der Amste' damsche gasfabrieken werd vernield en groote zandsteenb-okken van de landhootden der spooi brug werden losgerukt FEUILLETON Uit het Engelsch van OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden.) 24) Honor voelde een groote verlichting. Haar eerste vermoeden was dus juist geweest; de man was een bode. Ze zag hem naar het briefje in zijn hand kijken, toen besluiteloos van haar eigen tent naar de andre, die van Mannering, staren. Tenslotte nam hij de grootste, omdat die waarschijnlijk de belang rijkste was een typisch inlandsche wijze van redeneeren. Ze wachtte, haar oor ving een zacht gerof fel op, alsof iemand op het linnen van de tent klopte, toen hoorde ze Mannering op ge- ergerden toon iets vragen en een andere stem zacht antwoorden.. Een korte stilte volgde, daarop klonk geritsel van papier. Ze deed een stap naar voren en tuurde voorzichtig door de tentopening. De nachtelijke bezoeker stond buiten de andere tent te wachten en toen de man het in zijn lendebroek verborgen in zijn handen, zoo, dat het licht van de maan er op viel. Een minuut scheen voldoende om het te lezen, toen draaide hij zich om en Honor kon zijn gezicht duidelijk zien. Er was een uit drukking van opgewonden vreugde op. Hij zei iets tot den inboorling haastig en fluiste rend, toen ging hij zijn tent binnen. De inboorling bleef waar hij was, een zwart standbeeld in het zilveren maanlicht. Na een paar minuten kwam Mannering weer te voor schijn en duwde den man een kroes m de handen De zwarte slaakte een korten uitroep en terwijl Mannering weer verdween, bracht hij den kroes aan zijn lippen en dronk gre tig .terwijl de wind een flauwen geur van whiskey naar het meisje toevoerde. Nog bleef ze wachten; Mannering kwam weer te voorschijn, hij gaf den bode iets: waarschijnlijk een antwoord op den brief en ten de man het in zijn lendedoek verborgen had maakte hij een kort gebaar, liep naar de plek waar zijn speer was en verdween haastig in de richting van het woud. Met meisje bleef nog wachten. Zou Manne ring haar niet komen vertellen waarom de bode gekomen was? Ze hoopte het, want er was iets geheimzinnigs in het omzichtige ko men en gaan van den nachtelijken bezoeker. Minuten gingen voorbij, er bewoog zich niets. Opeens hoorde ze een zwak grinnikend ge lach. Ze schrok ervan en alle voorzichtigheid vergetend stak ze haar hoofd buiten de tent. Mannering stond nog in het maanlicht, zich krampachtig vasthoudend aan de tent- touwen en staarde in de richting van het woud met een vreemden, dreigenden blik op zijn gezicht. Plotseling lachte hij weer. Het klonk dreigend en Honor voelde een rilling door zich heengaan. Toen draaide hij zich om strompelde terug in zijn tent en even daarna klonk het gerinkel van glas tegen een tinnen kroes .Zc dacht aan de whisky, die hij den inboorling gegeven had. Ten derde malen klonk het grinnekend ge lach haar in de ooren en vervuld van een naamlooze belemming staarde ze in de rich ting, die de bode genomen had. In 's hemelsnaam, fluisterde ze„ wat be- teekent dat allemaal? XL Den volgenden ochtend werd Honor wak ker door den klank van een paar twistende stemmen. Buiten waren eenige mannen bezig heftig tegen elkaar te praten in het Swahili en een van die mannen was Mannering. Ze gluurde door te tentopening en zag, dat haar reisgezel in een deken gewikkeld bij het vuur stond met Rimington's hoofdman. Uit een paar woorden, die ze opving, -maak te ze op, dat het ging om een tocht, dien Man nering wilde ondernemen, terwijl de ander weigerde dat te doen. De andere inboorlin gen stonden luisterend om hen heen en toen de stemmen steeds luider werden, begon ze zich haastig aan te kleeden. Toen ze uit haar tent te voorschijn kwam, duurde de twist nog steeds voort. Manne- ring's gezicht was vuurrood van woede en zijn oogen waren met bloed doorloopen. Wat is er? vroeg ze snel. Mannering draaide zich om en- zijn woor den lieten hem voor een oogenblik in den steek. Hij keek haar half afwezig aan en toen hij eindelijk begon te spreken, was zijn stem dof en heesch, zoodat Honor hem scherp aan zag. Die zwarte aap wil mij niet gehoorza men. Vannacht heb ik een boodschap van Ri mington gekregen, waarin hij me vraagt of we hem achterna willen gaan naar een bepaalde plaats, en deze stomme ezel van een neger verdraait het. Hij zegt, dat zijn Bwana hem heeft bevolen hier te blijven, tot de Bwana terugkomt, die idioot. Er was een sterke geur van whisky om hem heen. Heg je dan een boodschap gekregen? vroeg ze. Vannacht, toen iedereen sliep. Hier is het. Hij haalde een stuk papier te voorschijn. Honor keek er nieuwsgierig naar en strekte haar hand er naar uit, maar hij gaf het haar niet. Is dat van RimingtonV Van wie anders? was het vage antwoord maar ze merkte, dat zijn oogen de hare ont weken. Haar vermoeden, dat iemand anders dien brief had gestuurd, nam vasten vorm aan. Maar ze zei niets van haar argwaan en vroeg rustig: Wat ben je van plan te doen? Doen? Doen? riep hij woedend, die idioot moet doen wat ik zeg, natuurlijk. Wat zou Rimington anders van de denken? Hij hij heeft me misschien noodig of zijn dra gers of voorraden. En ze zullen gaan! Al moest ik hen voortzwepen. Honor wierp een blik op den hoof dman. Hij stond opstandig en met een minachtenden blik in zijn oogen voor zich uit te staren. Hij had blijkbaar begrepen wat de oorzaak van de heftigheid van de Bwana was. Honor moest den man in haar hart gelijk geven en vroeg rustig: Maar is het niet een beetje zonderling, dat Rimington geen boodschap aan den hoofdman heeft gestuurd? Dat weet ik niet. Ik ben niet verant woordelijk voor ae mander, waarop Rimington zijn bevelen geeft. Maar die zwarte schink zal mij gehoorzamen. Hij wendde zich weer tot den hoofdman en overstelpte hem met zoo'n woedenden stroom van scheldwoorden, dat de inboorling be gon te aarzelen en tenslotte te kennen gaf, dat hij zich zou onderwerpen aan den wil van den blanke. Mannering begon terstond bevelen uit te deelen. waarnaar de hoofdman stug en nog half opstandig luisterde. Het was duidelijk te zien, dat zijn volg zaamheid een gevolg was van vrees en dat hij volkomen tegen zijn beter weten in handelde. Toen Mannering uitgesproken was, liep hij naar zijn tent- terug met onzekere wankele stappen. Honor volgde hem en toen ze zijn tent bin nenkwam, zag ze op de kleine tafel een tinnen kroes en een whiskeyflesch, die nog maar voor drie-kwart gevuld was. Hij zag haar blik op de flesch en begreep ongetwijfeld wat er in haar omging, maar het scheen hem in het geheel niet t» hinderen. Wel? vroeg hij kort en ruw. Ze negeerde zijn toon en vroeg: Zou ik dien brief van mr. Rimington even mogen zien? Neen, zei hij op denzelfden onbeschof- ten toon van zoo even; toen trachtte hij de weigering een beetje te verzachten met de woorden: Het is alleen voor mij, een particuliere mededeeling. Zou je me dan- misschien willen vertel len waarom mr. Rimington zijn plannen ver anderd heeft? Dan zou ik net zoo goed den brief kun nen laten lezen. Maar ze gaf het niet op. Heb je den hoofdman verteld waarom? Ik heb hem gezegd wat hij weten moet en dat is de naam van de plaats, waar we Rimington zullen ontmoeten. Waar is dat? vroeg ze. Een dorp, dat Rahutu heet, ergens in het bosch. dat is alles wat ik er van weet. Ri mington zal ons daar ontmoeten. En als je zoo vriendelijk zou willen zijn, ik moet me klaar maken om weg te gaan. Honor aarzelde. Ze had nog andere dingen willen vragen. Ze liet haar oogen door de tent gaan en ze vielen op een kleine tinnen doos, die op den grond stond. Er naast lag een stapeltje papieren en een boek met harden kaft, dat haar aan een dagboek deed denken. Ze wist, dat Mannering niet de eigenaar van de doos was en ze begreep dadelijk, dat hij in Alec Rimmington's papieren had gesnuffeld. Een diepe verontwaardiging maakte zich van haar meester. O, begon ze, maar hij negeerde haar ver ontwaardigden blik en toon. Je moest je maar liever dadelijk klaar gaan maken, zei hij snel. We gaan zoo gauw mogelijk op weg. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8