TERAARDEBESTELLING Mr. J. CERRITSZ. Groote belangstelling uit de moderne arbeidersbeweging. HAARLEM Dinsdag. Hedenmiddag kwart over één had op de Be graafplaats Westerveld de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van Mr. J. Gerritsz, secretaris van den Ned .Werkloos- heidsraad en wethouder der gemeente Haar lem. Het vertrek uit Haarlem Ongeveer kwart over twaalf begon men aan het huis van den overledene in het Kenau park waarvoor zich vele belangstellenden had den opgesteld, de tallooze kransen en bloem stukken, die waren gezonden, in twee auto's te brengen, die er geheel mee gevuld werden. Ook de baar in de lijkauto was onder kransen verborgen. In een viertal volgauto's namen verschil lende familieleden van den overledene plaats. Even na half een vertrok de lijkstoet naar Driehuis-Westerveld. De belangstelling voor de plechtigheid op Westerveld, vooral uit de moderne arbeiders beweging, was heel groot. Mr. M. Slingenberg was tegenwoordig als minister van Sociale Zaken. Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door den Burgemeester, den heer C. Maar schalk van Egmond en Rinnegom; den ge meentesecretaris, Mr. Tli. A. Wesstra; de wet houders A. G. Boes, W. J. B. van Liemt, W. Roodenburg en den tijdelijk-wethouder M. A. Reinal da- Vele leden van de sociaal-democratische en andere raadsfracties waren aanwezig, o.a. Mr. Dr. F. A. Bijvoet, als voorzitter van de recht- sche raadsfracties. Verder werden opgemerkt de heer Ch. J. i. M. Weiter namens de Rijkscommissie voor de Werkverruiming; ir. R. A. Verwey, directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzeke ring en Arbeidsbemiddeling; Mr. Dr. W. P. Vis, deken van de Haarlemsche balie; Prof. W. A. Bonger te Amsterdam; Prof. K. H. Bouman te Amsterdam; Prof. Dr. H. Bolkesteyn te Utrecht; Dr. H. van Gelder te den Haag, Dir. Gem. Musea: Dr. H. E. Greve te Den Haag, Dir. Bibliotheek; A. W. IJzerman, lid der Twee de Kamer; de heer Van Mels te Haarlem, Dir. Internat. Bank, Amsterdam; Zuster Lange, Amsterdam, Hoofdverpleegster Boerhaave Kliniek; Ir. A. Dubois, Ir. G. F. H. Houben en Ir. F. Nobel, Bureau der Rijkscommissie Werk verruiming; Meyer de Vries, Den Haag, Refe rendaris Afd. Werkverschaffing en Steunver- leening Dept. Sociale Zaken; Prof. Mr. E. M. Meyers, Leiden, Voorzitter Nat. Ver. tegen de Werkloosheid; Anth. Folmer, den Haag, Red. Tijdschrift Ned. Werkloosheidsraad; Prof. Is. P. de Vooys, den Haag; Mr. Feppema, namens minister Gelissen; K. Vorrink, voorzitter van het Partijbestuur der S.D.A.P.; de heer F. van der Walle namens het N.V.V. De Federatie Haarlem van de S. D. A. P. was vertegenwoordigd door het dagelij ksch bestuur de heer en S. Doek, voorzitter; F. Albrechts, secretaris, en C. Maarschalk penningmeester. De Haarlemsche Bestuurdersbond zond eveneens het dagelijksch bestuur als afgevaar digden, namelijk de heeren J. Engels, voorzit ter; A. Mars, vice-voorzitter; J. Timmer, se cretaris en G. Flameling, penningmeester. Afgevaardigden waren aanwezig van onge veer alle bij den Haarl. Bestuurdersbond aan gesloten organisaties, zooals; Alg. Ned. Bouw- arbeidersbond; Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden; de Bond in de Kle dingindustrie; Alg. Ned. Metaalbewerkersbond; Bond van Personeel in Overheidsdienst; Ned. Schildersgezellenbond; Centrale Bond van Transportarbeiders; Alg. Ned. Typografen- Bond: Vereeniging van Spoor- en Tramweg personeel; Centrale Ned. Ambtenaarsbond; Bond van Ned. Onderwijzers; Alg. Ned. Bak- kersgezellenbond; Bond van Arbeiders in het Land- en Tuinbouwbedrijf; Alg. Ned. Meubel- makersbond; Litho-, Foto- en Chemigrafen- bond; Sigarenmakers- en Tabaksbewerkers- bond; Alg. Ned. Stucadoorsbond; Bond van Technisch en Opzichthoudend Personeel. Tenslotte werden nog opgemerkt de heeren A. W. Michels, lid van Ged. Staten; ir. F. N. Carabain, algemeen secretaris der Alg. Ver. van Ned. Ijzergieterijen; mi'. J. Westerman Holstijn, voorzitter en mr. C. W. Ritter, se cretaris van de Rijkscommissie van Advies voor Exportcredietgaranties; de heer C. J. van den Broek, commandant van de Brand weer; mr. S. Mok, bestuurslid van het N.V.V., de heer W. F. Visser, wethouder van Velsen, de heer M. Woud, waarn. commissaris van politie, ir. M. H. Damme, directeur van Werk spoor; de heeren A. J. de Landmeter, mr. B. Taconis en Meuwsen, ambtenaren ten stad- Ihuize, de bedrijfshoofdenJ. Vader. ir. M. H. Maas, ir. Kruyf, J. L. Bouwer, dr. F. P. Keyser en J. J. Ochtman, de heer Deinum, directeur Stadsschouwburg, afgevaardigden van het Instituut van Arbeidersontwikkeling en van de arbeiderstooneelvereeniging „Her man Heijermans", beide met vaandel; de heer J .P. Starreveld en mr. P, van Driel, na mens de afdeeling Haarlem van het Chr. Ambtenaarsverbond. Bij de aankomst van den stoet bij de groeve zong de Gemengde Zangvereeniging „De Stem des Volks" het lied „Eensvan Jan Oude geest. Rede minister Slingenberg. Toen de kist in de groeve was neergelaten en de afgevaardigden met hun vaandels zich er omheen hadden geschaard, trad Mr. M. Slingenberg, Minister van Sociale Zaken, als eerste spreker naar voren. Hij sprak ongeveer als volgt: „Mr. Gerritsz was een man met een diepgaand sociaal gevoel; hij beschikte over een groote werkkracht en volharding; hij was met idealen bezield, zonder werke lijkheid en mogelijkheden uit het oog te ver liezen; werkende in het algemeen belang, niet zoekende eigen gewin; geen phraseo- loog, maar man van de daad; strijder met open vizier, geharnast door zijn veelzijdige kennis, met wien het een voorrecht was van gedachten te wisselen, ook als men niet zijn inzicht kon deel en; arbeid en resultaten ver langende van anderen, maar veel meer nog van zich zelf. Wanneer wij Gerritsz voor ons zien, dan begrijpen wij. dat de arbeid van dezen man zijn stempel moet hebben ge drukt op het sociale werk, dat in de achter ons liggende kwart eeuw ln Nederland tot stand gebracht is. En dan beseffen wij en zien wij duidelijk voor oogen, in dezen tijd nog meer dan anders het geval zou geweest zijn. welk een zegen deze man geweest is voor ons arbeidende volk. Immers alles wat thans geldende Is en geschiedt tot bestrij ding van de werkloosheid en tot leniging van de gevolgen daarvan, is mede door zijn ar beid tot stand gebracht. Het werkloosheids vraagstuk beheerschte hij in zijn vollen om vang" en in al zijn onderdeelen. Daaraan heeft hij zijn werk en zijn ziel gegeven, van den aanvang van zijn publieke leven af tot aan zijn dood toe. Reeds in 1909 was hij be noemd tot adjunct-secretaris van de Staats commissie voor de werkloosheid. Hij werkte I mede aan de samenstelling van het rapport, dat in 1914 verscheen. Tijdens de noodrege- ling-Treub was hij secretaris van de commis sie, die de Regeering adviseerde over maat regelen ten aanzien van de werkloosheids verzekering. Toen üi 1917 het Werkloosheids besluit tot stand kwam, werd hij aanstonds secretaris van die commissie. Deze functie is onafgebroken van 1917 tot aan zijn dood toe door hem bekleed. Behalve deze functie bekleedde hij die van secretaris, later direc teur van den Ned. Werkloosheidsraad. secre taris van de Nationale Vereeniging tegen de werkloosheid, secretaris van de Rijkscommis sie voor werkverruiming en voerde hij tevens de redactie van het tijdschrift van den N. Werkl. Zoo vormde hij in Nederland als niemand anders het centrale punt, weten schappelijk en in de practijk, ten aanzien van alle vraagstukken van werkloosheidsle niging en socialen opbouw. En zonder dat hij ambtenaar was ln den strikten zin van het woord. Bij al die omvangrijke werkzaamhe den wist hij nog tijd te vinden om zich al gemeen wetenschappelijk te vormen: wist hij zich te bekwamen in de rechtswetenschap en behalve de reeds door hem behaalde mid delbare acte's. nog op middelbaren leeftijd, den titel van Mr. in de rechten te verwerven Wel terecht kan ik hem schetsen als een man met een diepgaand sociaal gevoel en tevens van groote werkkracht en van taaie volharding. De Regeering is hem dankbaar; het geheele Nederlandsohe volk, en in het bijzonder het arbeidende volk van Nederland, waaraan hij zijn hart en zijn ziel verpand had, is hem groote dank verschuldigd voor al hetgeen hij in het publieke leven gedaan heeft Ik acht het voor mij wel een zeer droeve taak, maar toch ook een voorrecht, dezen dank te mogen uitspreken. En thans noe een enkel persoonlijk woord- .Gerritsz en ik hebben elkaar leeren waar- deeren en begrijpen en tusschen ons werd een vriendschapsband geboren. De laatste jaren heeft hij veel verloren zien gaan, maar hij heeft kunnen zien, dat de kern van wat verkregen werd bewaard gebleven is. Op dezen mooien dag vol zonneschijn zien wij hem in gedachten voor ons met al zijn liefde voor de natuur; dan zien wij hem in den zomer bij de zee of in den winter op de ijs baan Ook in zijn gezin is hij gelukkig ge weest. Het laatste jaar van zijn leven was voor hem een zware beproeving. Weinigen weten, hoe zwaar die was, maar ook weinigen weten, hoe dapper en berustend hij die heeft gedragen." Tenslotte sprak de minister woorden van troost tot de familie. Hij kan de droefheid begrijpen, die haar treft, maar zij zal ge voelens van dankbaarheid hebben, dat zij hem als man en vader zooveel jaren moch ten hebben. Ik wensch mr. Gerritsz toe een vredige rust, die hij wel verdiend heeft." Rede Ch. J. 1. M. Weiter De heer Ch. J. I. M, Weiter uit Den Haag sprak als voorzitter van de Rijkscommissie van Advies voor de Werkverruiming. „Zoowel namens die Commissie als voor mij zelf is het mij een behoefte enkele woorden te spreken bij het graf van den man, dien wij heden ten grave dragen. Vele jaren heeft Mr. Jan Ger ritsz de functie bekleed van secretaris dezer Commissi,e het langst onder het voorzitter schap van nu wijlen Mgr. Nolens, daarna on der Mr. de Wilde, den tegenwoordigen Minis ter van Binnenlandsche Zaken, laatstelijk se dert 2Vz iaar onder het mijne. Ik weet, dat zoowel Mgr. Nolens als de 'heer De Wilde groote waardeering hadden voor den persoon en den arbeid van Gerritsz. En ik doe daar voor stellig niet onder. Het werk dier Com missie nam een groote plaats in in het leven van den heer Gerritsz. en wat meer zegt, in zijn hart. Had deze arbeid niet de liefde van zijn hart gehad, dan zou het hem onmogelijk zijn geweest hem te volvoeren, naast zijn taak als wethouder eener groote gemeente, op de wijze zooals hij heeft gedaan, met onbe grensde toewijding, met volle overgave van al zijn krachten. De arbeid van Gerritsz was uit zijn aard er niet een die de openbare aandacht trekt, integendeel, die aard bracht mede, dat hij veelal geschiedde in stilte, zonder ophef. Steun en hulp aan de industrie kan om aller lei redenen nu eenmaal niet in het volle licht der openbaarheid geschieden. Het is mij daarom een behoefte aan dit graf te getuigen van dien arbeid. Steun, hulp, voor lichting aan de industrie beteekent niet al leen het instandhouden, zooveel mogelijk van het productie-apparaat, zij beteekenen ook werk, brood en geluk voor de duizenden, die daarbij werkzaam zijn. Want ik mag zonder de minste overdrijving getuigen, dat duizenden landgenooten, zakenlieden, arbeiders met hand en hoofd, bekwame vaklieden, knappe werkers en hun gezinnen aan hem te danken hebben, dat zij deelachtig bleven of werden aan den zegen van den arbeid. Velen zijn zich daarvan bewust geweest, nog velen meer niet. Aan hen allen zou ik willen vragen te willen gedenken den man, wiens grootste vreugde het was als door het behoud van eenig werk voor ons land weer een zaak op de been kon wor den gehouden en arbeiders weder aan brood en werk konden worden geholpen. Want Ger ritsz had, behalve een scherp verstand en een goeden kijk op zaken en menschen, een ge voelig hart en leefde volkomen mede met hen wier lot met het succes van zijn arbeid was verbonden. Er gaat van gedachten ongetwij feld een groote kracht uit. Moge de sympathie van de talloozen, die aan hem hun levensge luk te danken hebben, kracht en sterkte ge ven aan zijn echtgenoote, die, naar ik weet, zoo van ganscher harte deelde in zijn arbeid en aan zijn kinderen en nabestaanden. Zij mogen in hun verder leven de herinnering mededragen, dat hun echtgenoot en vader een trouw en goed dienaar is geweest van zijn land en van zijn volk, die gearbeid heeft aan het welzijn van beide, totdat hij in den meest let terlijken zin des woords niet meer kón. Zijn goede daden zuilen zijn gedachtenis vergezel len tot in lengte van dagen. Tegenover den somberen achtergrond van den dood, die de zen onvermoeiden werker heeft geveld en zijn gevoelig hart tot stilstand heeft gebracht, moge ik ten slotte stellen de eeuwenoude bede die dien achtergrond vermag te verlichten; dat de Almachtige hem de eeuwigs rust schen- ke en dat het eeuwig Licht hem verlichte". Rede van den burgemeester in vervulling wenschte te zien gaan. In de latere jaren had hij het getij helaas niet mee en onder de denkbeelden, welke hij zoo gaarne in werkelijkheid had zien omgezet, zijn er sommige, die vrome wenschen zijn gebleven, omdat de toestand der gemeentelijke finan ciën zich tegen de uitvoering verzette. Maar Gerritsz' nuchter verstand bracht hem ertoe om de feiten onder de oogen te zien zooals zij waren. Waar hij stuitte op de onmogelijkheid van wezenlijking zijner, met groote kennis van zaken opgezette plannen, daar nam hij, als hij het meerdere niet vermocht te berei ken, genoegen met het mindere, wetende dat ook dan nog iets tot stand zou komen, dat, in aanmerking genomen de zorgvolle tijden, later blijken zou, toch nog tot heil van onze stad te zijn. Een van zijn lievelingsdenkbeelden gedu rende vele jaren is geweest een grootsch op gezette park- en boschaanleg in het noorden der gemeente, een tweede Hout in den trant van den Haarlemmerhout maar waarvan de aanleg door moderne opvattingen zou zijn ingegeven. Dit plan heeft door den nood der tijden in aard en omvang aanzienlijk moeten inboeten, maar toch zal Gerritsz als de grondlegger be schouwd moeten worden van de sportvelden met een belangrijke groenstrook zooals die nu in de nabijheid van de Jan Gijzenvaart zullen worden aangelegd. Ik heb slecht een enkel voorbeeld willen noemen, een enkele greep willen doen uit den grooten schat van plannen van allerlei aard, welke aan Gerritsz' brein zijn ontsproten. Het zou te ver voeren een opsomming te geven van al hetgeen onder het slechts zevenjarig wethouderschap van Mr. Gerritsz op het ge bied van openbare werken en volkshuisvesting is tot stand gekomen; wie trouwens in de nieuwe wijken van Haarlem zoowel als in de oude stad rondziet, kan zich gemakkelijk zelf overtuigen van de uitbreidingen en verbete ringen welke zich in de laatste jaren hebben voltrokken. Maar wat men daarbij niet ziet zijn de moei zame voorbereidingen, welke noodzakelijk zijn om tot het beoogde doel te geraken; Gerritsz bezat een ver vooruitziende blik en geen tegenkanting of moeilijkheden waren hem te groot, wanneer het erom ging, het doel, dat hij voor oogen had, te bereiken. Door onderhandelingen en conferenties, door per soonlijke bezoeken en mondelinge vertoogen trachtte hij gedaan te krijgen wat bij de schriftelijke behandeling gestrand was en het mag gezegd worden dat op deze wijze veel voor de gemeente is verkregen wat bij minder door zettingsvermogen en minder vasthoudend heid stellig niet gelukt zou zijn. Kwam het College met een voorstel, dat onder zijn res sort viel in den Raad en viel de verdediging ervan hem dus ten deel, dan was hij in zijn element. Hoewel niet begaafd met een vloei end redenaarstalent, verdedigde hij het voor stel met kracht der overtuiging en met opeen stapeling van argumenten, waardoor in vele ge vallen aanvankelijke tegenstanders hun be zwaren lieten vallen. Ook op het terrein der werkloosheidszorg, ofschoon niet speciaal be hoorende tot de taak, die hem was toege wezen, heeft hij het College met menig nuttig advies van dienst kunnen zijn, daartoe in staat gesteld door zijn langjarige studie en groote ervaring op dit terrein, waarop zijn eigenlijke hoofdfuncties zich bewogen. De personeelsaangelegenheden en het geor ganiseerd overleg waren bij hem in vertrouw de handen en vele uren heeft hij moeten be steden om deze zaken, die bovendien zooveel detailkennis vereischen, naar behooren te kunnen behartigen. Gerritsz was een eerlijk man; men mocht hetzij op politiek gebied het zij op eenig ander punt met hem van meenini verschillen, hij was dan een tegenstander, die streed met open vizier en wiens argumenten waard waren ernstig te worden overwogen. Nu heeft dit alles een einde genomen; aan dit arbeidzaam leven is. helaas na moeilijken strijd waarvoor wij hem gaarne gespaard had den gezien, een eind gekomen. Laat het voor hen, die hem lief waren en die hem thans aan den dood hebben moeten afstaan, een troost mogen zijn, dat haar man, hun vader, bij zijn leven door velen is gewaardeerd en dat zijn nagedachtenis ook bij het gemeentebestuur van Haarlem in hooge eere zal blijven. Zijn eeuwige rust zij in vrede. Rede M. A. Reinalda De heer Maarschalk sprak als volgt: „Nu wij aanstonds het stoffelijk overschot van wethouder Gerritsz aan den schoot der aarde zullen toevertrouwen, is het ook voor het Gemeentebestuur van Haarlem een be hoefte om, mede namens den Raad, eenige oogenblikken de gedachten te bepalen bij hetgeen de overledene bij zijn leven voor de gemeente Haarlem heeft gedaan. En ik weet met zekerheid dat ik spreek uit naam van allen, die hem in zijn werk als wethouder, hetzij van nabij, hetzij meer op een afstand hebben kunnen gadeslaan, wanneer ik zeg dat het wethouderschap van Mr. Jan Gerritsz voor de ontwikkeling van Haarlem een belangrijke periode is geweest. Zelf iemand van groote arbeidskracht en ar- beidslust bracht hij ook zijn medewerkers er toe met energie en voortvarendheid de plan nen uit te werken, welke in zijn steeds werk zaam en vruchtbaar brein waren opgekomen en die .hij gaarne in den kortst mogelijken tijd cursusvergaderingen of weekends, van zijn ver vooruitzienden blik en zijn prachtig door zicht in veel, wat toen nog duister was. An deren", zoo vervolgde de heer Reinalda, „ge tuigden van zijn werk in de maatschappij." Spreker wilde getuigen van zijn werk voor de beweging. „Menschen. die naast je hebben ge staan in je mooien strijd voor de sociaal-demo cratie. zullen getuigen dat je heel veel voor ons bent geweest. Daarvoor zijn we je dankbaar, een dankbaarheid, die we uitspreken namens de sociaal-democratie en namens de groote schaar van arbeiders, die door jouw klaar in zicht gewonnen zijn. Als ik dit woord bij de geopende groeve zeg, is dit niet alleen uit dankbaarheid, maar ook om af te leggen de belofte, dat jouw werk in jouw geest zal wor den voortgezet." D r. H. E. van Gelder, van den Haag. schetste als vriend de trouw en de opoffe ringsgezindheid van den overledene voor zijn werk. Bijna 50 jaar geleden kwam spreker naast Gerritsz op de schoolbanken en sinds dien hebben zij elkaar niet uit het oog verlo ren. Beter dan anderen wisten zijn vrienden, hoe hij te strijden had tegen de moeilijkhe den die hem zijn slechts schijnbaar krachtig lichaam in den weg legde. Daarom zijn zijn vrienden dankbaar en erkentelijk voor wat hij heeft gegeven. Ook zijn gezin wil spreker hierin betrekken, in de eerste plaats zijn vrouw, die hem gesteund heeft in den strijd. Wat zij verliest, kunnen wij het best beseffen, aldus spreker. Jan Gerritsz gaat thans de rust genieten, die hij ten volle heeft verdiend Zijn vrienden bewaren zijn nagedachtenis in dankbaarheid en met eerbied. Rede D. Goedkoop Jzn. WOENSDAG 15 JAN. 1936 De zaak-Schaap. HAARLEM Dinsdag. Heden zou de Rechtbank uitspraak doen inzake de homologatiie van hetaangeboden accoord in de zaak der Handelsvennootschap onder de firma J. Schaap Lnz. te Wormerveer. Opverzoek van den curator, Mr. L. V. Hoog, werd de behandeling der homologatie door de Rechtbank echter 14 dagen uitgesteld, omdat de accoordpenningen nog niet gestort zijn De „Namens de Nederlandsehe industrie en speciaal namens de scheepsbouwers in Neder land richt ik hier een laatsten groet aan mr. Gerritsz", aldus de heer Goedkoop. ..Naar mate de moeilijkheden van de voor export werkende industrie grooter werden, werd het contact met de rijkscommissie voor werkverruiming nauwer. Ondanks zijn vele andere werkzaam heden vond de industrie mr. Gerritsz steeds op elk uur van den dag bereid de hulp te bie den, die hij geven kon. Nooit was hem iets te veel; wonderlijk wel wist hij zich in elk pro bleem in te werken. Met diepen weemoed staan wij hier aan de laatste rustplaats van een royaal, eerlijk en werkzaam man en met groote dankbaarheid en vriendschap zullen wij aan hem blijven denken". Rede dr. J. v. d. Tempel Blauw Wit 10 7 2 1 16 22—7 1.60 D. F. C. 10 6 3 1 15 19—11 1.50 Feijenoord 10 6 2 2 14 29—11 1.40 Stormvogels 12 7 2 3 16 32—15 133 D. W. S. 12 4 4 4 12 26—25 1.— Z. F. C. 12 3 6 3 12 17—21 1.— D. H. C. 11 4 2 5 10 34—2-3 0.91 Excelsior 12 2 3 7 7 16—36 0.53 V. U. C. 11 1 3 7 5 16—35 0.45 H. F. C. 12 1 3 8 5 14—40 0.42 De heer J. van den Tempel herdacht Mr. Gerritsz als vriend. „Sinds 25 jaar waren wij trouwe vrienden. Ik heb voortdurend met hem samengewerkt op het gebied der werkloozen- zorg en voor de uitbreiding der werkgelegen heid. Ik heb hem altijd gewaardeerd als een buitengewoon hoogstaand mensch. Hij heeft mij steeds bewondering afgedwongen door zijn groote prestaties op dit terrein. Naar mijn meening is er niemand in ons land, die in de jongste 20 jaren zoo onafgebroken zijn werk kracht en gaven besteed heeft om in het lot van de door werkloosheid getroffenen verbete ring te brengen. Behalve zijn vele belangrijke functies in Haarlem, was daarop voornamelijk zijn streven gericht. Hij werkte met een waren hartstocht, gedreven door een diep sociaal be sef". Namens de familie dankte ir.Th.P.Tromp uit Eindhoven voor de betoonde belangstel ling. „De Stem des Volks" zong nog het lied „Morgenrood", waarna Ds. Haag uit Meteren tenslotte het „Onze Vader" bad. Bloemstukken VOETBAL. Positie der Haarlemsche Eersteklassers. H. F. C.'s kans op ontsnapping. Kunnen Haarlem en R. C. H. nog hooge plaatsen bereiken? Nu de emoties van den wedstrijd Frank rijk—Nederland bedaard zijn en de competi tie as. Zondag hervat wordt zullen wij de positie der Haarlemsche eersteklassers weer eens nauwkeurig bekijken. De eindspurt, waarvan zooveel afhangt, begint al in zicht te komen. Alleen H.F.C verkeert in gevaar voor de laatste plaats. Het staat er zelf op, maar aangezien het gelijk is in punten met V.U.C. en maar twee punten achterstand heeft op Excelsior is de kans op ontsnapping nog groot. De stand in Afdeeling H is: gesp gew.gel.verl.pnt v.-t. grm. Er was een groot aantal bloemstukken ge zonden, o.a. door: Minister en mevr. Slingen berg; Ir. Keus en Ir. Willink te Hengelo; Dr. A. F. Philips en familie te Eindhoven; Haar lemsche Bestuurdersbond; A.J.C.; Coöp. Wo ning Vereeniging „Eigen Woning"; Directie Nederlandsehe Crediet Mij.; Rijkscommissie Werkverruiming; Gemeentebestuur van Haar lem; Ambtenaren Openbare Werken en Per soneel Gemeentesecretarie; Federatie Woning- bouwvereenigingen; Schoonheidscommissie Haarlem; Beambten Staatsmijn Emma; N.V. Arbeiderspers: Raadsfractie S.D.A.P. en Fe deratie S.D.AP. Haarlem. De heer M. A. Reinalda sprak namens de ge heele moderne arbeidersbeweging in ons land „Nu wij hier voor het magistrale van den dood het hoofd buigen", aldus de heer Rei nalda, „wil ik namens de sociaal-democratie en de moderne arbeidersbeweging getuigenis afleggen van de gevoelens die ons, zijn ka meraden in den strijd thans bezielen". Spre ker ging in gedachten meer dan 30 jaren te rug, toen de jonge intelligente Jan Gerritsz „overkwam" en zich wierp in den strijd voor de sociaal-democratie. „Onder ons zijn er velen, ctie hem nu nog zien zooals hij toen was, de jonge krachtige kenner van veel, wat duister was voor anderen. Gerritsz had toen wellicht reeds een niet al te krachtig lichaam maar hij wierp zich met volle kracht in den strijd. Elke gelegenheid greep hij aan om zijn kennis te verbreiden over de groote schare. Hij nam daartoe altijd de beste middelen ter hand." Hierbij herinnerde spreker aan de op richting van „De Wekker", die hij redigeerde en waarmee hij avond aan avond colporteer de, probeerende zijn inzichten te doen over brengen op anderen. „Steeds stond hij klaar, om arbeiders tegen hen aangedaan onrecht te verdedigen. Als we thans zien. wat er nu in het belang van de arbeiders kan worden gedaan, is dit voor een groot deel te danken aan wat Gerritsz reeds lang in zich omdroeg. Hoe hebben we genoten van zijn Gouverneur Hoffmann en de Hauptmann-affaire. Parlementslid verwijt den gouverneur reclame-oogmerken. NEW YORK, 14 Januari (Reuter) De gou verneur van New Yersey, Hoffmann, die mo menteel te New York vertoeft, weigerde de affaire-Hauptmann thans te bespreken. Wel verklaarde hij over nieuw materiaal te be- I schikken. De advocaat, die per vliegtuig naar Trenton is gekomen, verklaarde, te Chicago een gedetineerde van de gevangenis te ken nen, die weer bekend is met drie mannen, die een deel van het losgeld van Lindberg bezit ten. De volgende stap van de verdediging van Hauptmann is nog niet bekend. In het Huis van Afgevaardigden verweet het lid Blanton Hoffmann, de veroordeeling van Hauptmann te gebruiken voor pubUciteits- doeleinden. Hij verzocht het Huis, den gou verneur in staat van beschuldiging te stellen, indien hij volhardt in zijn voornemen het- pro ces tegen Hauptmann te herzien. Gezien den huidigen vorm der concurrenten is het wel heel waarschijnlijk dat alleen de drie laatsten degradatiegevaar loopen. Het restende programma bevat voor hen de volgende wedstrijden: H.F.C. thuis tegen Feijenoord. Excelsior en D.F.C.; uit tegen Blauw Wit. V.U.C. en Z.F.C. (Als aan het slot gevaar voor de laatste plaats mocht bestaan zou de wedstrijd StormvogelsH.F.C." (32) op het H.F.C.- terrein overgespeeld moeten worden, en dit zou ook gebeuren als Stormvogels dan een kans op het kampioenschap had). V.U.C. moet nog spelen: thuis tegen H.F.C., Blauw Wit. D.W.S. en D.H.C.; uit tegen Stormvogels, Feijenoord en Z.F.C. Excelsior thuis tegen Stormvogels, Feijen oord en Z.F.C., uit tegen H.F.C., D.H.C. en D.F.C. Uit dit programma blijkt dat H.F.C. de eenige is die de beide andere nog moet ont moeten. Met elkaar hebben die al afgere kend, en elk een keer gewonnen. Dit is dus een voordeel-op-papier voor de Good Old. Opmerkelijk is dat Stormvogels. Fei.ier.oord en Z.F.C. in alle drie gevallen van invloed zijn. Daarbij schijnt vooral Z.F.C. een factor van beteekenis in de beslissing over de laat ste plaats. Excelsior heeft zoo op het oog wel het moeilijkste programma van het drietal te verwerken, maar het is twee punten op de beide andere voor en heeft zeker een mooie kans in den thuiswedstrijd tegen Z.F.C. Excelsior heeft uit zes uitwedstrijden tot dus ver maar éen punt kunnen halen. Het be hoort aan de Spanjaardslaan te worden ge slagen, vooral na het 44 gelijk spel in Rot terdam. V.U.C. heeft in zes uitwedstrijden ook maar éen punt behaald, nl. tegen H.F.C, Thuis heeft V.U.C. tweemaal gelijkgespeeld, twee maal verloren en éénmaal gewonnen (van Excelsior). Op papier zijn H.F.C s kansen nog niet zoo kwaad. De meeste zorg wordt gewekt door den achteruitgang van het elftal in de laat ste weken. Gebrek aan geluk schijnt het mo reel van het team geschokt te hebben. Als Gejus van der Meulen nog eens voor eenige wedstrijden onder de lat wou gaan staan, zou zijn aanvoering het zelfvertrouwen wel doen terugkeeren. Is dat nu niet mogelijk? Het schijnt hèt middel, dat genezend zou kunnen werken. Moge de dokter het toepassen! Als het ware élan terugkeert biedt elke wedstrijd nog een kans op punten. En D.F.C. heeft pas op het V.U.C.-terrein gelijk ge speeld! Dat kan aan de Spanjaardslaan ge slagen worden. In Afdeeling I heeft Haarlem zich van een slechte periode hersteld en bijzonder veel suc ces op vreemd terrein behaald. R.C.H. is, pre cies omgekeerd, na een goede periode in een ongelukkige beland. Beide staan in gemiddelde posities in de ranglijst: Haarlem met 13 pun ten in 12 wedstrijden op de zesde plaats. R.C.H. met 11 punten in 11 wedstrijden op de zevende. Wij meenen dat hieraan nog heel wat te ver beteren Is. De ranglijst ziet er aldus uit: Sparta 10 6 3 1 15 29—19 1.50 V. S. V. 11 6 2 3 14 22—20 1.27 A. D. O. 12 7 0 5 14 28—29 1 17 Ajax 10 5 1 4 11 26—17 1.10 H. B. S. 11 5 2 4 12 2423 1.09 Haarlem 12 5 3 4 13 29—25 1.08 R. C. H. 11 4 3 4 11 19—17 1 K. F. C. 11 3 3 5 9 12—19 0.82 Xerxes 11 2 2 7 6 22—31 0.55 Hermes-D.V.S 11 1 3 7 5 16—29 0.45 Minister Slingenberg spreekt aan het graf van Mr. J. Gerritsz. Haarlem's restende programma is: thuis tegen Ajax, Xerxes, A.D.O. en K.F.C., uit tegen Sparta en H.B.S. Het wil ons voorkomen dat Haarlem hieruit nog zeer veel punten kan behalen. Van Xerxes en A.D.O. heeft het op vreemd terrein gewon nen, met K.F.C. gelijkgespeeld, van Ajax met 4—5 verloren. Al de vier thuiswedstrijden kun nen gewonnen worden, en Haarlem's publiek heeft wel recht op wat overwinningen, want tot dusver zijn de behaalde cijfers; Thuis: gew. 1, gelijk 2, verl. 2. Uit: gew. 4, gelijk 1, verl. 2. Met krachtig en geestdriftig volhouden kan Haarlem zelfs nog een kans op het kampioen schap scheppen, mits het in Rotterdam van Sparta wint, dat inderdaad niet zoo erg over tuigend speelt. Sparta heeft nog een zwaar programma op vreemd terrein te verwerken (V.S.V., R.C.H., Ajax en Xerxes). In tusschen heeft ook V.S.V. een zeer mooie kans op den eeretitel en bedreigt dit Sparta van nabij. On danks de huidige cijfers lijken V.S.V.'s papie ren ons beter dan die van Sparta. R.C.H.'s restende programma luidt: thuis tegen Sparta en Hermes-D.V.S., uit tegen V.S.V., Ajax. Xerxes, A.D.O. en K.F.C.Hier overwegen dus de uitwedstrijden sterk. R.C.H. heeft in den laatsten tijd geen geluk gehad en is o.i. een te sterk elftal voor de plaats die het thans inneemt. Het zal niet alleen uit zijn beide restende thuiswedstrijden maar ook uit de vijf uitwedstrijden, bij normaal geluk, nog ■•eel kunnen halen.- Op vreemd terrein heeft R.C.H. tot dusver maar eenmaal verloren, n.l. op den openingsdag van het seizoen tegen Haarlem (2—3),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7