TERAARDEBESTELLING
Mr. J. CERRITSZ.
Groote belangstelling uit de
moderne arbeidersbeweging.
HAARLEM Dinsdag.
Hedenmiddag kwart over één had op de Be
graafplaats Westerveld de teraardebestelling
plaats van het stoffelijk overschot van Mr. J.
Gerritsz, secretaris van den Ned .Werkloos-
heidsraad en wethouder der gemeente Haar
lem.
Het vertrek uit Haarlem
Ongeveer kwart over twaalf begon men aan
het huis van den overledene in het Kenau
park waarvoor zich vele belangstellenden had
den opgesteld, de tallooze kransen en bloem
stukken, die waren gezonden, in twee auto's
te brengen, die er geheel mee gevuld werden.
Ook de baar in de lijkauto was onder kransen
verborgen.
In een viertal volgauto's namen verschil
lende familieleden van den overledene plaats.
Even na half een vertrok de lijkstoet naar
Driehuis-Westerveld.
De belangstelling voor de plechtigheid op
Westerveld, vooral uit de moderne arbeiders
beweging, was heel groot.
Mr. M. Slingenberg was tegenwoordig als
minister van Sociale Zaken.
Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd
door den Burgemeester, den heer C. Maar
schalk van Egmond en Rinnegom; den ge
meentesecretaris, Mr. Tli. A. Wesstra; de wet
houders A. G. Boes, W. J. B. van Liemt, W.
Roodenburg en den tijdelijk-wethouder M. A.
Reinal da-
Vele leden van de sociaal-democratische en
andere raadsfracties waren aanwezig, o.a. Mr.
Dr. F. A. Bijvoet, als voorzitter van de recht-
sche raadsfracties.
Verder werden opgemerkt de heer Ch. J. i.
M. Weiter namens de Rijkscommissie voor de
Werkverruiming; ir. R. A. Verwey, directeur
van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzeke
ring en Arbeidsbemiddeling; Mr. Dr. W. P. Vis,
deken van de Haarlemsche balie; Prof. W. A.
Bonger te Amsterdam; Prof. K. H. Bouman te
Amsterdam; Prof. Dr. H. Bolkesteyn te
Utrecht; Dr. H. van Gelder te den Haag, Dir.
Gem. Musea: Dr. H. E. Greve te Den Haag,
Dir. Bibliotheek; A. W. IJzerman, lid der Twee
de Kamer; de heer Van Mels te Haarlem, Dir.
Internat. Bank, Amsterdam; Zuster Lange,
Amsterdam, Hoofdverpleegster Boerhaave
Kliniek; Ir. A. Dubois, Ir. G. F. H. Houben en
Ir. F. Nobel, Bureau der Rijkscommissie Werk
verruiming; Meyer de Vries, Den Haag, Refe
rendaris Afd. Werkverschaffing en Steunver-
leening Dept. Sociale Zaken; Prof. Mr. E. M.
Meyers, Leiden, Voorzitter Nat. Ver. tegen de
Werkloosheid; Anth. Folmer, den Haag, Red.
Tijdschrift Ned. Werkloosheidsraad; Prof. Is.
P. de Vooys, den Haag; Mr. Feppema, namens
minister Gelissen; K. Vorrink, voorzitter van
het Partijbestuur der S.D.A.P.; de heer F. van
der Walle namens het N.V.V.
De Federatie Haarlem van de S. D. A. P. was
vertegenwoordigd door het dagelij ksch bestuur
de heer en S. Doek, voorzitter; F. Albrechts,
secretaris, en C. Maarschalk penningmeester.
De Haarlemsche Bestuurdersbond zond
eveneens het dagelijksch bestuur als afgevaar
digden, namelijk de heeren J. Engels, voorzit
ter; A. Mars, vice-voorzitter; J. Timmer, se
cretaris en G. Flameling, penningmeester.
Afgevaardigden waren aanwezig van onge
veer alle bij den Haarl. Bestuurdersbond aan
gesloten organisaties, zooals; Alg. Ned. Bouw-
arbeidersbond; Alg. Ned. Bond van Handels-
en Kantoorbedienden; de Bond in de Kle
dingindustrie; Alg. Ned. Metaalbewerkersbond;
Bond van Personeel in Overheidsdienst; Ned.
Schildersgezellenbond; Centrale Bond van
Transportarbeiders; Alg. Ned. Typografen-
Bond: Vereeniging van Spoor- en Tramweg
personeel; Centrale Ned. Ambtenaarsbond;
Bond van Ned. Onderwijzers; Alg. Ned. Bak-
kersgezellenbond; Bond van Arbeiders in het
Land- en Tuinbouwbedrijf; Alg. Ned. Meubel-
makersbond; Litho-, Foto- en Chemigrafen-
bond; Sigarenmakers- en Tabaksbewerkers-
bond; Alg. Ned. Stucadoorsbond; Bond van
Technisch en Opzichthoudend Personeel.
Tenslotte werden nog opgemerkt de heeren
A. W. Michels, lid van Ged. Staten; ir. F. N.
Carabain, algemeen secretaris der Alg. Ver.
van Ned. Ijzergieterijen; mi'. J. Westerman
Holstijn, voorzitter en mr. C. W. Ritter, se
cretaris van de Rijkscommissie van Advies
voor Exportcredietgaranties; de heer C. J.
van den Broek, commandant van de Brand
weer; mr. S. Mok, bestuurslid van het N.V.V.,
de heer W. F. Visser, wethouder van Velsen,
de heer M. Woud, waarn. commissaris van
politie, ir. M. H. Damme, directeur van Werk
spoor; de heeren A. J. de Landmeter, mr. B.
Taconis en Meuwsen, ambtenaren ten stad-
Ihuize, de bedrijfshoofdenJ. Vader. ir. M.
H. Maas, ir. Kruyf, J. L. Bouwer, dr. F. P.
Keyser en J. J. Ochtman, de heer Deinum,
directeur Stadsschouwburg, afgevaardigden
van het Instituut van Arbeidersontwikkeling
en van de arbeiderstooneelvereeniging „Her
man Heijermans", beide met vaandel; de
heer J .P. Starreveld en mr. P, van Driel, na
mens de afdeeling Haarlem van het Chr.
Ambtenaarsverbond.
Bij de aankomst van den stoet bij de groeve
zong de Gemengde Zangvereeniging „De Stem
des Volks" het lied „Eensvan Jan Oude
geest.
Rede minister Slingenberg.
Toen de kist in de groeve was neergelaten
en de afgevaardigden met hun vaandels zich
er omheen hadden geschaard, trad Mr. M.
Slingenberg, Minister van Sociale Zaken, als
eerste spreker naar voren. Hij sprak ongeveer
als volgt: „Mr. Gerritsz was een man met
een diepgaand sociaal gevoel; hij beschikte
over een groote werkkracht en volharding;
hij was met idealen bezield, zonder werke
lijkheid en mogelijkheden uit het oog te ver
liezen; werkende in het algemeen belang,
niet zoekende eigen gewin; geen phraseo-
loog, maar man van de daad; strijder met
open vizier, geharnast door zijn veelzijdige
kennis, met wien het een voorrecht was van
gedachten te wisselen, ook als men niet zijn
inzicht kon deel en; arbeid en resultaten ver
langende van anderen, maar veel meer nog
van zich zelf. Wanneer wij Gerritsz voor ons
zien, dan begrijpen wij. dat de arbeid van
dezen man zijn stempel moet hebben ge
drukt op het sociale werk, dat in de achter
ons liggende kwart eeuw ln Nederland tot
stand gebracht is. En dan beseffen wij en
zien wij duidelijk voor oogen, in dezen tijd
nog meer dan anders het geval zou geweest
zijn. welk een zegen deze man geweest is
voor ons arbeidende volk. Immers alles wat
thans geldende Is en geschiedt tot bestrij
ding van de werkloosheid en tot leniging van
de gevolgen daarvan, is mede door zijn ar
beid tot stand gebracht. Het werkloosheids
vraagstuk beheerschte hij in zijn vollen om
vang" en in al zijn onderdeelen. Daaraan
heeft hij zijn werk en zijn ziel gegeven, van
den aanvang van zijn publieke leven af tot
aan zijn dood toe. Reeds in 1909 was hij be
noemd tot adjunct-secretaris van de Staats
commissie voor de werkloosheid. Hij werkte I
mede aan de samenstelling van het rapport,
dat in 1914 verscheen. Tijdens de noodrege-
ling-Treub was hij secretaris van de commis
sie, die de Regeering adviseerde over maat
regelen ten aanzien van de werkloosheids
verzekering. Toen üi 1917 het Werkloosheids
besluit tot stand kwam, werd hij aanstonds
secretaris van die commissie. Deze functie
is onafgebroken van 1917 tot aan zijn dood
toe door hem bekleed. Behalve deze functie
bekleedde hij die van secretaris, later direc
teur van den Ned. Werkloosheidsraad. secre
taris van de Nationale Vereeniging tegen de
werkloosheid, secretaris van de Rijkscommis
sie voor werkverruiming en voerde hij tevens
de redactie van het tijdschrift van den
N. Werkl. Zoo vormde hij in Nederland als
niemand anders het centrale punt, weten
schappelijk en in de practijk, ten aanzien
van alle vraagstukken van werkloosheidsle
niging en socialen opbouw. En zonder dat hij
ambtenaar was ln den strikten zin van het
woord. Bij al die omvangrijke werkzaamhe
den wist hij nog tijd te vinden om zich al
gemeen wetenschappelijk te vormen: wist
hij zich te bekwamen in de rechtswetenschap
en behalve de reeds door hem behaalde mid
delbare acte's. nog op middelbaren leeftijd,
den titel van Mr. in de rechten te verwerven
Wel terecht kan ik hem schetsen als een
man met een diepgaand sociaal gevoel en
tevens van groote werkkracht en van taaie
volharding. De Regeering is hem dankbaar;
het geheele Nederlandsohe volk, en in het
bijzonder het arbeidende volk van Nederland,
waaraan hij zijn hart en zijn ziel verpand
had, is hem groote dank verschuldigd voor
al hetgeen hij in het publieke leven gedaan
heeft Ik acht het voor mij wel een zeer
droeve taak, maar toch ook een voorrecht,
dezen dank te mogen uitspreken. En thans
noe een enkel persoonlijk woord-
.Gerritsz en ik hebben elkaar leeren waar-
deeren en begrijpen en tusschen ons werd
een vriendschapsband geboren. De laatste
jaren heeft hij veel verloren zien gaan, maar
hij heeft kunnen zien, dat de kern van wat
verkregen werd bewaard gebleven is. Op
dezen mooien dag vol zonneschijn zien wij
hem in gedachten voor ons met al zijn liefde
voor de natuur; dan zien wij hem in den
zomer bij de zee of in den winter op de ijs
baan Ook in zijn gezin is hij gelukkig ge
weest. Het laatste jaar van zijn leven was
voor hem een zware beproeving. Weinigen
weten, hoe zwaar die was, maar ook weinigen
weten, hoe dapper en berustend hij die heeft
gedragen."
Tenslotte sprak de minister woorden van
troost tot de familie. Hij kan de droefheid
begrijpen, die haar treft, maar zij zal ge
voelens van dankbaarheid hebben, dat zij
hem als man en vader zooveel jaren moch
ten hebben. Ik wensch mr. Gerritsz toe een
vredige rust, die hij wel verdiend heeft."
Rede Ch. J. 1. M. Weiter
De heer Ch. J. I. M, Weiter uit Den Haag
sprak als voorzitter van de Rijkscommissie
van Advies voor de Werkverruiming. „Zoowel
namens die Commissie als voor mij zelf is het
mij een behoefte enkele woorden te spreken
bij het graf van den man, dien wij heden ten
grave dragen. Vele jaren heeft Mr. Jan Ger
ritsz de functie bekleed van secretaris dezer
Commissi,e het langst onder het voorzitter
schap van nu wijlen Mgr. Nolens, daarna on
der Mr. de Wilde, den tegenwoordigen Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, laatstelijk se
dert 2Vz iaar onder het mijne. Ik weet, dat
zoowel Mgr. Nolens als de 'heer De Wilde
groote waardeering hadden voor den persoon
en den arbeid van Gerritsz. En ik doe daar
voor stellig niet onder. Het werk dier Com
missie nam een groote plaats in in het leven
van den heer Gerritsz. en wat meer zegt, in
zijn hart. Had deze arbeid niet de liefde van
zijn hart gehad, dan zou het hem onmogelijk
zijn geweest hem te volvoeren, naast zijn taak
als wethouder eener groote gemeente, op de
wijze zooals hij heeft gedaan, met onbe
grensde toewijding, met volle overgave van al
zijn krachten. De arbeid van Gerritsz was uit
zijn aard er niet een die de openbare aandacht
trekt, integendeel, die aard bracht mede, dat
hij veelal geschiedde in stilte, zonder ophef.
Steun en hulp aan de industrie kan om aller
lei redenen nu eenmaal niet in het volle licht
der openbaarheid geschieden.
Het is mij daarom een behoefte aan dit graf
te getuigen van dien arbeid. Steun, hulp, voor
lichting aan de industrie beteekent niet al
leen het instandhouden, zooveel mogelijk van
het productie-apparaat, zij beteekenen ook
werk, brood en geluk voor de duizenden, die
daarbij werkzaam zijn. Want ik mag zonder de
minste overdrijving getuigen, dat duizenden
landgenooten, zakenlieden, arbeiders met
hand en hoofd, bekwame vaklieden, knappe
werkers en hun gezinnen aan hem te danken
hebben, dat zij deelachtig bleven of werden
aan den zegen van den arbeid. Velen zijn zich
daarvan bewust geweest, nog velen meer niet.
Aan hen allen zou ik willen vragen te willen
gedenken den man, wiens grootste vreugde het
was als door het behoud van eenig werk voor
ons land weer een zaak op de been kon wor
den gehouden en arbeiders weder aan brood
en werk konden worden geholpen. Want Ger
ritsz had, behalve een scherp verstand en een
goeden kijk op zaken en menschen, een ge
voelig hart en leefde volkomen mede met hen
wier lot met het succes van zijn arbeid was
verbonden. Er gaat van gedachten ongetwij
feld een groote kracht uit. Moge de sympathie
van de talloozen, die aan hem hun levensge
luk te danken hebben, kracht en sterkte ge
ven aan zijn echtgenoote, die, naar ik weet,
zoo van ganscher harte deelde in zijn arbeid
en aan zijn kinderen en nabestaanden. Zij
mogen in hun verder leven de herinnering
mededragen, dat hun echtgenoot en vader een
trouw en goed dienaar is geweest van zijn land
en van zijn volk, die gearbeid heeft aan het
welzijn van beide, totdat hij in den meest let
terlijken zin des woords niet meer kón. Zijn
goede daden zuilen zijn gedachtenis vergezel
len tot in lengte van dagen. Tegenover den
somberen achtergrond van den dood, die de
zen onvermoeiden werker heeft geveld en zijn
gevoelig hart tot stilstand heeft gebracht,
moge ik ten slotte stellen de eeuwenoude bede
die dien achtergrond vermag te verlichten;
dat de Almachtige hem de eeuwigs rust schen-
ke en dat het eeuwig Licht hem verlichte".
Rede van den burgemeester
in vervulling wenschte te zien gaan. In de
latere jaren had hij het getij helaas niet mee
en onder de denkbeelden, welke hij zoo gaarne
in werkelijkheid had zien omgezet, zijn er
sommige, die vrome wenschen zijn gebleven,
omdat de toestand der gemeentelijke finan
ciën zich tegen de uitvoering verzette. Maar
Gerritsz' nuchter verstand bracht hem ertoe
om de feiten onder de oogen te zien zooals zij
waren. Waar hij stuitte op de onmogelijkheid
van wezenlijking zijner, met groote kennis
van zaken opgezette plannen, daar nam hij,
als hij het meerdere niet vermocht te berei
ken, genoegen met het mindere, wetende dat
ook dan nog iets tot stand zou komen, dat,
in aanmerking genomen de zorgvolle tijden,
later blijken zou, toch nog tot heil van onze
stad te zijn.
Een van zijn lievelingsdenkbeelden gedu
rende vele jaren is geweest een grootsch op
gezette park- en boschaanleg in het noorden
der gemeente, een tweede Hout in den trant
van den Haarlemmerhout maar waarvan de
aanleg door moderne opvattingen zou zijn
ingegeven.
Dit plan heeft door den nood der tijden in
aard en omvang aanzienlijk moeten inboeten,
maar toch zal Gerritsz als de grondlegger be
schouwd moeten worden van de sportvelden
met een belangrijke groenstrook zooals die
nu in de nabijheid van de Jan Gijzenvaart
zullen worden aangelegd.
Ik heb slecht een enkel voorbeeld willen
noemen, een enkele greep willen doen uit den
grooten schat van plannen van allerlei aard,
welke aan Gerritsz' brein zijn ontsproten.
Het zou te ver voeren een opsomming te geven
van al hetgeen onder het slechts zevenjarig
wethouderschap van Mr. Gerritsz op het ge
bied van openbare werken en volkshuisvesting
is tot stand gekomen; wie trouwens in de
nieuwe wijken van Haarlem zoowel als in de
oude stad rondziet, kan zich gemakkelijk zelf
overtuigen van de uitbreidingen en verbete
ringen welke zich in de laatste jaren hebben
voltrokken.
Maar wat men daarbij niet ziet zijn de moei
zame voorbereidingen, welke noodzakelijk zijn
om tot het beoogde doel te geraken; Gerritsz
bezat een ver vooruitziende blik en geen
tegenkanting of moeilijkheden waren hem
te groot, wanneer het erom ging, het doel,
dat hij voor oogen had, te bereiken. Door
onderhandelingen en conferenties, door per
soonlijke bezoeken en mondelinge vertoogen
trachtte hij gedaan te krijgen wat bij de
schriftelijke behandeling gestrand was en het
mag gezegd worden dat op deze wijze veel voor
de gemeente is verkregen wat bij minder door
zettingsvermogen en minder vasthoudend
heid stellig niet gelukt zou zijn. Kwam het
College met een voorstel, dat onder zijn res
sort viel in den Raad en viel de verdediging
ervan hem dus ten deel, dan was hij in zijn
element. Hoewel niet begaafd met een vloei
end redenaarstalent, verdedigde hij het voor
stel met kracht der overtuiging en met opeen
stapeling van argumenten, waardoor in vele ge
vallen aanvankelijke tegenstanders hun be
zwaren lieten vallen. Ook op het terrein der
werkloosheidszorg, ofschoon niet speciaal be
hoorende tot de taak, die hem was toege
wezen, heeft hij het College met menig nuttig
advies van dienst kunnen zijn, daartoe in
staat gesteld door zijn langjarige studie en
groote ervaring op dit terrein, waarop zijn
eigenlijke hoofdfuncties zich bewogen.
De personeelsaangelegenheden en het geor
ganiseerd overleg waren bij hem in vertrouw
de handen en vele uren heeft hij moeten be
steden om deze zaken, die bovendien zooveel
detailkennis vereischen, naar behooren te
kunnen behartigen. Gerritsz was een eerlijk
man; men mocht hetzij op politiek gebied het
zij op eenig ander punt met hem van meenini
verschillen, hij was dan een tegenstander, die
streed met open vizier en wiens argumenten
waard waren ernstig te worden overwogen. Nu
heeft dit alles een einde genomen; aan dit
arbeidzaam leven is. helaas na moeilijken
strijd waarvoor wij hem gaarne gespaard had
den gezien, een eind gekomen. Laat het voor
hen, die hem lief waren en die hem thans aan
den dood hebben moeten afstaan, een troost
mogen zijn, dat haar man, hun vader, bij zijn
leven door velen is gewaardeerd en dat zijn
nagedachtenis ook bij het gemeentebestuur
van Haarlem in hooge eere zal blijven.
Zijn eeuwige rust zij in vrede.
Rede M. A. Reinalda
De heer Maarschalk sprak als volgt:
„Nu wij aanstonds het stoffelijk overschot
van wethouder Gerritsz aan den schoot der
aarde zullen toevertrouwen, is het ook voor
het Gemeentebestuur van Haarlem een be
hoefte om, mede namens den Raad, eenige
oogenblikken de gedachten te bepalen bij
hetgeen de overledene bij zijn leven voor de
gemeente Haarlem heeft gedaan. En ik weet
met zekerheid dat ik spreek uit naam van
allen, die hem in zijn werk als wethouder,
hetzij van nabij, hetzij meer op een afstand
hebben kunnen gadeslaan, wanneer ik zeg dat
het wethouderschap van Mr. Jan Gerritsz voor
de ontwikkeling van Haarlem een belangrijke
periode is geweest.
Zelf iemand van groote arbeidskracht en ar-
beidslust bracht hij ook zijn medewerkers er
toe met energie en voortvarendheid de plan
nen uit te werken, welke in zijn steeds werk
zaam en vruchtbaar brein waren opgekomen
en die .hij gaarne in den kortst mogelijken tijd
cursusvergaderingen of weekends, van zijn
ver vooruitzienden blik en zijn prachtig door
zicht in veel, wat toen nog duister was. An
deren", zoo vervolgde de heer Reinalda, „ge
tuigden van zijn werk in de maatschappij."
Spreker wilde getuigen van zijn werk voor de
beweging. „Menschen. die naast je hebben ge
staan in je mooien strijd voor de sociaal-demo
cratie. zullen getuigen dat je heel veel voor ons
bent geweest. Daarvoor zijn we je dankbaar,
een dankbaarheid, die we uitspreken namens
de sociaal-democratie en namens de groote
schaar van arbeiders, die door jouw klaar in
zicht gewonnen zijn. Als ik dit woord bij de
geopende groeve zeg, is dit niet alleen uit
dankbaarheid, maar ook om af te leggen de
belofte, dat jouw werk in jouw geest zal wor
den voortgezet."
D r. H. E. van Gelder, van den Haag.
schetste als vriend de trouw en de opoffe
ringsgezindheid van den overledene voor zijn
werk. Bijna 50 jaar geleden kwam spreker
naast Gerritsz op de schoolbanken en sinds
dien hebben zij elkaar niet uit het oog verlo
ren. Beter dan anderen wisten zijn vrienden,
hoe hij te strijden had tegen de moeilijkhe
den die hem zijn slechts schijnbaar krachtig
lichaam in den weg legde. Daarom zijn zijn
vrienden dankbaar en erkentelijk voor wat
hij heeft gegeven. Ook zijn gezin wil spreker
hierin betrekken, in de eerste plaats zijn
vrouw, die hem gesteund heeft in den strijd.
Wat zij verliest, kunnen wij het best beseffen,
aldus spreker. Jan Gerritsz gaat thans de
rust genieten, die hij ten volle heeft verdiend
Zijn vrienden bewaren zijn nagedachtenis in
dankbaarheid en met eerbied.
Rede D. Goedkoop Jzn.
WOENSDAG 15 JAN. 1936
De zaak-Schaap.
HAARLEM Dinsdag.
Heden zou de Rechtbank uitspraak doen
inzake de homologatiie van hetaangeboden
accoord in de zaak der Handelsvennootschap
onder de firma J. Schaap Lnz. te Wormerveer.
Opverzoek van den curator, Mr. L. V. Hoog,
werd de behandeling der homologatie door de
Rechtbank echter 14 dagen uitgesteld, omdat
de accoordpenningen nog niet gestort zijn
De
„Namens de Nederlandsehe industrie en
speciaal namens de scheepsbouwers in Neder
land richt ik hier een laatsten groet aan mr.
Gerritsz", aldus de heer Goedkoop. ..Naar mate
de moeilijkheden van de voor export werkende
industrie grooter werden, werd het contact
met de rijkscommissie voor werkverruiming
nauwer. Ondanks zijn vele andere werkzaam
heden vond de industrie mr. Gerritsz steeds
op elk uur van den dag bereid de hulp te bie
den, die hij geven kon. Nooit was hem iets te
veel; wonderlijk wel wist hij zich in elk pro
bleem in te werken. Met diepen weemoed staan
wij hier aan de laatste rustplaats van een
royaal, eerlijk en werkzaam man en met groote
dankbaarheid en vriendschap zullen wij aan
hem blijven denken".
Rede dr. J. v. d. Tempel
Blauw Wit
10
7
2
1
16
22—7 1.60
D. F. C.
10
6
3
1
15
19—11 1.50
Feijenoord
10
6
2
2
14
29—11 1.40
Stormvogels
12
7
2
3
16
32—15 133
D. W. S.
12
4
4
4
12
26—25 1.—
Z. F. C.
12
3
6
3
12
17—21 1.—
D. H. C.
11
4
2
5
10
34—2-3 0.91
Excelsior
12
2
3
7
7
16—36 0.53
V. U. C.
11
1
3
7
5
16—35 0.45
H. F. C.
12
1
3
8
5
14—40 0.42
De heer J. van den Tempel herdacht Mr.
Gerritsz als vriend. „Sinds 25 jaar waren wij
trouwe vrienden. Ik heb voortdurend met hem
samengewerkt op het gebied der werkloozen-
zorg en voor de uitbreiding der werkgelegen
heid. Ik heb hem altijd gewaardeerd als een
buitengewoon hoogstaand mensch. Hij heeft
mij steeds bewondering afgedwongen door zijn
groote prestaties op dit terrein. Naar mijn
meening is er niemand in ons land, die in de
jongste 20 jaren zoo onafgebroken zijn werk
kracht en gaven besteed heeft om in het lot
van de door werkloosheid getroffenen verbete
ring te brengen. Behalve zijn vele belangrijke
functies in Haarlem, was daarop voornamelijk
zijn streven gericht. Hij werkte met een waren
hartstocht, gedreven door een diep sociaal be
sef".
Namens de familie dankte ir.Th.P.Tromp
uit Eindhoven voor de betoonde belangstel
ling.
„De Stem des Volks" zong nog het lied
„Morgenrood", waarna Ds. Haag uit Meteren
tenslotte het „Onze Vader" bad.
Bloemstukken
VOETBAL.
Positie der Haarlemsche
Eersteklassers.
H. F. C.'s kans op ontsnapping.
Kunnen Haarlem en R. C. H.
nog hooge plaatsen bereiken?
Nu de emoties van den wedstrijd Frank
rijk—Nederland bedaard zijn en de competi
tie as. Zondag hervat wordt zullen wij de
positie der Haarlemsche eersteklassers weer
eens nauwkeurig bekijken. De eindspurt,
waarvan zooveel afhangt, begint al in zicht
te komen.
Alleen H.F.C verkeert in gevaar voor de
laatste plaats. Het staat er zelf op, maar
aangezien het gelijk is in punten met V.U.C.
en maar twee punten achterstand heeft op
Excelsior is de kans op ontsnapping nog
groot. De stand in Afdeeling H is:
gesp gew.gel.verl.pnt v.-t. grm.
Er was een groot aantal bloemstukken ge
zonden, o.a. door: Minister en mevr. Slingen
berg; Ir. Keus en Ir. Willink te Hengelo; Dr.
A. F. Philips en familie te Eindhoven; Haar
lemsche Bestuurdersbond; A.J.C.; Coöp. Wo
ning Vereeniging „Eigen Woning"; Directie
Nederlandsehe Crediet Mij.; Rijkscommissie
Werkverruiming; Gemeentebestuur van Haar
lem; Ambtenaren Openbare Werken en Per
soneel Gemeentesecretarie; Federatie Woning-
bouwvereenigingen; Schoonheidscommissie
Haarlem; Beambten Staatsmijn Emma; N.V.
Arbeiderspers: Raadsfractie S.D.A.P. en Fe
deratie S.D.AP. Haarlem.
De heer M. A. Reinalda sprak namens de ge
heele moderne arbeidersbeweging in ons land
„Nu wij hier voor het magistrale van den
dood het hoofd buigen", aldus de heer Rei
nalda, „wil ik namens de sociaal-democratie
en de moderne arbeidersbeweging getuigenis
afleggen van de gevoelens die ons, zijn ka
meraden in den strijd thans bezielen". Spre
ker ging in gedachten meer dan 30 jaren te
rug, toen de jonge intelligente Jan Gerritsz
„overkwam" en zich wierp in den strijd voor
de sociaal-democratie. „Onder ons zijn er
velen, ctie hem nu nog zien zooals hij toen
was, de jonge krachtige kenner van veel, wat
duister was voor anderen. Gerritsz had toen
wellicht reeds een niet al te krachtig lichaam
maar hij wierp zich met volle kracht in den
strijd. Elke gelegenheid greep hij aan om zijn
kennis te verbreiden over de groote schare.
Hij nam daartoe altijd de beste middelen ter
hand." Hierbij herinnerde spreker aan de op
richting van „De Wekker", die hij redigeerde
en waarmee hij avond aan avond colporteer
de, probeerende zijn inzichten te doen over
brengen op anderen. „Steeds stond hij klaar,
om arbeiders tegen hen aangedaan onrecht
te verdedigen. Als we thans zien. wat er
nu in het belang van de arbeiders kan
worden gedaan, is dit voor een groot deel te
danken aan wat Gerritsz reeds lang in zich
omdroeg. Hoe hebben we genoten van zijn
Gouverneur Hoffmann en de
Hauptmann-affaire.
Parlementslid verwijt den gouverneur
reclame-oogmerken.
NEW YORK, 14 Januari (Reuter) De gou
verneur van New Yersey, Hoffmann, die mo
menteel te New York vertoeft, weigerde de
affaire-Hauptmann thans te bespreken. Wel
verklaarde hij over nieuw materiaal te be-
I schikken. De advocaat, die per vliegtuig naar
Trenton is gekomen, verklaarde, te Chicago
een gedetineerde van de gevangenis te ken
nen, die weer bekend is met drie mannen, die
een deel van het losgeld van Lindberg bezit
ten. De volgende stap van de verdediging van
Hauptmann is nog niet bekend.
In het Huis van Afgevaardigden verweet het
lid Blanton Hoffmann, de veroordeeling van
Hauptmann te gebruiken voor pubUciteits-
doeleinden. Hij verzocht het Huis, den gou
verneur in staat van beschuldiging te stellen,
indien hij volhardt in zijn voornemen het- pro
ces tegen Hauptmann te herzien.
Gezien den huidigen vorm der concurrenten
is het wel heel waarschijnlijk dat alleen de
drie laatsten degradatiegevaar loopen.
Het restende programma bevat voor hen
de volgende wedstrijden:
H.F.C. thuis tegen Feijenoord. Excelsior en
D.F.C.; uit tegen Blauw Wit. V.U.C. en Z.F.C.
(Als aan het slot gevaar voor de laatste
plaats mocht bestaan zou de wedstrijd
StormvogelsH.F.C." (32) op het H.F.C.-
terrein overgespeeld moeten worden, en dit
zou ook gebeuren als Stormvogels dan een
kans op het kampioenschap had).
V.U.C. moet nog spelen: thuis tegen H.F.C.,
Blauw Wit. D.W.S. en D.H.C.; uit tegen
Stormvogels, Feijenoord en Z.F.C.
Excelsior thuis tegen Stormvogels, Feijen
oord en Z.F.C., uit tegen H.F.C., D.H.C. en
D.F.C.
Uit dit programma blijkt dat H.F.C. de
eenige is die de beide andere nog moet ont
moeten. Met elkaar hebben die al afgere
kend, en elk een keer gewonnen. Dit is dus
een voordeel-op-papier voor de Good Old.
Opmerkelijk is dat Stormvogels. Fei.ier.oord
en Z.F.C. in alle drie gevallen van invloed
zijn. Daarbij schijnt vooral Z.F.C. een factor
van beteekenis in de beslissing over de laat
ste plaats.
Excelsior heeft zoo op het oog wel het
moeilijkste programma van het drietal te
verwerken, maar het is twee punten op de
beide andere voor en heeft zeker een mooie
kans in den thuiswedstrijd tegen Z.F.C.
Excelsior heeft uit zes uitwedstrijden tot dus
ver maar éen punt kunnen halen. Het be
hoort aan de Spanjaardslaan te worden ge
slagen, vooral na het 44 gelijk spel in Rot
terdam.
V.U.C. heeft in zes uitwedstrijden ook maar
éen punt behaald, nl. tegen H.F.C, Thuis
heeft V.U.C. tweemaal gelijkgespeeld, twee
maal verloren en éénmaal gewonnen (van
Excelsior).
Op papier zijn H.F.C s kansen nog niet zoo
kwaad. De meeste zorg wordt gewekt door
den achteruitgang van het elftal in de laat
ste weken. Gebrek aan geluk schijnt het mo
reel van het team geschokt te hebben. Als
Gejus van der Meulen nog eens voor eenige
wedstrijden onder de lat wou gaan staan, zou
zijn aanvoering het zelfvertrouwen wel doen
terugkeeren. Is dat nu niet mogelijk? Het
schijnt hèt middel, dat genezend zou kunnen
werken. Moge de dokter het toepassen!
Als het ware élan terugkeert biedt elke
wedstrijd nog een kans op punten. En D.F.C.
heeft pas op het V.U.C.-terrein gelijk ge
speeld! Dat kan aan de Spanjaardslaan ge
slagen worden.
In Afdeeling I heeft Haarlem zich van een
slechte periode hersteld en bijzonder veel suc
ces op vreemd terrein behaald. R.C.H. is, pre
cies omgekeerd, na een goede periode in een
ongelukkige beland. Beide staan in gemiddelde
posities in de ranglijst: Haarlem met 13 pun
ten in 12 wedstrijden op de zesde plaats. R.C.H.
met 11 punten in 11 wedstrijden op de zevende.
Wij meenen dat hieraan nog heel wat te ver
beteren Is. De ranglijst ziet er aldus uit:
Sparta
10
6
3
1
15
29—19
1.50
V. S. V.
11
6
2
3
14
22—20
1.27
A. D. O.
12
7
0
5
14
28—29
1 17
Ajax
10
5
1
4
11
26—17
1.10
H. B. S.
11
5
2
4
12
2423
1.09
Haarlem
12
5
3
4
13
29—25
1.08
R. C. H.
11
4
3
4
11
19—17
1
K. F. C.
11
3
3
5
9
12—19
0.82
Xerxes
11
2
2
7
6
22—31
0.55
Hermes-D.V.S
11
1
3
7
5
16—29
0.45
Minister Slingenberg spreekt aan het graf van Mr. J. Gerritsz.
Haarlem's restende programma is: thuis
tegen Ajax, Xerxes, A.D.O. en K.F.C., uit tegen
Sparta en H.B.S.
Het wil ons voorkomen dat Haarlem hieruit
nog zeer veel punten kan behalen. Van Xerxes
en A.D.O. heeft het op vreemd terrein gewon
nen, met K.F.C. gelijkgespeeld, van Ajax met
4—5 verloren. Al de vier thuiswedstrijden kun
nen gewonnen worden, en Haarlem's publiek
heeft wel recht op wat overwinningen, want
tot dusver zijn de behaalde cijfers;
Thuis: gew. 1, gelijk 2, verl. 2.
Uit: gew. 4, gelijk 1, verl. 2.
Met krachtig en geestdriftig volhouden kan
Haarlem zelfs nog een kans op het kampioen
schap scheppen, mits het in Rotterdam van
Sparta wint, dat inderdaad niet zoo erg over
tuigend speelt. Sparta heeft nog een zwaar
programma op vreemd terrein te verwerken
(V.S.V., R.C.H., Ajax en Xerxes). In tusschen
heeft ook V.S.V. een zeer mooie kans op den
eeretitel en bedreigt dit Sparta van nabij. On
danks de huidige cijfers lijken V.S.V.'s papie
ren ons beter dan die van Sparta.
R.C.H.'s restende programma luidt: thuis
tegen Sparta en Hermes-D.V.S., uit tegen
V.S.V., Ajax. Xerxes, A.D.O. en K.F.C.Hier
overwegen dus de uitwedstrijden sterk. R.C.H.
heeft in den laatsten tijd geen geluk gehad en
is o.i. een te sterk elftal voor de plaats die het
thans inneemt. Het zal niet alleen uit zijn
beide restende thuiswedstrijden maar ook uit
de vijf uitwedstrijden, bij normaal geluk, nog
■•eel kunnen halen.- Op vreemd terrein heeft
R.C.H. tot dusver maar eenmaal verloren, n.l.
op den openingsdag van het seizoen tegen
Haarlem (2—3),