HET NIEUWE AVONDBLAD
Intercommunale
hulpverleening
bij brand.
BEVERWIJK
Koning George van Engeland overleden.
Engeland's nieuwe koning.
21e JAARGANG No. 65
DINSDAG 21 JANUARI 1936
IJMUIDEQ COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2j4 cents incasso, per kwartaal f 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestaagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN: 15 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN BE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KEN NEMER COURANT.
Alle abonnês van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig ln de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
ƒ2000.- bij algeheels invaliditeit; f 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van
een hand, voet of oog: 250.- bij verlies van een duim: 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; 30.- bij breuk van
boven- en/of onderarm; ƒ30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen. Ten
gevolge van spoor- tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; ƒ3000,- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar-
tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart,
tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-
Bank te Schiedam.
IJMUIDEN.
B. en W. van Velsen stellen den raad
een regeling voor met Akersloot,
BeverwijkHeemskerk en
Wijk aan Zee en Duin.
Bloemendaal volgt nog.
Op de in 1934 gehouden algemeene verga
dering van den „Noordhollandsche Provinciale
Brandweerbond" werd o.m. behandeld een
ontwerp - r egéling tot weder keerige hulpver
leening door de gemeenten bij de bestrijding
van brand, aldus schrijven B. en W. aan den
Gemeenteraad. Hierop is gevolgd een ver
zoek van den bond aan den brandweercom
mandant, om met de brandweerleiders der ge
meenten, tot dit district behoorende, bespre
kingen te houden en met hen te overleggen,
of bedoelde regeling tot stand kon komen. Als
gevolg van deze besprekingen werd een ont
werp eener regeling aan B. en W. toegezon
den. B. en W. hebben zich hierover in verbin
ding gesteld met de gemeentebesturen van
Uitgeest, Castricum, Bloemendaal, Akersloot,
Bverwijk, Heemskerk en Wij:k aan Zee en
Duin. Het gemeentebestuur van Uitgeest vond
een regeling voor die gemeente overbodig, ter
wijl Castricum inmiddels ingedeeld was bij
Alkmaar. B. en W. van Bloemendaal waren
alleen bereid, met de gemeente Velsen een re
geling te treffen en wel voor het deel, liggende
ten Zuiden van het Noordzeekanaal. Met de
gemeentebesturen van Akersloot, Beverwijk,
Heemskerk en Wijk aan Zee en Duin is over
eenstemming bereikt omtrent de redactie der
regeling, welke B. en W. den Raad thans voor
stellen, vast te stellen. Binnenkort hopen B.
en W. een met de gemeente Bloemendaal te
treffen regeling ter vaststelling te kunnen
aanbieden.
De regeling.
Aan deze regeling, zooals deze door de be
trokken gemeente is gesloten, ontleenen wij
het volgende.
De gemeenten verleenen elkander
bijstand bij de bestrijding van brand,
indien de gemeente, waar de brand
woedt, op dien bijstand een beroep
doet. Burgemeester en Wethouders der
gemeenten zullen nader regelen de
volgorde, waarin de verschillende ge
meenten achtereenvolgens elkanders
brandweer te hulp zullen roepen. Deze
hulp zal worden verleend op verzoek
van den burgemeester of van den com
mandant van de brandweer.
Aan een verzoek om hulpverleening be
hoeft niet te worden voldaan, indien de opge
roepen brandweer in eigen gemeente dienst
moet doen voor brandbestrijding.
Het commando over de helpende brandweer
berust bij het dienstdoend hoofd der brand
weer van de gemeente, waar de brand woedt.
Dit hoofd is aansprakelijk voor het blus-
schingswerk en beslist, wanneer de helpende
brandweer kan inrukken, behalve wanneer de
helpende brandweer wordt teruggeroepen, om
dat haar diensten in eigen gemeente noodig
zijn. in welk geval zij bevoegd is, onmiddellijk
de hulpverleening te beëindigen.
De hulpverleenende gemeente mag de door
haar gemaakte onkosten in rekening bren
gen. Op de rekening mogen voorkomen:
a. de werkelijk betaalde loonen aan de voor
de hulpverleening dienst gedaan hebbende
manschappen;
b. voor iedere automobielbrandspuit f 15
per uur;
c. voor iederen automobielladderwagen f 10
per uur;
d. voor iedere motorspuit f 15 per uur;
e. een vast bedrag van f 10 per keer voor het
schoonmaken van gebruikte materialen, welk
bedrag alleen in rekening mag worden ge
bracht indien daadwerkelijk, hulp is verleend
of indien, weeromstandigheden zulks nood
zakelijk hebben gemaakt;
f. eventueele kosten van schaden aan derden,
zoomede de kosten van ongevallen voor zoo
ver deze niet door verzekering zijn gedekt.
De gemeenten verbinden zich, zorg te dra
gen, dat de organisatie van de brandweer en
het brandweermateriaal hunner gemeenten
aan zoodanige naar redelijkheid te stelle a
eischen voldoen, dat de in deze overeenkomst
aangegane verplichtingen naar behooren kun
nen worden nageleefd. Zij verbinden zich, toe
te laten, dat door of vanwege het bestuur van
den Noordhollandschen Provincialen Brand
weerbond een onderzoek naar de organisatie
der brandweer en het brandweermateriaal
hunner gemeente wordt ingesteld en dit be
stuur alle te dien aanzien gevraagde inlich
tingen te verschaffen.
De regeling kan ten allen tijde worden ge
wijzigd, de gemeenten zijn bevoegd, ten allen
tijde uit de regeling te treden met een opzeg
gingstermijn van 6 maanden.
RIJWIEL-VARIA.
Een onbeheerd rijwiel beteekent ,.geen" rij
wiel. Dat ondervond ditmaal de heer B. in
IJmuiden-Oost, die zijn tweewieler onbeheerd
had laten staan voor een café aan den Zee
weg.
Visscherijnieuws in een
notedop.
Slechte reis van de Betje. De motortrawler
Betje RO 16 was gisteren na een reis van 10
dagen naar de haring visscherij in Het Kanaal
aan den afslag met 300 manden versche ha.
ring. De besomming bedroeg slechts f 590.
De vischovizet in Oostende. De vischomzet
in Oostende in de week van 10 Januari tot en
met 15 Januari bedroeg 1.421.000 fr. Onder in
dit tijdvak binnengekomen visschersvaartui
gen bevonden zich twee stoomtrawlers van
IJsland, die na een reis van resp. 24 en 20
dagen fr. 157.000 en fr. 171.000 besomden.
Duinkerker reeders gaan zelf visch verzen
den. Een aantal reeders te Duinkerken heeft
besloten, de door hun schepen aangevoerde
visch voor eigen rekening naar de markt te
Parijs te zenden. Er is voor dit doel een coöpe
ratieve instelling opgericht.
Belasting voor een goed doel. Noorwegen
heeft een nieuwe uitvoerbelasting ingevoerd,
welke bedraagt 0.08 Kr. per 100 K.G. voor ge
zouten haring en 0.09 Kr. voor versche haring.
De opbrengst van deze belasting wordt gestort
in een ziekteverzekeringskas voor haring-
visschers.
Jaar contingent in eenige weken uitgeput.
Gedurende 1936 mocht Japan 226 cwts. visch
in Engeland invoeren. Reeds thans is dit con
tingent uitgeput, zoodat in het geheele jaar
geen Japansche visch meer op de Engelsche
markt komt.
HET VISSCHEN IN DE FRANSCHE
TERRITORIALE ZÓNE.
Dat men ook in Frankrijk niet lankmoedig
is jegens buitenlanders, die in de territoriale
zóne visschen bewijst het volgende: Een Bel
gische motorkotter de O. 207 werd door een
vaartuig van de Fransche kustwacht naar Ca
lais opgebracht wegens het visschen in ver
boden water. De Belgische schipper had nog
getracht te ontvluchten maar het Fransche
vaartuig was sneller.
Dezer dagen werd dit geval voor de recht
bank te Boulogne behandeld.
Ondanks dat de verdediger van den Belg
verzachtende omstandigheden bepleitte, om
dat de Belgische schipper zich tijdens den
oorlog heldhaftig- had gedragen, werd hem
een zware straf opgelegd, nl. 11000 fr. boete.
1000 fr. schadevergoeding .te betalen aan het
syndicaat der kleine visschers en verbeurd
verklaring van het vischtuig ter waarde van
ca. 23.000 fr.
DE WERKLOOSHEID.
J.l. Zaterdag waren aan de Gem. Arbeids
beurs als werkzoekende ingeschreven 661
bouwvakarbeiders, 371 metaalbewerkers, 57
kantoorbedienden, 37 huisbedienden, 44 hout
bewerkers. 61 landarbeiders, 384 visschers,
haven- en transportarbeiders, 798 losse- en
fabrieksarbeiders, 338 in overige beroepen.
Verder beneden den leeftijd van 18 jaar: 35
bouwvakarbeiders, 45 metaalbewerkers, 12
kantoorbedienden, 27 huisbedienden (vrou
welijke beroepen), 1 visschers, 77 losse en fa
brieksarbeiders, 10 in overige beroepen.
Het totaal aantal werkzoekenden bedroeg
derhalve 2958. Sedert de vorige opgave, toen
bet aantal 2972 bedroeg, valt dus een geringe
daling te constateeren.
TOONEELUITVOERING VAN
„DE MOERBERG".
De tooneelclub van de speeltuinvereeniging
..De Moerberg" geeft a.s. Donderdagavond een
uitvoering - in het R.K. Vereenigingsgebouw
Mahustraat.
Opgevoerd zal worden „De tante van Char
ley".
EEN 90-JARIGE.
Mevrouw de wed. Holl herdacht dezer da
gen haar 90en verjaardag. De jarige, die reeds
jaren bij vrienden in de Bloemstraat woont,
mocht vele persoonlijke en schriftelijke geluk-
wenschen ontvangen. Ondanks haar hoogen
leeftijd verheugt mevr. Holl zich in een goede
gezondheid.
GEREF. JEUGD CENTRALE.
Voor de Geref. Jeugd Centrale zal dr. Kraan
uit Vlaardingen een drietal cursusvergade
ringen houden over de volgende onderwer
pen: Het lichaam van den jongen mensch;
De ziel van den jongen mensch, en Het gebed
van den jongen mensch.
Het eerste dezer drie referaten zal gehou
den worden 31 Januari a.s.
Lezing voor de Theosophische
Vereeniging.
Over „Reïncarnatie",
In het vereenigingsgebouw van de Vrijzin
nig Hervormden hield dr. Prins uit den Haag
gisteravond een lezing voor de Loge Kenne-
merland der theosofische vereeniging.
De heer Rijken gaf in zijn openingswoord
zijn vreugde te kennen over de uitstekende
opkomst voor dezen avond, en wekte de aan
wezigen op, om ter verkrijging van meerdere
bekendheid met de theosofie de boeken te le
zen, die verkrijgbaar zijn voor Beverwijk bij
mevrouw Schipper, dr. Schuytstraat en voor
IJmuiden bij Fam. Vermeulen. Nachtegaal
laan.
Hierna was he.t woord aan dr. Prins over
Koning George V, koning van Groot-Britfannië en Ierland, keizer van
Indië, is Maandagavond om enkele imnufen vóór middernacht ten
paleize Sandringham op 70-jarigen leeftijd ontslapen na een
regeeringsperiode van 25 jaren en acht maanden. Met hem is een
sympathiek vorst heengegaan, èen vorst, die in de geheele wereld
een hoog aanzien genoot en die zich in de groote liefde van zijn volk
heeft mogen verheugen.
De officiëele mededeeling over het overlijden van koning George
luidde
„De Koning stierf vreedzaam om 11 uur 55 vanavond in aanwezig
heid van H. M. de Koningin, den Prins van Wales, den Hertog van York,
de Princess Royal, den Hertog en de Hertogin van Kent."
(w. g.) FREDERIC WILLIAMS.
STANLEY HEWETT.
DAWSON of PENN.
(Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar de uitvoerige berichtgeving elders in dit
nummer)
het onderwerp „Reïncarnatie" (wederbelicha-
ming), waarbij als hoofdzaak de volgende vra
gen behandeld werden:
Zijn er volmaakte menschen? Is het dus
mogelijk te voldoen aan het gebod van Chris
tus „Weest Gijlieden volmaakt, zooals de Va
der in de hemelen volmaakt is". Waarom
wordt de eene mensch geboren in armoede en
ellende, de ander in rijkdom en overvloed?
Bij reïncarnatie of wederbelichaming is een
eerste vereischte, aldus spr., iets, dat be
lichaamd wordt. Bij den mensch onder
scheidt men het stoffelijk gedeelte, het
lichaam, en het innerlijke leven, zonder het
welk de mensch geen beteekenis heeft. Re-
incarnatie bestrijdt het denkbeeld dat de
uiterlijke mensch noodzakelijk verbonden is
aan het innerlijke. Deze wet leert integendeel,
dat, bij het afsterven, het innerlijk leven van
den mensch zich afscheidt van het versleten
lichaam, om zich na korteren of langeren tijd
weer in een nieuwe uiterlijke verschijning te
openbaren.
Spreker stelde vervolgens de vraag, of het
waarde heeft, dat de mensch iets aanneemt
of gelooft, wat hij niet zuiver wetenschappe
lijk kan verklaren.
Spreker geeft hierbij een voorbeeld uit 't boek
van den bekenden schrijver Dostojefski „Het
huis der dooden", waarin de schrijver een der
ergste straffen, die de mensch zijn mede-
mensch kan opleggen noemt: nuttelooze en
zinlooze dwangarbeid". Zoo zou ook. aldus
spreker, de overtuiging, dat het leven zonder
zin is, dit voor den mensch volkomen kleur
loos en onaantrekkelijk maken. De beschou
wing van het leven, zooals het zich aan ons
voordoet geeft ons geen bevrediging. Wij zijn
een kiem deel van het geheel. Slechts enke
len kunnen voldoende presteeren om aan hun
leven waarde te geven.Voor de groote massa is
het een leven zonder noemenswaardigen in
houd. Het geloof in reïncarnatie alleen kan
hier niettegenstaande het niet wetenschap
pelijk bewezen is, vulling geven om het leven
tot iets van zinbedoelende beteekenis te ma
ken.
Reïncarnatie, vervolgde spreker vergt van
ons aan te nemen, dat de innerlijke mensch
kan leven zonder de uiterlijke verschijning.
Er zijn menschen die door treffende gebeur
tenissen. zoo ontnuchterd en gedesillusioneerd
zijn. dat zij het leven geen waarde meer toe
kunnen kennen. Zij kunnen zich niet meer
verheffen, omdat zij het leven zien zooals het
zich voordoet. Spreker meende, dat, wanneer
deze menschen het leven zouden kunnen zien,
als iets. wat steetls doorgaat en toekomst
heeft, zij de moeilijkheden zouden kunnen
overwinnen.
De vraag of wij ons een denkbeeld kunnen
vormen over den aard van het leven, zonder
belichaming, ziet spreker in verband met het
leven van den mensch.
De levensweg wordt verdeeld in twee ge
deelten. opgang, neergang of uitgaan en
terugkeeren. Het leven na den dood is een tijd
van terug- en inkeer. Het stoffelijke lichaam
is afgescheiden, contact met de wereld is er
dus niet meer. maar innerlijk blijft de mensch
leven. De talrijke indrukken, die in het aard-
sche leven zijn opgedaan en niet verwerkt, de
gaven en talenten, die niet uitgeleefd zijn ko
men dan tot uiting en kunnen beleefd wor
den. Wanneer al die indrukken door den in-
nerüjken mensch zijn beleefd is de zelfinkeer
tot een einde gekomen. Dan neemt het inner-
Hike weer een leven aan.
De mensch is een product van het verle
den en van zijn eigen leven.
Bij wederbelichaming zal de mensch aan
getrokken worden door het milieu, waar hij
zijn nog niet ontwikkelde gaven kan ont
plooien. Kunnen wij, aldus eindigde spreker,
dit aanvaarden dan zal veel wat wij nu als
onrecht aanvoelen, of niet kunnen verklaren,
ons duidelijk worden als een voorbereiding
voor een volgend leven.
Na de pauze werden enkele vragen gesteld,
die door dr. Prins uitvoerig werden behan
deld. De beer Riiken sloot de bijeenkomst met
een woord van dank aan dr. Prins voor zijn
interessante rede.
HEEMSKERK.
Heemskerk heeft meer slechte
tijden gekend!
Lezing van den gemeentesecretaris.
Maandagavond hield de R.K. Kiesvereeni-
ging een ledenvergadering in het K.S.A.-
gebouw. Bij de opening herdacht de voorzitter
de heer C. v. Duivenvoorde, het overleden oud
bestuurslid den heer C. v. Lieshout. Ook werd
nog een oproeping gedaan aan de leden om de
meeting bij te wonen op 2 Februari te Amster
dam.
Hierna werd het woord gegeven aan den.
heer v. Benthem, gemeentesecretaris, die een
lezing hield over de economische toestanden
van het begin der 16e eeuw af.
Was in het begin der 16de eeuw ons dorp
nogal welvarend, de tweede helft was bijzon
der slecht, en op het einde hiervan werd het
geheele dorp door brand verwoest. Het was
langen tijd hierna nog zeer slecht, de bouw
gronden bleven 13 jaren ongebruikt. Doch in
1628 was het dorp zoo goed en zoo kwaad het
ging, weer opgebouwd. Ook de groote kerk die
in 1628 hersteld werd. Het laatst der 17e eeuw
was ook heel slecht en verschillenden zagen
hun schamele zaken wegens schuld verkocht.
Volgens spr. was de 18e eeuw een tijd zooals
wij tegenwoordig beleven tenminste voor den
landbouw.
Het gevolg hiervan was groote achteruit
gang der landprijzen. Er waren stukken land
die men voor de belasting mocht hebben! Om
streeks 1755 heerschte een groote veepest: het
grootste gedeelte van het vee stierf hieraan.
In het laatst der 18e eeuw was er brutale
bedelarij en landlooperij, zoodat de bewoners
„De staten" verzochten deze uit te roeien. Het
antwoord hierop was dat er een wekelijksche
visitatie in de bosschen moest worden gehou
den. Ook had men veel te lijden van de door
trekkende Fransche troepen. In 1840 brak een
betere tijd aan, die later zelfs welvarend
mocht heeten. Ook de tuinbouw begon zich te
ontwikkelen. Dat de tuinbouw in onze ge
meente reeds lang beoefend wordt bewijst dat
in 1726 reeds een geschil over het uitbetalen
aan loon voor het aalbessen plukken was.
Tenslotte momoreerde spreker den tegen-
woordigen tijd: hoe wij hier in 25 jaar tijds
telefoon, waterleiding, electriciteit en goede
wegen hebben gekregen.
De prins van Wales wordt vandaag
als Edward VIII tot koning
geproclameerd
De Prins van Wales, die zijn overleden
vader opvolgt.
Uit Londen, 21 Januari. Na den dood
van koning George V werden direct
maatregelen genomen om den Ge
heimen Raad bijeen te roepen.
De zitting van den Geheimen Raad
zal waarschijnlijk in het St. James
Palcis worden gehouden.
Volgens de traditie zal de prins van
Wales, de troonopvolger, vandaag als
Edward VIII officieel tot koning
worden geproclameerd. De koninklijke
herauten zullen daarbij de historische
zin uitspreken: De koning is dood,
leve de koning!"
De Engelsche Constitutie bepaalt, dat de
prins van Wales bij den dood van zijn vader
direct koning wordt.
Sedert de dagen van Hendrik VIII wordt de
troonopvolger direct na den dood van don
koning grondwettig diens opvolger.
Evenals dat het geval is geweest bij den
dood van Edward VH werd de mededeeling
van het overlijden van den koning getelegra
feerd aan alle leden der koninklijke familie,
die zich niet te Sandringham bevonden, zoo
mede aan alle ministers van de Kroon en de
hoofden der vreemde mogendheden.