De Cruquius wordf nie afgebroken. Werkloosheidscijfers zijn gestegen. Haarlem's Kunstbezit. Nieuwe Rijksleening voiteekend. Steun voor de kunst gevraagd. WOENSDAG 22 JANUARI 1936 Wordt ingericht als bemalingsmuseum Oorkonde in tegenwoordigheid der Prinses geteekend. Prinses Juliana heeft Dinsdagmiddag in ge> zeischap van haar kamerheer baron Baud en haar hofdame freule Van Heemstra, een be zoek gebracht aan het Koninklijk Instituut van Ingenieurs te 's-Gravenhage, waarvan zij sinds 1933 honorair lid is. De Prinses werd ontvangen door den pre sident L. A. van Royen, den penningmeester jhr. C. E. W. v&n Panhuys en den alg. secreta ris Wouter Cool, en naar de groote zaal ge leid, waar enkele hoofdbestuursleden van het instituut, sommigen met hun dames, aanwe zig waren. Ook waren tegenwoordig van den Haarlemmermeerpolder de dijkgraaf de heer Reinders Folmer, de secretaris jhr. mr. Ren- gers Hora Siiccama en de ingenieur de heer Bijl. De president heette Prinses Juliana welkom en wees vervolgens op de heuglijke omstandig heid, dat sinds de oprichting van het Insti tuut in Maart 1847, er steeds een nauwe band bestaan heeft tusschen het Koninklijk Huis en het Instituut. Koning Willem III was be schermheer, presideerde meermalen de ver gaderingen en het bestuur kwam samen in het Paleis. Dit voorbeeld werd gevolgd door de prinsen van het Huis van Oranje. Koningin Wilhelmina trad later als beschermvrouwe op en Prins Hendrik als beschermheer. Deze samenkomst, aldus prof. Van Royen, dient nu om te behouden hetgeen in vroeger tijden meegewerkt heeft om den naam van ons land in waterbouwkundig opzicht bekend te maken. De Cruquius nl., een der drie stoom gemalen, waarmee de Haarlemmermeer is drooggelegd, zal, nu zij buiten werking is ge steld, niet worden afgebroken, maar ingericht als technisch museum voor bemalingswerktui gen. De overeenkomst werd in het bijzijn van de Prinses onderteekend. De Prinses dankte daarop voor de ontvangst en sprak de hoop uit, dat de Cruquius nog lang aan het thans gestelde doel zal beantwoorden Vervolgens hield ir. Bijl een korte voor dracht over de Haarlemmermeer en de droog legging. In de z.g. ir. Van Sandick-kamer werd daar na aan de Prinses de herinneringsmedaille van de Cruquius uitgereikt. Auteurswet niet overtreden? Tegen hoofdredacteur van „Volk en Vader land" vrijspraak geëischt. Dinsdag heeft voor de Utrechtsche recht bank terecht gestaan Mr. S. A. van L., hoofd redacteur van „Volk en Vaderland" wegens het publieeeren van een vertrouwelijk schrij ven. verzonden door het R.-K. Werklieden Verbond-aan-de-aangesloten organisaties, in zake den toestand van het reservefonds. Dit schrijven, dat van vertrouwelijken aard was, werd kort daarop gepubliceerd in Volk en Vaderland en-naar aanleiding daarvan heeft de voorzitter van het Werklieden Verbond een klacht bij de justitie ingediend, wegens •vertreding van de auteurswet. Als getuigen werden gehoord de heer de Bruyn, voorzitter van het R.-K. Werklieden Verbond en de secretaris van dat Verbond. Zij legden de formeele verklaring af, dat zij aan niemand toestemming hadden ver leend tot het publieeeren van den brief. Requisitoir. De officier van justitie zette uiteen dat z.i. op grond van de auteurswet geen veroor deeling kan volgen, aangezien de auteurswet van toepassing is op producten van letter kunde. wetenschap en kunst. Waar op dezen brief de drie elementen niet van toepassing zijn, vroeg spr. ontslag van rechtsvervolging. (A.N.P.) EXAMEN EDELSTEENKUNDE. Aan de universiteit te Königsbergen (Pr.) Is voor het examen edelsteenkunde (als on derdeel der natuurwetenschappen) geslaagd de heer J. Bolman, te Hilversum. De heer Bolman is de eerste Nederlander, die als zoodanig gepromoveerd is. Dit exa men ka^i niet in Nederland behaald worden. Het betreft hier een bijzonder geval, aange zien de heer Bolman dit resultaat bereikte met zelf-studie en reeds 52 jaar oud is. Overtreding wet op de uitver- koopen gestraft. Men houde zich aan het voorgeschrevene. De Amsterdamsche Kantonrechter mr. v. d. Krone, heeft schriftelijk vonnis gewezen in een zevental strafzaken tegen winkeliers, die Dinsdag 14 Januari terecht hebben ge staan wegens overtreding van de Wet op de uitverkoopen en te dier zake tot f 25 boete zijn veroordeeld. Het eerste geval betrof dat van een winke lier die zijn ruit van het opschrift: ..De wet verbiedt uitverkoop, maar het is ons niet ver boden tegen dezen lagen nrijs te verkoopen", had voorzien. Een tweede winkelier had er het volgende op gevonden: „snel ver koop zooveel duizend stuks, enz." stond op de rui ten te lezen. Weer een andere verdachte had het op schrift: „Ondanks prijsverhooging overal, blijven wij goedkoop" voorziet u thans, eerstdaags zijn ze duurder", gebruikt om de aandacht te trekken. Een „bokser" winkelier had zich moeten verantwoorden omdat hij bordjes in zijn etalage had met de aankondiging: ,,Van zoo veel cent (getal doorgestreept), bij ons voor zooveel cent". ..De bekende kooplieden" had er weer iets anders op gevonden: „soofcprijzen". slaapka mers, salons, etc. „profiteert van deze zeld zame aanbieding". Zoo had men met een geringe variatie getracht door de mazen van de nieuwe wet heen te glippen. De Kantonrechter echter is van .meening, dat in al dezè gevallen de indruk wordt ge wekt van tijdelijke voordeelige aanbiedingen in verband met bijzondere omstandigheden, ten aanzien van hun winkelnering. Conform den eisch veroordeelde de kantonrechter de winkeliers ieder tot een geldboete van f 25 subs. 10 dagen hechtenis. Inval in hoofdkwarter van Zwart Front. Gedeelte van persen en eenige zettafels in beslag genomen. Dinsdag heeft de burgemeester van Oister- wijk gezamenlijk met den -districtscomman dant van dc marechaussee een inval gedaan in het hoofdkwartier van Zwart Front, de drukkerij der Uitgevers Maatschappij Oister- wijk en het woonhuis van den directeur dier maatschappij, tevens leider van Zwart Front, den heer A. van de Boogaard. Het hoofd kwartier en de woning van den directeur werden verzegeld. Uit de drukkerij werden een gedeelte van de persen en eenige zettafels, waarop zich zetsel van opruiende geschriften bevond, in beslag genomen, op een wagen geladen en naar het Raadhuis te Oisterwijk overge bracht. In de woning en het hoofdkwartier wer den geen bijzondere stukken gevonden. (A.N.P.) Oorzaken zijn aan te wijzen. COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE WERKLOOSHEIDSVERZEKERING. De minister van Sociale Zaken heeft voor het tijdvak ingaande heden en eindigende 31 December 1937, benoemd tot lid van de commissie van advies voor de werkloosheids verzekering vacature J. Th. Nijkamp den heer H. J. Kuiper, bestuurslid van het R.K- Werkliedenverbond in Nederland. BEROOVERS VOOR HET HOF. Voor het Amsterdamsche Gerechtshof ston den Dinsdag in hooger beroep terecht een man en een vrouw, die verdacht worden van een aantal beroovingen, gepleegd te Amster dam. In de dagvaarding was o.m, ten laste ;elegd berooving in een perceel aan den Zwanenburgwal, waar ze f 2100 hadden buit gemaakt. De procureur-generaal eischte bevestiging van het vonnis der rechtbank n.l. resp. vier jaar en drie jaar gevangenisstraf. Weer eens een vechtpartij te Oss. Man vrij ernstig gewond. Dinsdagavond ontstond tusschen een vier tal dronken bezoekers van een logement na bij den Berchemsch weg ruzie, waarbij het tot een vechtpartij kwam. Een van het viertal, een gepensionneerd koloniaal uit Grave, werd hierbij een bloedende wonde aan het hoofd toegebracht. De drie anderen verlieten hierop in een auto het logement, terwijl de getroffene even later naar buiten liep. Op korten afstand van het logement, zakte hij echter ineen. Voorbijgangers droe gen hem in bewusteloozen toestand bij een naburig café binnen. Na verbonden te zijn kon hij wederom naar het logement worden vervoerd. Door de Kon. Marechaussee te Oss werd on middellijk een uitgebreid onderzoek ingesteld en werd nog in den loop van den avond overgegaan tot arrestatie van zekeren V. Na in de kazerne aan een streng verhoor te zijn onderworpen, waarbij hij pertinent ont kende geslagen te hebben, werd V. weder op vrije voeten gesteld. Aangezien de beide ver dere bezoekers zich reeds naar Grave hadden begeven, wordt het onderzoek in die richting voortgezet. Het gemiddelde aantal werkloozen aan het einde van de laatste drie jaren was, naar de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, als volgt: In 1935 totaal 384.692 werkloozen, 1934 332,771 en in 1933 322,872. De gemiddelde aantallen werklooze man nen waren resp. 368,916, 320.299 en 312,350, en vrouwen: 15.776, 12,472 en 10.522. Deze cijfers onderverdeeld naar gelang de mannen ouder of jonger waren dan 18 jaar, luiden aldus: 1935 356.666 ouderen en 12,250 jongeren, 1934 resp. 311,427 en 8,872 en 1933 304.374 en 7,976, terwijl van de vrouwen in 1935 10.657 ouder dan 18 jaar en 5.119 jonger waren, in 1934 resp. 8,885 en 3,587, en in 1933 8.041 en 2,481. Deze cijfers hebben betrekking op werk loozen, die bij de organen der openbare ar beidsbemiddeling zijn ingeschreven als werk zoekenden. Als van invloed zijnde op de stijging van het aantal als werkzoekenden ingeschreven in den loop der maanden, moge o.m. ge noemd worden: de toeneming van de bevol king; een opwekking aan de leerlingen, die de middelbare scholen verlaten, om zich even tueel bij de arbeidsbeurzen als werkzoekende» te laten inschrijven (circulaire minister van Onderwijs enz. dd. 8 Augustus 1934)de be paling, dd. 21 Juni 1935, dat ook gezinsleden van steuntrekkenden enz. zich bij de arbeids beurzen als werkzoekende moeten laten in schrijven; voorts het bevorderen door de openbare arbeidsbeurzen van -de inschrijving van personen werkzaam in intelleotueele be roepen, waardoor in den la-atsten tijd het aan tal inschrijvingen van deze personen in ster kere mate dan vroeger het geval was toe neemt. Goud blijft naar de Ned. Bank vloeien. Blijkens den weekstaat per 20 dezer van de Ned. Bank is de goudvoorraad wederom toegenomen. Thans met f 10.2 millioen. De direct opeischbare schul den zijn nu voor 77.3% (v. w. 76.6%)«- door goud en zilver gedekt. Nieuw werkobject voor onze werven? Turkije vraagt prijsopgave voor den bouw van 12 schepen. De Tel. meldt uit Berlijn: De Turksche regeering heeft benevens steheepsbouwondememmgen in andere landen ook een reeks werven te Amsterdam, Rotter dam en Vlissingen in de gelegenheid gesteld, prijsopgave te doen voor den bouw van 12 nieuwe schepen voor vracht en passagiers, met een gezamenlijken inhoud van plusminus 40.000 ton. Aangezien de Nederlandsche vaar tuigen, die reeds sedert geruimen tijd onder Turksche vlag dienst doen, zeer bevredigen, schijnt het, dat de Nederlandsche scheeps- bouwindustrie tegenover de buitenlandsche concurrentie een goede kans heeft de opdracht tot bouw der schepen te krijgen. Aanvoer van Waddenzee haring wordt geregeld. Tevens zal minimumprijs worden vastgesteld. Naar wij vernemen is bij het Ministerie van Landbouw en Visscherij een regeling in voorbereiding betreffende aanvoer en verkoop van Waddenzeeharing. Het ligt in het voor nemen o.m. te bepalen, dat het aanvoeren van Waddenzeeharing slechts zal zijn toege staan aan georganisereden bij de Nederland sche Visscherijcentrale, als hoedanig alleen zullen worden toegelaten degenen, die in 1935 het visschen op Waddenzeeharing daad werkelijk hebben uitgeoefend, terwijl ander zijds de handelaars zich eveneens zullen die nen aan te sluiten bij de regeling. Voor het afleveren van de haring door de visschers zal een minimumprijs worden vast gesteld, terwijl de haring welke dezen prijs niet opbrengt, aan de Nederlandsche Vis scherijcentrale moet worden overgedragen, die ze zal doen verwerken in vischmeelfabrie- ken. De visschers zullen hun vangst uitsluitend mogen verkoopen over één der nader aan te wijzen vischafslagen. De opbrengst zal vol gens een vast te stellen systeem onder de aanvoerende visschers worden verdeeld. Spoorwegontvangsten in 1935. 12 millioen lager dan in 1934. De geschatte ontvangst der Ned. Spoorwegen over 1935 bedroeg f 100.193.210; over 1934 f 112.381.595. Het gemiddeld aantal kilometers in exploitatie van 1 Januari af bedroeg in 1935: 3.531 en in 1934: 3.626; de ontvangst was der dagkilometer dus resp. f 77.74 en f 84.91. Te krachtig remmen doet locomotief uit rails loopen. Vrachtauto was op onbewaakten overweg stil blijven staan. Dinsdagavond omstreeks half zes heeft op den spoorweg tusschen Sluiskil en Terneuzen een spoorwegongeval plaats gehad, dat nog vrij goed is afgeloopen. De Machinist van een trein zag plotseling op een onbewaakten overweg een auto. Hij remde krachtig, met het gevolg dat de loco motief uit de rails schoot. De buffers van den kolenwagen drongen door den eersten per sonenwagen heen, waarin zich eenige scholie ren bevonden. Deze bekwamen evenwel geen letsel. De trein kwam pas tot stilstand nadat de locomotief de auto, een vrachtauto had aan gereden. De auto, die vernield is, stond reeds op den weg toen de trein in de verte naderde. De chauffeur van de auto was n.l. niet op de hoogte met den weg en wilde plotseling een andere route nemen, waarom hij de auto trachtte te keeren. Evenwel is de weg ter plaatse zoodanig, dat de auto geen ruimte had te. draaien en genoodzaakt was op den spoorweg te blijven staan. Toen de chauf feur uit den wagen was gestapt en den trein zag naderen, gaf hij den machinist een wenk, dat deze zou stoppen. Hoewel laatstgenoemde krachtig remde, kon hij toch niet verhinde ren dat de auto in puin werd gereden, z Gezicht op het Korte Spaame, door Hendrik Spilman. Frans Halsmuseum. Nu zijn wij weer in het hartje van de acht tiende eeuw. Is er aardiger illustratie van den geest der Hollandsehe schilderkunst uit die dagen denkbaar, dan dit schilderijtje van Spilman, dat zoo geheel beantwoordt aan onze voorstelling van zaken, die wil dat de kunst toen zoo een beetje ingeslapen was! Toch zoudenwij den schilder onbillijk be- oordeelen als wij uit de droefgeestige verla tenheid, die. uit dit stadsbeeld spreekt, tot een soort geestelijke onbewogenheid die het suffen nabij komt, wilden besluiten. Want een suffer was Spilman allerminst, hij heeft massa's vlotte en kernige teekeningen-met- kleur gemaakt, van landschap en stadsge zicht. die van een eigen schrift, een eigen karakter getuigen, levendig en geestig. En dat zijn nu juist de qualiteiten die wij in ons schilderijtje, curieus genoeg, vergeefs zoeken. Het heeft ongetwijfeld qualiteiten maar waardoor geraakt onze stemming zoo in mineur als wij het beschouwen! De figu ratie op het bevroren watervlak wekt weinig enthousiasme voor de ijspret, waarvoor de Hollander toch altijd, zelfs als toeschouwer slechts, gevoelig blijft. En van belangstelling langs de oevers is geen spoor te bekennen. De stad schijnt uitgestorven of bezocht dooi' een epidemie, waaraan alleen de schamele figuren op het ijs, ontkomen zijn. Er is een haa9t griezelige, bijna spookachtige stem ming in dit stadsgezicht. En toch boeit het ons juist daardoor. Een kunstenaar mag overdrijven en zou Spilman hier nu niet in op de spits gedreven vorni. het wezenlijke van een bepaalden tijd hebben uitgedrukt? Waarbij wij dan weer niet mogen vergeten dat het griezelige, bovenbedoeld, alleen voor zijn tijdgenooten niet griezelig was in die mate ais voor ons. die na tweehonderd jaar terugblikken en er niet middenin zijn groot gebracht. Of ligt de zaak er anders voor en is het eenvoudig de quaestie dat het schilderen Spilman minder goed ,lag" dan het vlotte aquarelleeren. Technisch is de zaak vol maakt in orde, perspectief, kleurverhouding, enz. roepen geen bezwaren op; maar als ge weet welk een vlot schetser en teekenaar Spilman geweest is, krijgt ge den Indruk dat hij een schilderij kon „doodwerken", dat wil zeggen, daarbij zoo minutieus en angstvallig te werk gaan dat de fut er uit en de benau wenis er in vloog. Ook die meer nuchter- zakelijke zienswijze kan, wat ons griezelig lijkt, verklaren. Spilman is een goed specimen van zijn tijd die een overgang was van de het leven robuust aanvaardende werkelijk heidszin van de zeventiende eeuw naar een even sterke drang naar romantiek in het begin der negentiende. Spilman's tijd is die dér meditatie, der overpeinzing waaruit de romantiek ontbloeit, maar overpeinzing is van den Hollandschen schilder nooit de sterkste kant geweest. Sterker is dan ook onze schilder als hij gelijk reeds gezegd r- zijn krabbels en studies direct buiten en naar de natuur maakte. Zijn tijdgenooten ook hebben die het uitbundigst gewaardeerd. Dat bewijst een gedicht van den veel gelezen Le Francq van Berkhey die op Spilman het volgende in elkaar rijmelde: „Spilman, die geen tijd verspilde, Als hij schetsen maakte in 't wilde, Toonde in al die wildigheid Een voortref lijk kunstbeleid. Hier een veeg, daar weer een trek 't Was Natuur in klein bestek Waterloo, Rembrand van Rhijn Jan van Gooyen en Molijn Zouden zeggen voor gewis Dat hun geest in Spilman is". Behalve de vreugde die deze dichtregelen ons geven doordat ze ons aan Sinterklaas herinneren, doen ze ons ook een eigenaar- digen blik slaan in de kunstwaardeering, anno 1750, die Waterloo naast Rembrandt en Molijn naast Jan van Goyen plaatste! Het kwam zoo in 't rijm té paszullen we maar aannemen, hoewel de keuze der gees telijke vaders van Spilman wel te denken geeft. Spilman, Amsterdammer van het jaar 1721, had in zijn geboortestad zijn eerste kunst- onderricht genoten van een zekeren Abraham de Haan, een veelzijdig ontwikkeld man die, behalve in de kunst, ook in de rechten ge studeerd en bovendien als dichter een zeke ren naam gemaakt had. Die kalme bezonnenheid die hem zeker la ter als graveur zou te pas komen, kan hij van den geletterden De Haan hebben over genomen. Doch lang bleef Spdlman niet in Amsterdam, daar hij op zijn 21e jaar al in het Haarlemsch Sint Lucasgilde wordt op genomen en tot zijn dood in 1784 in onze stad blijft wonen. Zijn etsen en gravures zijn talrijk. De eerste vooral worden geprezen als goede na- komers in den trant van Berghem en van Everdingen. Van zijn gravures zijn zijn portretten van de Graven van Holland door publicatie be kend geworden. Het was de Haarlemsche dichter Pleter Langendijk die factor was van Trouw moet Blijcken, die de idee kreeg om ieder jaar in zijn jaardicht één der gra ven van Holland, van wie de geschilderde portretten op het Stadhuis hingen, te bezin gen. Hij gaf in 1745 die Jaardichten gebun deld uit liet die schilderijen op het Stadhuis eerst nateekenen door Taco Jelgersma, en door Spilman naar die teekeningen weer gra vures maken. De soep werd steeds dunner, zooals men ziet, en daar die origineele por tretten op zich zelf nu ook al geen imposante kunstwerken waren, ligt het voor de hand dat de waardeering die Spilman's prenten vonden, meer een historische dan een aesthe- tische belangstelling verried. Maar naam maakte hij er door omdat de Jaardichten van Langendijk veel gelezen werden. Ook over zulk Jaardicht denkt men tegen woordig anders en is daaraan andere eischen gaan stellen. Als wij nu alles wat hieraan voorafgaat samenvatten, dan hebben wij vandaag geen meesterwerk van een groot kunstenaar be schouwd. Wel een typeerend staal uit een be paald' tijdsgewricht. Men moet die dingen niet voorbij loopen, ze integendeel nauwkeu rig bekijken, daar het begrip ien de waardee ring voor weer andere kunst er door wordt verhelderd. J. K. DE BOIS, Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. 22 Januari: Bij de herdenking van het 10-jarig bestaan der Gymnastiekvereeniging „Sparta", op 20 Januari 1886, is door de leden dier vereeniging aan hun direc teur, den heer J. G. Martin Jr., een dia manten dasspeld en aan hun scherm meester, den heer A. J. Meyerink, een prachtige eeredegen aangeboden. Publiek heeft voor f 59 millioen ingeschreven. Dinsdag heeft de inschrijving plaats gekad op de vier procent Ne derlandsche Staatsleening 1936, welke inschrijving geheel is geslaagd. De lee ning was nominaal f 104 millioen groot, waarvan de deelneming reeds tot een bedrag van f 50 millioen door de Rijksfondsen was verzekerd. Daar naast is thans voor ruim f 59 millioen ingeschreven, zoodat de leening met ruim f 5 millioen is overteekend. Deze f 5 millioen zullen op de eerstgenoem de f 50 millioen worden gekort, ten einde de inschrijvingen van het pu bliek geheel te kunnen toewijzen. Door de Prinses. Loterij wordt georganiseerd. Prinses Juliana heeft Dinsdagavond door de radio een pleidooi gehouden voor onze Neder landsche kunstenaars, die in nood verkeeren. De Prinses zeide hierbij o.m.; „Zeer getroffen door het groote verlies, hetwelk het Engelsche volk geleden heeft, acht ik het niettemin mijn plicht aan mijn voornemen gevolg te geven om tot U te spre ken." „Ons land dankt zijn roem voor een belang rijk deel aan de schilderkunst, waarmee het overal en te allen tijde de grootste bewonde ring heeft opgewekt. De musea van vele lan den hebben eereplaatsen ingeruimd voor de Hollandsehe meesters. Het zou een ondraag lijke gedachte zijn, wanneer onze schilder kunst door nood en ontberingen zou worden geschaad en onze kunstenaars hun onder gang te gemoet zien. Daarom moet helpen, wie kan!" Na herinnerd te hebben wat het Comité „De Kunst in Nood" heeft verricht en aan de exposities, die dit Comité heeft georganiseerd vervolgde de Prinses: „Thans hebben deze exposities haar taak vervuld en wil het comité deze groote en be langrijke kunstcollectie verspreiden. Dit ge schiedt in den vorm van een verloting. Daar door zal het mogelijk zijn, dat uiterst belang wekkende en kostbare kunstwerken in het be zit komen van velen, die anders nooit in de mogelijkheid zouden zijn, zich zulk een kunst bezit aan te schaffen. Mijn Moeder heeft op verzoek van het co mité „De Kunst in Nood" twee schilderwerken van haar hand beschikbaar gesteld ter repro ductie in kleuren. Het vervaardigen van deze kleurendrukken is een buitengewoon zorgvul dig en nauwkeurig werk geweest, een werk, dat men in Nederland zeer goed verstaat, zoo als wij hebben kunnen constateeren. Deze kleurenreproducties zijn verschenen als even zoovele premies ten behoeve van de nieuwe steunactie, die het comité thans onder nomen heeft, en worden verkrijgbaar gesteld voor één gulden en tien cent per stuk, waarop bovendien een lot op de schilderijen kosteloos wordt bijgevoegd. Het adres, waar reproduc ties, zoowel als loten verkrijgbaar zijn, luidt: Van Hoboken's bank te Den Haag." De Prinses deed een krachtig beroep de dragers van onze cultuur, de scheppers van schoonheid te steunen door één of meermalen f 1.10 te storten op gironummer 84726 van Van Hoboken's Bank en eindigde aldus: „Landgenooten Gij, die naar mij luistert: zoo ge kunt, helpt mede en draagt uw deel bij. Moge aller in spanning worden bekroond met geluk in de harten onzer Nederlandsche kunstenaars." Koopman van reis naar Dussel- dorf niet teruggekeerd. Zaterdag is de heer M. uit Eefde, handels reiziger van beroep, die vaak in West Duitsch- land vertoefde, met den heer K. uit Apel doorn in een auto naar Duitschland ver trokken. Tot heden is de heer M. niet uit Duitschland teruggekeerd en zijn verwanten meenen dat hem iets ernstigs is overkomen. De heer K. heeft den heer M. Zaterdag het laatst gezien. Hij is he min Dusseldorf kwijt geraakt en heeft nog den geheelen nacht naar den heer M. gezocht, evenwel zonder resul taat. Een stadgenoot van den heer M. is naar Dusseldorf vertrokken, teneinde daar een nader onderzoek in te stellen. De politie van Eefde is van het geval in kennis gesteld. Dinsdag heeft een familielid van M. per telefoon den Nederlandschen consul te Dusseldorf mededeeling van de vermissing gedaan en hem verzocht een onderzoek te willen instellen. (A.N.P.) Tornado maakt 32 slacht offers in de Ver. Staten. Het aantal dooden tengevolge van de felle koude in de Vereenigde Staten is thans ge stegen tot 175. De staten Florida, Georgie en Alabama zijn door een tornado geteisterd, als gevolg waar aan 32 personen zijn gedood. Uit verscheidene deelen der Vereenigde Sta ten wordt een geringe stijging der temperatuur gemeld. (Reuter),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2