De Cruquius wordf nie
afgebroken.
Werkloosheidscijfers
zijn gestegen.
Haarlem's Kunstbezit.
Nieuwe Rijksleening
voiteekend.
Steun voor de kunst
gevraagd.
WOENSDAG 22 JANUARI 1936
Wordt ingericht als bemalingsmuseum
Oorkonde in tegenwoordigheid der
Prinses geteekend.
Prinses Juliana heeft Dinsdagmiddag in ge>
zeischap van haar kamerheer baron Baud en
haar hofdame freule Van Heemstra, een be
zoek gebracht aan het Koninklijk Instituut
van Ingenieurs te 's-Gravenhage, waarvan
zij sinds 1933 honorair lid is.
De Prinses werd ontvangen door den pre
sident L. A. van Royen, den penningmeester
jhr. C. E. W. v&n Panhuys en den alg. secreta
ris Wouter Cool, en naar de groote zaal ge
leid, waar enkele hoofdbestuursleden van het
instituut, sommigen met hun dames, aanwe
zig waren. Ook waren tegenwoordig van den
Haarlemmermeerpolder de dijkgraaf de heer
Reinders Folmer, de secretaris jhr. mr. Ren-
gers Hora Siiccama en de ingenieur de heer
Bijl.
De president heette Prinses Juliana welkom
en wees vervolgens op de heuglijke omstandig
heid, dat sinds de oprichting van het Insti
tuut in Maart 1847, er steeds een nauwe band
bestaan heeft tusschen het Koninklijk Huis
en het Instituut. Koning Willem III was be
schermheer, presideerde meermalen de ver
gaderingen en het bestuur kwam samen in
het Paleis. Dit voorbeeld werd gevolgd door
de prinsen van het Huis van Oranje. Koningin
Wilhelmina trad later als beschermvrouwe
op en Prins Hendrik als beschermheer.
Deze samenkomst, aldus prof. Van Royen,
dient nu om te behouden hetgeen in vroeger
tijden meegewerkt heeft om den naam van
ons land in waterbouwkundig opzicht bekend
te maken. De Cruquius nl., een der drie stoom
gemalen, waarmee de Haarlemmermeer is
drooggelegd, zal, nu zij buiten werking is ge
steld, niet worden afgebroken, maar ingericht
als technisch museum voor bemalingswerktui
gen.
De overeenkomst werd in het bijzijn van de
Prinses onderteekend. De Prinses dankte
daarop voor de ontvangst en sprak de hoop
uit, dat de Cruquius nog lang aan het thans
gestelde doel zal beantwoorden
Vervolgens hield ir. Bijl een korte voor
dracht over de Haarlemmermeer en de droog
legging.
In de z.g. ir. Van Sandick-kamer werd daar
na aan de Prinses de herinneringsmedaille
van de Cruquius uitgereikt.
Auteurswet niet overtreden?
Tegen hoofdredacteur van „Volk en Vader
land" vrijspraak geëischt.
Dinsdag heeft voor de Utrechtsche recht
bank terecht gestaan Mr. S. A. van L., hoofd
redacteur van „Volk en Vaderland" wegens
het publieeeren van een vertrouwelijk schrij
ven. verzonden door het R.-K. Werklieden
Verbond-aan-de-aangesloten organisaties, in
zake den toestand van het reservefonds. Dit
schrijven, dat van vertrouwelijken aard was,
werd kort daarop gepubliceerd in Volk en
Vaderland en-naar aanleiding daarvan heeft
de voorzitter van het Werklieden Verbond
een klacht bij de justitie ingediend, wegens
•vertreding van de auteurswet.
Als getuigen werden gehoord de heer de
Bruyn, voorzitter van het R.-K. Werklieden
Verbond en de secretaris van dat Verbond.
Zij legden de formeele verklaring af, dat
zij aan niemand toestemming hadden ver
leend tot het publieeeren van den brief.
Requisitoir.
De officier van justitie zette uiteen dat z.i.
op grond van de auteurswet geen veroor
deeling kan volgen, aangezien de auteurswet
van toepassing is op producten van letter
kunde. wetenschap en kunst. Waar op dezen
brief de drie elementen niet van toepassing
zijn, vroeg spr. ontslag van rechtsvervolging.
(A.N.P.)
EXAMEN EDELSTEENKUNDE.
Aan de universiteit te Königsbergen (Pr.)
Is voor het examen edelsteenkunde (als on
derdeel der natuurwetenschappen) geslaagd
de heer J. Bolman, te Hilversum.
De heer Bolman is de eerste Nederlander,
die als zoodanig gepromoveerd is. Dit exa
men ka^i niet in Nederland behaald worden.
Het betreft hier een bijzonder geval, aange
zien de heer Bolman dit resultaat bereikte
met zelf-studie en reeds 52 jaar oud is.
Overtreding wet op de uitver-
koopen gestraft.
Men houde zich aan het voorgeschrevene.
De Amsterdamsche Kantonrechter mr. v.
d. Krone, heeft schriftelijk vonnis gewezen
in een zevental strafzaken tegen winkeliers,
die Dinsdag 14 Januari terecht hebben ge
staan wegens overtreding van de Wet op de
uitverkoopen en te dier zake tot f 25 boete
zijn veroordeeld.
Het eerste geval betrof dat van een winke
lier die zijn ruit van het opschrift: ..De wet
verbiedt uitverkoop, maar het is ons niet ver
boden tegen dezen lagen nrijs te verkoopen",
had voorzien. Een tweede winkelier had er
het volgende op gevonden: „snel ver koop
zooveel duizend stuks, enz." stond op de rui
ten te lezen.
Weer een andere verdachte had het op
schrift: „Ondanks prijsverhooging overal,
blijven wij goedkoop" voorziet u thans,
eerstdaags zijn ze duurder", gebruikt om de
aandacht te trekken.
Een „bokser" winkelier had zich moeten
verantwoorden omdat hij bordjes in zijn
etalage had met de aankondiging: ,,Van zoo
veel cent (getal doorgestreept), bij ons voor
zooveel cent".
..De bekende kooplieden" had er weer iets
anders op gevonden: „soofcprijzen". slaapka
mers, salons, etc. „profiteert van deze zeld
zame aanbieding". Zoo had men met een
geringe variatie getracht door de mazen van
de nieuwe wet heen te glippen.
De Kantonrechter echter is van .meening,
dat in al dezè gevallen de indruk wordt ge
wekt van tijdelijke voordeelige aanbiedingen
in verband met bijzondere omstandigheden,
ten aanzien van hun winkelnering. Conform
den eisch veroordeelde de kantonrechter de
winkeliers ieder tot een geldboete van f 25
subs. 10 dagen hechtenis.
Inval in hoofdkwarter van
Zwart Front.
Gedeelte van persen en eenige zettafels in
beslag genomen.
Dinsdag heeft de burgemeester van Oister-
wijk gezamenlijk met den -districtscomman
dant van dc marechaussee een inval gedaan
in het hoofdkwartier van Zwart Front, de
drukkerij der Uitgevers Maatschappij Oister-
wijk en het woonhuis van den directeur dier
maatschappij, tevens leider van Zwart Front,
den heer A. van de Boogaard. Het hoofd
kwartier en de woning van den directeur
werden verzegeld.
Uit de drukkerij werden een gedeelte van
de persen en eenige zettafels, waarop zich
zetsel van opruiende geschriften bevond, in
beslag genomen, op een wagen geladen en
naar het Raadhuis te Oisterwijk overge
bracht.
In de woning en het hoofdkwartier wer
den geen bijzondere stukken gevonden.
(A.N.P.)
Oorzaken zijn aan te wijzen.
COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
De minister van Sociale Zaken heeft voor
het tijdvak ingaande heden en eindigende
31 December 1937, benoemd tot lid van de
commissie van advies voor de werkloosheids
verzekering vacature J. Th. Nijkamp den
heer H. J. Kuiper, bestuurslid van het R.K-
Werkliedenverbond in Nederland.
BEROOVERS VOOR HET HOF.
Voor het Amsterdamsche Gerechtshof ston
den Dinsdag in hooger beroep terecht een
man en een vrouw, die verdacht worden van
een aantal beroovingen, gepleegd te Amster
dam. In de dagvaarding was o.m, ten laste
;elegd berooving in een perceel aan den
Zwanenburgwal, waar ze f 2100 hadden buit
gemaakt.
De procureur-generaal eischte bevestiging
van het vonnis der rechtbank n.l. resp. vier
jaar en drie jaar gevangenisstraf.
Weer eens een vechtpartij
te Oss.
Man vrij ernstig gewond.
Dinsdagavond ontstond tusschen een vier
tal dronken bezoekers van een logement na
bij den Berchemsch weg ruzie, waarbij
het tot een vechtpartij kwam. Een van het
viertal, een gepensionneerd koloniaal uit
Grave, werd hierbij een bloedende wonde
aan het hoofd toegebracht. De drie anderen
verlieten hierop in een auto het logement,
terwijl de getroffene even later naar buiten
liep. Op korten afstand van het logement,
zakte hij echter ineen. Voorbijgangers droe
gen hem in bewusteloozen toestand bij een
naburig café binnen. Na verbonden te zijn
kon hij wederom naar het logement worden
vervoerd.
Door de Kon. Marechaussee te Oss werd on
middellijk een uitgebreid onderzoek ingesteld
en werd nog in den loop van den avond
overgegaan tot arrestatie van zekeren V.
Na in de kazerne aan een streng verhoor te
zijn onderworpen, waarbij hij pertinent ont
kende geslagen te hebben, werd V. weder op
vrije voeten gesteld. Aangezien de beide ver
dere bezoekers zich reeds naar Grave hadden
begeven, wordt het onderzoek in die richting
voortgezet.
Het gemiddelde aantal werkloozen aan
het einde van de laatste drie jaren was, naar
de gegevens van het Centraal Bureau voor de
Statistiek, als volgt:
In 1935 totaal 384.692 werkloozen, 1934
332,771 en in 1933 322,872.
De gemiddelde aantallen werklooze man
nen waren resp. 368,916, 320.299 en 312,350, en
vrouwen: 15.776, 12,472 en 10.522.
Deze cijfers onderverdeeld naar gelang de
mannen ouder of jonger waren dan 18 jaar,
luiden aldus: 1935 356.666 ouderen en 12,250
jongeren, 1934 resp. 311,427 en 8,872 en 1933
304.374 en 7,976, terwijl van de vrouwen in
1935 10.657 ouder dan 18 jaar en 5.119 jonger
waren, in 1934 resp. 8,885 en 3,587, en in 1933
8.041 en 2,481.
Deze cijfers hebben betrekking op werk
loozen, die bij de organen der openbare ar
beidsbemiddeling zijn ingeschreven als werk
zoekenden.
Als van invloed zijnde op de stijging van
het aantal als werkzoekenden ingeschreven
in den loop der maanden, moge o.m. ge
noemd worden: de toeneming van de bevol
king; een opwekking aan de leerlingen, die de
middelbare scholen verlaten, om zich even
tueel bij de arbeidsbeurzen als werkzoekende»
te laten inschrijven (circulaire minister van
Onderwijs enz. dd. 8 Augustus 1934)de be
paling, dd. 21 Juni 1935, dat ook gezinsleden
van steuntrekkenden enz. zich bij de arbeids
beurzen als werkzoekende moeten laten in
schrijven; voorts het bevorderen door de
openbare arbeidsbeurzen van -de inschrijving
van personen werkzaam in intelleotueele be
roepen, waardoor in den la-atsten tijd het aan
tal inschrijvingen van deze personen in ster
kere mate dan vroeger het geval was toe
neemt.
Goud blijft naar de Ned. Bank
vloeien.
Blijkens den weekstaat per 20 dezer
van de Ned. Bank is de goudvoorraad
wederom toegenomen. Thans met f 10.2
millioen. De direct opeischbare schul
den zijn nu voor 77.3% (v. w. 76.6%)«-
door goud en zilver gedekt.
Nieuw werkobject voor onze
werven?
Turkije vraagt prijsopgave voor den bouw
van 12 schepen.
De Tel. meldt uit Berlijn:
De Turksche regeering heeft benevens
steheepsbouwondememmgen in andere landen
ook een reeks werven te Amsterdam, Rotter
dam en Vlissingen in de gelegenheid gesteld,
prijsopgave te doen voor den bouw van 12
nieuwe schepen voor vracht en passagiers, met
een gezamenlijken inhoud van plusminus
40.000 ton. Aangezien de Nederlandsche vaar
tuigen, die reeds sedert geruimen tijd onder
Turksche vlag dienst doen, zeer bevredigen,
schijnt het, dat de Nederlandsche scheeps-
bouwindustrie tegenover de buitenlandsche
concurrentie een goede kans heeft de opdracht
tot bouw der schepen te krijgen.
Aanvoer van Waddenzee
haring wordt geregeld.
Tevens zal minimumprijs worden vastgesteld.
Naar wij vernemen is bij het Ministerie
van Landbouw en Visscherij een regeling in
voorbereiding betreffende aanvoer en verkoop
van Waddenzeeharing. Het ligt in het voor
nemen o.m. te bepalen, dat het aanvoeren
van Waddenzeeharing slechts zal zijn toege
staan aan georganisereden bij de Nederland
sche Visscherijcentrale, als hoedanig alleen
zullen worden toegelaten degenen, die in
1935 het visschen op Waddenzeeharing daad
werkelijk hebben uitgeoefend, terwijl ander
zijds de handelaars zich eveneens zullen die
nen aan te sluiten bij de regeling.
Voor het afleveren van de haring door de
visschers zal een minimumprijs worden vast
gesteld, terwijl de haring welke dezen prijs
niet opbrengt, aan de Nederlandsche Vis
scherijcentrale moet worden overgedragen,
die ze zal doen verwerken in vischmeelfabrie-
ken.
De visschers zullen hun vangst uitsluitend
mogen verkoopen over één der nader aan te
wijzen vischafslagen. De opbrengst zal vol
gens een vast te stellen systeem onder de
aanvoerende visschers worden verdeeld.
Spoorwegontvangsten in 1935.
12 millioen lager dan in 1934.
De geschatte ontvangst der Ned. Spoorwegen
over 1935 bedroeg f 100.193.210; over 1934
f 112.381.595. Het gemiddeld aantal kilometers
in exploitatie van 1 Januari af bedroeg in
1935: 3.531 en in 1934: 3.626; de ontvangst was
der dagkilometer dus resp. f 77.74 en f 84.91.
Te krachtig remmen doet
locomotief uit rails loopen.
Vrachtauto was op onbewaakten overweg
stil blijven staan.
Dinsdagavond omstreeks half zes heeft op
den spoorweg tusschen Sluiskil en Terneuzen
een spoorwegongeval plaats gehad, dat nog
vrij goed is afgeloopen.
De Machinist van een trein zag plotseling
op een onbewaakten overweg een auto. Hij
remde krachtig, met het gevolg dat de loco
motief uit de rails schoot. De buffers van den
kolenwagen drongen door den eersten per
sonenwagen heen, waarin zich eenige scholie
ren bevonden. Deze bekwamen evenwel geen
letsel.
De trein kwam pas tot stilstand nadat de
locomotief de auto, een vrachtauto had aan
gereden.
De auto, die vernield is, stond reeds op den
weg toen de trein in de verte naderde. De
chauffeur van de auto was n.l. niet op de
hoogte met den weg en wilde plotseling een
andere route nemen, waarom hij de auto
trachtte te keeren. Evenwel is de weg ter
plaatse zoodanig, dat de auto geen ruimte
had te. draaien en genoodzaakt was op den
spoorweg te blijven staan. Toen de chauf
feur uit den wagen was gestapt en den trein
zag naderen, gaf hij den machinist een wenk,
dat deze zou stoppen. Hoewel laatstgenoemde
krachtig remde, kon hij toch niet verhinde
ren dat de auto in puin werd gereden, z
Gezicht op het Korte Spaame,
door Hendrik Spilman. Frans
Halsmuseum.
Nu zijn wij weer in het hartje van de acht
tiende eeuw. Is er aardiger illustratie van
den geest der Hollandsehe schilderkunst uit
die dagen denkbaar, dan dit schilderijtje
van Spilman, dat zoo geheel beantwoordt
aan onze voorstelling van zaken, die wil dat
de kunst toen zoo een beetje ingeslapen was!
Toch zoudenwij den schilder onbillijk be-
oordeelen als wij uit de droefgeestige verla
tenheid, die. uit dit stadsbeeld spreekt, tot
een soort geestelijke onbewogenheid die het
suffen nabij komt, wilden besluiten. Want
een suffer was Spilman allerminst, hij heeft
massa's vlotte en kernige teekeningen-met-
kleur gemaakt, van landschap en stadsge
zicht. die van een eigen schrift, een eigen
karakter getuigen, levendig en geestig. En
dat zijn nu juist de qualiteiten die wij in
ons schilderijtje, curieus genoeg, vergeefs
zoeken. Het heeft ongetwijfeld qualiteiten
maar waardoor geraakt onze stemming zoo
in mineur als wij het beschouwen! De figu
ratie op het bevroren watervlak wekt weinig
enthousiasme voor de ijspret, waarvoor de
Hollander toch altijd, zelfs als toeschouwer
slechts, gevoelig blijft. En van belangstelling
langs de oevers is geen spoor te bekennen.
De stad schijnt uitgestorven of bezocht dooi'
een epidemie, waaraan alleen de schamele
figuren op het ijs, ontkomen zijn. Er is een
haa9t griezelige, bijna spookachtige stem
ming in dit stadsgezicht. En toch boeit het
ons juist daardoor. Een kunstenaar mag
overdrijven en zou Spilman hier nu niet in
op de spits gedreven vorni. het wezenlijke
van een bepaalden tijd hebben uitgedrukt?
Waarbij wij dan weer niet mogen vergeten
dat het griezelige, bovenbedoeld, alleen voor
zijn tijdgenooten niet griezelig was in die
mate ais voor ons. die na tweehonderd jaar
terugblikken en er niet middenin zijn groot
gebracht.
Of ligt de zaak er anders voor en is het
eenvoudig de quaestie dat het schilderen
Spilman minder goed ,lag" dan het vlotte
aquarelleeren. Technisch is de zaak vol
maakt in orde, perspectief, kleurverhouding,
enz. roepen geen bezwaren op; maar als ge
weet welk een vlot schetser en teekenaar
Spilman geweest is, krijgt ge den Indruk dat
hij een schilderij kon „doodwerken", dat wil
zeggen, daarbij zoo minutieus en angstvallig
te werk gaan dat de fut er uit en de benau
wenis er in vloog. Ook die meer nuchter-
zakelijke zienswijze kan, wat ons griezelig
lijkt, verklaren. Spilman is een goed specimen
van zijn tijd die een overgang was van de
het leven robuust aanvaardende werkelijk
heidszin van de zeventiende eeuw naar een
even sterke drang naar romantiek in het
begin der negentiende. Spilman's tijd is die
dér meditatie, der overpeinzing waaruit de
romantiek ontbloeit, maar overpeinzing is
van den Hollandschen schilder nooit de
sterkste kant geweest. Sterker is dan ook
onze schilder als hij gelijk reeds gezegd r-
zijn krabbels en studies direct buiten en
naar de natuur maakte. Zijn tijdgenooten
ook hebben die het uitbundigst gewaardeerd.
Dat bewijst een gedicht van den veel gelezen
Le Francq van Berkhey die op Spilman het
volgende in elkaar rijmelde:
„Spilman, die geen tijd verspilde,
Als hij schetsen maakte in 't wilde,
Toonde in al die wildigheid
Een voortref lijk kunstbeleid.
Hier een veeg, daar weer een trek
't Was Natuur in klein bestek
Waterloo, Rembrand van Rhijn
Jan van Gooyen en Molijn
Zouden zeggen voor gewis
Dat hun geest in Spilman is".
Behalve de vreugde die deze dichtregelen
ons geven doordat ze ons aan Sinterklaas
herinneren, doen ze ons ook een eigenaar-
digen blik slaan in de kunstwaardeering,
anno 1750, die Waterloo naast Rembrandt en
Molijn naast Jan van Goyen plaatste! Het
kwam zoo in 't rijm té paszullen we
maar aannemen, hoewel de keuze der gees
telijke vaders van Spilman wel te denken
geeft.
Spilman, Amsterdammer van het jaar 1721,
had in zijn geboortestad zijn eerste kunst-
onderricht genoten van een zekeren Abraham
de Haan, een veelzijdig ontwikkeld man die,
behalve in de kunst, ook in de rechten ge
studeerd en bovendien als dichter een zeke
ren naam gemaakt had.
Die kalme bezonnenheid die hem zeker la
ter als graveur zou te pas komen, kan hij
van den geletterden De Haan hebben over
genomen. Doch lang bleef Spdlman niet in
Amsterdam, daar hij op zijn 21e jaar al in
het Haarlemsch Sint Lucasgilde wordt op
genomen en tot zijn dood in 1784 in onze
stad blijft wonen.
Zijn etsen en gravures zijn talrijk. De
eerste vooral worden geprezen als goede na-
komers in den trant van Berghem en van
Everdingen.
Van zijn gravures zijn zijn portretten van
de Graven van Holland door publicatie be
kend geworden. Het was de Haarlemsche
dichter Pleter Langendijk die factor was
van Trouw moet Blijcken, die de idee kreeg
om ieder jaar in zijn jaardicht één der gra
ven van Holland, van wie de geschilderde
portretten op het Stadhuis hingen, te bezin
gen. Hij gaf in 1745 die Jaardichten gebun
deld uit liet die schilderijen op het Stadhuis
eerst nateekenen door Taco Jelgersma, en
door Spilman naar die teekeningen weer gra
vures maken. De soep werd steeds dunner,
zooals men ziet, en daar die origineele por
tretten op zich zelf nu ook al geen imposante
kunstwerken waren, ligt het voor de hand
dat de waardeering die Spilman's prenten
vonden, meer een historische dan een aesthe-
tische belangstelling verried. Maar naam
maakte hij er door omdat de Jaardichten
van Langendijk veel gelezen werden.
Ook over zulk Jaardicht denkt men tegen
woordig anders en is daaraan andere eischen
gaan stellen.
Als wij nu alles wat hieraan voorafgaat
samenvatten, dan hebben wij vandaag geen
meesterwerk van een groot kunstenaar be
schouwd. Wel een typeerend staal uit een be
paald' tijdsgewricht. Men moet die dingen
niet voorbij loopen, ze integendeel nauwkeu
rig bekijken, daar het begrip ien de waardee
ring voor weer andere kunst er door wordt
verhelderd. J. K. DE BOIS,
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
22 Januari:
Bij de herdenking van het 10-jarig
bestaan der Gymnastiekvereeniging
„Sparta", op 20 Januari 1886, is door de
leden dier vereeniging aan hun direc
teur, den heer J. G. Martin Jr., een dia
manten dasspeld en aan hun scherm
meester, den heer A. J. Meyerink, een
prachtige eeredegen aangeboden.
Publiek heeft voor f 59 millioen
ingeschreven.
Dinsdag heeft de inschrijving
plaats gekad op de vier procent Ne
derlandsche Staatsleening 1936, welke
inschrijving geheel is geslaagd. De lee
ning was nominaal f 104 millioen
groot, waarvan de deelneming reeds
tot een bedrag van f 50 millioen door
de Rijksfondsen was verzekerd. Daar
naast is thans voor ruim f 59 millioen
ingeschreven, zoodat de leening met
ruim f 5 millioen is overteekend. Deze
f 5 millioen zullen op de eerstgenoem
de f 50 millioen worden gekort, ten
einde de inschrijvingen van het pu
bliek geheel te kunnen toewijzen.
Door de Prinses.
Loterij wordt georganiseerd.
Prinses Juliana heeft Dinsdagavond door de
radio een pleidooi gehouden voor onze Neder
landsche kunstenaars, die in nood verkeeren.
De Prinses zeide hierbij o.m.;
„Zeer getroffen door het groote verlies,
hetwelk het Engelsche volk geleden heeft,
acht ik het niettemin mijn plicht aan mijn
voornemen gevolg te geven om tot U te spre
ken."
„Ons land dankt zijn roem voor een belang
rijk deel aan de schilderkunst, waarmee het
overal en te allen tijde de grootste bewonde
ring heeft opgewekt. De musea van vele lan
den hebben eereplaatsen ingeruimd voor de
Hollandsehe meesters. Het zou een ondraag
lijke gedachte zijn, wanneer onze schilder
kunst door nood en ontberingen zou worden
geschaad en onze kunstenaars hun onder
gang te gemoet zien. Daarom moet helpen,
wie kan!"
Na herinnerd te hebben wat het Comité
„De Kunst in Nood" heeft verricht en aan de
exposities, die dit Comité heeft georganiseerd
vervolgde de Prinses:
„Thans hebben deze exposities haar taak
vervuld en wil het comité deze groote en be
langrijke kunstcollectie verspreiden. Dit ge
schiedt in den vorm van een verloting. Daar
door zal het mogelijk zijn, dat uiterst belang
wekkende en kostbare kunstwerken in het be
zit komen van velen, die anders nooit in de
mogelijkheid zouden zijn, zich zulk een kunst
bezit aan te schaffen.
Mijn Moeder heeft op verzoek van het co
mité „De Kunst in Nood" twee schilderwerken
van haar hand beschikbaar gesteld ter repro
ductie in kleuren. Het vervaardigen van deze
kleurendrukken is een buitengewoon zorgvul
dig en nauwkeurig werk geweest, een werk,
dat men in Nederland zeer goed verstaat, zoo
als wij hebben kunnen constateeren.
Deze kleurenreproducties zijn verschenen als
even zoovele premies ten behoeve van de
nieuwe steunactie, die het comité thans onder
nomen heeft, en worden verkrijgbaar gesteld
voor één gulden en tien cent per stuk, waarop
bovendien een lot op de schilderijen kosteloos
wordt bijgevoegd. Het adres, waar reproduc
ties, zoowel als loten verkrijgbaar zijn, luidt:
Van Hoboken's bank te Den Haag."
De Prinses deed een krachtig beroep de
dragers van onze cultuur, de scheppers van
schoonheid te steunen door één of meermalen
f 1.10 te storten op gironummer 84726 van Van
Hoboken's Bank en eindigde aldus:
„Landgenooten
Gij, die naar mij luistert: zoo ge kunt, helpt
mede en draagt uw deel bij. Moge aller in
spanning worden bekroond met geluk in de
harten onzer Nederlandsche kunstenaars."
Koopman van reis naar Dussel-
dorf niet teruggekeerd.
Zaterdag is de heer M. uit Eefde, handels
reiziger van beroep, die vaak in West Duitsch-
land vertoefde, met den heer K. uit Apel
doorn in een auto naar Duitschland ver
trokken. Tot heden is de heer M. niet uit
Duitschland teruggekeerd en zijn verwanten
meenen dat hem iets ernstigs is overkomen.
De heer K. heeft den heer M. Zaterdag het
laatst gezien. Hij is he min Dusseldorf kwijt
geraakt en heeft nog den geheelen nacht naar
den heer M. gezocht, evenwel zonder resul
taat. Een stadgenoot van den heer M. is naar
Dusseldorf vertrokken, teneinde daar een
nader onderzoek in te stellen.
De politie van Eefde is van het geval in
kennis gesteld. Dinsdag heeft een familielid
van M. per telefoon den Nederlandschen
consul te Dusseldorf mededeeling van de
vermissing gedaan en hem verzocht een
onderzoek te willen instellen. (A.N.P.)
Tornado maakt 32 slacht
offers in de Ver. Staten.
Het aantal dooden tengevolge van de felle
koude in de Vereenigde Staten is thans ge
stegen tot 175.
De staten Florida, Georgie en Alabama zijn
door een tornado geteisterd, als gevolg waar
aan 32 personen zijn gedood.
Uit verscheidene deelen der Vereenigde Sta
ten wordt een geringe stijging der temperatuur
gemeld. (Reuter),