Regeeringscrisis in Frankrijk. THIJS IJS IN DE KNEL De richtlijnen der Fransche buitenlandsche politiek. DONDER PAO 23 JASPSRI 1936 BUITENLAND Het kabinet Laval afgetreden. Laval weigert een nieuwe opdracht. FRANKRIJK. Woensdagmiddag om 16 uur 45 is het kabinet-Laval afgetreden. Om drie uur des middags was de beslissende kabinetsraad bijeenge- gekomen. De beraadslagingen duur den tot vier uur. Reeds bij den aan vang der zitting maakten minister Herriot, minister van handel, Bon net, minister van koopvaardij Ber- trand' en minister van binnenland- sche zaken, Paganon, bekend, dat zij zouden aftreden, terwijl de beide uit den senaat afkomstige radicaal so cialistische ministers Régnier, minis ter van financiën en Maupoil, mi nister voor pensioenen, zich vooreerst niet aansloten bij dezen stap. Er volgde een gedachtenwisseling over den algemeenen poiitieken toe stand, terwijl de definitieve beslis sing over het lot van het kabinet nog even werd uitgesteld. In een onmiddellijk aan deze zit ting aansluitende vergadering van het kabinet, viel de beslissing tot aftreden. Herriot heeft zijn verzoek om ontslag afzonderlijk aan den pre sident der republiek doen toekomen, evenals Louis MarinDe andere leden van het kabinet hebben hun ontslag gemeenschappelijk aangevraagd. President Lebrun aanvaardde het Pierre Laval. In het schrijven, waarin Herriot; Bonnet, Paganon, en Bertrand aan Laval om ontslag verzoeken, verklaren zij naar Reuter meldt o.a.: „In het gevoel van trouw aan onze partij, en loyaliteit jegens u, meenen wij een werk te doen van politieke oprechtheid, door u ons ontslag als leden der regeering aan te bieden. Het blijkt ons namelijk, dat wij u niet langer de medewerking kunnen waar borgen, die noodig is om u een meerderheid in de Kamer te verzekeren". Hieraan wordt toegevoegd: „Wij betuigen u nogmaals onzen dank voor de voortduren de welwillendheid, die u tijdens de 8 maan den van onze samenwerking jegens ons hebt getoond". Nadat Laval den president der republiek het ontslag van het kabinet had aangebo den, hetwelk aanvaard werd, zeide president Lebrun den aftredenden premier dank voor de diensten, die hij het land had bewezen. Hij verzocht den ministers de loopende za ken zoo spoedig mogelijk af te wikkelen. Laval heeft aan de pers een verklaring verstrekt, waarin hij zegt, dat hij het aan bod van president Lebrun, een nieuw kabi net te vormen, van de hand heeft gewezen. „Ik geloof", aldus Laval, „thans mijn taak vervuld te hebben. De franc, waarvan de verdediging mij werd toevertrouwd, is op peil gebleven. De begrooting, die met een vijfde is verminderd, is aangenomen. De maatrege len. die op ieder gebied zijn genomen, be ginnen vrucht te dragen, en de eerste teeke nen van een Cherleving van de activiteit op economisch en landbouwgebied zijn reeds waar te nemen. De vrede is gehandhaafd, en onze verplichtingen jegens den Volkenbond zijn nagekomen". „Wanneer ik mij thans terug trek", aldus Laval, „meen ik het recht te hebben, als be looning voor mijn streven van allen onder de huidige omstandigheden te verlangen, dat zij het noodzakelijke voorbeeld van kalmte, koelbloedigheid en saamhoorigheid geven". Direct nadat hij het ontslag van 'het ka binet Laval had aanvaard, is Lebrun met het voeren van besprekingen begonnen, en als eerste ontving hij den president van den senaat, Jeanneney. De voorzitter van de Kamer. Fernand Bouisson, die door president Lebrun even eens was ontboden, verklaarde bij het ver laten van het Elysée, dat hij het aanbod van den president, een nieuw kabinet samen te stellen, van de hand had gewezen. Met het oog op_ de noodzakelijkheid, dat de kabinetscrisis vóór Maandag dient te wor den opgelost, aangezien de president der re publiek dan Parijs moet verlaten, om zich naar Londen te begeven, teneinde Frankrijk te vertegenwoordigen bij de begrafenis van den koning van Engeland, zou Lebrun voor nemens zijn, de besprekingen met den grootst mogelijken spoed te doen plaats vin den. Hij zou zich er toe beperken, om be halve de beide Kamervoorzitters slechts eenige politieke persoonlijkheden te ontvan gen. De socialistische Kamergroep heeft een mo tie aangenomen, waarin zij zegt, dat het so cialistische programma toegepast zou kunnen worden door iedere regeering, onverschillig of deze regeering geheel bestaat uit radicaal socialisten, uit aanhangers van het Volksfront of uit republikeinen. De eenige samenstelling waarmee het socialistische programma in tegenspraak zou zijn, zou een combinatie van partijen zijn welke een wapenstilstand hadden gesloten, zooals onder de regeering Laval. Door zich niet te verzetten tegen een ande ren vorm van regeering willen de socialisten het verwijt vermijden, dat hun reeds zoo dik wijls is gedaan, als zouden zij een stroeve en onbuigzame overtuiging dienen, om de ver wezenlijking van iedere ministerieele combi natie onmogelijk te maken. Ten aanzien van een eventueele keuze van een premier hebben de deelnemei's aan de Kamervergadering te kennen gegeven, dat zij zich niet zouden verzetten tegen het optreden van iemand uit het rechtsche centrum als Paul Reynaud, wiens optreden heeft bijgedra gen de positie van het kabinet Laval wankel te maken. Zij zouden zelfs veeleer geneigd zijn zich „bescheiden neutraal" te houden, wanneer Flandin een zuiver links georiënteerd repu- blikeinsch kabinet zou vormen. De socialisten zich geneigd de benoeming van een radicaal socialist als Herriot, Daladier, Chautemps of Bonnet goed te keuren. Wat betreft de vorming van een regeering door het Volksfront, staken sommigen niet onder stoelen of banken, dat hun dit onder de tegenwoordige omstandigheden meer dan ooit een hersenschim geleek. Genève. Eden over Engeland's vragen aan de Middellandsche Zeestaten. De Engelsche minister van buitenlandsche zaken, Eden, heeft naar het A.N.P. meldt, in een schrijven aan den voorzitter der sanctie conferentie mededeeling gedaan van het re sultaat der gedachtenwisseling van de Engel sche regeering met Frankrijk, Zuid-Slavië, Griekenland en Turkije. De Britsche regeering heeft getracht vast te stellen of in geval van bijzondere maat regelen van militairen aard door Italië tegen Groot-Brittanië de Fransche, Grieksche, Turk- sche en Zuid-Slavische regeeringen bereid en in staat zouden zijn zoonoodig mede- te werken bij het bieden van weerstand tegen dergelijke maatregelen. De Britsche mededeeling haalt de antwoor den aan, die de Fransche regeering op de vra gen van Engeland van 14 en 18 October gege ven heeft en verklaart, dat dienovereenkom stig tusschen de beide regeeringen overeen stemming tot stand is gebracht. Het is echter gewenscht een verdere aangelegenheid op te helderen, n.l. het doel en de bijzonderheden van de genoemde besprekingen en van de na tuurlijkerwijze daaruit voortgevloeide bespre kingen tusschen de staven van marine, leger en luchtmacht der beide landen. In dit opzicht zegt het Engelsche memoran dum: Hét feit, dat deze besprekingen tusschen de Fransche en Britsche staven hebben plaats gevonden, heeft in zekere kringen geleid tot de bewering, dat de besprekingen niet alleen betrekking hebben gehad op den toestand in de Middelalndsche zee, zooals die uit de toe passing van artikel 16 van het Volkenbonds handvest blijkt, maar ook op de Noordooste lijke grens van Frankrij k. De regeering van Groot Brittannië wenscht gebruik te maken van deze gelegenheid om te verklaren, dat iedere desbetreffende bewering onwaar is. De besprekingen tusschen de beide staven, die plaatsgevonden hebben, hebben zich volstrekt beperkt tot een gemeenschappe lijke actie ingeval uitde toepassing van sancties in het huidige conflict vijandigheden mochten ontstaan, in de Middellandsche Zee Zij hebben nooit betrekking gehad op eeniger- lei ander geval. Het Engelsche memorandum vermeldt ver volgens de in het begin van December inge wonnen overeenkomstige informaties van de Engelsche regeering bij Griekenland, Turkije en Zuid-Slavië. De antwoorden, die deze drie regeeringen in onderling overleg hebben gegeven, lieten geeen twijfel over hun bereidwilligheid, alle verplichtingen, die voor hen uit het handvest voortvloeien, trouw na te komen. Tegelijkertijd met het Engelsche memoran dum wordt een schrijven van den Franscehn gedelegeerde, Leger, aan den voorzitter van de sanctieconferentie gepubliceerd, waarin gere fereerd wordt aan het Engelsch memorandum en waarin verklaard wordt: Wat de rol en de houding van de Fransche regeering betreft, heeft de Fransche delegatie niets toe te voegen aan de Engelsche uiteen zetting van de feiten. De zeer nauwkeurige mededeelingen van het Britsch memorandum zijn in staat de leden van de commissie van achttien volledige opheldering te geven over de opvatting, die de Britsche en de Fransche regeering hebben over de portée en het even tueele gebied voor toepassing van de ver plichting tot wederzijdsche ondersteuning op grond van artikel 16 paragraaf 3 van het handvest. De gedachtenwisseling is overigens in niets het gebied van toepassing van de ge meenschappelijke verplichtingen te buiten ge gaan, welke de leden van den Volkenbond openlijk op zich genomen hebben. Dienten gevolge kan daaruit geen enkele verrassing noch een misverstand in de wereldmeening ontstaan. Houding der Dantziger regeering gelaakt. Gistermorgen heeft de Volkenbondsraad in niet-openbare zitting een aanvang gemaakt met de behandeling der kwesties ten aanzien van Dantzig, meldt het A. N. P. Het debat werd geopend door den rapporteur, den Brit- schen minister van buitenlandsche zaken Eden, die verklaarde, dat hij voor het oogen- blik niet op de details wilde ingaan, doch slechts den algemeenen toestand bezien. Sedert het rapport van September hebben zich gebeurtenissen voorgedaan die het twij felachtig doen zijn, of de regeering van Dantzig inderdaad met goeden wil en te goe der trouw optreedt, zeide hij. Tot dusverre heeft de raad er op kunnen rekenen, dat zijn aanbevelingen op grond van de bestudeerde en onpartijdige goedkeuring der' juristen door de regeering van Dantzig uitgevoerd worden. De president van den staat zelfs heeft de ver zekering gegeven, dat de senaat de desbetref fende maatregelen zal nemen. Men heeft in dertijd kunnen hopen dat de raad geen nieu we aanleiding zou hebben om zich bezig te houden met het constitutioneele leven der vrije stad. Dit is echter lang niet het geval. Ofschoon de senaat daarmede de verplich tingen, die zijn president in Mei 1935 op zich heeft genomen, heeft geschonden, heeft hij besloten, in menig opzicht de aanbevelingen van den raad niet ten uitvoer te leggen. Dit besluit is bovendien door den president van den Volksdag tot uiting gebracht in een rede, die slechts tot gevolg kon hebben, dat een atmosfeer van vijandschap en wrok je gens den raad werd geschapen. Andere sprekers. De Fransche gedelegeerde Leger sprak in denzelfden geest als Eden. Hij verklaarde, dat het voor den Volkenbondsraad niet gaat om een inmenging in de interne aangelegen heden van Dantzig ter bevordering van een of andere politieke richting, maar om de handhaving van het gezag van den Volken bond, dat in verdragen is neergelegd. De Spaansche gedelegeerde De Madariaga sloot zich volkomen aan bij de verklaringen van Eden en Leger. De Poolsche minister van buitenlandsche zaken Beek verklaarde o.a.: De Volkenbonds garantie moet Polen de onbeperkte uitoefe ning zijnr principieele rechten waarborgen en den senaat der vrije stad een zekere noodza kelijke handelingsvrijheid in het bestuur la ten. Ook de gerechtvaardigde en door de constitutie bevestigde rechten der bevolking van Dantzig moeten gewaarborgd worden. De Volkenbondscommissaris te Dantzig, Lester, zeide met nadruk, dat hij niet voor ingenomen was tegen een bepaalde partij en dat hij de toepassing van nationaal-socialis- tische beginselen gerechtvaardigd achtte, voorzoover zij niet in strijd zijn met de con stitutie. Helaas heeft de senaat van Dantzig besloten, de aanbevelingen voor een deel niet ten uitvoer te leggen. Greiser verdedigt Dantzig's standpunt. De Dantzigsche senaatspresident, Greiser, zeide daarop, dat hij uit naam van den se naat kon vaststellen, dat de regeering van Dantzig niet het voornemen had, zich op eenigerleiwijze tegen het statuut van de Vrije Stad te keeren, zoodat alle ongerustheid ten opzichte van een toespitsing van den inter nationalen toestand, voor zoover dit van Dantzig afhing, reeds onmiddellijk kon wor den begraven. Goede wil is aanwezig, zoowel bij de leden van den Volkenbondsraad als ook bij den senaat van Dantzig. Het schijnt hier dus uitsluitend te gaan om meenings- verschillen tusschen de juristen van den Volkenbond en de juristen van Dantzig. Van de zes aanbevelingen van den Volkenbonds raad heeft Dantzig er vier ten uitvoer ge legd, de beide overigen zijn niet onuitgevoerd gebleven uit gebrek aan goeden wil, maar omdat het hoogste Dantzigsche gerechtshof in deze kwestie een ander standpunt heeft ingenomen dan de Volkenbondsjuristen. Wanneer de onafhankelijkheid van Dantzig een feit wil zijn, moet ook de eerbiediging van zijn rechtelijke instellingen gewaarborgd zijn. Na de redevoering van Greiser nam Eden nogmaals het woord. Hij verklaarde het niet eens te zijn met de opvatting van Greiser. volgens welke het bij de niet uitgevoerde aanbevelingen zou gaan om juridi sche oneenigheden. De toestand kan in ieder geval zoo niet blijven. Er moet een oplossing gevonden worden, maar het is te hopen, dat de samen werking met den Volkenbondscom missaris weer mogelijk zal worden. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Genève en de betrekkingen met Engeland de essentieele punten. De schrijver geeft in dit artikel een waardeering van Fransch standpunt van de door Laval gevolgde politiek. Voor de deur van het huisje blijft Thijs staan. Hij tikt met zijn pooten een paar keer tegen het hout en daar wordt al opengedaan! Wie de bewoner is heb je nu natuurlijk al begrepen. Het is vriend Sim, die met een verbaasd gezicht den vreemden bezoeker aanstaart. „Wel, heb ik van m'n leven," brengt hij er tenslotte uit. „Ik heb al heel wat vreemde snaken aan m'n deur gehad, maar een varken, nee, dat heb ik nog nooit op bezoek gehad.. Ben je soms je baas ontsnapt?" Thijs probeert te antwoorden, maar het is alleen wat geknor, dat Sim hoort. Een varken kan nu eenmaal niet anders praten. Het groote debat, dat zich in het Fransche parlement over de buitenlandsche politiek ontwikkeld heeft, is er de ooi-zaak van ge weest, dat men zich een beter begrip kan vormen van de richtlijnen, welke de regee ring van den heer Pierre Laval volgt. Het is nutteloos de ontsteltenis te verbergen, die zich van een groot deel van de openbare meening heeft meester gemaakt sinds hot begin van het Italiaansch-Ethiopische con flict. Talloos waren degenen, die zich af vroegen of men de sinds het einde van den oorlog gevolgde politiek niet verlaten had en of men niet op een onvoorzichtige ma nier afweek van den weg, die door alle voor afgaande Fransche ministers van buitenland sche zaken betreden was. Deze hadden zich, op verschillende wijze en al naar gelang van de omstandigheden, nooit eenig ander doel voor oogen gehouden dan de collectieve organisatie van den vrede. Zij waren, temidden der grootste moeilijkhe den, blijven vasthouden aan het program der Europeesche reconstructie, gebaseerd op de gedachte der wederkeerlgheid. Zij hadden gehoopt alle logische consequenties uit het Covenant te kunnen trekken, d.w.z. het scheppen van bijstandsverdragen geschikt om over geheel Europa een netwerk te span nen, waarvan geen enkele opening een po ging tot den aanval zou toelaten. Zij had den gepleit voor de automatische in werking treding, de snelheid en de algemeenheid der sancties. En ging men dit systeem thans verlaten om tot het oude voor-oorlogsche stelsel der allianties terug te keeren? Wilde men de procedures van den Volkenbond laten vallen of, op z'n minst, verzwakken en ze zoo krach teloos maken, dat zij in de toekomst van geen enkele beteekenis meer zouden zijn? Die angsten kwelden de leiders der demo cratische partijen, verknocht als zij waren aan de vredeszaak en de consolideering van den Volkenbond Het Italiaansch-Ethiopische conflict heeft de Fransche regeering inderdaad aan een zware proef onderworpen. Zij had juist met Italië een schikking getroffen, waarbij de kwestie der oude grenzen in Afrika werd ge regeld^ zij had in Februari te Londen een plan van continentale solidariteit ontwor pen. Zij had eveneens getracht door middel van het Oostelijke Pact het accoord van Lo carno aan te vullen en den vrede te ver sterken, zoowel in oosten als in het westen van Europa. De tegen haar raadgevingen in begonnen oorlog in Abessynië noodzaakte haar te kie zen tusschen haar vrienden en haar begin sel, tusschen een opportunistische handeling en het stelsel der algemeene veiligheid. Daar enlboven wist iedereen te Parijs, dat Duitsch- land het einde van het drama afwachtte om zijn keuze te doen en zijn buitenlandsche po litiek te bepalen. Het vraagstuk was dus bui tengewoon ingewikkeld. Velen achtten Pierre Laval te toegeeflijk ten opzichte van Italië. Men vreesde voor verkoeling van de zijde van Engeland en een verzwakking van den Volkenbond. Men le verde hevige critiek op zijn politiek van uit stellen. Hij scheen voortdurend tijd te willen winnen ten koste van de essentieele Geneef- sche beginselen en de mogelijkheid met Ita lië een billijke onderhandeling te voeren. In alle redevoeringen van de sprekers der oppositie, die elkaar op de Fransche tribune opvolgden, werd uiting aan deze verschillen de bezorgdheden -"^creven. Allen hebben aan getoond, hoe gevaarlijk het zou zijn van de traditioneele politiek af te wijken of deze te verzwakken door te groote welwillendheid tegenover Italië, hoe funest een achteruit gang in de betrekkingen met Engeland, hoe onvoorzichtig een te losse interpretatie van het Covenant voor Europa in het algemeen en voor Frankrijk in het bijzonder zou zijn. Pierre Laval heeft volkomen begrepen, dat dit de vertolking was van de gevoelens van •het meerendeel der bevolking en dat hij zich onmogelijk tegen deze onweerstaanbare op vatting kon verzetten. Hij heeft dan ook, wel verre van tegen te stribbelen en zich bezig te houden met de tegenovergestelde princi pes, die vele zijner nationalistische aanhan gers er op na houden, getracht alle moge lijke voldoening te geven aan de democra tische partijen der oppositie. Hij heeft de stellingen dezer groepen op nieuw tot de zijne gemaakt. Hij heeft zijn best gedaan om aan te toonen. dat hij altijd loyaal tegenover het Pact had gestaan, dat hij steeds had geijverd voor volledige overeenstemming met Engeland, dat hij Italië er van verwittigd had in geen geval de bepalingen van den Vol kenbond te zullen overtreden. De president van den Franschen ministerraad heeft de handigste redevoering van zijn loopbaan- uit gesproken teneinde de vrees der linkerzijde te kalmeerenzonder de stemmen der rech terzijde to verliezen. Hij aarzelde niet zich na drukkelijk uit te spreken vóór de sancties die zoo krachtig door zijn vrienden veroor deeld waren en zelfs te verklaren, dat de overeenkomst tot hulpverleening in de Mid dellandsche Zee niet alleen het gebied der theorie had verlaten, maar dat de technische détails.reeds door de deskundigen van Frank rijk en Engeland waren vastgesteld. Laval heeft openlijk zijn vreugde uitgespro ken voor de benoeming van Anthony Eden tot Britsch minister van buitenlandsche zaken. Hij heeft zinnen als deze uitgesproken: „Het Pact blijft onze internationale wet. Hoe zou den wij een dergelijke wet kunnen verzwak ken? Dat zou een loochening van ons ideaal beteekenen en ons belang verzet er zich tegen. De politiek van Frankrijk baseert zich geheel en al op den Volkenbond." Hij heeft ten overvloede bevestigd, dat Frankrijk ten opzichte van alle sancties waar toe besloten was, nauwkeurig zijn plicht had gedaan en dat het dezen weg zou blijven vol gen. Voortdurend zoo zeide hij is de Italiaansche regeering op de hoogte gehouden met de Fransche besluiten, zelfs wanneer £ij een voor Mussolini pijnlijk karakter droegen. Laval voegde er aan toe, dat, zoo de verschil lende verzoeningspogingen totnutoe op niets waren uitgeloopen. het niet verboden was daar zulks op aanbeveling van den Volken bondsraad geschiedde andere pogingen in het werk te stelle» om een conflict, dat zoo Door FRANQ01S DE TESSAN, Oud-Onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Zaken inFrankrijk. enorm nadeelig was voor de belangen van ge heel Europa, te beëindigen. Hij heeft zich eveneens verdedigd tegen de beschuldigingen, dat hij Italië zou hebben aangemoedigd de Ethiopische campagne te beginnen en het een of andere geheime trac- taat aan de accoorden van Stresa te hebben toegevoegd. Op deze wijze wilde hij zich vrij maken van de persoonlijke verantwoordelijk heid, waarvan volgens sommigen in deze kwestie geen sprake was. Hij heeft beloofd, dat voortaan elk initiatief, dat door de Fran sche regeering genomen zal worden, strict vol gens het Pact zal worden genomen. Als de Fransche minister-president het échec van het compromis van Parijs betreurd heeft, dan is dat niet alleen in het kader van het Italiaansch-Ethiopische conflict. Maar hij meende, dat, wanneer hij er in geslaagd was in samenwerking met Sir Samuel Hoare den vrede in Afrika te herstellen, de aldus ver sterkte Fransch-Britsche samenwerking in staat zou zijn te werken voor een uitgebreider organisatie van den vrede en dat. na de ver zoening van Italië met den Volkenbond, ook Duitschland tot den Volkenbond teruggebracht zou kunnen worden. Pierre Laval heeft het verlangen kenbaar gemaakt dat in alle Franschen leeft naar een goed nabuurschap met Duitschland. Hij heeft uitdrukking gegeven aan den werisch tot een Fransch-Duitsóhe toenade- rin, „die een essentieele voorwaarde is voor de pacificatie van Europa". Hij is ten aan zien hiervan op het gebied der gevoelens ge bleven en heeft geen enkel concreet voorstel geformuleerd tot oplossing van het vraagstuk der bewapeningen. Te Berlijn is zijn geste hoffelijk doch gereserveerd ontvangen. Duitschland blijft op zijn standpunt staan en het zal dit niet eerder dan het daartoe geschikt geachte oogenblik verlaten. Of schoon zij met tevredenheid de verklaringen van den Franschen minister-president con stateert, ziet de Duitsche pers nog niet, gelijk het Berliner Tageblatt schrijft, „een aan merkelijke verbetering in de situatie en een verandering in de totnogtoe gevolgde metho den". De nauwere Fransch-Britsche samenwer king en bijgevolg de verhoogde autoriteit van den Volkenbond mogen den leiders te Berlijn tot nadenken stemmen. De redevoering van Pierre Laval, min of meer welwillend ontvangen door de Fransche nationalisten en ontstaan door de houding van de tegenstanders der democratische par tijen, bewijst, dat geen enkele minister van buitenlandsche zaken in Frankrijk zich on-, gestraft kan onttrekken aan den geest en den letter van het Covenant. Wanneer de minis ter van buitenlandsche zaken nog niet ten val gebracht is, dan komt dat, omdat hij de instellingen heeft aangeprezen, die in de buitenlandsche politiek, het program van zijn tegenstanders vormen. Wanneer de grootste groep dezer tegenstanders voortgaat haar stem tegen hem uit te brengen, dan geschiedt dit, omdat zij nooit één oogenblik aan de juistheid van die politiek getwijfeld heeft. Dat is de grootsche demonstratie van de gehechtheid van het democratische Frank rijk aan den Volkenbond en de Britsche vriendschap. Regeeringen verdwijnen, maar deze twee essentieele elementen van de continentale pacificatie zullen blijven bestaan. (Nadruk verboden). RADIOPROGRAMMA. VRIJDAG 24 JANUARI. HILVERSUM 1875 M. 8.— VARA. 12.— AVRO, 4.— VARA 8.— VPRO 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gram. pl. en pianospel. 9.00 Gram. pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht. 10.40 Gram. pl. 11.05 Vervolg voordracht. 11.20 Gram. pl. 12.00 Kovacs Lajos' orkest, en Gram. pl. 5.00 Kinderuurtje. 5.30 VARA-orkest. 7.00 Lezing. 7.20 Vervolg orkestconcert. 7.50 Be richten. 9.05 Causerie. 8.30 Cello en piano. 9.00 Lezing. 8.30 Vervolg concert. 10.00 Literaire causerie. 10.45 Berichten. 11.00—12.00 Gram. pl. HILVERSUM n 301 M. Algemeen Programma, verzorgd door den KRO. 8.00—9.15 en 10.00 Gram. pl. 11.30—12.00 Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Gram. pl. 1.00 KRO-Boys. 2.00 Operamuziek. 3.15 Or gelconcert mmv. sopraan. 4.15 KRO-Kamer- orkest. 5.00 Gram. pl. 5.15 KRO orkest. 6.00 Lezing. 6.20 Vervolg orkestconcert. 7.15 Lezing 7.35 Gram. pl. 8.00 Berichten. Gram. pl. 8.15 Causerie. 8.30 KRO-symphonie-orkest. 9.00 Gram pl. 9.15 Cabaretprogramma mmv. de KRO-Boys, en solisten. 10.30 Berichten. 10.35 12.00 Gram. pl. DROITWICH. 1500 M. 11.20—11.50 Orgelspel. 12.10 Populair con cert. 12.50 Dansmuziek. 1.352.20 Trioconcert. 3.20 Lezingen. 4.20 BBC-Midland-orkest, mmv. solist. 5.35 Dansmuziek. 6.20 Berichten. 6.50 Zang. 7.10 Lezingen. 8.20 „The Kentucky Min strels", revue-programma. 9.20 Vioolrecital. 9.50 Berichten 10.40 Londensch Symphonie-or- kest. 11.3512.20 Dansmuziek. RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.35 Gram. pl. 11.35 dito. 12.35 Orkest concert. 2.50 Gram. pl. 5.50 Orkestconcert. 8.20 Zang en piano. 9.05 Gevar. concert. 11.051.05 Orkestconcert. z KEULEN, 456 M. 5.50—7.20 Orkestconcert. 11.20 Omroepklein- orkest. 1.35—2.20 Gevar. concert. 3.20 Voor drachten concert. 5.20 Gevar. concert. 7.30 Voor soldaten. 8.50 Toespraak. 9.50—10.50 Operaconcert. BRUSSEL, 322 M. 12.20 Gram. pl. 12.50 Omroeporkest. 1.50 2.20 Gram. pl. 5.20 Populair concert. 6.35 Dansmuziek. 7.20 Zang. 7.35 Gram. pl. 8.20 Salonorkest. 8.50 Radiotooneel. 9.35 Salonor kest. 10.30—11.20 Strijkkwartetconcerfc. BRUSSEL. 484 M. 12.20 Gram. pl. 12.50 Salonorkest. 2.002.20 Gram. pl. 5.35 en 6.20 dito. 6.50 Chopin-recital. 7.35 Zang. 8.20 Voor oud-strijders. 10.30—11.20 Gram. pl.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 3