Regeeringscrisis in Frankrijk.
THIJS IJS IN DE KNEL
De richtlijnen der Fransche
buitenlandsche politiek.
DONDER PAO 23 JASPSRI 1936
BUITENLAND
Het kabinet Laval afgetreden.
Laval weigert een nieuwe
opdracht.
FRANKRIJK.
Woensdagmiddag om 16 uur 45 is
het kabinet-Laval afgetreden.
Om drie uur des middags was de
beslissende kabinetsraad bijeenge-
gekomen. De beraadslagingen duur
den tot vier uur. Reeds bij den aan
vang der zitting maakten minister
Herriot, minister van handel, Bon
net, minister van koopvaardij Ber-
trand' en minister van binnenland-
sche zaken, Paganon, bekend, dat zij
zouden aftreden, terwijl de beide uit
den senaat afkomstige radicaal so
cialistische ministers Régnier, minis
ter van financiën en Maupoil, mi
nister voor pensioenen, zich vooreerst
niet aansloten bij dezen stap.
Er volgde een gedachtenwisseling
over den algemeenen poiitieken toe
stand, terwijl de definitieve beslis
sing over het lot van het kabinet nog
even werd uitgesteld.
In een onmiddellijk aan deze zit
ting aansluitende vergadering van
het kabinet, viel de beslissing tot
aftreden. Herriot heeft zijn verzoek
om ontslag afzonderlijk aan den pre
sident der republiek doen toekomen,
evenals Louis MarinDe andere leden
van het kabinet hebben hun ontslag
gemeenschappelijk aangevraagd.
President Lebrun aanvaardde het
Pierre Laval.
In het schrijven, waarin Herriot; Bonnet,
Paganon, en Bertrand aan Laval om ontslag
verzoeken, verklaren zij naar Reuter meldt
o.a.: „In het gevoel van trouw aan onze
partij, en loyaliteit jegens u, meenen wij een
werk te doen van politieke oprechtheid, door
u ons ontslag als leden der regeering aan te
bieden. Het blijkt ons namelijk, dat wij u
niet langer de medewerking kunnen waar
borgen, die noodig is om u een meerderheid
in de Kamer te verzekeren".
Hieraan wordt toegevoegd: „Wij betuigen
u nogmaals onzen dank voor de voortduren
de welwillendheid, die u tijdens de 8 maan
den van onze samenwerking jegens ons hebt
getoond".
Nadat Laval den president der republiek
het ontslag van het kabinet had aangebo
den, hetwelk aanvaard werd, zeide president
Lebrun den aftredenden premier dank voor
de diensten, die hij het land had bewezen.
Hij verzocht den ministers de loopende za
ken zoo spoedig mogelijk af te wikkelen.
Laval heeft aan de pers een verklaring
verstrekt, waarin hij zegt, dat hij het aan
bod van president Lebrun, een nieuw kabi
net te vormen, van de hand heeft gewezen.
„Ik geloof", aldus Laval, „thans mijn taak
vervuld te hebben. De franc, waarvan de
verdediging mij werd toevertrouwd, is op peil
gebleven. De begrooting, die met een vijfde
is verminderd, is aangenomen. De maatrege
len. die op ieder gebied zijn genomen, be
ginnen vrucht te dragen, en de eerste teeke
nen van een Cherleving van de activiteit op
economisch en landbouwgebied zijn reeds
waar te nemen. De vrede is gehandhaafd, en
onze verplichtingen jegens den Volkenbond
zijn nagekomen".
„Wanneer ik mij thans terug trek", aldus
Laval, „meen ik het recht te hebben, als be
looning voor mijn streven van allen onder
de huidige omstandigheden te verlangen, dat
zij het noodzakelijke voorbeeld van kalmte,
koelbloedigheid en saamhoorigheid geven".
Direct nadat hij het ontslag van 'het ka
binet Laval had aanvaard, is Lebrun met
het voeren van besprekingen begonnen, en
als eerste ontving hij den president van den
senaat, Jeanneney.
De voorzitter van de Kamer. Fernand
Bouisson, die door president Lebrun even
eens was ontboden, verklaarde bij het ver
laten van het Elysée, dat hij het aanbod van
den president, een nieuw kabinet samen te
stellen, van de hand had gewezen.
Met het oog op_ de noodzakelijkheid, dat
de kabinetscrisis vóór Maandag dient te wor
den opgelost, aangezien de president der re
publiek dan Parijs moet verlaten, om zich
naar Londen te begeven, teneinde Frankrijk
te vertegenwoordigen bij de begrafenis van
den koning van Engeland, zou Lebrun voor
nemens zijn, de besprekingen met den
grootst mogelijken spoed te doen plaats vin
den. Hij zou zich er toe beperken, om be
halve de beide Kamervoorzitters slechts
eenige politieke persoonlijkheden te ontvan
gen.
De socialistische Kamergroep heeft een mo
tie aangenomen, waarin zij zegt, dat het so
cialistische programma toegepast zou kunnen
worden door iedere regeering, onverschillig of
deze regeering geheel bestaat uit radicaal
socialisten, uit aanhangers van het Volksfront
of uit republikeinen. De eenige samenstelling
waarmee het socialistische programma in
tegenspraak zou zijn, zou een combinatie van
partijen zijn welke een wapenstilstand hadden
gesloten, zooals onder de regeering Laval.
Door zich niet te verzetten tegen een ande
ren vorm van regeering willen de socialisten
het verwijt vermijden, dat hun reeds zoo dik
wijls is gedaan, als zouden zij een stroeve en
onbuigzame overtuiging dienen, om de ver
wezenlijking van iedere ministerieele combi
natie onmogelijk te maken.
Ten aanzien van een eventueele keuze van
een premier hebben de deelnemei's aan de
Kamervergadering te kennen gegeven, dat zij
zich niet zouden verzetten tegen het optreden
van iemand uit het rechtsche centrum als
Paul Reynaud, wiens optreden heeft bijgedra
gen de positie van het kabinet Laval wankel
te maken. Zij zouden zelfs veeleer geneigd zijn
zich „bescheiden neutraal" te houden, wanneer
Flandin een zuiver links georiënteerd repu-
blikeinsch kabinet zou vormen. De socialisten
zich geneigd de benoeming van een radicaal
socialist als Herriot, Daladier, Chautemps of
Bonnet goed te keuren.
Wat betreft de vorming van een regeering
door het Volksfront, staken sommigen niet
onder stoelen of banken, dat hun dit onder de
tegenwoordige omstandigheden meer dan ooit
een hersenschim geleek.
Genève.
Eden over Engeland's vragen
aan de Middellandsche
Zeestaten.
De Engelsche minister van buitenlandsche
zaken, Eden, heeft naar het A.N.P. meldt, in
een schrijven aan den voorzitter der sanctie
conferentie mededeeling gedaan van het re
sultaat der gedachtenwisseling van de Engel
sche regeering met Frankrijk, Zuid-Slavië,
Griekenland en Turkije.
De Britsche regeering heeft getracht vast
te stellen of in geval van bijzondere maat
regelen van militairen aard door Italië tegen
Groot-Brittanië de Fransche, Grieksche, Turk-
sche en Zuid-Slavische regeeringen bereid en
in staat zouden zijn zoonoodig mede- te werken
bij het bieden van weerstand tegen dergelijke
maatregelen.
De Britsche mededeeling haalt de antwoor
den aan, die de Fransche regeering op de vra
gen van Engeland van 14 en 18 October gege
ven heeft en verklaart, dat dienovereenkom
stig tusschen de beide regeeringen overeen
stemming tot stand is gebracht. Het is echter
gewenscht een verdere aangelegenheid op te
helderen, n.l. het doel en de bijzonderheden
van de genoemde besprekingen en van de na
tuurlijkerwijze daaruit voortgevloeide bespre
kingen tusschen de staven van marine, leger
en luchtmacht der beide landen.
In dit opzicht zegt het Engelsche memoran
dum: Hét feit, dat deze besprekingen tusschen
de Fransche en Britsche staven hebben plaats
gevonden, heeft in zekere kringen geleid tot
de bewering, dat de besprekingen niet alleen
betrekking hebben gehad op den toestand in
de Middelalndsche zee, zooals die uit de toe
passing van artikel 16 van het Volkenbonds
handvest blijkt, maar ook op de Noordooste
lijke grens van Frankrij k.
De regeering van Groot Brittannië wenscht
gebruik te maken van deze gelegenheid om te
verklaren, dat iedere desbetreffende bewering
onwaar is. De besprekingen tusschen de beide
staven, die plaatsgevonden hebben, hebben
zich volstrekt beperkt tot een gemeenschappe
lijke actie ingeval uitde toepassing van
sancties in het huidige conflict vijandigheden
mochten ontstaan, in de Middellandsche Zee
Zij hebben nooit betrekking gehad op eeniger-
lei ander geval.
Het Engelsche memorandum vermeldt ver
volgens de in het begin van December inge
wonnen overeenkomstige informaties van de
Engelsche regeering bij Griekenland, Turkije
en Zuid-Slavië.
De antwoorden, die deze drie regeeringen
in onderling overleg hebben gegeven, lieten
geeen twijfel over hun bereidwilligheid, alle
verplichtingen, die voor hen uit het handvest
voortvloeien, trouw na te komen.
Tegelijkertijd met het Engelsche memoran
dum wordt een schrijven van den Franscehn
gedelegeerde, Leger, aan den voorzitter van de
sanctieconferentie gepubliceerd, waarin gere
fereerd wordt aan het Engelsch memorandum
en waarin verklaard wordt:
Wat de rol en de houding van de Fransche
regeering betreft, heeft de Fransche delegatie
niets toe te voegen aan de Engelsche uiteen
zetting van de feiten. De zeer nauwkeurige
mededeelingen van het Britsch memorandum
zijn in staat de leden van de commissie van
achttien volledige opheldering te geven over
de opvatting, die de Britsche en de Fransche
regeering hebben over de portée en het even
tueele gebied voor toepassing van de ver
plichting tot wederzijdsche ondersteuning op
grond van artikel 16 paragraaf 3 van het
handvest. De gedachtenwisseling is overigens
in niets het gebied van toepassing van de ge
meenschappelijke verplichtingen te buiten ge
gaan, welke de leden van den Volkenbond
openlijk op zich genomen hebben. Dienten
gevolge kan daaruit geen enkele verrassing
noch een misverstand in de wereldmeening
ontstaan.
Houding der Dantziger
regeering gelaakt.
Gistermorgen heeft de Volkenbondsraad in
niet-openbare zitting een aanvang gemaakt
met de behandeling der kwesties ten aanzien
van Dantzig, meldt het A. N. P. Het debat
werd geopend door den rapporteur, den Brit-
schen minister van buitenlandsche zaken
Eden, die verklaarde, dat hij voor het oogen-
blik niet op de details wilde ingaan, doch
slechts den algemeenen toestand bezien.
Sedert het rapport van September hebben
zich gebeurtenissen voorgedaan die het twij
felachtig doen zijn, of de regeering van
Dantzig inderdaad met goeden wil en te goe
der trouw optreedt, zeide hij. Tot dusverre
heeft de raad er op kunnen rekenen, dat zijn
aanbevelingen op grond van de bestudeerde
en onpartijdige goedkeuring der' juristen door
de regeering van Dantzig uitgevoerd worden.
De president van den staat zelfs heeft de ver
zekering gegeven, dat de senaat de desbetref
fende maatregelen zal nemen. Men heeft in
dertijd kunnen hopen dat de raad geen nieu
we aanleiding zou hebben om zich bezig te
houden met het constitutioneele leven der
vrije stad. Dit is echter lang niet het geval.
Ofschoon de senaat daarmede de verplich
tingen, die zijn president in Mei 1935 op zich
heeft genomen, heeft geschonden, heeft hij
besloten, in menig opzicht de aanbevelingen
van den raad niet ten uitvoer te leggen.
Dit besluit is bovendien door den president
van den Volksdag tot uiting gebracht in een
rede, die slechts tot gevolg kon hebben, dat
een atmosfeer van vijandschap en wrok je
gens den raad werd geschapen.
Andere sprekers.
De Fransche gedelegeerde Leger sprak in
denzelfden geest als Eden. Hij verklaarde,
dat het voor den Volkenbondsraad niet gaat
om een inmenging in de interne aangelegen
heden van Dantzig ter bevordering van een
of andere politieke richting, maar om de
handhaving van het gezag van den Volken
bond, dat in verdragen is neergelegd.
De Spaansche gedelegeerde De Madariaga
sloot zich volkomen aan bij de verklaringen
van Eden en Leger.
De Poolsche minister van buitenlandsche
zaken Beek verklaarde o.a.: De Volkenbonds
garantie moet Polen de onbeperkte uitoefe
ning zijnr principieele rechten waarborgen en
den senaat der vrije stad een zekere noodza
kelijke handelingsvrijheid in het bestuur la
ten. Ook de gerechtvaardigde en door de
constitutie bevestigde rechten der bevolking
van Dantzig moeten gewaarborgd worden.
De Volkenbondscommissaris te Dantzig,
Lester, zeide met nadruk, dat hij niet voor
ingenomen was tegen een bepaalde partij en
dat hij de toepassing van nationaal-socialis-
tische beginselen gerechtvaardigd achtte,
voorzoover zij niet in strijd zijn met de con
stitutie. Helaas heeft de senaat van Dantzig
besloten, de aanbevelingen voor een deel niet
ten uitvoer te leggen.
Greiser verdedigt Dantzig's
standpunt.
De Dantzigsche senaatspresident, Greiser,
zeide daarop, dat hij uit naam van den se
naat kon vaststellen, dat de regeering van
Dantzig niet het voornemen had, zich op
eenigerleiwijze tegen het statuut van de Vrije
Stad te keeren, zoodat alle ongerustheid ten
opzichte van een toespitsing van den inter
nationalen toestand, voor zoover dit van
Dantzig afhing, reeds onmiddellijk kon wor
den begraven. Goede wil is aanwezig, zoowel
bij de leden van den Volkenbondsraad als
ook bij den senaat van Dantzig. Het schijnt
hier dus uitsluitend te gaan om meenings-
verschillen tusschen de juristen van den
Volkenbond en de juristen van Dantzig. Van
de zes aanbevelingen van den Volkenbonds
raad heeft Dantzig er vier ten uitvoer ge
legd, de beide overigen zijn niet onuitgevoerd
gebleven uit gebrek aan goeden wil, maar
omdat het hoogste Dantzigsche gerechtshof
in deze kwestie een ander standpunt heeft
ingenomen dan de Volkenbondsjuristen.
Wanneer de onafhankelijkheid van Dantzig
een feit wil zijn, moet ook de eerbiediging
van zijn rechtelijke instellingen gewaarborgd
zijn.
Na de redevoering van Greiser
nam Eden nogmaals het woord. Hij
verklaarde het niet eens te zijn met
de opvatting van Greiser. volgens
welke het bij de niet uitgevoerde
aanbevelingen zou gaan om juridi
sche oneenigheden. De toestand kan
in ieder geval zoo niet blijven. Er
moet een oplossing gevonden worden,
maar het is te hopen, dat de samen
werking met den Volkenbondscom
missaris weer mogelijk zal worden.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Genève en de betrekkingen met
Engeland de essentieele punten.
De schrijver geeft in dit artikel een
waardeering van Fransch standpunt
van de door Laval gevolgde politiek.
Voor de deur van het huisje blijft Thijs staan. Hij tikt met zijn
pooten een paar keer tegen het hout en daar wordt al opengedaan!
Wie de bewoner is heb je nu natuurlijk al begrepen. Het is vriend
Sim, die met een verbaasd gezicht den vreemden bezoeker aanstaart.
„Wel, heb ik van m'n leven," brengt hij er tenslotte uit. „Ik heb
al heel wat vreemde snaken aan m'n deur gehad, maar een varken,
nee, dat heb ik nog nooit op bezoek gehad.. Ben je soms je baas
ontsnapt?" Thijs probeert te antwoorden, maar het is alleen wat
geknor, dat Sim hoort. Een varken kan nu eenmaal niet anders praten.
Het groote debat, dat zich in het Fransche
parlement over de buitenlandsche politiek
ontwikkeld heeft, is er de ooi-zaak van ge
weest, dat men zich een beter begrip kan
vormen van de richtlijnen, welke de regee
ring van den heer Pierre Laval volgt. Het is
nutteloos de ontsteltenis te verbergen, die
zich van een groot deel van de openbare
meening heeft meester gemaakt sinds hot
begin van het Italiaansch-Ethiopische con
flict. Talloos waren degenen, die zich af
vroegen of men de sinds het einde van den
oorlog gevolgde politiek niet verlaten had
en of men niet op een onvoorzichtige ma
nier afweek van den weg, die door alle voor
afgaande Fransche ministers van buitenland
sche zaken betreden was.
Deze hadden zich, op verschillende wijze
en al naar gelang van de omstandigheden,
nooit eenig ander doel voor oogen gehouden
dan de collectieve organisatie van den vrede.
Zij waren, temidden der grootste moeilijkhe
den, blijven vasthouden aan het program der
Europeesche reconstructie, gebaseerd op de
gedachte der wederkeerlgheid. Zij hadden
gehoopt alle logische consequenties uit het
Covenant te kunnen trekken, d.w.z. het
scheppen van bijstandsverdragen geschikt
om over geheel Europa een netwerk te span
nen, waarvan geen enkele opening een po
ging tot den aanval zou toelaten. Zij had
den gepleit voor de automatische in werking
treding, de snelheid en de algemeenheid der
sancties.
En ging men dit systeem thans verlaten
om tot het oude voor-oorlogsche stelsel der
allianties terug te keeren? Wilde men de
procedures van den Volkenbond laten vallen
of, op z'n minst, verzwakken en ze zoo krach
teloos maken, dat zij in de toekomst van
geen enkele beteekenis meer zouden zijn?
Die angsten kwelden de leiders der demo
cratische partijen, verknocht als zij waren
aan de vredeszaak en de consolideering van
den Volkenbond
Het Italiaansch-Ethiopische conflict heeft
de Fransche regeering inderdaad aan een
zware proef onderworpen. Zij had juist met
Italië een schikking getroffen, waarbij de
kwestie der oude grenzen in Afrika werd ge
regeld^ zij had in Februari te Londen een
plan van continentale solidariteit ontwor
pen. Zij had eveneens getracht door middel
van het Oostelijke Pact het accoord van Lo
carno aan te vullen en den vrede te ver
sterken, zoowel in oosten als in het westen
van Europa.
De tegen haar raadgevingen in begonnen
oorlog in Abessynië noodzaakte haar te kie
zen tusschen haar vrienden en haar begin
sel, tusschen een opportunistische handeling
en het stelsel der algemeene veiligheid. Daar
enlboven wist iedereen te Parijs, dat Duitsch-
land het einde van het drama afwachtte om
zijn keuze te doen en zijn buitenlandsche po
litiek te bepalen. Het vraagstuk was dus bui
tengewoon ingewikkeld.
Velen achtten Pierre Laval te toegeeflijk
ten opzichte van Italië. Men vreesde voor
verkoeling van de zijde van Engeland en een
verzwakking van den Volkenbond. Men le
verde hevige critiek op zijn politiek van uit
stellen. Hij scheen voortdurend tijd te willen
winnen ten koste van de essentieele Geneef-
sche beginselen en de mogelijkheid met Ita
lië een billijke onderhandeling te voeren.
In alle redevoeringen van de sprekers der
oppositie, die elkaar op de Fransche tribune
opvolgden, werd uiting aan deze verschillen
de bezorgdheden -"^creven. Allen hebben aan
getoond, hoe gevaarlijk het zou zijn van de
traditioneele politiek af te wijken of deze te
verzwakken door te groote welwillendheid
tegenover Italië, hoe funest een achteruit
gang in de betrekkingen met Engeland, hoe
onvoorzichtig een te losse interpretatie van
het Covenant voor Europa in het algemeen
en voor Frankrijk in het bijzonder zou zijn.
Pierre Laval heeft volkomen begrepen, dat
dit de vertolking was van de gevoelens van
•het meerendeel der bevolking en dat hij zich
onmogelijk tegen deze onweerstaanbare op
vatting kon verzetten. Hij heeft dan ook, wel
verre van tegen te stribbelen en zich bezig
te houden met de tegenovergestelde princi
pes, die vele zijner nationalistische aanhan
gers er op na houden, getracht alle moge
lijke voldoening te geven aan de democra
tische partijen der oppositie.
Hij heeft de stellingen dezer groepen op
nieuw tot de zijne gemaakt. Hij heeft zijn best
gedaan om aan te toonen. dat hij altijd loyaal
tegenover het Pact had gestaan, dat hij steeds
had geijverd voor volledige overeenstemming
met Engeland, dat hij Italië er van verwittigd
had in geen geval de bepalingen van den Vol
kenbond te zullen overtreden. De president
van den Franschen ministerraad heeft de
handigste redevoering van zijn loopbaan- uit
gesproken teneinde de vrees der linkerzijde te
kalmeerenzonder de stemmen der rech
terzijde to verliezen. Hij aarzelde niet zich na
drukkelijk uit te spreken vóór de sancties
die zoo krachtig door zijn vrienden veroor
deeld waren en zelfs te verklaren, dat de
overeenkomst tot hulpverleening in de Mid
dellandsche Zee niet alleen het gebied der
theorie had verlaten, maar dat de technische
détails.reeds door de deskundigen van Frank
rijk en Engeland waren vastgesteld.
Laval heeft openlijk zijn vreugde uitgespro
ken voor de benoeming van Anthony Eden tot
Britsch minister van buitenlandsche zaken.
Hij heeft zinnen als deze uitgesproken: „Het
Pact blijft onze internationale wet. Hoe zou
den wij een dergelijke wet kunnen verzwak
ken? Dat zou een loochening van ons ideaal
beteekenen en ons belang verzet er zich tegen.
De politiek van Frankrijk baseert zich geheel
en al op den Volkenbond."
Hij heeft ten overvloede bevestigd, dat
Frankrijk ten opzichte van alle sancties waar
toe besloten was, nauwkeurig zijn plicht had
gedaan en dat het dezen weg zou blijven vol
gen. Voortdurend zoo zeide hij is de
Italiaansche regeering op de hoogte gehouden
met de Fransche besluiten, zelfs wanneer £ij
een voor Mussolini pijnlijk karakter droegen.
Laval voegde er aan toe, dat, zoo de verschil
lende verzoeningspogingen totnutoe op niets
waren uitgeloopen. het niet verboden was
daar zulks op aanbeveling van den Volken
bondsraad geschiedde andere pogingen in
het werk te stelle» om een conflict, dat zoo
Door FRANQ01S DE TESSAN,
Oud-Onderstaatssecretaris van
Buitenlandsche Zaken inFrankrijk.
enorm nadeelig was voor de belangen van ge
heel Europa, te beëindigen.
Hij heeft zich eveneens verdedigd tegen de
beschuldigingen, dat hij Italië zou hebben
aangemoedigd de Ethiopische campagne te
beginnen en het een of andere geheime trac-
taat aan de accoorden van Stresa te hebben
toegevoegd. Op deze wijze wilde hij zich vrij
maken van de persoonlijke verantwoordelijk
heid, waarvan volgens sommigen in deze
kwestie geen sprake was. Hij heeft beloofd,
dat voortaan elk initiatief, dat door de Fran
sche regeering genomen zal worden, strict vol
gens het Pact zal worden genomen.
Als de Fransche minister-president het
échec van het compromis van Parijs betreurd
heeft, dan is dat niet alleen in het kader van
het Italiaansch-Ethiopische conflict. Maar hij
meende, dat, wanneer hij er in geslaagd was
in samenwerking met Sir Samuel Hoare den
vrede in Afrika te herstellen, de aldus ver
sterkte Fransch-Britsche samenwerking in
staat zou zijn te werken voor een uitgebreider
organisatie van den vrede en dat. na de ver
zoening van Italië met den Volkenbond, ook
Duitschland tot den Volkenbond teruggebracht
zou kunnen worden.
Pierre Laval heeft het verlangen kenbaar
gemaakt dat in alle Franschen leeft
naar een goed nabuurschap met Duitschland.
Hij heeft uitdrukking gegeven aan den
werisch tot een Fransch-Duitsóhe toenade-
rin, „die een essentieele voorwaarde is voor
de pacificatie van Europa". Hij is ten aan
zien hiervan op het gebied der gevoelens ge
bleven en heeft geen enkel concreet voorstel
geformuleerd tot oplossing van het vraagstuk
der bewapeningen. Te Berlijn is zijn geste
hoffelijk doch gereserveerd ontvangen.
Duitschland blijft op zijn standpunt staan
en het zal dit niet eerder dan het daartoe
geschikt geachte oogenblik verlaten. Of
schoon zij met tevredenheid de verklaringen
van den Franschen minister-president con
stateert, ziet de Duitsche pers nog niet, gelijk
het Berliner Tageblatt schrijft, „een aan
merkelijke verbetering in de situatie en een
verandering in de totnogtoe gevolgde metho
den".
De nauwere Fransch-Britsche samenwer
king en bijgevolg de verhoogde autoriteit van
den Volkenbond mogen den leiders te Berlijn
tot nadenken stemmen.
De redevoering van Pierre Laval, min of
meer welwillend ontvangen door de Fransche
nationalisten en ontstaan door de houding
van de tegenstanders der democratische par
tijen, bewijst, dat geen enkele minister van
buitenlandsche zaken in Frankrijk zich on-,
gestraft kan onttrekken aan den geest en den
letter van het Covenant. Wanneer de minis
ter van buitenlandsche zaken nog niet ten
val gebracht is, dan komt dat, omdat hij de
instellingen heeft aangeprezen, die in de
buitenlandsche politiek, het program van
zijn tegenstanders vormen. Wanneer de
grootste groep dezer tegenstanders voortgaat
haar stem tegen hem uit te brengen, dan
geschiedt dit, omdat zij nooit één oogenblik
aan de juistheid van die politiek getwijfeld
heeft. Dat is de grootsche demonstratie van
de gehechtheid van het democratische Frank
rijk aan den Volkenbond en de Britsche
vriendschap.
Regeeringen verdwijnen, maar deze twee
essentieele elementen van de continentale
pacificatie zullen blijven bestaan.
(Nadruk verboden).
RADIOPROGRAMMA.
VRIJDAG 24 JANUARI.
HILVERSUM 1875 M.
8.— VARA. 12.— AVRO, 4.— VARA
8.— VPRO 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gram. pl. en pianospel. 9.00 Gram. pl.
10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht.
10.40 Gram. pl. 11.05 Vervolg voordracht. 11.20
Gram. pl. 12.00 Kovacs Lajos' orkest, en Gram.
pl. 5.00 Kinderuurtje. 5.30 VARA-orkest. 7.00
Lezing. 7.20 Vervolg orkestconcert. 7.50 Be
richten. 9.05 Causerie. 8.30 Cello en piano. 9.00
Lezing. 8.30 Vervolg concert. 10.00 Literaire
causerie. 10.45 Berichten. 11.00—12.00 Gram.
pl.
HILVERSUM n 301 M.
Algemeen Programma, verzorgd door
den KRO.
8.00—9.15 en 10.00 Gram. pl. 11.30—12.00
Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Gram.
pl. 1.00 KRO-Boys. 2.00 Operamuziek. 3.15 Or
gelconcert mmv. sopraan. 4.15 KRO-Kamer-
orkest. 5.00 Gram. pl. 5.15 KRO orkest. 6.00
Lezing. 6.20 Vervolg orkestconcert. 7.15 Lezing
7.35 Gram. pl. 8.00 Berichten. Gram. pl. 8.15
Causerie. 8.30 KRO-symphonie-orkest. 9.00
Gram pl. 9.15 Cabaretprogramma mmv. de
KRO-Boys, en solisten. 10.30 Berichten. 10.35
12.00 Gram. pl.
DROITWICH. 1500 M.
11.20—11.50 Orgelspel. 12.10 Populair con
cert. 12.50 Dansmuziek. 1.352.20 Trioconcert.
3.20 Lezingen. 4.20 BBC-Midland-orkest, mmv.
solist. 5.35 Dansmuziek. 6.20 Berichten. 6.50
Zang. 7.10 Lezingen. 8.20 „The Kentucky Min
strels", revue-programma. 9.20 Vioolrecital.
9.50 Berichten 10.40 Londensch Symphonie-or-
kest. 11.3512.20 Dansmuziek.
RADIO PARIS 1648 M.
7.20 en 8.35 Gram. pl. 11.35 dito. 12.35 Orkest
concert. 2.50 Gram. pl. 5.50 Orkestconcert. 8.20
Zang en piano. 9.05 Gevar. concert. 11.051.05
Orkestconcert. z
KEULEN, 456 M.
5.50—7.20 Orkestconcert. 11.20 Omroepklein-
orkest. 1.35—2.20 Gevar. concert. 3.20 Voor
drachten concert. 5.20 Gevar. concert. 7.30
Voor soldaten. 8.50 Toespraak. 9.50—10.50
Operaconcert.
BRUSSEL, 322 M.
12.20 Gram. pl. 12.50 Omroeporkest. 1.50
2.20 Gram. pl. 5.20 Populair concert. 6.35
Dansmuziek. 7.20 Zang. 7.35 Gram. pl. 8.20
Salonorkest. 8.50 Radiotooneel. 9.35 Salonor
kest. 10.30—11.20 Strijkkwartetconcerfc.
BRUSSEL. 484 M.
12.20 Gram. pl. 12.50 Salonorkest. 2.002.20
Gram. pl. 5.35 en 6.20 dito. 6.50 Chopin-recital.
7.35 Zang. 8.20 Voor oud-strijders. 10.30—11.20
Gram. pl.