HET NIEUWE AVONDBLAD
Hollandsche schippers in België.
2Ie JAARGANG No. 70
MAANDAG 27 JANUARI '36
IJMUIDEQ COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourervs Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN: 15 regels ƒ0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KEN NE MER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; ƒ30.- bij breuk van
boven- en/of onderarm; ƒ30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen. Ten
gevolge van spoor- tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; 3000.- bij overlijden van den man alleen; 2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar
tuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart.
tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H-A.V.-
Bank te Schiedam.
Een Wonderlijk Jubileum.
Het nieuwe Fransche kabinet, onder aan
voering van Albert Sarraut, is het honderste
van de Derde Republiek,
Honderd kabinetten van de Derde Republiek
wil zeggen: honderd in vijfenzestig jaar tijds.
De gemiddelde levensduur is dus zoowat acht
maanden geweest, hetgeen volstrekt niet be-
teekent dat acht maanden de normale le
venstijd is.
Het gemiddelde wordt zwaar gedrukt door
een aantal kabinetten, die bij hun eerste op
treden voor de Kamer meteen vielen. Het wa
ren proef ballonnetjes die niet wilden opstij
gen. Het laatste, nogal ridicule geval van de
zen aard, dat ik mij herinneren kan was een
kabinet onder leiding van den toen al zeer
ouden heer Jules Ribot, dat binnen vieren
twintig uur sneefde.
Bij een vorige gelegenheid is in deze ru
briek al eens uiteengezet, dat er een eigen
aardige omstandigheid is die de continuïteit
van Fransche regeeringen ten zeerste belem
mert. Die is, dat men het wapen der Kamer
ontbinding niet durft te hanteeren. In 1877,
toen de Derde Republiek pas zes jaar oud was
en het presidentschap werd bekleed door
Mac Mahon, ex-maarschalk van het Tweede
Keizerrijk, werd met diens krachtige mede
werking de Kamer ontbonden. Hij speelde een
leidende politieke rol in de daarop volgende
crisis, maar legde het af tegen het republi-
keinsche beleid van Gambetta en moest in
Januari 1879 zijn ontslag nemen, vóór zijn
termijn verstreken was. Deze ervaring gaf de
Derde Republiek een waren schrik van kracht-
menschen-als-president, en verlamde het con-
stitutioneele middel der Kamerontbinding, dat
sindsdien nooit meer is toegepast. Kort ge
leden scheen Doumergue er als premier op
aan te sturen, toen de affaire-Stavisky ge
weldige onrust in den lande verwekt had,
maar hij bracht het zoover toch niet.
Dat het middel der Kamerontbinding niet
wordt toegepast is een ernstige fout in de
toepassing der Fransche constitutie. Het ge
volg is dat de Kamer van Afgevaardigden naar
hartelust kan politiseeren zonder zich „tus-
schehtijds" ooit in haar bestaan bedreigd te
voelen. Wie tot Kamerlid gekozen is voelt zich
voor vier jaar absoluut veilig. Er zijn natuur
lijk meer oorzaken aan te wijzen voor de veel
vuldige regeeringswisselingen, maar in den
grond der zaak is dit zeker wel de belang
rijkste.
Het is een kenmerkende eigenschap van het
Fransche volk dat het zijn grootste kracht en
eenheid toont als de toestand zoo critiek
wordt, dat het op den rand van den afgrond
schijnt te wandelen. Hevige crises plegen in
Frankrijk te leiden tot een langdurig bewind.
Voorbeelden daarvan zijn het kabinet Wal
deckRousseau (18991902) dat bij zijn op
treden nauwelijks een meerderheid haalde,
maar drie jaar stand hield in zijn streven, de
affaire-Dreyfus op te lossen en te liquideeren,
het kabinet-Combes, dat er op volgde, 2Vs jaar
leefde en den strijd tegen de congregaties tot
een beslissing bracht, het eerste kabinet-Cle-
menceau (1906—1909) dat de Marokko-
kwestie met het bombardement van Casa
blanca doorworstelde en een groot oproer in
Zuid-Frankrijk te onderdrukken had, het
tweede kabinet-Clemenceau (1917—1919) dat
den oorlog tot een einde bracht en de vredes
onderhandelingen voor Frankrijk voerde en in
recente jaren nog het kabinet-Poincaré (1926-
1929), dat de franc stabiliseerde en den finan-
ciëelen toestand saneerde.
In het algemeen bewijst de historie ook van
deze Fransche regeeringen, dat zij stand kon
den houden en grooten invloed behielden zoo
lang de toestanden critiek bleven. Dan week
steeds de politieke intrige voor een sterk re-
geeringsbeleid. Zoodra evenwél het gevaar
voorbij was stak zij steeds den kop weer op
en herhaaldelijk werd de kort te voren nog zoo
dankbaar geprezen minister-president smade
lijk ten val gebracht. Waldeek-Rousseau in
1902, Clemenceau in 1919 voorkwamen dit door
uit eigen beweging af té treden toen zij hun
taak volbracht achtten, maar Clemenceau liet
zich candidaat stellen voor het presidentschap
der Republiek en faalde. Men wilde weer geen
„homme d' action", geen man-van-de-daad,
in het Elysée.
In den huidigen toestand der wereld schij
nen gevaren genoeg te bestaan om weer eens
in Frankrijk tot een eenigszins-duurzaam be
wind te komen. Maar in het land zelf ziet men
deze gevaren blijkbaar nog niet als zoo
danig in.
R. P.
JAARVERGADERING CENTRALE A.-R.
KIESVEREENIGINGEN.
De Centrale van A.-R. Kiesvereenigingen
in deze gemeente houdt Donderdag 30 Jan.
a.s. 'haar jaarvergadering in het gebouw
Willebrordstraat 10.
Op deze vergadering zal de heer K. v. d.
Berg van Santpoort een referaat houden
over het onderwerp: „Keuohenius als belij
der, strijder en lijder".
VELSEN
Concert „Looft den Heer".
Ten bate der Schoolvoeding.
Voor het comité, dat het Zaterdagavond ge
geven concert in het gebouw Concordia geor
ganiseerd had, waarvan de baten de school
voeding ten goede zouden komen, is deze uit
voering wat de belangstelling betreft stellig
een teleurstelling geweest. Want de zaal van
dit excentrisch gelegen gebouw was slechts
zeer matig bezet toen Dr. L. S. Limborgh
Meijer, directeur van den Gem. Geneesk.
Dienst, zijn openingswoord aanving. Spr. gaf
een uitvoerige uiteenzetting van de wijze
van beoordeelen van voorkomende onder
voeding bij kinderen.
Deze diagnose of en in welken graad on
dervoeding aanwezig is, is niet altijd gemak
kelijk te stellen. Omdat men, vooral bij het
schoolgaand kind, met vele factoren reke
ning houden moet en men zich, wat de ver
houding van bijv. lengte en gewicht betreft,
licht vergissen kan, ook al omdat de groei
periode hierin een woordje meespreekt.
Gelukkig heeft, toen het euvel der onder
voeding zich begon te openbaren, zich een
groep menschen in onze gemeente, wien de
zorg voor de gezondheid van het opgroeiend
geslacht zeer ter harte ging, tot een ijverig
werkend comité aaneengesloten met het doel
het verstrekken van warme maaltijden op
school te propageeren en zelf mogelijk te ma
ken.
Dat deze schoolvoeding noodig, ja absoluut
noodzakelijk is, kon dr. Limborgh Meijer na
veelvuldig en langjarig onderzoek van in min
dere of meerdere mate ondervoede kinderen,
als zijn vaststaande meening uitspreken.
Daarom had hij bewondering voor de wijze
waarop de dames en heeren, welke de taak
der verzorging dezer schoolvoeding op zich
genomen hadden, zich hiervan in de practijk
dagelijks kweten. Dat hun werk den zoo hoog
noodigen steun moge blijven ontvangen.
Looft den Heer, het zoo gunstig bekend
staande koor, had in de afwerking van het
programma een voornaam aandeel. De ge
zongen liederen waren grootendeels dezelfde
van het concert van 23 December j.l., dat wij
destijds uitvoerig bespraken. Zoodoende mo
gen wij ons van een afzonderlijke beoordee
ling der liederen ontslagen achten.
Wij willen volstaan met te zeggen, dat van
het eerste koraal van Bach, via Gounod's
prachtige Goede Vrijdag en Vrancken's Ko
ren tot aan de laatste strofe van Jesus, unser
Trost und Leben het koor met zijn fraai ma
teriaal zich van zijn beste zijde deed hoo-
ren. En de 55 bezoekers terecht met een har
telijk applaus directeur Stephen Jansen voor
deze prestaties mochten beloonen.
Mevr. M. RambonnetSpeet was dezen
avond zeer goed gedisponeerd en gaf een
doorvoelde vertolking van twee Schubert-
liederen en Brahm's Von ewiger Liebe, zoodat
zij haar rèputatie van zangeres onverzwakt
wist te handhaven. Ook de drie Maleische
liedjes van den zoo lange jaren in Ned.-In-
dië vertoefd hebbende Zeeuw Constant v. d.
Wall vielen bij de aanwezigen zeer in den
smaak. Zelden hoorden we mevr. Rambonnet
zoo zingen.
Mevi'. R. HeijbroekGouda, die zich op
zulk een voorname wijze van haar taak als
begeleidster der zangeres had gekweten, heeft
ons doen genieten van brilliant gespeelde
Rosamun de-variaties, Intermezzo op. 117—2
van Brahms en Chopin's Ballade op. 52. Heb
ben we voor datgene wat zij in beide laatst
genoemde composities wist te bereiken uit
gesproken waardeering (over welk een
fraaien aanslag beschikt deze zoo zelden op
tredende pianiste) in de virtuose meditaties
over een der Rosamunde-thema's vermocht
zij ons wel het meest te boeien.
Mevr. Heijbrock liet zich gelukkigerwijze niet
beïnfluenceeren door de ongezellige atmos
feer der halfleege zaal en verklankte de door
haar gekozen werken op een zoodanig artis
tieke wijze, dat we haar optreden zeker een
der hoogtepunten van deze uitvoering mogen
noemen.
De heer P. Bosman, voorzitter van het co
mité der schoolvoeding sprak aan het eind
van den avond woorden van dank tot hen,
die dit concert tot een succes hadden ge
maakt en dat waren danvnl. wel de muzikale
medewerkers en de directie der papierfabrie
ken van Gelder voor het gratis afstaan van
de zaal. Hij betreurde de geringe opkomst en
mocht terecht zeggen, dat de afwezigen ook
ditmaal weer eens ongelijk hadden gehad.
W.
RAICHENBACH SPEELT SIMULTAAN BIJ
D. C. IJ.
Het bestuur van D.C.IJ. is er, dank zij de
medewerking van den wereldkampioen in
geslaagd, Raichenbach bereid te vinden tot
het spelen van een simultaan-séance. De
wereldkampioen zal tegen een maximum
aantal van 40 deelnemers spelen.
De séance vindt plaats in Kennemerhof
op 4, 5 of 6 Februari.
A.s. Dinsdagavond wordt de datum offi
cieel vastgesteld.
FEESTAVOND „ALGEMEEN BELANG".
De vereeniging „Algemeen Belang" hield
Zaterdagavond een feestavond in „Het Wa
pen van Velsen", die ook nu weer uitstekend
slaagde. De zaal was, zooals we dit van „Al
gemeen Belang" gewend zijn, geheel bezet.
De voorzitter der vereeniging, de heer J.
Mijzen sprak in zijn openingswoord zijn vol
doening uit over de groote opkomst. Hij kon
echter niet nalaten, zijn teleurstelling te
uiten over het slechte bezoek van de onlangs
gehouden jaarlijksche ledenvergadering. Ver-
En de schaduwzijde van de radio-telefonie.
Eenige weken geleden plaatsten wij in ons
blad een berichtje onder het hoofd „Schaduw
zijde van de radio-telefonie", waarin wij er
op wezen, dat Belgische schippers profiteerden
van de radio-telefonische gesprekken, die
schippers van IJmuidensche trawlers met el
kaar voerden over hun vang-resultaten. Wij
wezen op het nadeel als gevolg daarvan voor
onze vischerij en onzen vischexport doch ont
hielden ons verder van eenig commentaar.
Hiervoor hebben inmiddels „De Nieuwe Vis
scherij Courant" van Amsterdam en „Het
Visscherijblad" van Oostende gezorgd. Het
Belgische blad gaf als zijn meening te kennen,
dat wanneer thans de Belgische trawlers op
dezelfde gronden vissehen als de IJmuidena-
ren. dit het gevolg is van het feit, dat de Bel
gische visschers, dank zij hun zeer modern in
gerichte schepen en hun steeds vaardiger ken
nis, er langzamerhand toe zuilen komen, niet
den weg aangewezen te worden, maar zelf den
weg aan te wijzen, daar het bekend is, dat zij
als stoutmoedig en ondernemend bekend
staan. Onze Noorderburen, vervolgt het blad,
verliezen daarbij uit het oog. dat sedert een
jaar een tweetal „puike" Hollandsche schip
pers op sommige Belgische trawlers meevaren.
„De Nieuwe Visscherij Courant" zegt hier
over: „Twee puike Hollandsche schippers doen,
dag in dag uit hun uiterste best om niet alleen
onzen exporthandel, maar ook de reederij-
bedrijven te dupeeren. Stellig is het niet zon
der leedvermaak geweest, dat onze Oostend-
sche collega deze woorden neerschreef." En
dan verder: „Hollandsche schippers, die hun
Belgische collega's op dreef helpen, ten koste
van den export. Die hen ijverig leeren, waar en
hoe te vissehen en van den eenen trawler op
den anderen overstappen. Net zoolang, tot hun
leerlingen geacht worden, de kunst meester te
zijn en dan kunnen ze weer huiswaarts
trekken om te trachten een plaats op de
IJmuider vloot te bemaehtigen en dan te kla
gen over den export, waarmee het toch zoo
bitter slecht gaat. Men voelt wel, dat het zoo
niet kan blijven doorgaan. Wij hebben niets
op de Belgen tegen integendeel maar vin
den het toch al te dwaas, dat zij door eigen
landgenooten worden voorgelicht ten koste
van het nationaal welvaartspeil. Daar moet
een eind aan komen. Export van visch en ex
port van schippers kunnen niet samengaan.
Wellicht is de Reedersvereeniging in IJmui
den in staat, hier iets te doen. Het ware ons
het liefst, indien de beide schippers nog mor
gen terugkeerden, maar dat kon natuurlijk
niet. Ook zonder hen zullen de Belgen, al mag
het dan niet zoo snel gaan. hun weg wel vin
den. In ieder geval is het noodzakelijk, dat
aan deze kwestie aandacht wordt besteed. Zij
is er belangrijk genoeg voor".
der werd nog medegedeeld, dat in de laatste
week van Februari of in de eerste week van
Maart een „bonte avond" gehouden zal wor
den.
Hierna trad de tooneelclub der vereeniging
voor het voetlicht voor de opvoering van de
klucht „Een pootig wijfje". Deze een-acter
heeft, wat de titel wel doet verwachten, heel
veel gevergd van de lachspieren der aanwe
zigen, die haast niet tot rust kwamen, vooral
ook doordat vlot werd gespeeld. Het is dan
ook goed gezien van den leider van de wak
kere tooneelclub, stukken van het lichte
genre voor het voetlicht te brengen.
Na de pauze, waarin een verloting ten
bate van de kas gehouden werd, werd opge
voerd „In naam der Koningin", waarmede
eveneens veel succes werd geoogst.
Voordat het bal begon werd den regisseur
den heer P. Kossen een welverdiende bloe
menhulde gebracht.
Hierbij teekent het Belgische blad het vol
gende aan:
„Dat Hollandsche schippers op onze vloot
him brood moeten trachten te verdienen, is
niet onze fout en ook niet die van de werklooze
Hollandsche visschers, voor wie het er in de
eerste plaats op aan komt, voor de hunnen
eten te hebben, zonder in armoede te moeten
leven op de kosten van den Staat.
Tusschen die Belgische reederijen en de be
langhebbende schippers bestaat er een con
tract en wie zegt ons, dat zij na afloop van
dit contract zoo maar naar huis gezonden
zullen worden?
Onze Hollandsche vrienden kunnen het hun
landgenooten niet euvel nemen, dat zij den
moed bezitten, hun brood te verdienen, daar
waar het hen in eigen land misschien onmo
gelijk is geworden. Men zou het eerder als een
eer moeten beschouwen, dat landgenooten
daartoe de gelegenheid krijgen.
Zien we dit jaar geen aantal Hollandsche
schepen ook de ijle haringvangst aan de Fran
sche kust uitoefenen, daar waar vroeger alleen
de Belgen deze visscherij uitoefenden.
En wie heeft de Hollanders onderricht? Een
Belgische schipper!"
Zoowel het Amsterdamsche als het Oostend-
sclie blad begaf zich op een zijweg. Het ging
er in ons berichtje „De schaduwzijde van de
radio-telefonie" alleen maar om er op te wij
zen, dat als gevolg van de radio telefonie de
Belgen in de gelegenheid worden gesteld, die
gronden te bevisschen, waar de Hollanders
goede vangsten hadden gesignaleerd. Het Am
sterdamsche blad schrijft, aan dit stukje niet
al te veel waarde te hechten; wij die uit den
mond van reeders hebben vernomen, dat zij
deze soort concurrentie verre van aangenaam
vonden, achten het feit echter van voldoende
belang, om er nog eens de aandacht op te ves
tigen. Niet omdat wij den Belgen de ontwik
keling van hun visscherij be drijf misgunnen,
maar omdat de Nederlandsche visscherij door
deze al te openhartige radio-gesprekken bena
deeld wordt. Als de reeders hun schepen met
kostbare installaties voor radio-telefonie heb
ben uitgerust, hebben zij dit niet gedaan, om
er anderen van te laten profiteeren, maar om
er zelf de vruchten van te plukken. En uit
hoofde daarvan zou het o.i. aanbeveling ver
dienen, dat er maatregelen werden genomen,
dat deze gratis-adviezen onmogelijk werden
gemaakt. Ook wil het ons voorkomen, dat de
radio-telefonie wel eens misbruikt wordt.
Wat nu het varen van Hollandsche schippers
op Belgische trawlers betreft, met de beschou
wing van onzen Amsterdamschen collega hier
over zijn wij het niet eens. Zou hij het schip
per Gravemaker c.s. willen verbieden, dienst
te nemen op een Belgisch vaartuig wanneer
zij in IJmuiden geen kans meer hebben, om
aan den slag te komen? Als hij op dit stand
punt staat, hoe denkt hij dan over het varen
van Nederlandsche visschers op de Deensche
kotters om de snurrevaad-visscherij te leeren?
Dergelijke dingen zijn onaangenaam, maar
daaraan is nu eenmaal niet te ontkomen. Wij
leerden Duitschland het haringvisschen, wij
leeren het thans Polen, wij op onze beurt leer
den van Duitschland (of keken het af) het
haringtrawlen. Belgen vertelden ons hoe en
waar we in het Kanaal haring konden vis
sehen. Men denke maar eens aan de eerste reis
van den IJmuidenschen trawler naar de Ka-
naal-haringvisscherij. Werd dat geen misluk
king, omdat de juiste methode niet werd ge
volgd?
Kan de Reedersvereeniging hieraan iets
doen? Niet zoo heel gemakkelijk. Zij kan er
voor zorgen, dat de beide IJmuidensche schip
pers, die thans voor Oostende varen, wanneer
hun contract met de Belgische reederij is af-
geloopen, weer aan het roer van een IJmui
denschen trawler komen te staan. Niets zal
dezen menschen liever zijn dan dat. Maar dan
zullen er altijd weer anderen gereed staan, om
hun taak over te nemen. Er is lang niet vol
doende werk voor alle schippers, zelfs niet voor
allen, die bekend zijn met de Noord-visscherij,
waarom het hier gaat.
Dit is dus ook al weer een crisis-verschijnsel,
dat eerst met de crisis verdwijnt, d.w.z. dan,
wanneer dat deel van de IJmuidensche vloot,
dat thans ligt te roesten, ook weer in bedrijf
is. En aangezien dit nog wel eenige jaren kan
duren, zullen we nog eenige jaren de kans
loopen, dat Nederlandsche schippers hun Oos-
tendsche collega's leeren, waar en hoe ze
schelvisch en kabeljauw kunnen vissehen. Met
en zonder afluistering van radio-gesprekken
van hun Nederlandsche collega's.
S. B.
IJsinvoer.
Het Noorsche stoomschip Rosten is hier van
Skiën in de Visschershaven aangekomen met
een lading natuurijs.
Bezoek vreemd oorlogschip.
In den loop van de volgende maand zal het
Zweedsche oorlogschip Gothland een bezoek
aan de hoofdstad brengen. Deze kruiser is
speciaal ingericht als moederschip voor vlieg
tuigen.
Scheepvaartbeweging.
In de afgeloopen week kwamen hier binnen.
54 stoomschepen en 10 motorschepen, teza
men 64 schepen tegen 59 schepen in de vooraf
gaande week. Naar zee vertrokken 55 stoom
schepen en 10 motorschepen, tezamen 65
schepen tegen 57 schepen in de week tevoren.
Uit en naar zee passeerden in de laatste
week 129 schepen of 13 schepen meer dan in
de voorlaatste week.
DRIEHUIS.
Het landgoed „Vogelenzang", waar thans naar alle waarschijnlijkheid de
Padvinders jamboree 1937 gehouden zal worden.
Feestavond Buurtschap
Driehuis.
Hoezeer onze plaats op velerlei gebied ook
vooruitgaande is, een zaal, waarin een groote
vereeniging, als de Ver. van Bewoners in de
Buurtschap Driehuis is, haar feestavonden
kan geven, is er niet. Voor een gewone leden
vergadering mag ,,'t Huis te Velsen" voldoen
de ruimte bieden, voor een töoneelavond is
het èn door het ontbreken van een behoor
lijk toon eel èn door ruimtegebrek ten eenen
male ongeschikt.
Bovengenoemde vereeniging is dan ook ge
noodzaakt voor haar feestavonden de gast
vrijheid in te roepen van Velsen-Noord of
Santpoort.
Door de betrokken zaaleigenaren wordt deze
haar natuurlijk volgaarne verleend, maar op
het bezoek is het moeten afleggen van
deze afstanden ongetwijfeld van invloed.
Dit houdt niet in, dat de feestavond, welke
Zaterdag in „De Weyman" gegeven werd, on
voldoende bezocht was, maar gezien het aan
tal leden, dat de vereeniging telt en de mede
werking van de bekende A(msterdamsche)
T(ooneel) en C (abaretclub) had geen plaats
in de zaal onbezet mogen geweest zijn en dat
was toch wel het geval, toen de heer Brug-
geman, de voorzitter van de organiseerende
vereeniging, den avond opende met het wel
kom toeroepen aan alle aanwezigen, in 't bij
zonder aan de afgevaardigden van de zuster
verenigingen „Parkwijk Zeeweg" en „Sant-
poorts Bloei" en het eere-lid, den heert Wil
lem van Heyst.
De A. T. E. C. is bij de Ver. ran Bewoners,
alsook bij .Santpoort-s Bloei" een gaarne ge
ziene gast. Dit spruit in hoofdzaak voort uit
het feit, dat de capaciteiten der dames- en
heerenleden van dien aard zijn, dat men met
iets goeds kan komen. De A. T. E. C. beschikt
over een kern van leden, die er reeds jaren
deel van uitmaken en die dus volkomen op
elkaar ingespeeld zijn. Zoo vaak we de Am
sterdammers hier reeds zagen optreden, Lou
Hamers, Jaap Berghuis en Rien de Bruyn
waren van de partij en ook de dames Jos. de
Bij, Trees Hamers-Colon en Mia Hoppe zijn
„oude bekenden" van de Buurtbewoners en
„Santpoorts Bloei"-ers geworden.
Ook dezen avond is het optreden van de
Amsterdammers een waar succes geworden.
We overdrijven niet, wanneer we beweren,
dat „de lach niet uit de zaal was" en dat er mo
gelijk nog niet harder gelachen is, moet ge
schreven worden op rekening van het feit,
dat men zich vaak bedwong om van het ge
sprokene niet al te veel te missen.
Het ligt niet op onzen weg een critisch ver
slag van de tooneeluitvoering als zoodanig
te geven, maar we willen toch even memo
reer en, dat Lou Hamers weer ongemeen gees
tig was met zijn druk, beweeglijk spel zelf
vond hij zich uiterst kalm trouwens Rien
de Bruyn het type huisknecht, dat bedoeld
werd, kranig uitbeeldde, niet in 't minst in
zijn „stil spel", Jaap Berghuis zijn advocaten-
ï'ol best onder de knie had, Trees Hamers het
nu eens bedeesde, dan weer verliefde kame-
niertje, uitnemend weergaf, Jos de By vooral
in haar wanhoop en verontwaardiging uitste
kend was wat had haar uiterlijk, omdat zij
bemerkt had, dat haar man haar bedrogen
had, 'een verandering ondergaan! en Mia
Hoppe heel goed te zien gaf, dat zij de man
nen aardig „door" had.
Aan het eind van elk bedrijf, maar vooral
toen het scherm voorgoed zakte, klonk dan
ook een krachtig applaus en dit zwol aan tot
een ovatie, toen voorzitter Bruggeman de
A. T. E. C. in de dames, wien hij een doos
bonbons aanbood, huldigde.
Nadat een loterij, waarvoor tal van Drie-
i huizer neringdoenden prijzen hadden beschik-
I baar gesteld, groote spanning had opgeleverd
en de heer Willem van Heyst het bestuur dank
gezegd had voor zijn vele werk, zorgde Drie
huis' eigen band onder leiding van den heer
DesBouvrie er voor, dat „de beenen van den
vloer" kwamen.