Avonturen in sneeuw en ijs Vrijgezellen belasting. BEVERWIJK De R.-K. Fröbelschool in moeilijkheden. Gemeente verminderde de bijdrage. Het R.-K. Parochiale Kerkbestuur van de H Agatha alhier heeft zich tot den Raad ee'wend met het verzoek een gunstige rege- fine te verkrijgen tot oplossing van niet- voorziene moeilijkheden, welke ten aanzien van de R.-K. Fröbelschool aan de Koning straat alhier zijn ontstaan en waarvoor de navolgende overwegingen aanleiding hebben gegeven e 1 dat de school is gesticht door genoemd kerkbestuur met het vaste vertrouwen, dat de ter gelegenheid van die stichting in het leven geroepen verordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 Juli 1925, de exploitatie pn instandhouding van het bijzonder voorbe reidend onderwijs blijvend zou garandeeren; 2 dat in strijd met dat goede vertrouwen die verordening bij raadsbesluit van 29 Augustus 1933 is ingetrokken echter met de henalin0", dat de rentevergoeding over het bedrag der stichtingskosten voor het kerk bestuur behouden bleef; 3 dat bij die gelegenheid geen rekening is gehouden met de kosten van onderhoud en instandhouding van het gebouw en inventa ris en ook niet met aflossing van de op de school drukkende schuldenlast, welke is aan- eeeaan, om tot stichting te geraken; 4 dat die schuldenlast van f 93736.45 tegen 5 pet. een rente vorderde van f 4686.82, op welk bedrag zoowel voor 1935 als voor 1936 was gerekend; 5. dat het kerkbestuur inmiddels en wel met ingang van 1 Maart 1935 de obligatie houders van bedoelde leening heeft bereid gevonden de rente te verlagen tot 4 pet. en dit voor het gemeentebestuur, dat dit heeft vernomen, aanleiding is geweest het bedrag van f 4686,32 te verminderen en wel zoodanig dat over 1935 f 703.02 minder is uitbetaald; 6. dat door deze vermindering het kerk bestuur met de Fröbelschool in steeds groo- tere moeilijkheden geraakt, want in de jaren 1934 en 1935 heeft het deze school met de grootste moeite in stand kunnen houden en had juist door de mindere rente-uitbetaling dekking meenen te vinden voor de kosten van onderhoud, assurantie enz., om van af lossing nog maar niet te spreken; 7. dat het daarom alleszins billijk is. be halve rentevergoeding ook de kosten van on derhoud enz. vergoed te krijgen en het kerk bestuur den raad dringend verzoekt in elk ge val tenminste het bedrag van f 4686.82 plus de kosten van onderhoud enz beschikbaar te stellen, zoowel voor 1935 als voor de vol gende jaren. JAARVERGADERING R.K. VOLKSBOND. De Jaarvergadering van de plaatselijke af deling van den Ned. R.K. Volksbond is vas'^esteld op Donderdag 20 Februari a.s. E- zal een bestuursverkiezing worden ge houden wegens aftreding van de heer F. J. Schots, P. Sneekes, C. Wester en N. Zuur bier. WANDELSPORTVEREENIGING „De VOORTREKKERS". Zaterdagavond heeft de Wandelsportver- eeniging „De Voortrekkers" in de bovenzaal van Hotel „Oud Meerenstein" een feestavond gehouden, die zich in een druk bezoek mocht verheugen. De heer Leo Peelen was als humorist-con ferencier met de leiding van dezen feest avond belast en heeft met zijn liedjes en voor drachten den Voortrekkers en hun introducé'? vrooljjke oogenblikken bezorgd. Hij oogstte vooral met zijn transformatieschetsen zeer veel bijval. Ook de leden van de wandelsport- vereeniging lieten zich niet onbetuigd en gaven ettelijke „nummers" ten beste. Een groot succes werd de opvoering van de Voortrekkers-revue, waarvan de liedjes uit vollen borst werden meegezongen. De avond was ai voor een groot deel ge vorderd. alvorens de voorzitter van de „Voor- trekers" gelegenheid vond een kort propa- gandawoord voor de wandelsport te spreken. Daarna begon de feestelijke stemming er eerst recht in te komen. Zij bleef er in tot het ur van scheiden was gekomen. En dat gebeurde pas, toen de nacht zoo ongemerkt al heel ver gevorderd was. DE JEUGD VAN ..TURNLUST" NAAR DE REVUE.. Het bestuur van de Gymnastiekvereniging „Turnlust" heeft bij de viering van het zilve ren jubileum ook de adspiranten in de ge legenheid gesteld de revue „Geeft Acht" te be wonderen. Zondagmorgen was het Kennemer Theater voor de Turnlust-jeugd gereserveerd. De jongens en meisjes hebben natuurlijk volop genoten van de revue, die voor deze gelegen heid een aparte „jeugd-bewerking" had onder gaan. De compères vooral hadden zich ge heel op hun jeugdig auditorium ingesteld en zij waren onmiddellijk de beste maatjes met de woelige schare. Het contact liet aan beide zijden van het voetlicht niets te wenschen over. De „hoop op de toekomst" wist het ge- bodene zeer te waardeeren en vele malen klonk na een mooie scène of een „goeie mop" een daverend applaus door de zaal. Het lof lied op Beverwijk werd op volle kracht mee gezongen. De jeugd had een prettigen Zondagmorgen en was zeer voldaan over al wat zij gezien en gehoord had. VOORDRACHTAVOND VAN HET NUT. m£Pn50n?erdag 20 Februari zal hl het Kenne- nJnirfl de volgende voordracht gehouden worden van het Nut. Spreker is Ds. G. West- £lt; Rotterdam over „Een Zeppelinreis naar Brazihe Een film zal het gesproken woord toelichten. DE STAND DER WERKLOOSHEID. Het aantal werkloozen, dat aan het einde der vorige week bij den gemeentelijken dienst •^Wf- sverzekerinS en arbeidsbe middeling stond ingeschreven, was wederom hooger dan in de daaraan voorafgaande week. Deze stijging kwam ditmaal op reke ning van Wijk aan Duin en Heemskerk. De werkloosheid komt voor in de volgende vakken: Beverwijk: Bakkers 8 bankwerkers 10. behangers 1. be- tonvlechtevs 4. betonwerkers 2, blikbewerkers 7, blikslagers 2, carrosseriemakers 1, chauf feurs 23. drukkers 7, electriciens 7. expedi teurs 3. grondwerkers 97. handlangers 5, iso- leerders 2. kappers 2, kantoorbedienden 14, kleermakers 3. landarbeiders 54, lasschers 1, loodgieters 3, losse arbeiders 263, machinisten 5, machinedrijvers 2, machinale houtbewer kers 4, marmerbewerkers 1, marmerpolijsters 1, metaalbewerkers 4. metselaars 16, mon teurs 9, opperlieden 16, plaatwerkers 2, reizi gers 4, schilders 20, schippers 6. schoenmakers 2, sigarenmakers 52, sorteerders 4, slagers 1, smeden 4, steenhouwers 2, stoffeerders 2. sto kers 8, stucadoors 7, teekenaars 2, timmer lieden 40, uitvoerders 1. voegers 1. voerlieden 3, voorslaanders 2, zeilmakers 1. winkelbedien den 4, dienstboden 14, werksters 4. boekbin ders 1, stenografen 1, glassnijders 1, koks 1, stuurlieden 1, kuipers 1, totaal 770 (vorige week 765). Wijk aan Duin: Bakkers 2, bankwerkers 12, behangers 1, betonvlechters 1, betonwerkers 5, blikbewer kers 1. blikslagers 6. chauffeurs 21. drukkers 1, electriciens 8, grondwerkers 38, handlan gers 3, kappers 7. kantoorbedienden 18, kell- ners 1. landarbeiders 55, loodgieters 3. lijn- werkers 1. losse arbeiders 134. machinisten 7, machinedrijvers 1, metaalbewerkers 6, met selaars 13, meubelmakers 1, monteurs 4. op perlieden 29, plaatwerkers 1, reizigers 3. schil ders 7, schippers 8, schoenmakers 3, sigaren makers 11, slagers 3, stokers 3, straatmakers 2. stucadoors 5, teekenaars 1, timmerlieden 27, voegers 5 voerlieden 2. zeilmakers 1. winkelbedienden 6, dienstboden 8. werksters 2, boekbinders 1. stuurlieden l, tegelzetters 1, totaal 498 (477) Heemskerk: Betonvlechters 2, betonwerkers 6. chauf feurs 5. electriciens 1, grondwerkers 21, kan toorbedienden 1, landarbeiders 64. losse ar beiders 46, metaalbewerkers 1, opperlieden 9, reizigers 1, schilders 1, stoffeerders 1, timmer lieden 12, uitvoerders 1. dienstboden 7, werksters 2, totaal 131 (167). HEEMSKERK WITTE KRUIS. Donderdag 13 Februari houdt de afdeeling Heemskerk van het „Witte Kruis" de jaar vergadering in café „Flora". 55 JAAR GETROUWD. Zondag vierde het echtpaar J. v. Lieshout- Stenge zijn 55-Jarige echtvereeniging. De echtelieden die nog zeer kras zijn hebben van alle kanten een groote belangstelling gehad. Des middags werd door het fanfarecorps ,.St. Caecilia" een muzikale hulde gebracht., wat zeer op prijs werd gesteld. BURGERLIJKE STAND. Geboren: Jantje, d. v. G. Huisman en M. Schipper; Petrus Jacobus, z. v. Joh. Schelle- kens en A. M. Hoogewerf; Aafje Maria Johan na. d. v. J. Docter en J. Houtwipper. Getrouwd: P. Tijms en Hendr. J. Oosterwal. Men spreekt nu over het belasten Des Nederlandschen vrijgezel, Een vinding, niet van onzen bodem. Maar naar een buitenlandsch mode Wie nog een vrijgezellig leven In deze donkre dagen leeft. Moet wel met bitterheid ervaren, Dat dit den fiscus aanstoot geeft. Om de belasting te ontsnappen. Zou hij dan maar met goed fatsoen, De veelal hachelijke stappen Van vrij naar vrijer moeten doen. Het is nog niet zoover gekomen, Dat die belasting er ook is En, alles bij elkaar genomen, Acht ik (getrouwd man zelf) haar mts. Kent dan de fiscus geen erbarmen, Met mannen in den vrijen staat. Wie elke jonge vrouw (de armen) Geregeld blauwtjes loopen laat? Het recht eischt dan dat ieder meisje, Een aanzoek ook aanvaarden moet. Of op z'n minst, wanneer zij weigert. Ook door den fiscus wordt beboet. Reeds worden buitenlandsche reizen, Waarschijnlijk binnenkort belast, Ik wil er even nog op wijzen, Hoe dit op vrijgezellen past. Men heft, wanneer de man gaat trouwen. Zijn vrijgezelbelasting op, Hij komt, met huwelijksreisbelasting, Weer van den regen in den drop. P. GASUS. VELSEN. Concert Mannenkoor Eendracht". ,De. De zaal van Concordia was Zaterdagavond goed bezet met tal van belangstellenden, waar onder velen uit IJmuiden, die gekomen waren om het door het mannenkoor De Eendracht tp geven concert bij te wonen. De voorzitter de heer R. Meijer opende met een woord van welkom, in het bijzonder aan den heer Smit en de afgevaardigden der ver schillende vereenigingen. Voor directeur H. van Dijk met zijn manne tjes lag het zwaartepunt van het programma na de pauze. Bij den aanvang van den avond zongen ze Olman's De Gravers, Tehuis van Bonset en v. d. Roovaart's Domine Salvam fac. van welk drietal de gelukkige compositie van Olman ons weer eens liet hooren welk veelbelovend materiaal de heer van Dijk heeft staan. Maar niet alleen materiaal is er noodig om een werk te realiseeren, ook soepelheid en allereerst straffe discipline zijn onmisbare elementen om tot een goede uitvoering te ge raken. Nu, in soepelheid heeft de dirigent zijn koor zeker wel opgevoed; de discipline kon echter nog steviger zijn, want De Gravers wil den nu nog vaak ongelijk graven. Niet opval lend weliswaar, maar toch hoorbaar voor het critische oor. Zoolang het lage en midden materiaal den boventoon voeren kon, weet De Eendracht een gezonden klank te ontwikkelen, kwamen de tenoren echter hier hun forte aan toe voegen, dan werd het timbre voor de pauze uitge sproken grof. De leden trachten, elk voor zich vooral hun geluid een gaven klank te geven. Ook van de innerlijke bewogenheid, het aan voelen van wat men zong, konden de leden nog meer doordrongen worden Wordt dit niet bij elk werk overwogen, dan lijdt de.uitvoering aan 'n onvoldoende muzikale spanning. Na de pauze werd dit even anders; hoewel de zangers het zich met Neumann's vrij zware werk In Epiphania zeker niet gemakkelijker gemaakt hadden, bleek uit de eerste maten al, dat het de bijzondere aandacht van allen had genoten. En kon de vertolking zoodoende een gezond muzikale stuwing krijgen. Het versterkte mannenkoor bezat thans kwaliteiten, welke we voor de pauze geheel hadden moeten missen. Het is dit typische ver schijnsel, dat ook naar voren kwam op een vorig concert en waar we toch even den na druk op willen leggen: een gedeelte van het programma (het begin) is nog niet podium- rijp en de andere helft is uitstekend ver zorgd. Het Hallelujakoor kreeg een goede kans even te laten uitkomen, hoe goed het ensem ble bezet is in baritons en bassen. De tenoren kregen hun beurt in Zondagmorgen, dat een staaltje van fraaien, dynamisch verzorgden en homogenen mannenzang werd, ook al omdat het binnen het bereik van de zangers lag! Het toonpeil werd den geheelen avond goed be waard. Het Papiermakerslied, compositie van aen heer van Dijk, is een zeer vrije bewerking van eenige oude Duitsche gildelïederen uit den tijd, dat het nobele handwerk „het papier- maken" in vollen bloei stond. Bij dit papiermakersgedicht had de diri gent passende muziek gearrangeerd, voor welk werk hem eenige „producten van eigen bo dem" als aardige attentie werden overhandigd. Zweer's On Hollandsch, met C. Amse Jr. aan de piano, genoot een breede en forsche uitvoering, zoodat het optreden van de man- nenzangers bij het publiek een gul onthaal vond. Men trachte, met alle waardeering voor het gepresteerde, een volgende maal een volkomen afgewerkt programma te brengen. Natuurlijk kan het eene werk wel eens beter uitvallen dan het andere, maar zulk een indruk kregen we nu niet altijd mede. De gasten der Eendracht waren de leden van het IJmuidens a Capella Koor met hun direc teur, den heer P. Grin Jr. Deze maakten met hun Sneeuwklokjes een uitstekenden indruk Fraai genuanceerd en met voordracht werk ten zij hun repertoire af. Jammer, dat de te noren voor hun gering getal nog dikwijls t.ot forceeren gedwongen worden. De intens mu zikale opvoeding sprak wel uit het bekende Ellen en Salve Regir.a. Wij wenschen a Ca pella Koor spoedig een vergrooting van het ledental toe, opdat het tot nog volmaakter prestatie in staat zal zijn. De Donauwals en het melodieuze Zigeuner- leben van Schumann voerde men uit met bege leiding van leden uit het symphonie-orkest Euphonic. We konden den indruk niet van ons afzet ten, dat de leden van het orkest hun taak wel wat al te lichtvaardig opgevat hadden. Hoe wel de werken hun geenszins onbekend zijn, was het rythme er dikwijls niet; en dan die ongelijke inzetten! De beste herinneringen hebben we dan ook aan het optreden van de IJmuidenaren vóór de pauze, toen mede door de pittige directie zangers en zangeressen zich met animo aan hun taak konden geven. Hc. duo DriessenWegman heeft ons tus- schen de andere bedrijven door op onderhoudende wijze vermaakt met hun gevarieerd repertoire. Mevr. v. d. Vlugt de Vries werden voor haar pianobegelei ding van het duo bloemen overhandigd en de heeren werden door den voorzitter bedankt De Concordia-band zorgde als van ouds voor de entre-acte- en balmuziek. w. De kameelen zijn thans in Abessynië goud waard. Waar de vrachtauto's niet verder kunnen, weten zij altijd nog wel een pad te vinden. MAANDAG. 10 FEBR. 1936 WIJK AAN ZEE BEVESTIGING VAN DS. W. AALDERS. Zondag 9 Februari werd te Oosterzee-Ech ten (prov. Friesland) Ds. W. Aalders, vroeger hulpprediker der Ned. Herv. gemeente alhier, in zijn ambt bevestigd. In het tot de laatste plaats bezette kerk gebouw heeft des ochtends Ds. A. Keuzen kamp, aftredend consulent den nieuwen voorganger bevestigd. Hij had tot tekst ge kozen Joh. 1 vers 68. Aan het einde van den dienst sprak Ds. J. C. Aalders, gerefor meerd predikant te Enschedé (vader van den bevestigden voorganger) zijn zoon toe. Des middags hield Ds. W. Aalders zijn in- tree-predikatie. Als tekst had hij gekozen: Joh. 19. Vooral bracht hij dank aan den ker- keraad en kerkvoogden en sprak hij de vele aanwezigen uit zijn eerste gemeente (Wijk aan Zee en Duin), bij wie hij zooveel ge leerd had, hartelijk toe. Hierna werd Ds. W. Aalders toegesproken, door Ds. van Dijk uit den ring Joure; Ds. J. A. L. Hovy; den heer Ploegstra godsdienst leeraar en tenslotte door een der Ouderlingen en een der Kerkvoogden. De Duitsche versterkingen bij onze grens. Verdere mededeelingen van Edgar A. Mowrer. In zijn tweede artikel over den militairen toestand aan de oostelijke grens van Neder land. verlaat, naar de N. Rott. Courant schrijft Edgar A Mowrer het gebied der fei ten, die hij in zijn eerste artikel heeft opge somd, en gaat hij over tot beschouwingen, die voor 'n groot gedeelte voor den Nederland schen lezer weinig nieuws zullen bevatten, en waarover bij ons verschillend zou worden geoordeeld. Hij heeft blijkbaar aanzienlijk meer tijd en inspanning besteed, om de fei ten langs de Duitsche grens te leeren ken nen, dan aan de bij ons in omloop zijnde meeningen. Hij begint met te herinneren aan de rede van Baldwin, waarin deze den Rijn de grens noemde, die Engeland zou hebben te verdedigen. Hij wijst dan op den door al lerlei omstandigheden veranderden, strate- gischen en politjeken toestand van Neder land, Verder herinnert hij aan de publicatie in de Revue de France van Mei 1935 van dl'. Helmuth Klotz, een Duitsch oud-zeeofficier en vriend van generaal von Schleicher, over het befaamde plan-von Epp. Volgens Klotz was de slag aan de Marae. naar het oordeel van von Epp. verloren door de vertraging, die het gevolg was geweest van het besluit. Nederlandsch grondgebied te ontzien. De nieuwe fortificaties en het Albcrtkanaal zou den nu die schending onvermijdelijk hebben gemaakt. In zijn eerste ontwerp zou von Epp rekening hebben gehouden met de on zijdigheid van Engeland, en zou hel binnen dringen op Nederlandsch grondgebied tot het uiterste zijn beperkt. Het vólgende ontwerp echter ging uit van de onderstelling, dat Engeland niet onzijdig zou hlijv.en. De hoofd macht zou in dat geval in Nederlandsch Limburg de Maas overtrekken en het Albert- kanaal aanvallen. Haar doel zou niet Rijssel maar Calais zijn. De tweede kolonne zou verder noordwaarts aan beide kanten langs den Rijn oprukken, en probeeren achter den IJsel te komen voor dat de verdedigers op tegenstand voorbere' i zouden zijn. Nog ver der noordwaarts zc-u een derde kolonne, vermoedelijk door tanks en pantserwagens voorafgegaan, opmarcheeren uit den insprin genden hoek bij Bentheim. en aanrennen op het meest nabijzijnde punt van de Zuiderzee, om aldus noordelijk Nederland van het Zui den af te sluiten. Slechts de afsluitdijk zou dan overblijven als verbinding. Als de Duit- schers er in slaagden over de waterlinie heen te komen voor deze voldoende in werking was gesteld, dan konden zij binnen 24 uur de Noordzee bereiken. In verband met dit. p'an dat in de archie ven van den generalen staf te Berlijn zou be rusten, beschouwt Mowrer nu den toestand aan onze Oostelijke grens. Hij heeft op een reis langs die grens opgemerkt, dat het be voegde waarnemers aldaar treft, dat ln het grensgebied een zoo bijzondere voorliefde voer het sportvliegen bestaat. ..Het bewijs is niet te leveren", zoo zegt hij, dat het bijna waaiervormige net van beraamde autowegen met een ander oogmerk ontworpen is, dan te voldoen aan de passie van Duitsche toeris ten, om Nederland vlug en op verschillende punten te kunnen bereiken. Luisterposten tegen vliegtuigen, betonnen grondvesten, spoorwegpolitie in een gebied met veel smok kelaars, dat kan alles uitstekend verdediging ten doel hebben". De schrijver heeft het dan, gesprekken aanhalende, over de bevolking der kampen en haar bezigheid. Hij wijst op de merkwaar dig ligging van de kampen, juist vlak langs de Nedeiiandsche grens. Hij herinnert daarbij aan een merkwaardig grafiekje, dat in Janu ari in den Arbeitsmann, een offlcieele uitgave van den Arbeitsdienst, verschenen is. Tenslotte vertelt hij zijn lezers, hoezeer de verdediging van onze rivierovergangen tot nogtoe verwaarloosd, thans ter hand is geno men. Omtrent de talrijke werkkampen aan onze Oostgrens schrijft het blad nog: Het verontrustende is slechts te vinden in de ligging en opeenhooping der kampen. Men ziet, hoe zij zich langs onze grens groepeeren juist in aansluiting aan groote wegenstelsels, Men vindt ze alleen in het grensgebied, niet of bijna niet in het binnenland van Duitsch- land. Dat leert ten duidelijkste het officieele grafiekje van den Arbeitsman. De kampen lig gen dicht gezaaid, langs de Nederlandsche, langs de Fransche en langs de Deensche grens, en in den hoek tegen Dantzig. Elders bestaan zij niet of bijna niet. Boven Papen burg vindt men niets meer. Als men zoo dringend ontginnen wil, waaromkomt het, ais daarom roepende gebied boven den Dol- lard in het geheel niet meer in aanmerking? Het is niet te loochenen, waar het strategisch belang ophoudt, bestaat ook geen belangstel ling meer voor het ontginningswerk. Is dat niet vreemd? En waarom dit verschijnsel juist langs den Nederlandsche grens in het Noor den nog al, waar toch geen aanval van een doortrekkende groote mogendheid te ver wachten is? Vreest men de Groningers en Drentenaars? Vraagt men echter, wat de strategische be- teekenis dezer kampen voor de Duitschers zou kunnen zijn, dan is een antwoord niet moeilijk te vinden. Wij kunnen ons levendig begrijpen, waarom de gedachten van Mowrer bij dit alles afgedwaald zijn naar de publi caties over een plan-von Epp en verwante plannen. Achter de strook der kampen is vrij bar gebied, arm aan wegen. Een snelle, verras sende inval in ons land, met gemotorriseerde strijdkrachten, zoo onmiddellijk door infan terie moeten worden gevolgd. De kampen openen de mogelijkheid voor de opstelling daarvan in alle stilte. Het zou een kleine kunst zijn, de inwoners door soldaten te ver vangen, zonder dat over de grens iets daar van werd bespeurd. Die soldaten konden met gemak als het ware op ons wegenstelsel over stappen. Wij willen volstrekt niet beweren, dat men te Berlijn aan zooiets denkt. Maar het is be grijpelijk, dat militaire deskundigen, voor de taak gesteld het raadsel van die zonderling geplaatste en zoo merkwaardige gemaskeerde kampen, met den dichten boog van vlieg en landingsvelden, en met de nieuwe garni zoenen erachter, op te lossen, op onplezierige gedachten komen. Het was vooral begrijpelijk, dat de Ameri- kaansche journalist op het denkbeeld kwam, verband te zoeken tusschen ons weerfonds en de belangstelling van onze oostelijke buren voor hun westelijk grensgebied. Het primitieve kleine grafiekje in den Ar beitsmann spreekt onweerstaanbaar boek- deelen van waarschuwing. Het Is niet onze schuld. FEUILLETON 3) door J. O. CURWOOD. Het spoor der vrouw leidde de breede ijsbrug op en Wapi volgde deze, zooals hij een weg zou volgen, totdat hij zich plotseling op het dek van de Fiying Moon bevond. Een oogenblik was hij ontsteld en angstig. Hij liet zijn tanden zien aan de schaduwen, die door het licht der sterren op het dek geworpen werden. Toen zag hij voor zich uit een smalle streep geel licht. Hierheen volgde Wapi snuffelend en voortsluipend, de voetstappen der vrouw. Toen hij weer stilstond, bevond zijn snuit zich vlak voor de smalle spleet, waardoor dit licht schijnsel naar buiten drong. Het was de deur van een dekhut, evenals een igloo omgeven met sneeuw en ijs om haar voor de koude en den wind te beschutten. De deur stond hoogstens een halven duim open en door die opening dronk Wapi den warmen, zoeken geur der vrouw in. Maar hij rook nog iets. Tegelijkertijd met den geur der vrouw drong de lucht van een man in zijn neus. Doch voor hem verdrong de lucht der vrouw al het andere. Er door bedwelmd, bleef hij sid derend staan, zonder dat hij zich durfde be wegen, terwijl alles aan hem trilde van een sterk en geheimzinnig verlangen. Hij was niet langer Wapi, de Walrus; Wapi, de Moordenaar, Tao stond daar, na veertig jaren weer uit den dood verrezen. En mischien was de geest van Shan Tung er ook. Want na veertig jaar was de verandering gekomen en Wapi, zooals hij daar stond aan de deur van de hut der vrouw, was weer de oude hond de hond van een blanke weer de hond ge boren in de kennel te Vancouver weer de hond, die thuis hoorde in de wereld der blanken. Hij stootte de deur met zijn neus verder open. Hij sloop naar binnen, zóó stil dat men hem niet hoorde. De hut was verlicht. Op het bed lag een bleeke man, met ingevallen wan gen wakker. Op een stoel naast hem zat een vrouw. Het licht van de lamp, die aan den zolder hing. wierp een gouden gloed op haar dikke, schitterende haarmassa. Zij boog zich over den zieken man. Een slanke, blanke hand streek liefkoozend over zijn gezicht en zij sprak tot hem met een stem, zóó liefelijk en zóó zacht, dat die als een heerlijke muziek in Wapi's getrapte en geslagen ziel drong. Zoo iets had hij nog nooit gehoord. En toen, met een diepen zucht, viel hij als een ootmoedige slaaf, zich met lichaam en ziel aan haar over gevend, neer op den zoom van haar kleed. Met een verschrikten kreet keerde de vrouw zich om. Eén oogenblik staarde zij het groote beest angstig met wijd-geopende oogen aan, vervolgens zag men geleidelijk een uitdrukking van herkenning en begrijpen op haar gelaat komen. „Wel, dat is de hond, dien Blake zoo vree- selijk mishandelde", hijgde zij. „Peter, het is het is Wapi." Voor het eerst in zijn leven voelde Wapi de liefkoozende aanraking van een vrouwenhand, zacht, streelend, medelijdend, en hij uitte een jankend geluid, dat veel op een snik geleek. „Het is de hond dien hij zoo hard sloeg", herhaalde zij en wanneer Wapi het had kun nen begrijpen, dan zou hem de intense bleek heid van haar lief gelaat zijn opgevallen en de groote angst, die diep in haar starende, blauwe oogen verscholen lag. Van zijn kussens uit had Peter Keith den angstigen blik in haar oogen en de bleekheid van haar wangen gezien, maar hij was er verre van af om de waarheid te raden. Toch dacht hü, dat hij het wist. Al dagen lang ja. al sedert weken stond deze, steeds groo- ter wordende angst in haar oogen te lezen. Hij had gezien, hoe zij gestreden had om het voor hem te verbergen. En hij dacht, dat hij het begreep. „Ik vrees, dat het een vreeselijke winter voor je geweest is, lieveling had hij haar meermalen gezegd. Maar je moet niet zoo be zorgd zijn over mij Ik zal wel weer op de been kernen al spoedig." En zijn toon had werkelijk overtuigend ge klonken, als geloofde hij zelf aan wat hij ver telde. Maar de angst, die in hem knaagde, dat hier zijn einde zou komen in dezen som beren nacht, dat hier zijn aangebeden vrouw zou achterblijven, te midden der ruwe en on beschaafde mannen, die er een heel bijzonder eergevoel op nahielden, dit alles was meer dan hij kon verdragen. En dat dit ailes te wach ten stond, daarvan was hij overtuigd en hier op wachtte hij, door zijn ziekte tot volslagen machteloosheid gedoemd, reeds weken liggend in een kleine hut, beschenen door een wal mend olielampje. Wist zijn vrouw welk lot hem te wachten stond? Haar bleekheid deed het hem vermoe den en ten koste van alles moest die gedachte haar worden bespaard en telkens weer had hij hier den nadruk op gelegd: „Ik zal wel weer spoedig beter zijn" Eenmaal, toen haar hart bezweek van schrik, had zij hem bijna de waarheid verteld. Maar later dankte zij God, dat Hij haar de kracht gegeven had, om het te verwijgen. Het was dag want zij spraken in den langen Poolnacht over termijnen van dag en nacht toen Rydol, half dronken, haar in zijn hut gesleept had en zij had met hem gevochten, tot haar haar losging en in een verwarde massa om haar heen golfde en zij had Peter verteld, dat de wind de oorzaak was van deze verwarring. Naderhand had zij. in plaats van hem te ontwijken, Rydal aan de praat gehou den, om zijn boosheid niet op te wekken, on derwijl God smeekend om hulp en redding. Zij kon het Peter onmogelijk vertellen. Hij was de laatste paar weken voortdurend en vreeselijk verouderd. Zijn oogen waren diep weggezon ken. Zijn blond haar begon aan de slapen te vergrijzen. Zijn wangen waren ingevallen en de glans in zijn oogen wisselde voortdurend af. Hij zag er uit of hij vijftig jaar was, in plaats van vijf en dertig. Haar hart bloedde van zieleangst. Want zij had Peter lief met een wonderbare liefde. De waarheid! Als zij hem die vertelde! Zij zag Peter al als een spook uit zijn bed %rer- rijzen. Het zou hem dooden. Wanneer hij eens gezien had hoe Rydal nog maar een uur ge leden haar op het dek opwachtend, haar in zijn armen genomen had en gekust tot zijn naar drank ruikende adem en zijn baard haar onpasselijk maakten! En als hij eens had kun nen hooren wat Rydal gezegd had! Zij huiver de. En plotseling viel zij op haar knieën naast Wapi neer en nam zijn grooten kop in haar armen, onbevreesd voor hem en blij en dankbaar dat hij was gekomen. Vervolgens wendde zij ach tot Peter. ,Ik ga naar den wal om Blake weer op te zoeken nu," zei ze. „Wapi zal met mij meegaan en dan hoef ik niet bang te zijn. Ik houd vol dat ik gelijk heb, maak dus alsjeblieft verder geen tegenwerpingen meer, Peter, mijn lieveling!" (Wordt vervolgd.)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 5