Avonturen in sneeuw en ijs
Vrijgezellen belasting.
BEVERWIJK
De R.-K. Fröbelschool in
moeilijkheden.
Gemeente verminderde de bijdrage.
Het R.-K. Parochiale Kerkbestuur van de
H Agatha alhier heeft zich tot den Raad
ee'wend met het verzoek een gunstige rege-
fine te verkrijgen tot oplossing van niet-
voorziene moeilijkheden, welke ten aanzien
van de R.-K. Fröbelschool aan de Koning
straat alhier zijn ontstaan en waarvoor de
navolgende overwegingen aanleiding hebben
gegeven
e 1 dat de school is gesticht door genoemd
kerkbestuur met het vaste vertrouwen, dat
de ter gelegenheid van die stichting in het
leven geroepen verordening, vastgesteld bij
raadsbesluit van 13 Juli 1925, de exploitatie
pn instandhouding van het bijzonder voorbe
reidend onderwijs blijvend zou garandeeren;
2 dat in strijd met dat goede vertrouwen
die verordening bij raadsbesluit van 29
Augustus 1933 is ingetrokken echter met de
henalin0", dat de rentevergoeding over het
bedrag der stichtingskosten voor het kerk
bestuur behouden bleef;
3 dat bij die gelegenheid geen rekening is
gehouden met de kosten van onderhoud en
instandhouding van het gebouw en inventa
ris en ook niet met aflossing van de op de
school drukkende schuldenlast, welke is aan-
eeeaan, om tot stichting te geraken;
4 dat die schuldenlast van f 93736.45 tegen
5 pet. een rente vorderde van f 4686.82, op
welk bedrag zoowel voor 1935 als voor 1936
was gerekend;
5. dat het kerkbestuur inmiddels en wel
met ingang van 1 Maart 1935 de obligatie
houders van bedoelde leening heeft bereid
gevonden de rente te verlagen tot 4 pet. en
dit voor het gemeentebestuur, dat dit heeft
vernomen, aanleiding is geweest het bedrag
van f 4686,32 te verminderen en wel zoodanig
dat over 1935 f 703.02 minder is uitbetaald;
6. dat door deze vermindering het kerk
bestuur met de Fröbelschool in steeds groo-
tere moeilijkheden geraakt, want in de jaren
1934 en 1935 heeft het deze school met de
grootste moeite in stand kunnen houden en
had juist door de mindere rente-uitbetaling
dekking meenen te vinden voor de kosten
van onderhoud, assurantie enz., om van af
lossing nog maar niet te spreken;
7. dat het daarom alleszins billijk is. be
halve rentevergoeding ook de kosten van on
derhoud enz. vergoed te krijgen en het kerk
bestuur den raad dringend verzoekt in elk ge
val tenminste het bedrag van f 4686.82 plus
de kosten van onderhoud enz beschikbaar
te stellen, zoowel voor 1935 als voor de vol
gende jaren.
JAARVERGADERING R.K. VOLKSBOND.
De Jaarvergadering van de plaatselijke af
deling van den Ned. R.K. Volksbond is
vas'^esteld op Donderdag 20 Februari a.s.
E- zal een bestuursverkiezing worden ge
houden wegens aftreding van de heer F. J.
Schots, P. Sneekes, C. Wester en N. Zuur
bier.
WANDELSPORTVEREENIGING „De
VOORTREKKERS".
Zaterdagavond heeft de Wandelsportver-
eeniging „De Voortrekkers" in de bovenzaal
van Hotel „Oud Meerenstein" een feestavond
gehouden, die zich in een druk bezoek mocht
verheugen.
De heer Leo Peelen was als humorist-con
ferencier met de leiding van dezen feest
avond belast en heeft met zijn liedjes en voor
drachten den Voortrekkers en hun introducé'?
vrooljjke oogenblikken bezorgd. Hij oogstte
vooral met zijn transformatieschetsen zeer
veel bijval. Ook de leden van de wandelsport-
vereeniging lieten zich niet onbetuigd en
gaven ettelijke „nummers" ten beste.
Een groot succes werd de opvoering van de
Voortrekkers-revue, waarvan de liedjes uit
vollen borst werden meegezongen.
De avond was ai voor een groot deel ge
vorderd. alvorens de voorzitter van de „Voor-
trekers" gelegenheid vond een kort propa-
gandawoord voor de wandelsport te spreken.
Daarna begon de feestelijke stemming er
eerst recht in te komen. Zij bleef er in tot
het ur van scheiden was gekomen. En dat
gebeurde pas, toen de nacht zoo ongemerkt al
heel ver gevorderd was.
DE JEUGD VAN ..TURNLUST" NAAR
DE REVUE..
Het bestuur van de Gymnastiekvereniging
„Turnlust" heeft bij de viering van het zilve
ren jubileum ook de adspiranten in de ge
legenheid gesteld de revue „Geeft Acht" te be
wonderen. Zondagmorgen was het Kennemer
Theater voor de Turnlust-jeugd gereserveerd.
De jongens en meisjes hebben natuurlijk volop
genoten van de revue, die voor deze gelegen
heid een aparte „jeugd-bewerking" had onder
gaan. De compères vooral hadden zich ge
heel op hun jeugdig auditorium ingesteld en
zij waren onmiddellijk de beste maatjes met
de woelige schare. Het contact liet aan beide
zijden van het voetlicht niets te wenschen
over. De „hoop op de toekomst" wist het ge-
bodene zeer te waardeeren en vele malen
klonk na een mooie scène of een „goeie mop"
een daverend applaus door de zaal. Het lof
lied op Beverwijk werd op volle kracht mee
gezongen.
De jeugd had een prettigen Zondagmorgen
en was zeer voldaan over al wat zij gezien
en gehoord had.
VOORDRACHTAVOND VAN HET NUT.
m£Pn50n?erdag 20 Februari zal hl het Kenne-
nJnirfl de volgende voordracht gehouden
worden van het Nut. Spreker is Ds. G. West-
£lt; Rotterdam over „Een Zeppelinreis
naar Brazihe Een film zal het gesproken
woord toelichten.
DE STAND DER WERKLOOSHEID.
Het aantal werkloozen, dat aan het einde
der vorige week bij den gemeentelijken dienst
•^Wf- sverzekerinS en arbeidsbe
middeling stond ingeschreven, was wederom
hooger dan in de daaraan voorafgaande
week. Deze stijging kwam ditmaal op reke
ning van Wijk aan Duin en Heemskerk.
De werkloosheid komt voor in de volgende
vakken:
Beverwijk:
Bakkers 8 bankwerkers 10. behangers 1. be-
tonvlechtevs 4. betonwerkers 2, blikbewerkers
7, blikslagers 2, carrosseriemakers 1, chauf
feurs 23. drukkers 7, electriciens 7. expedi
teurs 3. grondwerkers 97. handlangers 5, iso-
leerders 2. kappers 2, kantoorbedienden 14,
kleermakers 3. landarbeiders 54, lasschers 1,
loodgieters 3, losse arbeiders 263, machinisten
5, machinedrijvers 2, machinale houtbewer
kers 4, marmerbewerkers 1, marmerpolijsters
1, metaalbewerkers 4. metselaars 16, mon
teurs 9, opperlieden 16, plaatwerkers 2, reizi
gers 4, schilders 20, schippers 6. schoenmakers
2, sigarenmakers 52, sorteerders 4, slagers 1,
smeden 4, steenhouwers 2, stoffeerders 2. sto
kers 8, stucadoors 7, teekenaars 2, timmer
lieden 40, uitvoerders 1. voegers 1. voerlieden
3, voorslaanders 2, zeilmakers 1. winkelbedien
den 4, dienstboden 14, werksters 4. boekbin
ders 1, stenografen 1, glassnijders 1, koks 1,
stuurlieden 1, kuipers 1, totaal 770 (vorige
week 765).
Wijk aan Duin:
Bakkers 2, bankwerkers 12, behangers 1,
betonvlechters 1, betonwerkers 5, blikbewer
kers 1. blikslagers 6. chauffeurs 21. drukkers
1, electriciens 8, grondwerkers 38, handlan
gers 3, kappers 7. kantoorbedienden 18, kell-
ners 1. landarbeiders 55, loodgieters 3. lijn-
werkers 1. losse arbeiders 134. machinisten 7,
machinedrijvers 1, metaalbewerkers 6, met
selaars 13, meubelmakers 1, monteurs 4. op
perlieden 29, plaatwerkers 1, reizigers 3. schil
ders 7, schippers 8, schoenmakers 3, sigaren
makers 11, slagers 3, stokers 3, straatmakers
2. stucadoors 5, teekenaars 1, timmerlieden
27, voegers 5 voerlieden 2. zeilmakers 1.
winkelbedienden 6, dienstboden 8. werksters
2, boekbinders 1. stuurlieden l, tegelzetters 1,
totaal 498 (477)
Heemskerk:
Betonvlechters 2, betonwerkers 6. chauf
feurs 5. electriciens 1, grondwerkers 21, kan
toorbedienden 1, landarbeiders 64. losse ar
beiders 46, metaalbewerkers 1, opperlieden 9,
reizigers 1, schilders 1, stoffeerders 1, timmer
lieden 12, uitvoerders 1. dienstboden 7,
werksters 2, totaal 131 (167).
HEEMSKERK
WITTE KRUIS.
Donderdag 13 Februari houdt de afdeeling
Heemskerk van het „Witte Kruis" de jaar
vergadering in café „Flora".
55 JAAR GETROUWD.
Zondag vierde het echtpaar J. v. Lieshout-
Stenge zijn 55-Jarige echtvereeniging. De
echtelieden die nog zeer kras zijn hebben van
alle kanten een groote belangstelling gehad.
Des middags werd door het fanfarecorps
,.St. Caecilia" een muzikale hulde gebracht.,
wat zeer op prijs werd gesteld.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Jantje, d. v. G. Huisman en M.
Schipper; Petrus Jacobus, z. v. Joh. Schelle-
kens en A. M. Hoogewerf; Aafje Maria Johan
na. d. v. J. Docter en J. Houtwipper.
Getrouwd: P. Tijms en Hendr. J. Oosterwal.
Men spreekt nu over het belasten
Des Nederlandschen vrijgezel,
Een vinding, niet van onzen bodem.
Maar naar een buitenlandsch mode
Wie nog een vrijgezellig leven
In deze donkre dagen leeft.
Moet wel met bitterheid ervaren,
Dat dit den fiscus aanstoot geeft.
Om de belasting te ontsnappen.
Zou hij dan maar met goed fatsoen,
De veelal hachelijke stappen
Van vrij naar vrijer moeten doen.
Het is nog niet zoover gekomen,
Dat die belasting er ook is
En, alles bij elkaar genomen,
Acht ik (getrouwd man zelf) haar mts.
Kent dan de fiscus geen erbarmen,
Met mannen in den vrijen staat.
Wie elke jonge vrouw (de armen)
Geregeld blauwtjes loopen laat?
Het recht eischt dan dat ieder meisje,
Een aanzoek ook aanvaarden moet.
Of op z'n minst, wanneer zij weigert.
Ook door den fiscus wordt beboet.
Reeds worden buitenlandsche reizen,
Waarschijnlijk binnenkort belast,
Ik wil er even nog op wijzen,
Hoe dit op vrijgezellen past.
Men heft, wanneer de man gaat trouwen.
Zijn vrijgezelbelasting op,
Hij komt, met huwelijksreisbelasting,
Weer van den regen in den drop.
P. GASUS.
VELSEN.
Concert Mannenkoor
Eendracht".
,De.
De zaal van Concordia was Zaterdagavond
goed bezet met tal van belangstellenden, waar
onder velen uit IJmuiden, die gekomen waren
om het door het mannenkoor De Eendracht tp
geven concert bij te wonen.
De voorzitter de heer R. Meijer opende met
een woord van welkom, in het bijzonder aan
den heer Smit en de afgevaardigden der ver
schillende vereenigingen.
Voor directeur H. van Dijk met zijn manne
tjes lag het zwaartepunt van het programma
na de pauze. Bij den aanvang van den avond
zongen ze Olman's De Gravers, Tehuis van
Bonset en v. d. Roovaart's Domine Salvam
fac. van welk drietal de gelukkige compositie
van Olman ons weer eens liet hooren welk
veelbelovend materiaal de heer van Dijk heeft
staan. Maar niet alleen materiaal is er noodig
om een werk te realiseeren, ook soepelheid en
allereerst straffe discipline zijn onmisbare
elementen om tot een goede uitvoering te ge
raken. Nu, in soepelheid heeft de dirigent zijn
koor zeker wel opgevoed; de discipline kon
echter nog steviger zijn, want De Gravers wil
den nu nog vaak ongelijk graven. Niet opval
lend weliswaar, maar toch hoorbaar voor het
critische oor.
Zoolang het lage en midden materiaal den
boventoon voeren kon, weet De Eendracht een
gezonden klank te ontwikkelen, kwamen de
tenoren echter hier hun forte aan toe voegen,
dan werd het timbre voor de pauze uitge
sproken grof. De leden trachten, elk voor
zich vooral hun geluid een gaven klank te
geven.
Ook van de innerlijke bewogenheid, het aan
voelen van wat men zong, konden de leden
nog meer doordrongen worden
Wordt dit niet bij elk werk overwogen, dan
lijdt de.uitvoering aan 'n onvoldoende muzikale
spanning.
Na de pauze werd dit even anders; hoewel
de zangers het zich met Neumann's vrij zware
werk In Epiphania zeker niet gemakkelijker
gemaakt hadden, bleek uit de eerste maten al,
dat het de bijzondere aandacht van allen had
genoten. En kon de vertolking zoodoende een
gezond muzikale stuwing krijgen.
Het versterkte mannenkoor bezat thans
kwaliteiten, welke we voor de pauze geheel
hadden moeten missen. Het is dit typische ver
schijnsel, dat ook naar voren kwam op een
vorig concert en waar we toch even den na
druk op willen leggen: een gedeelte van het
programma (het begin) is nog niet podium-
rijp en de andere helft is uitstekend ver
zorgd.
Het Hallelujakoor kreeg een goede kans
even te laten uitkomen, hoe goed het ensem
ble bezet is in baritons en bassen. De tenoren
kregen hun beurt in Zondagmorgen, dat een
staaltje van fraaien, dynamisch verzorgden en
homogenen mannenzang werd, ook al omdat
het binnen het bereik van de zangers lag! Het
toonpeil werd den geheelen avond goed be
waard.
Het Papiermakerslied, compositie van aen
heer van Dijk, is een zeer vrije bewerking van
eenige oude Duitsche gildelïederen uit den
tijd, dat het nobele handwerk „het papier-
maken" in vollen bloei stond.
Bij dit papiermakersgedicht had de diri
gent passende muziek gearrangeerd, voor welk
werk hem eenige „producten van eigen bo
dem" als aardige attentie werden overhandigd.
Zweer's On Hollandsch, met C. Amse Jr.
aan de piano, genoot een breede en forsche
uitvoering, zoodat het optreden van de man-
nenzangers bij het publiek een gul onthaal
vond.
Men trachte, met alle waardeering voor het
gepresteerde, een volgende maal een volkomen
afgewerkt programma te brengen. Natuurlijk
kan het eene werk wel eens beter uitvallen
dan het andere, maar zulk een indruk kregen
we nu niet altijd mede.
De gasten der Eendracht waren de leden van
het IJmuidens a Capella Koor met hun direc
teur, den heer P. Grin Jr. Deze maakten met
hun Sneeuwklokjes een uitstekenden indruk
Fraai genuanceerd en met voordracht werk
ten zij hun repertoire af. Jammer, dat de te
noren voor hun gering getal nog dikwijls t.ot
forceeren gedwongen worden. De intens mu
zikale opvoeding sprak wel uit het bekende
Ellen en Salve Regir.a. Wij wenschen a Ca
pella Koor spoedig een vergrooting van het
ledental toe, opdat het tot nog volmaakter
prestatie in staat zal zijn.
De Donauwals en het melodieuze Zigeuner-
leben van Schumann voerde men uit met bege
leiding van leden uit het symphonie-orkest
Euphonic.
We konden den indruk niet van ons afzet
ten, dat de leden van het orkest hun taak wel
wat al te lichtvaardig opgevat hadden. Hoe
wel de werken hun geenszins onbekend zijn,
was het rythme er dikwijls niet; en dan
die ongelijke inzetten!
De beste herinneringen hebben we dan ook
aan het optreden van de IJmuidenaren vóór
de pauze, toen mede door de pittige directie
zangers en zangeressen zich met animo aan
hun taak konden geven.
Hc. duo DriessenWegman heeft ons tus-
schen de andere bedrijven door
op onderhoudende wijze vermaakt met
hun gevarieerd repertoire. Mevr. v. d. Vlugt
de Vries werden voor haar pianobegelei
ding van het duo bloemen overhandigd en de
heeren werden door den voorzitter bedankt
De Concordia-band zorgde als van ouds voor
de entre-acte- en balmuziek. w.
De kameelen zijn thans in Abessynië goud waard. Waar de vrachtauto's niet
verder kunnen, weten zij altijd nog wel een pad te vinden.
MAANDAG. 10 FEBR. 1936
WIJK AAN ZEE
BEVESTIGING VAN DS. W. AALDERS.
Zondag 9 Februari werd te Oosterzee-Ech
ten (prov. Friesland) Ds. W. Aalders, vroeger
hulpprediker der Ned. Herv. gemeente alhier,
in zijn ambt bevestigd.
In het tot de laatste plaats bezette kerk
gebouw heeft des ochtends Ds. A. Keuzen
kamp, aftredend consulent den nieuwen
voorganger bevestigd. Hij had tot tekst ge
kozen Joh. 1 vers 68. Aan het einde van
den dienst sprak Ds. J. C. Aalders, gerefor
meerd predikant te Enschedé (vader van den
bevestigden voorganger) zijn zoon toe.
Des middags hield Ds. W. Aalders zijn in-
tree-predikatie. Als tekst had hij gekozen:
Joh. 19. Vooral bracht hij dank aan den ker-
keraad en kerkvoogden en sprak hij de vele
aanwezigen uit zijn eerste gemeente (Wijk
aan Zee en Duin), bij wie hij zooveel ge
leerd had, hartelijk toe.
Hierna werd Ds. W. Aalders toegesproken,
door Ds. van Dijk uit den ring Joure; Ds. J.
A. L. Hovy; den heer Ploegstra godsdienst
leeraar en tenslotte door een der Ouderlingen
en een der Kerkvoogden.
De Duitsche versterkingen bij
onze grens.
Verdere mededeelingen van
Edgar A. Mowrer.
In zijn tweede artikel over den militairen
toestand aan de oostelijke grens van Neder
land. verlaat, naar de N. Rott. Courant
schrijft Edgar A Mowrer het gebied der fei
ten, die hij in zijn eerste artikel heeft opge
somd, en gaat hij over tot beschouwingen,
die voor 'n groot gedeelte voor den Nederland
schen lezer weinig nieuws zullen bevatten,
en waarover bij ons verschillend zou worden
geoordeeld. Hij heeft blijkbaar aanzienlijk
meer tijd en inspanning besteed, om de fei
ten langs de Duitsche grens te leeren ken
nen, dan aan de bij ons in omloop zijnde
meeningen. Hij begint met te herinneren aan
de rede van Baldwin, waarin deze den Rijn
de grens noemde, die Engeland zou hebben
te verdedigen. Hij wijst dan op den door al
lerlei omstandigheden veranderden, strate-
gischen en politjeken toestand van Neder
land, Verder herinnert hij aan de publicatie
in de Revue de France van Mei 1935 van dl'.
Helmuth Klotz, een Duitsch oud-zeeofficier
en vriend van generaal von Schleicher, over
het befaamde plan-von Epp. Volgens Klotz
was de slag aan de Marae. naar het oordeel
van von Epp. verloren door de vertraging,
die het gevolg was geweest van het besluit.
Nederlandsch grondgebied te ontzien. De
nieuwe fortificaties en het Albcrtkanaal zou
den nu die schending onvermijdelijk hebben
gemaakt. In zijn eerste ontwerp zou von
Epp rekening hebben gehouden met de on
zijdigheid van Engeland, en zou hel binnen
dringen op Nederlandsch grondgebied tot het
uiterste zijn beperkt. Het vólgende ontwerp
echter ging uit van de onderstelling, dat
Engeland niet onzijdig zou hlijv.en. De hoofd
macht zou in dat geval in Nederlandsch
Limburg de Maas overtrekken en het Albert-
kanaal aanvallen. Haar doel zou niet Rijssel
maar Calais zijn. De tweede kolonne zou
verder noordwaarts aan beide kanten langs
den Rijn oprukken, en probeeren achter den
IJsel te komen voor dat de verdedigers op
tegenstand voorbere' i zouden zijn. Nog ver
der noordwaarts zc-u een derde kolonne,
vermoedelijk door tanks en pantserwagens
voorafgegaan, opmarcheeren uit den insprin
genden hoek bij Bentheim. en aanrennen op
het meest nabijzijnde punt van de Zuiderzee,
om aldus noordelijk Nederland van het Zui
den af te sluiten. Slechts de afsluitdijk zou
dan overblijven als verbinding. Als de Duit-
schers er in slaagden over de waterlinie heen
te komen voor deze voldoende in werking
was gesteld, dan konden zij binnen 24 uur
de Noordzee bereiken.
In verband met dit. p'an dat in de archie
ven van den generalen staf te Berlijn zou be
rusten, beschouwt Mowrer nu den toestand
aan onze Oostelijke grens. Hij heeft op een
reis langs die grens opgemerkt, dat het be
voegde waarnemers aldaar treft, dat ln het
grensgebied een zoo bijzondere voorliefde
voer het sportvliegen bestaat. ..Het bewijs is
niet te leveren", zoo zegt hij, dat het bijna
waaiervormige net van beraamde autowegen
met een ander oogmerk ontworpen is, dan
te voldoen aan de passie van Duitsche toeris
ten, om Nederland vlug en op verschillende
punten te kunnen bereiken. Luisterposten
tegen vliegtuigen, betonnen grondvesten,
spoorwegpolitie in een gebied met veel smok
kelaars, dat kan alles uitstekend verdediging
ten doel hebben".
De schrijver heeft het dan, gesprekken
aanhalende, over de bevolking der kampen
en haar bezigheid. Hij wijst op de merkwaar
dig ligging van de kampen, juist vlak langs
de Nedeiiandsche grens. Hij herinnert daarbij
aan een merkwaardig grafiekje, dat in Janu
ari in den Arbeitsmann, een offlcieele uitgave
van den Arbeitsdienst, verschenen is.
Tenslotte vertelt hij zijn lezers, hoezeer de
verdediging van onze rivierovergangen tot
nogtoe verwaarloosd, thans ter hand is geno
men.
Omtrent de talrijke werkkampen aan onze
Oostgrens schrijft het blad nog:
Het verontrustende is slechts te vinden in
de ligging en opeenhooping der kampen. Men
ziet, hoe zij zich langs onze grens groepeeren
juist in aansluiting aan groote wegenstelsels,
Men vindt ze alleen in het grensgebied, niet
of bijna niet in het binnenland van Duitsch-
land. Dat leert ten duidelijkste het officieele
grafiekje van den Arbeitsman. De kampen lig
gen dicht gezaaid, langs de Nederlandsche,
langs de Fransche en langs de Deensche
grens, en in den hoek tegen Dantzig. Elders
bestaan zij niet of bijna niet. Boven Papen
burg vindt men niets meer. Als men zoo
dringend ontginnen wil, waaromkomt het,
ais daarom roepende gebied boven den Dol-
lard in het geheel niet meer in aanmerking?
Het is niet te loochenen, waar het strategisch
belang ophoudt, bestaat ook geen belangstel
ling meer voor het ontginningswerk. Is dat
niet vreemd? En waarom dit verschijnsel juist
langs den Nederlandsche grens in het Noor
den nog al, waar toch geen aanval van een
doortrekkende groote mogendheid te ver
wachten is? Vreest men de Groningers en
Drentenaars?
Vraagt men echter, wat de strategische be-
teekenis dezer kampen voor de Duitschers
zou kunnen zijn, dan is een antwoord niet
moeilijk te vinden. Wij kunnen ons levendig
begrijpen, waarom de gedachten van Mowrer
bij dit alles afgedwaald zijn naar de publi
caties over een plan-von Epp en verwante
plannen.
Achter de strook der kampen is vrij bar
gebied, arm aan wegen. Een snelle, verras
sende inval in ons land, met gemotorriseerde
strijdkrachten, zoo onmiddellijk door infan
terie moeten worden gevolgd. De kampen
openen de mogelijkheid voor de opstelling
daarvan in alle stilte. Het zou een kleine
kunst zijn, de inwoners door soldaten te ver
vangen, zonder dat over de grens iets daar
van werd bespeurd. Die soldaten konden met
gemak als het ware op ons wegenstelsel over
stappen.
Wij willen volstrekt niet beweren, dat men
te Berlijn aan zooiets denkt. Maar het is be
grijpelijk, dat militaire deskundigen, voor de
taak gesteld het raadsel van die zonderling
geplaatste en zoo merkwaardige gemaskeerde
kampen, met den dichten boog van vlieg
en landingsvelden, en met de nieuwe garni
zoenen erachter, op te lossen, op onplezierige
gedachten komen.
Het was vooral begrijpelijk, dat de Ameri-
kaansche journalist op het denkbeeld kwam,
verband te zoeken tusschen ons weerfonds en
de belangstelling van onze oostelijke buren
voor hun westelijk grensgebied.
Het primitieve kleine grafiekje in den Ar
beitsmann spreekt onweerstaanbaar boek-
deelen van waarschuwing. Het Is niet onze
schuld.
FEUILLETON
3)
door
J. O. CURWOOD.
Het spoor der vrouw leidde de breede ijsbrug
op en Wapi volgde deze, zooals hij een weg zou
volgen, totdat hij zich plotseling op het dek
van de Fiying Moon bevond. Een oogenblik was
hij ontsteld en angstig. Hij liet zijn tanden
zien aan de schaduwen, die door het licht der
sterren op het dek geworpen werden. Toen
zag hij voor zich uit een smalle streep geel
licht. Hierheen volgde Wapi snuffelend en
voortsluipend, de voetstappen der vrouw. Toen
hij weer stilstond, bevond zijn snuit zich vlak
voor de smalle spleet, waardoor dit licht
schijnsel naar buiten drong.
Het was de deur van een dekhut, evenals
een igloo omgeven met sneeuw en ijs om haar
voor de koude en den wind te beschutten. De
deur stond hoogstens een halven duim open
en door die opening dronk Wapi den warmen,
zoeken geur der vrouw in. Maar hij rook nog
iets. Tegelijkertijd met den geur der vrouw
drong de lucht van een man in zijn neus.
Doch voor hem verdrong de lucht der vrouw
al het andere. Er door bedwelmd, bleef hij sid
derend staan, zonder dat hij zich durfde be
wegen, terwijl alles aan hem trilde van een
sterk en geheimzinnig verlangen.
Hij was niet langer Wapi, de Walrus; Wapi,
de Moordenaar, Tao stond daar, na veertig
jaren weer uit den dood verrezen. En mischien
was de geest van Shan Tung er ook. Want na
veertig jaar was de verandering gekomen en
Wapi, zooals hij daar stond aan de deur van
de hut der vrouw, was weer de oude hond
de hond van een blanke weer de hond ge
boren in de kennel te Vancouver weer de
hond, die thuis hoorde in de wereld der
blanken.
Hij stootte de deur met zijn neus verder
open. Hij sloop naar binnen, zóó stil dat men
hem niet hoorde. De hut was verlicht. Op het
bed lag een bleeke man, met ingevallen wan
gen wakker. Op een stoel naast hem zat
een vrouw. Het licht van de lamp, die aan den
zolder hing. wierp een gouden gloed op haar
dikke, schitterende haarmassa. Zij boog zich
over den zieken man. Een slanke, blanke hand
streek liefkoozend over zijn gezicht en zij
sprak tot hem met een stem, zóó liefelijk en
zóó zacht, dat die als een heerlijke muziek in
Wapi's getrapte en geslagen ziel drong. Zoo
iets had hij nog nooit gehoord. En toen, met
een diepen zucht, viel hij als een ootmoedige
slaaf, zich met lichaam en ziel aan haar over
gevend, neer op den zoom van haar kleed.
Met een verschrikten kreet keerde de vrouw
zich om. Eén oogenblik staarde zij het groote
beest angstig met wijd-geopende oogen aan,
vervolgens zag men geleidelijk een uitdrukking
van herkenning en begrijpen op haar gelaat
komen.
„Wel, dat is de hond, dien Blake zoo vree-
selijk mishandelde", hijgde zij. „Peter, het is
het is Wapi."
Voor het eerst in zijn leven voelde Wapi de
liefkoozende aanraking van een vrouwenhand,
zacht, streelend, medelijdend, en hij uitte een
jankend geluid, dat veel op een snik geleek.
„Het is de hond dien hij zoo hard sloeg",
herhaalde zij en wanneer Wapi het had kun
nen begrijpen, dan zou hem de intense bleek
heid van haar lief gelaat zijn opgevallen en
de groote angst, die diep in haar starende,
blauwe oogen verscholen lag.
Van zijn kussens uit had Peter Keith den
angstigen blik in haar oogen en de bleekheid
van haar wangen gezien, maar hij was er
verre van af om de waarheid te raden. Toch
dacht hü, dat hij het wist. Al dagen lang
ja. al sedert weken stond deze, steeds groo-
ter wordende angst in haar oogen te lezen. Hij
had gezien, hoe zij gestreden had om het voor
hem te verbergen. En hij dacht, dat hij het
begreep.
„Ik vrees, dat het een vreeselijke winter
voor je geweest is, lieveling had hij haar
meermalen gezegd. Maar je moet niet zoo be
zorgd zijn over mij Ik zal wel weer op de been
kernen al spoedig."
En zijn toon had werkelijk overtuigend ge
klonken, als geloofde hij zelf aan wat hij ver
telde. Maar de angst, die in hem knaagde,
dat hier zijn einde zou komen in dezen som
beren nacht, dat hier zijn aangebeden vrouw
zou achterblijven, te midden der ruwe en on
beschaafde mannen, die er een heel bijzonder
eergevoel op nahielden, dit alles was meer dan
hij kon verdragen. En dat dit ailes te wach
ten stond, daarvan was hij overtuigd en hier
op wachtte hij, door zijn ziekte tot volslagen
machteloosheid gedoemd, reeds weken liggend
in een kleine hut, beschenen door een wal
mend olielampje.
Wist zijn vrouw welk lot hem te wachten
stond? Haar bleekheid deed het hem vermoe
den en ten koste van alles moest die gedachte
haar worden bespaard en telkens weer had hij
hier den nadruk op gelegd: „Ik zal wel weer
spoedig beter zijn"
Eenmaal, toen haar hart bezweek van
schrik, had zij hem bijna de waarheid verteld.
Maar later dankte zij God, dat Hij haar de
kracht gegeven had, om het te verwijgen. Het
was dag want zij spraken in den langen
Poolnacht over termijnen van dag en nacht
toen Rydol, half dronken, haar in zijn hut
gesleept had en zij had met hem gevochten,
tot haar haar losging en in een verwarde
massa om haar heen golfde en zij had Peter
verteld, dat de wind de oorzaak was van deze
verwarring. Naderhand had zij. in plaats van
hem te ontwijken, Rydal aan de praat gehou
den, om zijn boosheid niet op te wekken, on
derwijl God smeekend om hulp en redding. Zij
kon het Peter onmogelijk vertellen. Hij was de
laatste paar weken voortdurend en vreeselijk
verouderd. Zijn oogen waren diep weggezon
ken. Zijn blond haar begon aan de slapen te
vergrijzen. Zijn wangen waren ingevallen en de
glans in zijn oogen wisselde voortdurend af.
Hij zag er uit of hij vijftig jaar was, in plaats
van vijf en dertig. Haar hart bloedde van
zieleangst. Want zij had Peter lief met een
wonderbare liefde.
De waarheid! Als zij hem die vertelde! Zij
zag Peter al als een spook uit zijn bed %rer-
rijzen. Het zou hem dooden. Wanneer hij eens
gezien had hoe Rydal nog maar een uur ge
leden haar op het dek opwachtend, haar
in zijn armen genomen had en gekust tot zijn
naar drank ruikende adem en zijn baard haar
onpasselijk maakten! En als hij eens had kun
nen hooren wat Rydal gezegd had! Zij huiver
de. En plotseling viel zij op haar knieën naast
Wapi neer en nam zijn grooten kop in haar
armen, onbevreesd voor hem en blij en
dankbaar dat hij was gekomen.
Vervolgens wendde zij ach tot Peter. ,Ik ga
naar den wal om Blake weer op te zoeken
nu," zei ze. „Wapi zal met mij meegaan en
dan hoef ik niet bang te zijn. Ik houd vol dat
ik gelijk heb, maak dus alsjeblieft verder geen
tegenwerpingen meer, Peter, mijn lieveling!"
(Wordt vervolgd.)*