Avonturen in sneeuw en ijs
Op vleugelen der liefde
De Daling 'der Inkomens.
•jf jaar tijds is het totaal der inko-
111 In ons land met dertig procent gedaald.
WTtoonen, in onverbiddellijke cijfers, de ge-
van' het Centraal Bureau voor de Sta-
geJeTdie wij Zaterdag publiceerden,
interessant is het ook, eruit af te leiden,
el verder ..de groote crisis" heeft door-
h0* Aio nnmiritlplliik nn ripr
gewerkt
dan die, welke onmiddellijk op den
nnrlos volgde.
T 1921—1922 bedroeg het totaal der Ne-
landsche inkomens 4292 millioen gulden,
r t en met 1924—1925 zakte het met stevige
arlijksche dalingen tot 3761 millioen. Dat
het laagste punt na de eerste crisis,
^arop de oorlogsgevolgen ons onthaalden.
Een nieuwe stijging trad in. tot 4367 millioen
1930—1931 (gebaseerd op de belastingaan
giften van het vorige kalenderjaar) en daarop
n de groote tuimeling, met jaarlijksche
verminderingen van resp. 161 millioen, 549
mülioen, 500 millioen en 115 millioen tot een
totaal van 3042 millioen, ruim drie milliard
dus voor 1934—1935. Wij zijn dus nu nog 719
millioen lager dan in 1924—1925, ruim twin
tig percent lager dan na de vorige crisis.
Natuurlijk geven de belastingopbrengsten
een hiermee overeenkomend beeld van de
situatie.
En als men nu de groepen van inkomens
bekijkt, worden wel heel groote verschuivin
gen naar beneden zichtbaar. Alleen de groep
inkomens beneden f 1400 is voortdurend ge
stegen. Dat is de laagste groep in de lijst.
Haar omvang bedroeg in 1921—1922 nog geen
derde van het aantal aangeslagenen (31.62
pet.) In 1934—1935 begon zij de helft al te
naderen (44.88 pet.)
In deze nieuwste statistiek omvat voorts
de groep inkomens van f 1400f 2000 meer
dan een kwart der bevolking (27.28 pet.)
waaruit dus af te leiden valt dat tweeën
zeventig procent van de Nederlandsche be
lastingbetalers geen hooger j aarlij ksch in
komen dan f 2000 meer hebben.
Verdient gij meer dan tweeduizend per
jaar, dan behoort gij tot de 28 pet. van het
Nederlandsche volk die er het best aan toe
zijn. Nog veel meer begunstigd kan ieder
zich voelen die meer dan f 3000 verdient. Im
mers, de groep met inkomens van f 2000^-
f 3000 omvat 15 03 pet. van de aangeslage
nen, zoodat gij met meer dan drieduizend
gulden inkomen tot een top-categorie be
hoort die slechts 13 pet. der aangeslagenen
omvat. Dan volgt bijna acht procent met
inkomens van f 3000f 5000, zoodat de ge
lukkigen met meer dan f 5000 inkomen maar
vijf procent (om precies te zijn: 4.92 pet. der
bevolking) uitmaken.
Deze groep boven de f 5000 geniet 25 pet.
van het totaal der inkomens maar betaalt
natuurlijk een veel grooter percentage van
de toiale belastingopbrengst, namelijk 59.32
pet. In afgerende cijfers is de toestand der
halve zoo, dat 5 pet. van de bevolking, zijnde
alle menschen met inkomens boven f 5000.
een kwart van het totale inkomen ontvangt
en zestig procent van het totaal der belas
tingen betaalt. Hier blijkt dus de sterke be
lasting-progressie. 9
Daartegenover staat dan, dat 95 pet. der
bevolking driekwart van het totale inkomen
geniet en veertig procent van het totaal der
belastingen opbrengt.
Dit zijn wel sprekende cijfers. Wie ze tij
dens het week-end eens met aandacht be
studeert zal allicht tot het besef komen dat
hij zich deze cijfers toch eigenlijk nooit zoo
heeft voorgesteld.
Het gemiddelde inkomen van den Neder
lander is natuurlijk ver gezakt. In 19211922
was het f 2619. De eerste crisis deed het met
f 300 zakken. Het steeg weer wat en daalde
daarna tot f 2105 over 19341935.
Hoeveel rijkaards zijn er nu nog in ons
midden? Het aantal menschen met inkomens
boven de f 20.000 bedroeg in 19341935 nog
vier tiende procent van de bevolking, dus
vier op de duizend aangeslagenen.
BEVERWIJK.
HET ONDERWIJS IN LICHAMELIJKE
OEFENING.
Ook de Gymnastiekvereniging „Turnlust"
heeft een adres aan den gemeenteraad ge
zonden, waarin er op wordt aangedrongen
het voorstel van B. en W. om den vakonder
wijzer in lichamelijke oefening op wachtgeld
te stellen niet aan te nemen.
„Turnlust" verwijst naar de motieven, die
voor het behoud van dit onderwijs kunnen
worden aangevoerd, naar de memorie van
toelichting, behoorende bij het aan den raad
gezonden adres van de Vereeniging van
Leeraren en Onderwijzers in de Lichamelijke
Opvoeding in Nederland, afdeeling Haarlem.
De tarieven van het slachthuis.
Verlaging voor de koelcellen.
Een herziening der rechten voor het ge
bruik van het koelhuis aan het Openbaar
Slachthuis heeft reeds enkele malen een
punt van bespreking uitgemaakt, zoowel in
de vergaderingen van het college van B. en
W. als in de vergaderingen der Commissie
van bijstand in het beheer van het Openbaar
Slachthuis.
Nu de koelcellen in het begin van dit jaar
opnieuw moesten worden verhuurd, heeft de
wnd. directeur aan de genoemde commissie
voorgesteld een geheel nieuw tarief samen te
stellen.
Het bestaande tarief is als volgt: voor de
cellen nos. 13 t. m. 22 voor elke cel f 75 per
jaar; voor de cellen nos. 1 t. m. 4 en 9 t. m.
12 voor elke cel f 100 per jaar: voor de cellen
nos. 6 en 7 voor elke cel f 125 per jaar: voor
de cellen nos. 5 en 8 voor elke cel f 200 per
jaar.
In de praktijk heeft dit tarief niet voldaan.
Vooreerst is het tarief te hoog in verband
met de tijdsomstandigheden en vervolgens
was de verplichting om de cellen te huren
voor een vol jaar, voor velen een bezwaar om
van het koelhuis gebruik te maken.
De wnd. directeur van het Slachthuis
heeft voorgesteld een maandtarief in te voe
ren. waarbij' z.i onderscheid dient te worden
gemaakt voor het gebruik gedurende den
zomer en gedurende den winter.
Volgens het voorstel van den wnd. direc
teur zou het jaar verdeeld worden in 6 win
termaanden namelijk de maanden October,
November, December. Februari, Maart en
April en in 5 zomermaanden te weten de
maanden Mei, Juni, Juli, Augustus en Sep
tember. Gedurende de maand Januari is het
koelhuis gesloten voor de jaarlijksche schoon
maak.
Het nieuwe tarief zou als volgt kunnen
worden vastgesteld:
Voor de cellen nos. 13 t.m. 22: 6 winter
maanden a f 5; 5 zomermaanden a f 7; voor
de cellen nos. 1 t.m. 4 en 9 t.m. 12: 6 winter
maanden f 6.50; 5 zomermaanden a f 9;
voor de cellen nos. 6 en 7 6 wintermaanden a
f 8.50: 5 zomermaanden a f 11; voor de cellen
nos. 5 en 8 6 wintermaanden af 14; 5 zo
mermaanden a f 18.
De Commissie voor het Slachthuis heeft
B. en W. bericht, dat zij zich met de voorge
stelde tarieven kan vereenigen. Zij heeft
echter de wenschelijkheid betooggd, om aan
de slagers, die het koelhuis gedurende een
kalenderjaar gebruiken, op deze tarieven een
reductie toe te staan van 15 pet Naar haar
meening kan van een dergelijken maatregel
een verhoogde opbrengt der koelgelden wor
den verwacht, opdat daarin een prikkel is
gelegen om ook gedurende den winter van
de cellen gebruik te maken.
B. en W. kunnen zich met de geadviseerde
regeling zeer goed vereenigen en stellen den
Raad dan ook voor tot de invoering van het
nieuwe tarief te besluiten.
Bevordering der belangen van
t. b. c.-patiënten.
Een goede propaganda-avond.
De plaatselijke afdeeling van de vereeni
ging tot bevordering der belangen van t. b. c.
patiënten in Nederland heeft Zaterdagavond
in het gebouw de Harmonie in de Groenelaan
een uitstekend geslaagde propagandabijeen-
komst gehouden. Voor deze vergadering, die
een feestelijk karakter droeg, bestond zooveel
belangstelling, dat het zaaltje niet alleen ge
heel bezet was, maar dat nog velen teleurge
steld moesten worden.
De voorzitter der afdeeling, de heer A. L.
van Groningen sprak over deze groote belang
stelling zijn voldoening uit en zag daarin het
bewijs, dat de arbeid van de vereeniging op
prijs wordt gesteld en dat velen daarmede
sympathiseeren. Hoewel deze avond natuurlijk
ook en wij zouden zeggen in de eerste plaats
een propagandistisch karakter droeg, bood
het programma ruimschoots gelegenheid
voor ontspanning. Daar was in de eerste
plaats de heer Ph. F. Braun, die met eenige
goed gekozen declamaties voor de vroolijke
noot zorgde, Hij oogstte daarmede veel suc
ces. De heer Marx draaide films, die met
groote belangstelling werden gevolgd en waar
mede het publiek zich uitstekend amuseerde.
Tusschen de bedrijven door zorgden de
Kennemer Boys voor een vroolijk stukje mu
ziek.
De voorzitter van het hoofdbestuur, de heer
J. Lessing uit Amsterdam heeft vervolgens de
belangstelling gevraagd voor het werk van de
Vereeniging tot bevordering der belangen van
t.b.c.-pa tienten in Nederland. Meer dan ooit,
aldus spr., is het noodig, dat de arbeid dezer
vereeniging gesteund wordt, omdat zij ge
heel is aangewezen op eigen middelen, nu van
regeeringswege geen voldoende gelden meer
worden beschikbaar gesteld. Maar talrijk zijn
de lijders aan de vreeselijke ziekte, die wach
ten om in de sanatoria te worden opgenomen,
terwijl de bedden leeg staan omdat er geen
geld is. Daarom tracht de vereeniging op ve
lerlei wijzen haar financiën te versterken
Een dezer middelen is bijvoorbeeld de bekende
jaarlijksche inzameling van oude belasting-
merken, waardoor vele honderden kilogram
men koper konden worden bijeengebracht.
Ook de nazorg is van enorme beteekenis. De
goede nazorg moet de lijders weer terug
brengen in de maatschappij als volwaardige
menschen. die weer in staat moeten zijn hun
(Don Juan Povibo, een Spaansche
vlieger, is over den Oceaan naar
Mexico gevlogen, heeft daar, tegen
het verbod van haar ouders Elena
Rivero geschaakt en is dezer dagen
in Madrid met haar getrouwd.)
Bestaat er heusch geen romantiek,
In 't zakelijk moderne leven?
Die Spanjaard heeft ons de repliek
Op deze groote vraag gegeven.
Hij liet zich door geen oceaan
En door geen ouderpaar verschrikken.
Om naar Elena toe te gaan.
Die hij in oog en hart mocht blikken.
Op vleugelen der liefde is
Hij ijlings in de lucht gevlogen,
Romantischer geschiedenis
Heeft toch wel nooit ons hart bewogen.
Hij vloog Elena om den hals
En wist haar vliegensvlug te schaken.
Was pa opvliegend en niet malsch,
Van een vervolging was geen sprake
De vlieger is goed opgegaan
Zij waren in de wolken samen,
Waarna zij over d' oceaan
Weer goed en wel in Spanje kwamen.
'k Hoop voor Elena, dat haar man,
Na die romantische bedrijven.
Al is hij dan een Don Juan,
Haar onverbreekbaar trouw zal blijven.
En dat hij, met dit avontuur
Der nieuwste romantiek voor oogen,
Niet hoeft te zuchten op den duur;
En toch ben ik erin gevlogen.
P. GASUS.
brood te verdienen. Bij tijdig ingrijpen en bij
een goede nazorg behoeven de lijders niet uit
de maatschappij te worden gebannen. De heer
Lessing richtte dan ook een krachtige aan
sporing tot de aanwezigen om de vereeniging
bij haar moeilijk werk te steunen door toe te
treden als lid van de plaatselijke afdeeling.
De heer Van Groningen dankte den spre
ker voor zijn kernachtig betoog. De avond
had verder een zeer genoegelijk verloop en
tot slot was er nog gelegenheid om een dansje
te maken.
Het onderhoud van de brand-
kranen.
van het P.W.N. over te nemen tegen eenige
voorwaarden.
Volgens art. 4 dezer overeenkomst zal het
P.W.N. in dat geval aan de gemeente per ka
lenderjaar betalen: f 2 per brandkraan voor
de eerste 100 brandkranen; f 1.75 per brand
kraan voor de tweede 100 brandkranen: f 1-50
per brandkraan voor de derde 100 brandkra
nen; f 1.25 per brandkraan voor alle brand
kranen boven de 300 stuks, waarvoor door de
Gemeente een abonnement is aangegaan.
Er zijn thans 147 openbare brandkranen in
de gemeente aanwezig, zoodat de door het
P.W.N. te betalen vergoeding bedraagt f 282.50
per jaar.
Overeenkomstig het advies van den direc
teur van Openbare Werken stellen B. en W.
voor deze overeenkomst aan te gaan.
Beverwijk's politie deed een
goede vangst.
Brutale gauwdief liep in de val,
MAANDAG 17 FEBE. 1936
Rust in het Villapark hersteld.
Voortaan onder beheer van de gemeenten.
Het provinciaal Waterleidingbedrijf van
Noordholland is krachtens het bepaalde in
artikel 10 van de door Gedeputeerde Staten
van Noordhoiland vastgestelde „Voorwaarden
voor de levering van water door het P.W.N.",
verplicht tot het vorstvrij houden van de
brandkranen; het eenmaal per jaar beproeven
der brandkranen na tijdig voorafgaand over-
ieg met het Districtshoofd van het P.W.N. te
Beverwijk omtrent het tijdstip, waarop de be
proeving zal plaats hebben; het herstellen der
bestrating en verharding, indien deze in. de
omgeving der straatpotten verzakt of bescha
digd mocht zijn; het verrichten van alle on-
derhouds-herstellingen aan de brandkranen
en straatpotten, met dien verstande, dat de
eventueel benoodigde onderdeelen gratis door
het P.W.N. zullen moeten worden geleverd:
het verrichten van alle overige werkzaam
heden, behalve de vernieuwing, welke een be-
drijfsvaardigen toestand der brandkranen te
allen tijde waarborgen.
De mogelijkheid bestaat om het onderhoud
en de verzorging der openbare brandkranen
De politie is er na lang speuren in geslaagd
den bedrijver te arresteeren van talrijke dief
stallen, die gedurende de laatste drie weken
in het Villapark werden gepleegd. Deze man
heeft kans gezien een groot aantal portemon
naies met inhoud te stelen uit de keukens
achter de villa's en hij heeft met zijn blijk
baar zeer lucratief bedrijf den bewoners van
het Villapark veel onrust en de politie een
massa werk bezorgd.
Deze man vervoegde zich bij voorkeur aan
de keukens en trof hij daar de dienstbode
aan, dan deed hij zich voor als koopman in
allerlei kramerijen. Maar wanneer de keuken
verlaten was, dan sloeg hij zijn slag. In de
meeste gevallen maakte hij de portemonnaie
met huishoudgeld buit, om dan te verdwij
nen. Hij deed ook den aftocht met veel be
leid, want het is zelfs enkele malen voorgeko
men. dat hij den heer des huizes aan den
voorkant van de villa beleefd groette, na
een oogenblik te voren aan de achterzijde van
het huis het huishoudgeld te hebben ge
kaapt. De portemonnaies bevatten soms wel
bedragen van f 35, f 25 en f 15.
Het is begrijpelijk, dat de villabewoners aller
minst gesteld waren op het bezoek van den
geheimzinnigen koopman, die steeds weer
spoorloos verdween. Bij de politie kwa
men talrijke klachten en aangiften van dief
stal binnen. Met groote voortvarendheid
werd het onderzoek ter hand genomen. Ge-
meente-politie, rij ksveld wacht en marechaus
see stelden een nauwgezette surveillance in.
het Villapark werd dag aan dag afgezet,
sommige vreemdelingen, wei'den gefoilleerd.
maar de dader werd niet gevonden. Hij zette
zijn reeks portemonnaiediefstallen voort
alsof de politie „lucht" voor hem was. De be
woners van het park en van de naaste omge
ving verleenden de politie alle mogelijke me
dewerking, verlangend als zij waren van den
diefachtigen koopman verlost te worden. Zij
verleenden de politie gaarne onderdak in de
steUige verwachting dat de „koopman" wel
weer zou komen opdagen en in dat geval zou
hij er natuurlijk gloeiend bij geweest zijn.
De politie beschikte over eenige signale
menten, maar omtrent de kleeding waren
de meeningen uiteenloopend. In ieder geval,
de politie kreeg den gladden vogel niet te
zien.
Toch kreeg de politie een spoor in handen,
toen de portemonnaie-dief zeker in een ver
trouwelijke bui tegen een vriendelijke dienst
bode, die hem wist „uit te hooren", vertelde.
De burgemeester van Heemstede, Jhr. J. P. W. van Doorn, opende Vrijdag de
jaarlijksche bloemententoonstelling van de bloemistarbeidersvereeniging. De
burgemeester bewondert de door de jeugd gekweekte bloemen.
dat hij in Beverwijk in die-en-die-straat
woonde.
Zaterdagmorgen wai'en de politiemannen
weer trouw op hun post, vastbesloten aan
's mans practijken een einde te maken.
Tot hun niet geringe verbazing stal hij
denzelfden morgen weer een portemonnaie
uit een keuken achter een villa aan den Zee
weg. als het ware onder de oogen van de be
woners. Maar nu was hij toch genoodzaakt de
vlucht te nemen, want een der buurtbewoners
zette den man na. De venter besteeg echter
zijn rijwiel en was binnen enkele oogen-
blikken uit het gezicht verdwenen. Toch zou
deze dag hem noodlottig worden. Zaterdag
surveilleerden twee agenten in de omge
ving van de straat, waar zij hun man kon
den verwachten. Inderdaad kwam uit de Cor
nells Amsestraat een jong verloofd paar wan
delen. „Dat is 'em", zei een der agenten. Zij
volgden het paar en t-oen de jongelui in de
nabijheid van het politiebureau waren geko
men. werden zij vriendelijk uitgenoodigd bin
nen te treden. Aan dit verzoek werd voldaan.
Het duurde niet lang of de politie kon zich
gelukkig prijzen een goede vangst te hebben
gedaan. Bij het verhoor werd de jongeman
zoo in het nauw gebracht, dat al spoedig een
volledige bekentenis volgde. Hij gaf toe ver
scheidene diefstallen van portemonnaies te
hebben gepleegd. Dat hij daarbij niet altijd
herkend werd kwam voort uit het feit. dat hij
in een op zijn fiets bevestigde koffer een
heele garderobe meevoerde. Hij trok steeds
een andere overjas aan en-zoo kon het ge
beuren, dat het eene dienstmeisje verklaarde
hem te hebben gezien in een grijze demie,
terwijl een andere beweerde, dat de „koop
man" een blauwe regenjas droeg.
De arrestant werd bij confrontatie ook her
kend, zoodat er voor de politie niet den min
ste twijfel meer bestond. De man is een Am
sterdammer, die sedert korten tijd bij zijn
broer te Beverwijk inwoonde. Hij zal ter be
schikking van de justitie worden gesteld.
De politie verdient een woord van hulde
voor haar werk, waardoor een sluwe gauw
dief, die de laatste weken onder de bewo
ners heel wat onrust veroorzaakt heeft, on
schadelijk werd gemaakt.
LéON DAUDET, de leider der thans verboden
Action Francaise, bij wien, naar aanleiding
van de molestatie van den socialistenleider
Léon Blum, huiszoekingen werden verricht.
WIJK AAN ZEE
DE GEREFORMEERDE BADGASTENKERK.
Aan Chr. de Goede, aannemer alhier, laag
ste inschrijver (1' 5596) is opdracht gegeven
voor den bouw van de Gereformeerde badgas
ten-kerk, welke eind Mei gereed moet zijn.
TENTOONSTELLING.
De afdeeling Wijk aan Zee van de Graal-
wacht (leidster mej. A. Bakker te Beverwijk)
heeft in het St. Vitushuis alhier, Zondag een
goed bezochte tentoonstelling gehouden van de
werkstukken op de clubavonden door de da
mes gemaakt. Er waren vele nuttige kleeding-
stukken, verschillende fraaie handwerken,
o.a. ook keurig beschilderde kleedjes.
De kleedingstu-kken zullen uitgedeeld wor
den onder de behoeftigen; de overige voor
werpen zijn bestemd als prijzen voor de ver
loting.
Voorts waren er diverse attracties als tom
bola 't raden van een poppennaam, enz.
SANTPOORT.
VERKEERSONGEVAL.
Op de Wüstelaan tegenover „Bleekenhoven"
had een aanrijding plaats tusschen een auto
en een motorrijwiel, vermoedelijk, doch dit
wordt door de politie nog nader onderzocht,
doordat de bestuurder van eerstgenoemde
geen voorrang verleende.
De berijder van het motorrijwiel, de heer S.
van hier, werd van zijn tweewieler geworpen.
Hij bekwam daarbij een wonde aan het hoofd
en klaagde over pijn op verschillende andere
plaatsen van zijn lichaam. Bij onderzoek
bleek Dr. De Groot echter, dat niets gebroken
was. Het motorrijwiel werd ernstig beschadigd.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
FEUILLETON
9)
J. O. CURWOOD.
Een geweerschot klonk achter hen. Het was
met ver weg en onwillekeurig omklemde ze
hem vaster. Peter stak een hand omhoog.
„Geef mij de revolver, Dolores."
.Neen," protesteerde zij. „Ze zullen ons niet
inhalen."
„Je moet mij de revolver geven," drong hij
aan.
„Peter, dat kan ik niet. Begrijp je. Ik kan
het niet. ik moet de revolver houden."
Zij keek weer achterom. Er was geen twijfel
meer aan. Hun vervolgers kwamen nader. Zij
hoorde een stem, het geia-loo van voortren-
nende Eskimos, een uitroep, dien zij herkende
als den uitroep van een blanke en nog een
geweerschot. Wapi kwam dichterbij loopen.
nep nu bijna tegen den achterkant der
slede aan en zijn roode oogen waren onder het
voortrennen voortdurend op haar gericht.
„Wapi!" riep zij, „Wapi!"
Zyn kaken sperden zich open. Zij kon zijn
Wigend antwoord op haar stem hooren.
Een derde schot boven hun hoofden klonk
een vreemd, gonzend geluid.
„Wapi," gilde zij bijna, „ga terug! Houd ze
tegen, Wapi houd ze tegen houd ze tegen
houd ze tegen!" Zij strekte haar armen uit,
hem terugjagend, die woorden telkens en tel
kens weer herhalend. Zij boog zich over den
rand der slede, zich aan den stuurstang vast
klemmend. „Ga terug, Wapi! Houd ze tegen
houd ze tegen houd ze tegen!"
Als in antwoord op haar woeste vermaning,
slaakte het span achter hen plotseling een
jankend gegil. Het was hun nu vlak op de
hielen. Nog tien minuten.
En toen zag ze dat Wapi achterbleef. Snel
werd hij verzwolgen in den, door het sterren
licht beschenen, nachtelijken chaos.
„Peter!" riep zij snikkend. „Peter!"
Luisterend naar het zich verwijderend ge
luid der slede, stond Wapi als een stille scha
duw op den weg. Vervolgens keerde hij zich
om en keek naar het Noorden. Hij hoorde nu
het andere geluid en vóór het geluid uit
bracht de wind hem een geur mee, den geur
van dingen, die hij haatte. Gedurende vele
jaren had iets in zijn binnenste gestredelen
om tot zijn begrip door te dringen en het ge
jank der honden en de geur in de lucht van
schepselen, die zijn beulen geweest waren,
deden in hem de juichende zekerheid ontstaan,
dat thans zijn levenstaak volvoerd moest
worden.
Weer was het geen werking van het ver
stand, maar het steeds sterker zich open
barend gevolg van dingen, die gebeurd waren
en nog gebeurden. Hij had het gevaar gero
ken toen hij voor het eerst gewaarschuwd had
dat de vervolgers naderkwamen en dit gevaar
was niet langer een bedriegeiijk en ontastbaar
iets, dat enkel zijn haat aanwakkerde. Het was
nu een dichtbijzijnd en tastbaar feit. Hij had
getracht om het te ontvluchten met de
vrouw maar het was hem gevolgd en had
hem ingehaald en de jankende honden daag
den hem uit tot een gevecht, evenals zij hem
uitgedaagd hadden van den dag af waarop hij
oud genoeg was om voor zich zelf te zorgen. En
nu had hij iéts om voor te vechten. Zijn ver
stand zei hem, dat de eene slede vluchtte voor
de andere en dat de slede, die vluchtte, zijn
slede was en dat hij voor deze slede moest
vechten.
Hij wachtte, bijna midden op het spoor.
Niet langer vertoonde zijn lichaam de slaaf-
sche onderworpenheid van een met stok en
zweep geregeerd schepsel, niet langer was hij
de uitgeworpene, die ontwijkt, nog sprak uit
zijn houding het valsch deemoedige, toen hij
daar stond op den weg, waarover zijn vijanden
naderden.
Hij was opgestaan uit zijn slavernij. De
zwiepende zweepslag en de vrees er voor had
den afgedaan. Zooals hij daar stond in het
sterrenlicht, met zijn prachtigen kop opge
heven, terwijl de spieren van zijn reuzen-
lichaam op staaldraden geleken, zou de voor
bijgaande geest van Shan Tung hem aange
zien hebben voor Tao, den grooten Deen. Hij
was niet opgewonden en toch vervulde
hem een machtig verlangen meer dan dat,
een ontzettend voornemen. Het gejank van
opwinding der naderende Eskimo-honden,
drong hem niet langer om opzij te gaan, zoo
als hij dat gisteren of eergisteren gedaan zou
hebben. De stemmen van zijn oude meesters
deden hem niet langer wegsluipen, met een
onderdrukt gegrom en zijn lichaam doorbui
gen van vernedering en wóede over zijn sla
vernij. Hij stónd daar als een rots, zijn breede
borst vierkant naar hen toegekeerd en toen
hij hun schaduwen zag opdoemen uit den
sterren-mist op een achtste mijl afstand, was
het geen geknor meer maar een gehuil dat
uit zijn keel oprees; een gehuil van vage en
onderdrukte begeerigheid, van een groot ver
langen, dat op het punt stond om vervuld te
worden. Tweehonderd meter honderd
tachtig eerst toen de honden op geen vijftig
meter afstand, meer van hem waren, kwam hij
in beweging. En toen, als een rots, die door
een sterke kracht voortgestuwd wordt, viel hij
op hen aan.
Hij ving het aanstormend gewicht der troep,
borst aan borst, op. Er werd geen waarschu
wing gegeven. Noch mannen noch honden
hadden de wachtende schaduw gezien. De
botsing deed den leiderhond terugtuimelen,
terwijl Wapi's groote tanden in zijn keel ge
slagen waren en in een oogenblik rolden de
veertien honden achter hem over hem heen,
verwarden zich in de trekriemen, jankten,
gromden en beten, terwijl boven hen mannen
met ronde, vollemaansgezichten en kappen op,
scehrpe kreten uitstootten en met hun zwee-
pen er op los sloegen en een blanke man met
een geweer in zijn handen van de slede sprong.
Het was Rydal.
Onder de massa honden bedolven, hoorde
Wapi, de Walrus, niets van de kreten der
mannen. Hij vocht. Hij vocht zooals hij nog
nooit in zijn leven gevochten had. De woeste
kleine Eskimo-honden hadden hem geroken
en hun vijand herkend. De leider-hond was
dood. Wapi had een tweede hond met één en
kele beet van zijn, een duim lange tanden, den
buik opengereten. Hij was nu bedolven onder
de honden. Maar zijn tanden kwamen in aan
raking met vleesch en beenderen en uit de
verwarde massa rezen ontzettende kreten op
van doodsangst, die een afschuwelijk mengel
moes vormden met het getier der mannen en
het gegrom en gejank der beesten, die nog
geen kennis hadden gemaakt met Wapi's tan
den. Met drie en vier tegelijk wierpen zij zich
op hem. Hij voelde hoe hun tanden, op de ma
nier der wolven, zijn vleesch verscheurden. Hij
had alle pijngevoel verloren. Zijn kaken sloten
zich om een voorpoot, die als een stok stuk-
knapte. Zijn tanden drongen als ivoren mes
sen in de lies van een der woestelingen, die
hem een gat in zijn zijde had gescheurd en
een gesmoorde doodskreet steeg op. Een tand
doorboorde zijn oog. Zelfs toen slaakte Wapi,
de Walrus, nog geen kreet. Hij hief zijn reuzen-
lichaam op. Hij ontmoette een andere keel en
op dat oogenblik rees hij op uit den troep, het
leven uit zijn slachtoffer schuddend, evenals
een terrier dit met een rat doet.
(Wordt vervolgd.).