i
Avonturen in sneeuw en ijs
Een der hospitalen te Massoua, waar de Italiaansche soldaten, die in den Abessijnschen oorlog gewond zijn, worden onder
gebracht, alvorens naar het vaderland te worden teruggevoerd
Een feHe brand verwoestte te Hatfield (Eng.) een meisjesschool. De zestig leerlingen
konden het gebouw ongedeerd verlaten
De minister van Landbouw en Visscherij, mr. dr. L. N. Deckers, bracht
Vrijdag een bezoek aan de Rijks-seruminrichting te Rotterdam, De minister
(rechts) tijdens de rondgang
Zeg het met bloemen. Vanwege
de Amsterdamsche Vereeniging van
Schoolwerktuinen wordt in verschil
lende scholen te Amsterdam een ten
toonstelling gehouden van door school
kinderen in bloei getrokken tulpen
Prins Takamatsu,
de jongste broer
van den Keizer van
Japan, wordt be
groet bij zijn aan
komst aan de En-
felsche kerk te
okio, ter bijwo
ningvan den rouw
dienst voor wijlen
Koning George V
Op verschillende wijzen geven de bewoners van het Rokin
te Amsterdam uiting aan hun gevoelens betreffende het
besluit tot demping van het gedeelte Rokin tot de Lange-
brugsteeg
Een hoekje van het Nederlandsch Spoorwegmuseum, dat
naar het eerste hoofdgebouw der N.S. te Utrecht is over
gebracht en Vrijdag heropend werd
FEUILLETON
door
3. 0. CURWOOD.
14)
Een oogenblik stond de geheimzinnige
vreemdeling tusschen hen in en Jacques
Dupont- dook ineen voor zijn wraakneming.
Nog nooit had de bevolking van Lac Bain hem
zoo verschrikkelijk gezien. Hij was de vechten
de gorilla, de strijder, die vecht evenals de
wolf, de beer en de kat het leven vernieti
gend, door zijn groot gewicht en zijn kracht.
Hij woog honderd pond meer dan Reese Beau-
din. Op zijn afhangende schouders kon hij een
boom tillen. Met zijn groote handen kon hij
een tweeduims boompje doorbreken. Met één
enkele hand had hij een berenval gespannen.
En met die reuzenkracht vocht hij, evenals in
de oertijden de holbewoner vocht. Hij ging er
trotsch op, dat er geen kunstgreep was van
;den Chippewayan, den Cree, den Eskimo of
den boschbewoner, dien hij niet kende. En toch
stond deze Reese Beaudin hem kalm en glim
lachend op te wachten!
Het volgend oogenblik was de geheimzinnige
vreemdeling verdwenen en stond er niets meer
tusschen hen.
„Ik heb lang hierop gewacht, m'sieu," zei
Reese, alleen voor Duponts ooren hoorbaar.
„Vijf jaar is een heele tijd. En mijn Elise be
mint mij nog."
Steeds sterker op een gorilla gelijkend, kroop
Jacques Dupont nader. Zijn gelaat was ver
wrongen door een woede, die hij niet meer
onder woorden kon brengen. Haat en jaloezie
beroofden zijn oogen van het laatste spoortje
menschelijkheid. Zijn groote handen waren
gekromd als de klauwen van een arend. Zijn
hffpen waren opgetrokken als van een wild
dier. Tusschen zijn rooden baard kwamen zijn
gele tanden tevoorschijn.
En Reese Beaudin glimlachte niet langer.
Hij lachte!
„Voor ik wegging en echte mannen ontmoet
te, wist ik niet, wat een laag persoon gij zijt,
M'sieu Dupont," sprak hij op een vriendelijk,
plagenden toon, alsof hij schertsend met een
vriend sprak. „Je doet mij denken aan een oud
en over-vet stekelvarken met zijn dikken buik
en kromme pooten. Wat moet het vreeselijk
geweest zijn voor mijn Elise om met zoo'n
woesteling, als gij zijt, te moeten leven!"
Brullend van woede viel Dupont op hem
aan. En sneller dan ooit tevoren iemand te
Lac Bain een man zich had zien bewegen, was
Reese Beaudin buiten zijn bereik gesprongen
en stond achter hem en toen de reus tot staan
kwam op den rand van het platform en zich
omkeerde, kreeg hij een klap, die klonk als de
vlakke zijde van een pagaai, wanneer die op
het water slaat. Reese Beaudin had hem een
klap gegeven met zijn vlakke ongebogen hand!
Een ongeloovig gemompel steeg op uit de,
ademloos toekijkende, menigte. Voor den
boschbewoner is een dergelijke slag een doo-
delijke beleediging. Daarmee noemde men hem
een Iskwao een vrouw een zwakkeling
iets, te verachtelijk om de vuist voor te ballen.
Maar het gemompel stierf onmiddellijk weg,
Want Reese Beaudin, een beweging makend
alsof hij achteruit wilde gaan, schoot plotse
ling naar voren midden tusschen de ge
kromde armen van den reus en ditmaal be
landde zijn vuist midden tusschen Duponts
oogen. Het hoofd werd achterovergeworpen,
zijn reuzenlichaam wankelde en plotseling
tuimelde hij achterover van het platform en
viel met een smak op den grond.
De geheimzinnige vreemdeling slaakte een
kreet van opwinding. Joe Delesse deed een
poging om iets te zeggen. De menigte
schreeuwde Reese Beaudin's naam. Maar
boven dit alles uit klonk een vrouwenstem, die
hartstochtelijk een naam uitschreeuwde. Maar
op hetzelfde oogenblik stond Jacques Dupont
weer op het platform. In de volgende oogen-
blikken kon iedereen haast het hart van zijn
buurman hooren kloppen.
Meer en meer naderden de beide mannen
elkander. En nu dook Jacques Dupont weer
ineen en Joe Delesse hield den adem in. Hij
merkte op dat Reese Beaudin nagenoeg op zijn
teen en stond dat hij ieder oogenblik gereed
scheen te staan, evenals een hardlooper voor
een plotselinge vlucht. Vijf voetvier en
Dupont schoot toe, zijn armen zwaaiend als
de takken van een boom en zijn slag met ver
pletterende kracht toebrengend. Een oogenblik
leek het alsof Reese Beaudin was blijven staan
om dezen noodlottigen aanval af te wachten,
maar op hetzelfde oogenblik zoo snel, dat
enkel de geheimzinnige vreemdeling wist wat
er gebeurde was hij weggesprongen en zijn
linkerarm scheen eerst naar beneden en toen
naar boven te vliegen, vervolgens werd zijn
rechterarm naar voren gestrekt, de linker ging
weer naar beneden en weer omhoog en de
derde slag, telkenmale snel toegebracht, ont
lokte den geheimzinnigen vreemdeling weer
een kreet. Want ofschoon niemand buiten den
vreemdeling het gezien had, was Jacques Du
ponts hoofd achterover geslagen en ieder
zag den vierden slag neerkomen, die hem
neervelde als een man, die door een knuppel
getroffen werd.
Er werd geen enkel geluid vernomen. Her
senen en spraak der bewoners van Lac Bain
waren als verlamd. Nooit hadden zij zien
vechten, zooals Reese Beaudin vocht. Voor het
eerst in hun leven zagen zij de bokskunst in
het strijdperk treden met de brute kracht van
Brobdingnagian, van Antaeus en Goliath.
Want Reese Beaudins vechten was een vech
ten zonder kunstgrepen te gebruiken, voor
zoover zij zien konden. Hij gebruikte zijn
vuisten en zijn vuisten alleen. Het was alsof
hij danste. En plotseling, midden in dit won
der, zagen zij Jacques Dupont neervallen. En
het tweede wonder was, dat Reese Beaudin
zich niet op hem wierp, toen hij gevallen was.
Hij stond een weinig terug, steeds op dezelfde
wonderlijke wijze op de ballen van zijn voet
en zijn teenen balanceerend. Maar Dupont was
nog niet opgestaan of Reese Beaudin had hem
weer, met de lenigheid van een kat, aangeval
len en zij konden de slagen, als schoten, hoo
ren neervallen, terwijl Duponts armen zwaai
den als boömtoppen en voor de tweede maal
verdween hij van het platform.
Hij wankelde toen hij opstond. Het bloed
stroomde hem uit mond en neus.
Dezen keer sprong hij niet op het platform
hij klauterde er tegen op en de geheimzin
nige vreemdeling hielp hem hierbij, hetgeen
Dupont enkele minuten geleden als een belee
diging zou hebben afgewezen.
„Zoo, het is zoo goed als afgeloopen," sprak
de vreemdeling tot Delesse. „Hij is de best ge
trainde bokser van de heele
Hij voltooide den zin niet.
„Ik zou je nu kunnen dooden met één
enkelen slag je dooden," zei Reese Beaudin.
toen de reus een oogenblik stond te waggelen.
„Maar er is een grooter straf voor je wegge
legd en daarom zal ik je het leven schenken!"
En nu keek Reese Beaudin naar de gedeelte
der menigte, waar de vrouw stond, die hij
liefhad. Hij haalde diep adem. Maar hij was
niet buiten adem. Hij keek recht over de
hoofden heen, die zich bevonden tusschen hem
en de vrouw, die hem door Dupont ontstolen
was.
Reese Beaudin hief zijn armen op en waar
eerst het gemompel der stemmen gehoord
werd, heerschte nu diepe stilte.
Voor het eerst sloeg de vreemdeling zijn
muts terug. Hij knoopte zijn zwarte hemd los.
En Joe Delesse, die naar boven keek, zag
dat Reese Beaudin een krachtige poging deed
om een eigenaardig gevoel van opwinding, dat
zich van hem meester maakte, terug te drin
gen. Toen hoorde men het geluid van kleeren,
die stukgescheurd werden en knoopen en spel
den, die op den grond vielen, toen hij met een
vlugge beweging het hemd op zijn borst los
trok voor de oogen van Lac Bain, bloedrood
gekleurd door den gloed der winterzon, het
karmozijnkleurige insigne toonend van de
Koninklijke Noordwestelijke Bereden Politie!
En boven de naar adem hijgende menigte,,
boven den eigenaardigen kreet der vrouw uit,
klonk zijn stem:
„Ik ben Reese Beaudin, de Laffe! Ik ben
Reese Beaudin, die wegliep! Ik ben Reese
Beaudin sergeant bij Harer Majesteits
Noordwestelijke Bereden Politie en in naam
der wet arresteer ik u, Jacques Dupont, voor
den moord op Francois Bedore, die vijf jaren
geleden in het gebied, waar hij vallen mocht
zetten, werd vermoord. Fitzgerald
De geheimzinnege vreemdeling sprong op
het platform. Zijn zware mantel viel terug.
Lang en norsch stond hij daar in de schar-
lakenroode politie-uniform. Er rammelde iets
van staal in zijn handen. En Jacques Dupont
trachtte doodsbenauwd iets te zien, van het
geen gebeurde, toen hij op zijn knieën liggend,
om zich heen tastte. Het staal sloot zich om
zijn polsen.
En toen hoorde hij een stem vlak boven zijn
hoofd. Het was de stem van Reese Beaudin.
„En dit is je laatste straf, Jacques Dupont
om gehangen te worden. Want Bedore was
niet dood, toen Elises vader hem na den strijd,
in zijn jachtgebied liet liggen. Gij zijt de man,
die den strijd gezien hebt, hem verder af
maakte en de schuld gaaft aan Elises vader.
Mukoki, de Indiaan, heeft je bespiedt. Dit is
mijn dag, Dupont, en ik heb lang moeten
wachten."
Het overige verstond Dupont niet meer.
Want uit de menigte steeg een woedende
kreet op. En tusschen de mannen door baande
een vrouw zich met uitgestrekte armen haar
weg en achter haar volgde de vertegenwoor
diger der Company te Lac Bain.
<Wordt vervolgd^