DE GOUDEN BRUG.
Een overzicht van de 53ste Beurs der Dameskroniek,
welke Vrijdag in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam ge
opend is
De bekende strijkmolens te Kolhorn zijn door den bouw van een modern gemaal over
bodig geworden en zijn voor afbraak verkocht. De eerste molen, de „Schager Kogge"
wordt gesloopt
Tijdens zijn bezoek aan Friesland heeft minister Slingenberg Vrijdag te
Leeuwarden op het nieuw aan te leggen vliegveld de vlag gehescbeo.
Tijdens de plechtigheid. Lmks de burgemeester van Leeuwarden, jhr.J. M. Beyma
FEUILLETON
ROMAN VAN HANNO PLESSEN.
.(Nadruk verboden)
4)
Het tijdelijk verblijf in ïgls. waartoe Jo
hanna in de eerste week van December plot
seling heeft besloten, is uit verschillende be
weegredenen voortgekomen. Niet alleen het
feit, dat het nichtje bij haar vermoeiende
muziekstudie wel eenige behoefte had aan een
paar weken vacantie, heeft tot dezen trip
aanleiding gegeven, ook de omstandigheid,
dat tante reeds al te lang binnen de vier
muren van haar gezellige woning heeft door
gebracht, sprak een woordje mee en zoo zijn
kzij dan gezamenlijk overeengekomen naar de
Alpen te trekken, welke voor het jonge meisje
nog terra incognita, vormen. Weliswaar heeft
het eenige moeite gekost de oude dame te
verzoenen met het vooruitzicht, dat Kerstmis
dan niet In den familiekring zal kunnen wor
den doorgebracht, maar tenslotte heeft zij zich
toch ook ditmaal weer door Hannerl laten
overreden.
En nu zwelgt zij dan bereids tien dagen ln
de geneugten van Igls, zich telkens weer op
nieuw er over verheugend eindelijk weer eens
als voornaam badgast in een elegant hotel
van een fashionabelen wintersportplaats als
toonaangevend te worden beschouwd. Zij leeft
geheel op in deze, sinds jaren ontbeerde at
mosfeer en brengt daarbij de bekoring, welke
er van haar gedistingeerde persoonlijkheid
uitgaat, tot volle ontplooiing.
Vandaag heeft de barones echter niet haar
beau jour. Zij is zoo verstrooid, dat zij kort
achtereen twee groote blunders maakte in
een, voor den robber beslissend spel. Het ge-
.Xmit is een blik van haar partner; dr. Falk,
wiens zwijgend verwijt boekdeelen spreekt. Hij
weet echter niet, wat de barones zoo uit haar
evenwicht heeft gebracht. Is het dan niet be
denkelijk, dat Hannerl zich zoo bijzonder
aangetrokken voelt tot het gezelschap van
den, sinds een week eveneens in Iglerhof wo
nenden, jongen componist Vonberg? En is
het eigenlijk niet nóg bedenkelijker, dat de
zelfbewustheid van haar nichtje haar, de
zooveel oudere tante, verbiedt ook maar iets
van haar bezwaren tegen dezen omgang te
laten blijken? Dit verschil van gevoelens is
toch zeker belangrijk genoeg om het gemoed
van de goede barones Geitier ernstig te be
zwaren
„Harten is troef!" Hoffelijk maakte Szar-
tossy de barones, die in 't geheel niet bij haar
spel is, attent op hetgeen zij reeds lang be
hoorde te weten.
„Hoe u bij die kaart kon passen, is me
toch werkelijk een raadsel, barones!" meent
dr. Falk, iets scherper te mogen opmerken.
„Oh, i supposeu gevoelt u zeker niet
goedzegt miss Spencer, die ook haar
duit in het zakje wenscht te doen.
De aldus berispte grijze dame bloost van
ergernis en mompelt iets van „een beetje
hoofdpijn". De partij wordt nog slechts ten
einde gespeeld en daarna gaat men uiteen. Dr.
Falk heeft alle kranten nog niet gelezen, wat
persé eiken dag gebeuren moet, miss Spencer
heeft nog een paar brieven te schrijven en
Szartossy besluit nog eenmaal zijn sneeuw-
schoenen aan te trekken. Onder den helderen
sterrenhemel is het bepaald verleidelijk voor
het diner nog een uurtje te wandelen.
„Welken kant gaat u op?" informeert de
barones belangstellend.
„Den weg naar Lans. Ik wil op dezelfde
hoogte blijven, want om nog wat te gaan klim
men ben ik toch werkelijk te moe", antwoordt
Szartossy.
„Dat begrijp ikU bent vanmorgen
vroeg immers al naar de Kranebitterklamm
geweest Jja, wat ifc u eigenlijk vragen
wou, meneer SzartossyMijn nichtje en
meneer Vonberg zijn al sinds negen uur van
ochtend op pad enDe oude dame
aarzelt.
„Naar ik hoorde, wilden zij naar de Pat-
scherkofl",e helpt Szatossy haar op weg. „Dat
Is een trip, die tot in den laten avond kan
duren".
„Als er maar niets gebeurd is", laat de be
zorgde tante zich nu toch ontvallen.
„Maar barones!" Szartossy lacht geruststel
lend. „Bij een serpentine-daling als deze Is
heusch geen gevaar. Zelfs beginnelingen kun
nen dien tocht maken. En de barones en me
neer zijn toch uitstekend getrainde ski'ers!"
„Ach ja!" zucht Sophie von Geitier klagend,
maar zij blijft besluiteloos in de hotelhall
staan, met een wat zieligen blik voor zich uit
starend. Zij kan die man daar toch niet zeg
gen, dat ze nog een ander gevaar voor Hannerl
ducht? Bovendiende barones en me
neer heeft hij gezegd, uitdrukkelijk
„meneer" en niet „meneer Vonberg".
Ligt daarin al niet een onmiskenbare
geringschatting, een minder gunstige critiek
op den persoon van den jongen componist?
Want Stefan Szartossy weet toch werkelijk wel
hoe het hoort en als hij zoo'n onderscheid
maakt, dan doet hij dat bewust en heeft hij er
een bepaalde reden voor. Waarom zou die
Vonberg hem eigenlijk onsympathiek zijn?
Of die musicus misschien niet geheel achttien
karaats is en de Hongaar het een en ander
van hem weet? Al deze en nog vele andere
vragen bestormen de barones en er ligt iets
hulpeloos in de beweging, waarmee zij haar
witte wollen shawl dichter om de schouders
slaat.
Szartossy, gentleman in elke situatie, buigt
zijn rijzige figuur eenigszins voorover en
biedt haar zijn arm.
„Permitteert u, barones, dat ik u naar uw
kamer breng? Om hier op den terugkeer van
de jongelui te wachten, heeft werkelijk geen
zin, U zoudt slechts gevaar loopen om kou te
vatten. Als ik u daarmee gerust kan stellen,
ben ik echter graag bereid de jongelui tege
moet te gaan".
„Ach ja, als u zoo vriendelijk wilt zijn!" De
oude dame slaakt een zucht van verlichting,
zonder te bedenken, dat de bereidwillige Hon
gaar met zijn ridderlijk aanbod toch niets
meer zal kunnen redden, goed maken of ver
hinderen, wanneer inderdaad het nichtje op
dezen ski-tocht het een of ander mocht zijn
overkomen.
Vóór zij naar haar kamer gaat, haalt zij nog
een boek uit de hotel-bibliotheek. „Wat de
natuur vertelt", verzamelde novellen van
Renate Lien.
„Renate Lien", zegt ze, bijna overluid, terwijl
ze peinzend het voorhoofd fronst. Wie is zij
ook weer? Ze ontmoet den naam niet voor
het eerst, maar als dien van een schrijfster
kent ze hem toch niet. Neen, dat zeker niet.
Alleen hij zegt haar iets. al weet ze dan op
het oogenblik niet wat dat zijn kan. Nee
maar, 't is toch te dwaas, dat zij daar niet
op kan komen! Niet zonder jpoeite tracht zij
haar gedachten op het onderwerp te eoncen-
treeren. „Renate Lien", mompelt ze nog eens
voor zichzelf en plotseling is ze er.
Ach ja, dat is immers die kleine Royter! De
dochter van Lisa Zerlett van Zerlett-Calme-
roni uit Triest, die met Peppi Royter getrouwd
en zoo jong gestorven was. Hemel, ja, wat was
dat destijds een begrafenis geweest! Zelfs de
aartshertog troonopvolger had acte de pré-
sence gegeven! Natuurlijk door dien ouden
graaf Zerlett, die immers een of andere
functie aan het hof had gehad. Want de door
luchtige Pep Royter, nou, die was toch eigen
lijk niet veel meer dan een flinke, aardige
jongen geweest. En als zoodanig was hij dan
ook in Krief gebleven, de arme kerel! Maar
Renate, diie was steeds bij een tante of een
nicht geweest; meestal bij Betty Hasslingen,
de oudste zuster van Royter. Veel drukte heb
ben ze nooit met haar gemaakt. Zij was altijd
een be^je een teciiauaei, dis Senate,. Basest
onbeduidend en niet bijster interessant in die
onbeduidendheid. Pas door haar mesalliance
was ze opgevallen; de wijze, waarop zij haar
huwelijk met dien achitect Lien wist door
te zetten, leverde zelfs dagenlang stof voor
allerlei praatjes. Enfin, ook dat was voorbij
gegaan. Ja, ja, nu herinnert barones Geitier
zich plotseling alles weer. Ook dat Lien bij
een vlucht over de Alpen verongelukt is en
zijn weduwe daarna Weenen verliet om zich
ergens als schrijfster te vestigen. De kleine
comtesse Royter, Renate Lien, het Assche-
poesje
In gedachten verzonken, bladert de barones
in het boek. Vergeten zijn op het oogenblik
Hannerl en Vonberg en de gansch niet pas
sende, ja zelfs min of meer zorgwekkende
skitocht van dit tweetal
Stefan Szartossy heeft inmiddels eenigszins
spijt gekregen van zijn aanbod, waartoe hij
zich tegenover de, zoo kennelijk in ongerust
heid verkeerende oude dame liet verleiden,
want de jonge componist is hem inderdaad
zoo weinig sympathiek, dat hij hem tot dusver
steeds uit den weg is gegaan. Bovendien meent
hij de jonge barones Geitler-Hattorf te kennen
als een persoontje, dat geen bescherming
noodig heeft en zeer wel in staat is om zich
een dozijn Vonberg's op een afstand te hou
den. Althans, als zij wil! En dat is voorloopig
nog eenigszins twijfelachtig. Het is Stefan
Szartossy niet ontgaan, dat Vonberg steeds
weer het gezelschap van de jonge barones
zoekt, ja, zich zelfs min of meer aan haar op
dringt. Daarbij komt nog, dat de muziek, die
beide jonge menschen zich als een beroep
hebben gekozen, hen in zekeren zin verbindt.
XWordt vervolgd)