Indie s defensie in het debat.
Haarlem's Kunstbezit.
W OEN S D A G 4 M AART 1936
TWEEDE KAMER
Wie moet de kosten dragen
De motie-Boon over Kloosterlingen-
onderwijzers,
DEN HAAG Dinsdag.
Installatie van Mr. P. A. Swartz, opvolger
van den naar den Raad v.'State verhuisden
a.r. afgevaardigde Dr. Rutgers, aanneming van
de begrooting van 't Departement van Volks
gezondheid met 56—23 stemmen.
Dit was !t begin van een saaien Indischen
middag. De tegenstemmers waren de gewone
opposanten plus de socialisten, namens wie
Mevrouw de VriesBruins 's Ministers verkla
ring onvoldoende vond, zoodat volgens haar
en haar geestverwanten de volksgezondheid
op onaanvaardbare wijze in gevaar komt.
Tijdens de gedachtenwisseling over „Econo
mische Zaken" zat de Directeur van dat De
partement, Mi'. Hart, een uurtje in een der
loges.
De heer v. Boetzelaer
(c.h.) was zeer tevre-
ten over wat Economi-
che Zaken doet, doch
n beetje bang voor te
reel ordening; verder
oepleitte hij de belan
den van de houtvesters
n spé. Dito de heer v.
Kempen (lib.)welke
lieraan 'n pleidooi
•oor bescherming der
(ndische fauna en flora
toevoegde, evenals de
heer v. Dijk (a.r.)
De revol. soc. Sneevliet
vreest, dat het met de
industrialisatie te veel volgens een slakken
gang zal gaan en klaagde voorts over de totaal
onvoldoende arbeidsvoorwaarden in Indië. Na
dat Roestam Effendi (commun.) voor den in-
landschen middenstand was opgekomen, uitte
Minister Coiijn zijn bewondering voor wat de
Indische Regeering in het belang van den eco-
nomischen opbouw van Indië doet.
De industrialisatie van Indië wordt door de
Regeerings-maatregelen beschermd tegen een
ongeordenden toestand. Men zal nagaan wat
er te doen valt in 't belang der houtvesters,
terwijl de aangelegenheid der natuurbescher
ming onder de aandacht der Indische Regee
ring zal worden gebracht. Opgepast dient te
worden, dat men niet te ver gaat met de in
dustrialisatie waarvoor de Regeering met
terdaad 'n open oog heeft omdat anders
het gevaar dreigt, dat de opkomende in
dustrieën elkaar het bestaan onmogelijk ma
ken. Daarom is bedrijfscontingenteering npod-
zakelijk. Economische zaken ging er z.h.st.
door, evenals Verkeer en Waterstaat, nadat de
Minister in antwoord op de heeren v. Dijk en
v. Kempen beloofd had, dat men ook in Indië
zal streven naar coördinatie van het verkeer;
dit had vooral ook betrekking op samenwer
king tusschen „Lucht en Water", nl. K.N.I.L.M.
en K.P.M.
Toen kwamen Oorlog
Bootzcla.
'ubbeldam
die de Regeering uitnoodigt een andere sa-
larieering toe te passen voor de groep van
buiten gezinsverband in communauteit le
vende ambtenaren en onderwijzers. Deze
hebben in tal van opzichten minder behoef
ten dan hun collega's en nu valt niet te ont
kennen, dat het behoefte-element meer en
meer in de salaris-regeling een rol is gaan
spelen. Daarin zit toch zeker niets anti-ka
tholieks. Trouwens, men zie naar België,
waar onder katholiek bewind hetzelfde denk
beeld als de heer Boon voorstaat, verwezen
lijkt is.
Ten behoeve van de Ministers heeft 'n
commlssie-Bijleveld t.a.v. deze volkomen za
kelijke aangelegenheid 'n onderzoek inge
steld.
De Regeering weigert echter publicatie van
het rapport. Maar zij zou toch waarlijk wel
eenlge punten hieromtrent kunnen mede-
deelen. Ds. Zandt (St. Ger.) betoogt, dat men
dit heilig huisje der kloosterlingen-onderwij
zers voortdurend heeft ontzien ondanks de
dringende noodzaak der bezuiniging. En dat
terwijl de kloosters volgens dit Kamerlid
volop profiteeren van den zilverstroom die
hun toevloeit. Toen na zijn betoog bleek,
dat zelfs de vriendelijkste invite des voorzit
ters zonder uitwerking moest blijven, aan
gezien geen der spraaklustigen heden al
spreek-klaar was, werd de vergadering ver
daagd.
E. v. R.
Spoor van den moord te
Geisteren?
Naar drie Duitsche jongelui wordt gezocht.
zuini-.
Marine aan de
beurt, waarbij de heer
v. d. Biit (r.k.) betoog
de, dat.de bewapening
in het Vérre Oosten
niet zonder invloed kan
en mag blijven op de
weermacht van Indië.
Ook Ir. Cramer (s.d.)
bleek niet blind voor
de beteekenis van be
wapening als beveili
ging van -den Oost,
maar dit nam niet weg, Cfe d.
dat er z.i., ook met be- IRK' 8Ua
houd van de weerkracht, nog fmike
ging op deze begrooting mogelijk is. Nederland
moet naast de heele kosten van de Indische
vlooten liefst ook nog 'n gedeelte van die van
het leger op zich nemen. De heer v. Kempen
(lib.) wees eveneens op de noodzakelijkheid
voor 'n voldoende weermacht te zorgen, opdat
we paraat kunnen zijn. Deze afgevaardigde
zou er niets tegen hebben als Nederland voor-
loopig alle Indische defensiekosten zou beta
len. T.a.v. de maritieme uitgaven ware daar
tegen in de oogen van den heer v. Dijk (a.r.)
geen bezwaar zoolang Indië zelf niet bij mach
te is de gelden voor deze uitgaven op te bren
gen.
Tegenover Ir Cramer hield spr. vol, dat te
midden der internationale spanning de door
den s.-d. volksvertegenwoordiger voorgesta
ne bezuiniging thans niet mogelijk is. Nadat
de heer Sneevliet (revol. soc.) gewaarschuwd
heeft tegen de plannen t.a.v. de Indische
defensie, wat nl. volgens hem ten koste der
bevolking zal gaan en de heer Wijnkoop
(commun.) betoogd heeft, dat alle Indische
defensiekosten door Nederland betaald moe
ten worden, merkt de heer Schaepman
(R.-K.) op. dat het vooral aan komt op een
weermacht in staat om de neutraliteit en
de integriteit van 't grondgebied te hand
haven.
Bij dit slot van de Indische begrootings-
debatten wees de Minister er op, dat zijn
verhaal eentonig zou zijn. Er waren wat
hij al meermalen bij andere afdeelingen had
kenbaar gemaakt opmerkingen ten beste
gegeven, die niet zeer duidelijk waren en
waarop hij niet zou ingaan. Wat men in In
dië met betrekking tot de defensieplannen
wil, staat nog niet vast: het advies van Bui
tenzorg is er nog niet. De verdediging van
het koninkrijk der Nederlanden raakt 't ge
heel, en de vraag wie als betaalsheer op
treedt. is er een van andere orde. Wanneer
Indië niet in staat ware, ook maar eenige
bijdrage voor de maritieme defensie te ge
ven, dan zou alles op Nederland komen te
rusten, wat eventueel tot beperking der de
fensiemiddelen zou moeten leiden. Met 38-19
stemmen (sociaal-democraten, communisten,
de revol. soc., en de v.-d. min de heeren
Joekes en Schilthuys tegen) nam de Kamer
ook dit hoofdstuk der Indische begrooting
aan en vervolgens z.h.st. een aantal conclu
sies alsmede handelsovereenkomsten met
Turkije en Frankrijk.
Laat op den middag kon als nu Mr. Boon
(lib.) zijn motie verdedigen i.z. salarissen
van ambtenaren en onderwijzers, die buiten
gezinsverband in communauteit leven. Die
motie was voor het Kerst-reces niet meer
aan de orde kunnen komen. Thans had men
er even den tijd voor. De overgroote meer
derheid van degenen die zouden vallen on
der een eventueel andere salarieering als
spr. aanbeveelt bestaat ongetwijfeld uit reli-
gieuse onderwijzers. Het is volgens spr. rede
lijk, dat deze categorie van personen, gelijk
al vroeger door commissies is aanbevolen,
niet 't volle salaris zal genieten.
Namens de s.-d. fractie verklaarde de heer
Drees, dat zij zal stemmen voor de motie,
Naar wij vernemen doet de Duitsche re
cherche in het grensgebied nasporingen naar
drie Zuid-Duitsche jongelui, die in Januari
in Verviers door de Belgische gendarmerie
zijn aangehouden, nadat zij een pastoor in
een hinderlaag hadden willen lokken op de
wijze als dit in Geysteren is geschied. De po
litie acht het niet uitgesloten, dat deze drie
personen iets te maken hebben met de serie
overvallen op pastoors, welke gepleegd zijn
in Alsdorff, in Materborn en in Recklinghau
sen, weike overvallen alle op dezelfde wijze
waren opgezet. De gendarmerie te Verviers
heeft de jongelieden wegens gebrek aan be
wijs weer op vrije voeten gesteld. In verband
met den moord te Geysteren bestaat ook bij
de Nederlandsche justitie voor de drie ge-
zochten belangstelling, daar de moord te
Geysteren geheel met de serie andere roof
overvallen overeenkomt. Het is niet onmoge
lijk dat deze kleine bende systematisch in
verschillende landen op gelijksoortige wijze
eenzaam wonende pastoors tot haar slacht
offers heeft gekozen.
LAKSTOKERIJ UITGEBRAND.
Te Wapenveld, gemeente Heerde, is Dins
dagmiddag brand ontstaan in de lakstokerij
van de firma Klinkert. De oorzaak is over
verhitting van de lakovens. Het vuut sloeg in
de substantie van olie en vernis en in minder
dan geen tijd stond het gebouw in volle vlam,
I terwijl pikzwarte rookwolken zich over de
omgeving verspreidden. Doordat de vlammen
oversloegen in de voorraad olie, duurde het
langen tijd voordat de brandweren van
Heerde en Wapenveld, die zeer spoedig ter
plaatse waren, den brand meester werden, De
geheele lakstokerij is uitgebrand.
De fabriek was korten tijd geleden van
Zwolle naar Wapenveld overgeplaatst en nog
geen veertien dagen in werking. Deze brand
beteekent voor de firma een aanzienlijke
schade, daar, hoewel men verzekerd is, het
bedrijf geruimen tijd zal zijn gestagneerd.
Illllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllülllllllllllllllllllllllllll
Jan Willem van Borselen
(in Teyler's verzameling).
Misschien herinnert de lezer zich de schil
derij van Gorter, die wij een paar weken
geleden bespraken, in Van Borselen had men
in het midden der vorige eeuw een gelijk-
geaard talent, met gelijksoortige beperkingen
en met even groote reputatie tijdens zijn
leven. Toch zal men, als men de beide plaat
jes naast elkaar legt, gemakkelijk zien dat
tusschen het ontstaan der origineelen allicht
een vijftig, zestig jaar ligt. In techniek en
détail-weergeving sluit deze Van Borselen
zich meer bij de kunst der zeventiende-
eeuwers aan en dit Laantje bij Poisbroeker-
dam staat dichter bij Hobbema's Laantje van
Middelharnis dan bij Gorter's Twentsche
landschappen waarbij ge echter in de vóór
gronden een zelfde kundige hand herkent.
Het is natuurlijk niet de bedoeling onzen Van
Borselen met Hobbema op één lijn te brengen.
De eerste is een artistieke naneef van den
laatsten. zooals de geheele eerste helft der
negentiende eeuw, in het landschap vooral,
op de zeventiende geïnspireerd geweest is.
Maar dat neemt niet weg dat veel schilders
uit Van Borselen's jaren, die tradities op
buitengewoon lofwaardige wijze voortzetten
en zeker op hun wijze niet minder door liefde
voor hun vak en de natuur bezield waren dan
grootere voorgangers en meer revolutionaire
nakomers.
Uit het oog, uit het hart. Dat is één van
die weinig sentimenteele, maar ook weinig
fijngevoelige Hollandsche gezegden, die men
in de praktijk der kunstwaardeering telkens
weer meent te hooren. Bij toeval krijgt men
soms uit de omgeving van die romantische
schilders schetsen, schetsboeken, hun werk
materiaal tenslotte onder de oogen en dan
staat men vaak vreemd te kijken over zooveel
onverwachte geestdrift, zooveel echt plezie
rige schilderspret die door die heeren aan hun
studiewerk besteed werd. Hét tamme, wat
hun completer schilderijen vaak aankleeft,
missen die buitenstudies, die ze door hun
groote vakkunde en handigheid vaak door een
kleinigheid tot compleet aandoende dingen
maakten om ze daarna achteloos bij de hoop
in de portefeuilles te bergen, waaruit ze later
dan weer als materiaal voor „het" schilderij
te voorschijn gehaald werden. Zoo zag ik
dezer dagen zulk een verzamelingetje ge
schilderde studies van Van Borselen's tijdge
noot Hanedoes, evenals hij een beetje in het
vergeetboek geraakt. Maar daar waren dingen
bij van zoo groote frischheid, forschheid en
elegance dat men ze voor uitingen van de
beste Barbizonners niet behoeft opzij te leg
gen.
Van Borselen is op zijn terrein, dat hij
vrijwillig beperkt had, een talent geweest. Hij
Pfff, is me dat laupe! Ga hier sitte man
dan ken jij de kontereleur an sien komme
Vooruit! Koest, Fikkie!
Uit hun dommel opgeschrikt door dezen
melodlcuzen woordenvloed kijken alle trein -
passagiers naar de spreekster en haar man.
Maar wie is Fik, wat is Fik, waar is Fik?
Het raadsel is gauw opgelost. Fik. een rood
bruin keeshondje, blijkt als blinde passagier
mee te reizen onder den mantel van de juf
frouw.
Het drietal heeft zich na veel puffen en
blazen geïnstalleerd. Fik. die dergelijke rei
zen gewend schijnt te zijn, kruipt direct uit
zijn schuilplaats en begint om chocolade als
belooning te bedelen. Een heel zakje flikken
verdwijnt in Fikjes bekje.
Iets verderop zit een klein meisje te water
tanden. Maar zij krijgt natuurlijk niets. Voor
haar is immers een kaartje betaald en Fik
gaat Hef voor niets mee.
„Vrouw, daar heb je 'm", roept manlief
plotseling, als de controleur bij het begin van
de wagon verschijnt, Fik zit in tijd van een
oogenblik weer onder den mantel en als de
controleur bij het echtpaar is aangeland,
toont de man met een heel gerust gezicht
zijn twee kaartjes. Waarom ook niet? Van
Fikkie is immers geen spoor meer te beken
nen? Wel is de mantel van de juffrouw een
beetje bobbelig, maar daar het een zeer,
zeer stevige tante is, valt dit niet op.
„Poppetje gezien, kastje dicht", denkt Fik,
en niet zoodra is de controleur weer ver
dwenen. of Fik verschijnt „Knap hondje,
hoor", prijst de vrouw, „hier heb ie weer
wat sokolaaj", en weer verschalkt Fik het
noodige.
Leiden blijkt de plaats van bestemming te
zijn. Gehoorzaam kruipt Fik weer weg. De
juffrouw hangt een „vos" over haar mantel
om de smokkelwaar nog beter te verbergen.
Zoo komen zij bij de controle. Hier wil zij
Fik nog eens lekker maken met de belofte
„Straks krijgt me soete hondje weer wat van
de frouw, hoor", maar nu schijnt het Lot te
vinden dat het brave hondje genoeg sokolaaj
heeft gehad. Fikkie, met de chocolade in het
vooruitzicht, begint hevig te kwispelen, met
het resultaat, dat zijn zwaaiend roodbruin
staartje uit den mantel van de juffrouw te
voorschijn komt. Vliegensvlug stopt deze het
verraderlijke apparaat weg. maar te laat. het
alziende oog van den controleur heeft het
reeds bemerkt.
Als zij door de controle willen gaan. vraagt
hi.i..En het kaartje voor den hond?".
„Voor den hond?" vraagt de juffrouw dood
onschuldig. ..welke hond. ik sien geen hond"
..Och kom. juffrouw, ik bedoel dat beestje
daar onder uw mantel", zegt de controleur
heel gemoedelijk.
De juffrouw doet haar mantel open en
zet een nog onschuldiger en verbaasder ge
zicht als zij daar werkelijk een hond ont
dekt, Vol verwondering zegt ze; ..Och jeetje,
meheer, wat seg uwé van soo'n beest, is ie
me daar stiekem onder me jas gekraupe. Ik
dach al bij mezelvers. het lijkt wel of me
sjaal dubbelt zit. maar ik had natuurlijk
heelegaar geen ergers dat me dat beest
daar zit. Soo trouw toch. hè?"
De controleur weet de onschuld van de
juffrouw en de hondentrouw niet op prijs
te stellen; het echtpaar krijgt een boete.
Woedend berekent de juffrouw hoeveel
flikjes Fik daar wel voor had kunnen krijgen.
M. d. L.
BERGINSTORTING MET OPZET
GESCHIED.
Naar thans iis gebleken, heeft men de in
storting in een mergelgroeve te Geulem op
zettelijk laten geschieden, omdat de stutten
ernstig begonnen te verzwakken. De noodige
veiligheidsmaatregelen zijn daarop geno
men om de te verwachten instorting, welke
door het gebruik van dynamiet werd ver
haast, zonder ongelukken te doen plaats heb
ben.
Qllllllllllllllllllllillllllilllllllllllll'llllllllilllliM
Twee kinderen onder hooi
bedolven.
Levenloos te voorschijn gehaald.
Dinsdagmiddag omstreeks half twee heeft
te Middelie, nabij Edam een ernstig on
geluk plaats gehad, dat, aan twee kinderen
van 5 en 14 jaar het leven heeft gekost.
De slager M. Laan uit Middelie was op zijn
erf bezig met het steken van hooi. Hij werd
hierbij geholpen door een 14-jarig knechtje,
terwijl hét vijfjarig zoontje van den slager in
de nabijheid speelde. Plotseling is een deel
van het hooi op de beide kinderen gevallen.
De hoeveelheid hooi. welke zij op het lichaam
kregen, was zoo groot, dat het ongeveer een
half uur duurde voordat zij te voorschijn
konden worden gebracht. De levensgeesten
waren toen reeds geweken.
De nieuwe Moerdijkbrug
vordert snel.
Zevende spanning thans geplaatst.
De nieuwe Moerdijkbrug nadert haar vol
tooiing. Dinsdagmiddag is de zevende span
ning op de steunpunten geplaatst.
Des ochtends om negen uur vertrok het
transport van de werf van de firma Penn en
Bauduin te Dordrecht, onder leiding van den
heer N de Wit uit Rotterdam naar het Hol
landsche Diep. Na een vlotte vaart, welke
ongeveer anderhalf uur duurde, werd de
plaats van bestemming bereikt.
Om één uur werd een aanvang gemaakt
met het plaatsen van de spanning, hetgeen
zeer- vlot in zijn werk ging. Omstreeks drie
uur rustte de spanning op de pijlers.
Het weer werkte zeer mee, zoodat zich geen
moeilijkheden hebben voorgedaan. Er moe
ten nu nog slechts drie spanningen worden
geplaatst. Waarschijnlijk zal de achtste span
ning in de maand Mei worden aangebracht.
Dienstweigeraar veroordeeld.
Tot drie maanden gevangenisstraf en ontslag
uit den dienst.
Voor den Krijgsraad te 's-Hertogenbosch
stond Dinsdag terecht mr. H. V„ afkomstig
uit Middelburg, die op 10 Febr. van dit jaar
in de kazerne te Breda om princiipieele rede
nen den militairen dienst heeft geweigerd.
De beklaagde zeide, dat hij gewetensbe
zwaren heeft om den dienstplicht te vervul
len, daar hij de waarde van een menschen-
leven zoo hoog schat, dat volgens zijn mee
ning noch de Staat, noch de legerleiding aan
dat leven mag raken. Hij heeft aan den mi
nister van Defensie gevraagd, in een anderen
tak van staatsdienst te mogen dienen. Dit
verzoek werd echter afgewezen.
Als getuige werd gehoord prof. mr. J. van
Bemmelen uit Leiden, die verklaarde, dat
hij herhaaldelijk getracht heeft de gewetens
bezwaren 'Van beklaagde weg te redeneeren
Hij yas echter zeer tevreden over beklaagde
er. legde mede als bewijs daarvan aan deri
president een schrijven van' twee professoren
aan de Universiteit te Leiden over.
De auditeur-militair noemde het een zeer
moeilijk geval om te beslissen. Hij réquireerde
evenwel tegen V. een. gevangenisstraf van ze
ven maanden met aftrek van voorarrest en
het ontslag uit den dienst, zonder ontzetting
uit de bevoegdheid om bij de gewapende
macht te dienen.
De Krijgsraad, uitspraak doende, veroor
deelde V. tot een gevangenisstraf van drie
maanden met ontslag uit den dienst.
meer en ver in de zestig. Hij moet in Van
Borselen wel wat gezien hebben al zou de
laatste het in roem en eer niet zoo ver bren
gen als andere leerlingen van den gezochten
landschapsschilder.
Van dat atelier van Schelfhout toch heb
ben al heel wat kunstenaars den weg door
het leven aangevangen. Twaalf, dertien jaar
vóór Van Borselen er kwam, had de drie- en
twintigjarige Jongkind zijn meester adieu ge
zegd en was met den graaf de Nieuwerkerke
mee naar Parijs getrokken. Dat is wel de be
roemdste leerling van Schelfhout geweest. Die
in zijn vroegste werk zijn meester ook aller
minst verloochent, maar spoedig in Frankrijk
zijn weg vindt en er de wegbereider voor het
luministisch landschap wordt. Maar ook de
buitengewoon begaafde Nuyen. die jong stierf
had een voorkeur voor dat moment in de
natuur als de wind de plassen en vaarten
doet rimpelen en de blaren der boomen hun
onderkant doet opzetten. Het kan dan wel
eens buiten van een blik-achtig licht zijn,
met zeer bijzondere effecten. Zijn geboorte
land, hij kwam uit Gouda en werkte een goed
deel van zijn leven in Zuid-Holland tusschen
Gouda en Den Haag, leverde hem genoeg
landschappen, zooals hij die behoefde. Veel
gereisd heeft hij niet zooals Koekkoek, Hane
does, Bilders en anderen dat plachten te doen.
Ook kwam hij niet uit een schildersfamilie,
zijn vader was een kunstlievend en welgesteld
man, die hem rustig zijn gang kon laten
gaan.
Zoo komt Van Borselen nog op zijn dertigste
jaar als leerling op het atelier van Schelf- w
hout. Die is dan (in 1855) ook al niet jong I en veel invloed op Bosboom had, was een
eerling van Schelf
hout geweest en be
halve hen beiden zou
men nog den dier
schilder Tom en den
Dubourq kunnen noe
men, die allen op het
atelier van den ge-
vierden schilder der
wintertjes hun car-
i'iëre zijn begonnen.
Voor het oogenblik is
nog slechts Jongkind's
werk van levende be-
beteekenis. Het an
dere is al min of meer
in de historie opge
gaan. Om van de
schoonheid van dat
andere te genieten
moet men het in den
tijd van zijn ontstaan
denken, wat trou
wens steeds en bij
ieder kunstwerk nood
zakelijk is. Dan be
gaat men ook nimmer
de domheid er de
schoonheid van te
ontkennen, omdat 't
niet met „onzen"
tijd. correspondeert.
Van Borselen's kunst
moet men in „zijn"
tijd zien, Jongkind
blijft voor ons en
voor misschien nog
een paar generaties
actueel. Ze stierven
een jaar na elkaar:
Jongkind in 1891. Van
Borselen in 1892. Het
verschil tusschen ge
nie en talent demon
streert beider levens
loop en de duurzaam
heid hunner roem.
J. H. DE BOIS.
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
4 Maart:
Sprekende over couranten wordt in
een tijdschrift gezegd, dat Benjamin
Franklin in zijn autobiografie vertelt;
„In het jaar 1720 wilde mijn broeder een
courant uitgeven zij was de tweede, die
in Amerika verscheen. Zijn vrienden
riedden hem de onderneming af, omdat
één courant voor Amerika genoeg was.
Tegenwoordig, in het jaar 1771, zijn in
Amerika niet minder dan vijf en t winti*
couranten." In onze dagen verschij!
nen in één straat van New-York, de
Nassaustraat, alleen 25 bladen en kun
nen wij de dagbladen en tijdschriften
die in de Vereenigde Staten verschijnen!
bij duizenden tellen.
Eenheid door democratie.
Drukbezochte demonstratie te
Amsterdam.
Redevoeringen van Anton van Duinkerken,
Mr. Schmal en Dr. Brugmans.
Dinsdagavond hield de Nederlandsche Be
weging voor Eenheid door Democratie haar
landelijke demonstratie in de groote zalen van
Krasnapolsky te Amsterdam, welke door meer
dan 1400 personen werd bezocht.
De voorzitter, dr. H. Faber zeide in zijn in
leidend woord, dat de Nederlandsche Bewe
ging voor Eenheid door Democratie géén. po
litieke partij is, doch een vereeniging van alle
volksgroepen op de basis der Democratie.
Haar taak is de verdediging der democratie!
zoowel naar rechts als naar links, de verdedi
ging tegen elke dictatuur. Deze avond is een
getuigenis van de liefde en geestdrift voor de
democratie. „Nederland voor de Nederlanders,
Nederland voor ons", zoo eindigde spr. onder
krachtig applaus zijn inleiding.
Als eerste spreker voert de heer Anton van
Duinkerken het woord, die spreekt over „Een
heid door overleg, niet door dwang".
Gaarne, aldus spr., aanvaardde ik de gele
genheid om als Nederlandsch Katholiek te ge
tuigen van onzen wil tot volkseenheid. Maar
dan bedoel ik een eenheid, die wij in vrije sa
menwerking vormen.
Krachtens zijn geloofsovertuiging moet de
katholiek strijden voor twee groote beginse
len: de vrijheid en de liefde.
De vrijheid van den religieuzen mensch ver
zet zich in beginsel tegen allen menschelijken
gewetensdwang. De katholiek eischt dan ook
in principe voor eiken mensch afzonderlijk
het rechf op, zich in volkomen vrijheid eerlijk
te verhouden tegenover zijn God.
De rassen-theorie berust op een onontkoom
baar determinisme. Het maakt een mensch tot
een slaaf van zijn geboorte en verbiedt hem
deze slavernij te breken. Dit fatalisme ver
draagt de christelijke vrijheidsgedachte niet.
Maar het is vooral de liefde, die zich tegen de
rastheorie verzet en dit beginsel is voor den
Christen het hoogste.
Zelfs in den hemel, aldus spr., zijn vele wo
ningen; meent gij, dat er dan in Holland maar
één huis zou staan? De verschillende volks
groepen zullen in verschillenden toonaard het
zelfde ideaal belijden en nastreven: het alge
meen welzijn van alle Nederlanders.
Dan is het woord aan den heer mr. J. J. R.
Schmal. Mr. Schmal spreekt als Gereformeerd
protestant. Men verkondigt tegenwoordig op
luidruchtige wijze, aldus spr„ dat er aan die
democratie zoowat alles hapert en spreekt van
de crisis der democratie. Echter, slechts wie
de democratie ziet als een eisch des rechts
heeft vasten grond onder de voeten. Niet de
personen en hun min of meer sympathieke
hoedanigheden, maar de rechten en vrijheden
van iederen mensch en burger, zooals wij die
hier te lande kennen, zijn op het oogenblik in
het geding.
Als men spr. vraagt, waarom hij als Calvinist
zich voor de democratie warm maakt, terwijl
toch Calvijn zelf allerminst een democraat
was, ontkent hij dit laatste niet. Van veel meer
belang is echter de vraag, of de democratie
ligt in de lijn van het Gereformeerd Protes
tantisme, dat in Nederland zulk een sterke
positie inneemt. Hier is twijfel voor spr. uit
gesloten.
Na de pauze is het woord aan dr. H. Brug
mans, leider van het Instituut voor arbeiders
ontwikkeling. Spr. zeide het woord te voeren
namens de Socialistische Arbeidersbeweging.
.Recht voor allen" luidde de oer-democrati-
sche titel van het eerste Sociaal Democratische
blad in Nederland. De S.D. beweging staat op
het standpunt., dat elke volksgroep zijn eigen
taak in de volksgemeenschap heeft te vervul
len met respect voor het beginsel van elke
andere overtuiging. De socialisten zijn de pio
niers van het algemeen kiesrecht geworden;
de democratie is door hun arbeid op breeder,
menschelijker basis gebracht.
Deze moeilijk verworven democratie wordt
thans ,in> gevaar gebracht. „Een staat, waar
door één voor allen wordt gedacht, is geen
staat" heeft Sophocles reeds gezegd.
ROOD-EN ZWARTM RK.
li led.)
Nederlandsche ministers te
Leipzig.
Bezoek aan de Voorjaarsmesse.
De voorjaars-messe te Leipzig is door mi
nister Deckers en minister Gelissen bezocht.
Rondgeleid door den honorairen vertegen
woordiger van het Leipziger Messamt voor
Nederland, den heer van der Borg, bezich
tigden zij verschillende stands in 't groote
Ring-Messhaus, o.a. de meubelgroep en ver
volgens de porselein-af deeling alsmede die
voor kunstnijverheid. Hierna had een noen
maal in het gebouw van de sociëteit ..Har
monie" plaats. Met- de beide ministers ver-
eenigden zich Duitsche en Nederlandsche
autoriteiten aan den disch.
Volgens de officieele gegevens van het
Leipziger Messamt zijn hier naar de op het
oogenblik beschikbare gegevens 8163 expo
santen aanwezig, hetgeen 636 meer is dan een
jaar geleden»