Onverflauwd optimisme
ter 34ste Utrechtsche Jaarbeurs
H
Er komen meer electrische
tremen.
Het vaste lasten ontwerp.
OE IK GROEIDE
BïNSBXG TO MA'ÏRT 19354
In 1938 aanzienlijke uitbreiding.
Nieuw materieel heeft gering
stroomverbruik.
De Nederlandsche Spoorwegen heb
ben, behoudens goedkeuring van den
Minister van Waterstaat, besloten
over te gaan tot electrificatie der
baanvakken: AmsterdamArnhem.
Den HaagUtrecht, Rotterdam—
Gouda en UtrechtEindhoven.
De bedoeling is den electrischen dienst
op deze lijnen in te doen gaan met de
nieuwe dienstregeling van 1938.
Daar aanschaffing van een belangrijke hoe
veelheid rollend materiaal voor de N. S. drin
gend noodig is geworden, doordat de laatste
jaren in afwachting van de ontwikkeling der
verkeersmiddelen belangrijk minder locomo
tieven en rijtuigen zijn aangeschaft dan voor
op peil houden van het materieelpark noodig
was, dienden de N. S. een beslissing te nemen,
in welke richting de tractie zal moeten wor
den uitgebreid. Dat de keuze daarbij gevallen
is op dé èn voor het reizend publiek èn voor
den spoorwegdienst aantrekkelijke electrische
tractie is het gevolg eenerzijds van de gun
stige resultaten wat het stroomverbruik be
treft van het nieuwe electrische materieel in
stroomlijnvorm uitgevoerd, in gebruik op de
lijn RotterdamHoek van Holland, voor welk
materieel het verbruik van electrischen stroom
per zitplaats ruim 25 pCt. minder bedraagt
dan voor het bestaande electrische materieel,
anderzijds van de belangrijk lagere prijzen,
waarvoor de in aanmerking komende leveran
ciers van electrischen stroom zich bereid ver
klaard hebben, den stroom te leveren.
Bij uitbreiding van de electrische tractie
komen daarvoor In de eerste plaats in aan
merking de bovengenoemde baanvakken,
waarop in 1934 het Diesel-eletrische materieel
in dienst gesteld werd. Dit materieel zal dan
in 1938 vrij komen en bestemd worden voor
een zeer wenschelijke uitbreiding en versnel
ling van de doorgaande verbindingen tus-
schen het Westen en het Noorden, het Zuiden
en het Oosten des lands, waarvoor, zooals ook
de ervaring in Duitschland leert, juist dergelijk
materieel bij uitstek geschikt is.
Voor de levering van het benoodigde elec
trische materieel is al reeds een voorloopige
overeenkomst met de Nederlandsche industrie
gesloten.
Daar ook de overige benoodigde bestellin
gen voor deze electrificatie voor zoover
mogelijk in Nederland zullen worden ge
plaatst, wordt voor de komende twee jaren
door deze. electrificatie jeen zeer belangrijke
werkverruiming in ons land verkregen.
Weer jeugdreizen met de
„Tarakan".
Route eenigszins uitgebreid.
Na het groote succes van de jeugdkampeer-
reizen met de „Tarakan" van de Maatschap
pij „Nederland"- naar Noorwegen in de afge-
loopen zomervacantie stond het al spoedig
vast, dat het experiment dit jaar herhaald zou
worden en wederom werden vier reizen vast
gesteld, die thans bijna geheel zijn volge
boekt. Op verzoek van de A. M. V. J. moesten
zelfs nog twee reizen worden ingelascht, een
voor leerlingen van Christelijke scholen en
een voor oudere jongelui. De route is
eenigszins uitgebreid en ongetwijfeld interes
santer geworden, aangezien behalve Nonheim-
sund aan de Hardangerfjord. Qdda aan
Sörfjord en Skjolden aan de Sognefjord ook
de stad Bergen met haar interessante her
innering aan de Nederlanders in Scandinavië
bezocht zal worden.
In de tweede helft van. Augustus zal de
Maatschappij .Nederland" ook de ouders van
de deelnemers aan de kampeerreizen in de
gelegenheid" stellen de plaatsen te bezoeken,
die hun jongens tijdens de „Tarakan"-reizen
hebben bezocht. Daarvoor zal waarschijnlijk
de „Johan de Witt" een toeristenreis naar
Noorwegen maken langs dezelfde route als de
„Tarakan".
Regeering brengt wijzigingen aan.
Individueel stelsel voor huurverlaging.
Onbeperkte uitvoer van eieren
naar Engeland.
Tot nader order mogen eieren weer in 011-
beperkte hoeveelheid naar Engeland worden
uitgevoerd.
Steun aan kweekers en
bloemisten.
Minimumprijsregeling in voorbereiding.
Gemeld wordt, dat een minimum prijsrege
ling voor bloemen op de veilingen in voorbe
reiding is. De regeering zal trachten langs
dezen weg aan de kweekers en bloemisten
eenigen steun te verleenen.
Thans is" verschenen de memorie van ant
woord der regeering (onderteekend door alle
ministers) op het voorloopig verslag over het
wetsontwerp, houdende bijzondere maat
regelen ter verkrijging van verlaging van
sommige vaste lasten en van hpren.
De regeering tegt hierin o.m.
Met betrekking tot de huren is het de be
doeling de hu-rën, welke boven het in het
ontwerp als .maatstaf aangenomen peil zijn
gebleven, naar beneden te brengen, om aldus
de aanpassing aan een lager niveau te
bevorderen.
Aantasting van de hoofdsommen wordt
afgewezen; zoo noodig zal de debiteur langs
anderen wettelyken weg worden geholpen,
De positie der hypotheekbanken zal door de
voorgestelde maatregelen (w.o. een maximum
pandbriefrente van 4 pCt. en een maximum
hypotheekrente van 4-J4 pCt. voor eerste hy
potheek) naar het oordeel der regeering ver
beteren.
De regeering is niet van plan na de in het
Vaste-lasten-ontwerp voorgestelde maatrege
len nog andere wettelijke maatregelen van
denzelfden aard Té laten~vöïgén.
Nu door de totstandkoming van de hypo
theek aflossingswet op hypotheek verstrekte
gelden niet ongeremd kimnen worden op
gevorderd en hypothécaire geldschieters geen
oude overeenkomsten zullen beëindigen om
bij nieuwe contractsluiting vrij te zijn. is
thans voorgesteld dat ontwerp niet op nieu
we overeenkomsten .toepasselijk te verklaren.
Voor dehuurprijsverlaging wordt een indi
vidueel stelsel voorgesteld, waarbij met de
bijzonderheden van élk geval rekening kan
worden gehouden. Als grens voor de huur-
daling wordt de oorspronkelijke norm van
80 procent gehandhaafd.
Het Vaste lastenontwerp zal van toepassing
iiiiiiiiiiimiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!
Vestigingswet voor vreemde
bedrijven ingediend.
Zij zullen voortaan een ver
gunning moeten hebben.
Gok bestaande zaken vallen er onder.
De regeering tracht een dam op
te werpen tegen den stroom van
vreemde bedrijven, welke zich den
Iaatsten tijd over ons land heeft uit
gestort. Zij heeft daartoe thans bij de
Tweede Kamer een wetsontwerp in
gediend tot regeling van het zelf
standig uitoefenen van beroepen en
bedrijven door vreemdelingen (Vesti
gingswet voor vreemdelingen), bij
welk ontwerp dezelfde methode ge
volgd wordt als bij de vergunnings-
wet voor vreemdelingen in loon
dienst, t.w. een vergunningsstelsel
voor door bij Koninklijk besluit aan
te wijzen beroepen of bedrijven.
Vreemdelingen of vreemde ondernemingen
zullen die beroepen of bedrijven niet zelf
standig mogen uitoefenen zonder vergunning
van dèn minister van Handel. Nijverheid en
Scheepvaart.
De wet verstaat onder „zelfstandig uit
oefenen van een beroep of bedrijf" elk uit
oefenen van een beroep of bedrijf, waaraan
al dan niet stoffelijk voordeel is verbonden,
anders dan in den vorm van adbeid in den
zin van de wet van 16 Mei 1934 tot regeling
van het verrichten van arbeid door vreemde
lingen, en onder „vreemdeling" hem die
geen Nederlander is, nocih uit anderen hoofde
het Nederlandsche onderdaanscihap bezit.
„Vreemde ondernemingen" in den zin dezer
wet zijn buiten het koninkrijk gevestigde
lichamen en binnen het koninkrijk geves
tigde naamlooze vennootschappen, coöpera
tieve en andere rechtspersoonlijkheid bezit
tende vereenigingen en stichtingen, indien
van deze lichamen een of meer bestuurders,
een of meer der commissarissen of een of
meer van hen, die daarbij een taak vervullen,
welke in den regel aan een bestuurder of
commissaris is opgedragen, vreemdeling zijn.
Deze regeling dient volgens de regeering te
worden bezien in verband met de wet inzake
het verrichten van arbeid door vreemdelin
gen, waarvan zij het noodzakelijk comple
ment vormt. Het laat zich immers gemakke
lijk begrijpen en dit verschijnsel heeft zich
o.a. bij de terrazzo-werkers, kappers en
kleermakers voorgedaan, dat buitenlandsche
werknemers, ten behoeve van wie geen1
vergunningen worden verleend, hun vroegeren
werkgevers concurrentie gaan aandoen door
zich zelfstandig in het betrokken beroep of
bedrijf te vestigen.
Ten aanzien van hen die bij het inwerking
treden der wet reeds gevestigd zijn zal, aldus
wordt in de Memorie van Toelichting gezegd,
de beslissing, geval voor geval, omtrent het
al of niet verleenen der vergunningen, uiter
aard met de noodige omzichtigheid dienen te
worden genomen. In het bijzonder zal er
tegen moeten worden gewaakt, dat aan hen,
die reeds langeren tijd hier gevestigd zijn,
voor zoover tegen de voortzetting van hun
werkzaamheid hier te lande geen ernstige
bezwaren bestaan, het leven onmogelijk wordt
gemaakt.
Komt na de schaduwen van morgen
het licht van overmorgen?
Nederland moet zich op den
export toeleggen.
„Wie zijn standpunt ten opzichte
van het heden en de naaste toekomst
van ons economisch leven wil trach
ten te bepalen, heeft te letten op. den
internationalen toestand en op de
binnenlandsche conjunctuur; en
ten opzichte van beide rekening
te houden met de feiten, den achter
grond der feiten en met verwach
tingen."
Aldus sprak de heer W. Graadt van Roggen
secretaris-generaal der Utrechtsche Jaar
beurs bij de opening van de 34ste voorjaars
beurs.
Politieke figuren en vertegenwoordigers
van het zakenleven vervolgde spreker
hebben bij de jongste jaarswisseling er op ge
wezen, dat op economisch gebied internatio
naal een herstelbeweging begonnen is er
met vrij groote regelmaat zich voortzet
maar dat in Nederland de depressieve fac
toren nog algemeen de overhand hebben. Het
valt niet te ontkennen, dat verschillende
gunstige verschijnselen in het buitenland een
belofte voor een opleving inhouden. Zoo
toont de statistiek aan, dat bij een van de
belangrijkste factoren, de prijs-beweging op
de wereldmarkt, een opwaartsehe beweging
is ingetreden. Eveneens constateert de statis
tiek een verbetering in den wereldhandel,
zoowel naar waarde als naar volume. Ook de
wereldcijfers der werkloosheid nemen over
het geheel gestadig af, doch achter de uiter
lijke teekenen van herlevende bedrijvigheid
staat echter een achtergrond van gevaarlijke
problemen. Het woordje „politiek" spreekt in
alle talen tragische boekdeel en. Maar niet de
politiek alleen. Zoo zitten er in de buiten
landsche pi*ijsstijgingen nog tal van beden
kelijke elementen van kunstmatigheid. De
toegenomen bedrijvigheid van den wereldhan
del is niet uitsluitend te danken aan een la
ger kostenpeil, maar in vele gevallen aan ge
weldige crediet-expainsie, uitvoering van open
bare werken op buitengewone schaal, orders
voor de oorlogsindustrie en andere factoren,
die meerendeels samenhangen met oorlog,
oorlogsgevaar en oorlogstoebereiding. Al ligt
echter achter het veld, dat met het bloote
oog waarneembaar is, een onmetelijk gebied
van oncontroleerbare gebeurtenissen, zoo
wettigt de betere buitenlandsche conjunctuur
toch de veronderstelling, dat aan de grootere
activiteit op internationaal gebied inderdaad
ook een flink stuk normale opleving ten grond
slag ligt. Het zou onjuist zijn te meenen, dat
alleen kunstlicht en oorlogsgloed aan den
toestand buiten onze grenzen den verheu-
genden lichtschijn gaven.
Naast de feiten staan verwachtingen. Ook
voor de verwachtingen valt internationaal
een toenemende lichtsterkte te constateeren.
Waar vroeger de meeningen wijd uiteenliepen,
begint zich nu een communis opinio te vor
men, ten opzichte van de voornaamste voor
waarden voor een werkelijke opleving: stabi
lisatie der wisselkoersen, zij het dan voor
loopig tijdelijk afgegrensd, herstel van een
op goud gebaseerden muntstandaard en een
geleidelijk afbreken van de handelsbarrières.
Dat thans door steeds grooter kring van eco
nomen en staatslieden weer wending geno
men wordt naar de beginselen en begrippen
van vertrouwen, rust, evenwicht, vrijheid en
samenwerking en dat de beste mannen uit de
praktijk bezig zijn daarvoor een basis te
zoeken (misschien al te leggen), dat zijn
verheugende verschijnselen, die, (politieke
spanningen voorbehouden), „in de schaduwen
van morgen", als de lichtzijden van over
morgen mogen worden .begroet.
Een blik op 't eigen land.
Wendt men den blik van het wereldgebeu
ren af om hem op ons eigen land te richten,
dan dient erkend, dat hier te lande eenig be
langrijk symptoom van komend herstel nog
steeds op zich laat wachten. Ons bedrijfsle
ven wandelt nog volop 'in de zeer donkere
schaduwen van het heden. De afstand die
menig bedrijf van den ondergang scheidt,
houdt niet veel over. Dit geldt zoowel voor
de geheele industrie als voor den handeldrij-
venden middenstand. Voor den export ligt
het inheemsche kostenniveau nog te hoog, al
maakt de aanpassing aan het wereldprijsni
veau vorderingen. Het grootste lijden van
dezen tijd, de werkloosheid, heeft zijn hard
nekkig karakter nog niet prijsgegeven.
Vergeleken met een half jaar geleden mo
gen dan enkele omstandigheden redenen ge
ven tot een ietwat optimistischer kijk op den
binnenlandschen toestand, van een herstel
beweging als de wereldhuishouding te geloo-
ven geeft, kan voor Nederland nog niet ge
sproken worden. Mogelijk heeft minister Co-
lijn gelijk, dat het herstel in ons land pas
later zal komen, omdat ook 't afglijden langs
het crisisvlak in Nederland later begonnen is.
Bij vergelijking met buitenlandsche voorbeel
den mogen de vergelijkingsobjecten eerst wel
op hun echtheid en gehalte worden beproefd.
Intusschen zijn allen het hier over eens, dat
wij uit eigen beweging geen herstel in het
leven kunnen roepen. Het nationale peil bij
ons kan niet stijgen, wanneer ïiiet eerst het
internationale peil omhoog is gegaan. Het
moedgevende voor Nederland in de opwaart
sehe beweging der wereld-conjunctuur is, dat
ons land voor een wederopbloei van de bin
nenlandsche welvaart juist noodig heeft de
richting, welke thans de wereld-economie
schijnt te willen (te moeten?) inslaan; de
richting der valuta-stabilisatie, van den te
rugkeer tot het goud, van het afbreken der
tolmuren en van het herstel van den vroe
geren economisch en samenhang, m.a.w. een
terugkeer tot die factoren, waarop vroeger
de Nederlandsche welvaart rustte.
Wat Nederland echter noodig heeft om weer
tot welvaart te kunnen komen, dat is: export,
export en nog eens export. Wij moeten met
onze fabrikaten en producten de grens over.
Naar alle windstreken, waar in de wijde we
reld maar een mogelijkheid zich voordoet,
zullen nieuwe afzetgebieden opgezocht en
naarstig afgezocht moeten worden. Nederland
zal zich er op voor te bereiden hebben, in den
vreemde universeelér, sterker en beter voor
gelichte concurrentie te zullen aantreffen
dan vroeger. Er ziullen hooge eischen gesteld
worden aan de kwaliteit van koopwaar en
vankoopman.
Voorloopig blijft het vraagstuk der „expor-
tisatie" in de eerste'plaats kwestie van voor
bereiding met de modernste hulpmiddelen.
Hierbij moet ook het jaarbeurswezen inge
schakeld worden.
Zoo zal de buitenlander,- dié Nederlandsche
producten zoekt, zich mettertijd allereerst op
de Nederlandsche jaarbeurs gaan orienteeren.
Naarmate in de naaste toekomst de Neder
landsche jaarbeurs meer representatief-Neder
landsch zal zijn, zal de buitenlandsche inkoo-
per zich tot de Nederlandsche jaarbeurs, d.w.z.
tot het Nederlandsche fabrikaat, aangetrok
ken gevoelen.
Dit is nog slechts één kant van de rol, die
het jaarbeurswezen in het „exportisatie"-
proces kan vervullen. Er is ook nog een an
dere. En dat is: het toonen van het Neder
landsche product op buitenlandsche beurzen.
Ook hier valt nog veel w^rk te doen.
Bij den Raad van Beheer der Jaarbeurs
zijn in dit verband plannen in bewerking, om
in de naaste toekomst mogelijkheden te
worden gemaakt bp vordéringën.' gedekt door
hypotheken op landelijke eigendommen.
De vraag, of en zoo ja, welke maatregelen
inzake de scheepshypotheken zijn te nemen,
is in onderzoek.
Het ontwerp opent de mogelijkheid, dat de
gemeenten 10 pet. meer dan thans mogen
heffen in de gemeentefondsbelasting, ter com
pensatie van derving van inkomsten als ge
volg van de voorgestelde maatregelen.
De vraag is thans gewettigd, en vele leden
stellen die, of van den voorgestelden maat
regel in zake van verlaging van uit wettelijke
voorschriften voortvloeiende lasten, welke
drukken op de exploitatie van onroerende
goederen wel gevolg van eenige beteekenis is
te verwachten. De Regeering is van oordeel,
dat de ernstige poging, welke zij voornemens
is te ondernemen, wanneer de wet tot stand
zou komen, inderdaad tot een resultaat kan
leiden, dat tot de bevordering van het doel
in niet onbelangrijke mate kan bijdragen.
Hoewel het aantal thans beperkt is, zijn er
toch nog tal van gemeenten, die over eenige
ruime op haar budget kunnen beschikken door
een strengere beperking van haar uitgaven
en door een verdere opvoering van haar in
komsten.
De Regeering is er zich van bewust, dat
zulks in verschillende gevallen zal leiden tot
verhooging van de opcenten op de gemeente
fondsbelasting en/of tot verhooging van de
Personeele Belasting. Ongetwijfeld zijn er aan
zoodanige verschuiving bezwaren verbonden,
doch naar haar meening zijn deze niet zoo
groot, dat zij moeten weerhouden deze ver
schuiving te bevorderen.
Nu de totstandkoming van de wet in 1935
niet meer mogelijk is, wordt het ontwerp aldus
veranderd, dat eerst in 1937 de thans gelden
de gemeentelijke belastingverordeningen ko
men te vervallen.
Het ligt in de bedoeling der regeering voor
huurverlaging in aanmerking te bréngen wo
ningen van een lage huurwaarde; voor win
kels wordt een ruimere begrenzing genomen.
Tijdens de behandeling van een verzoekschrift
om huurverlaging kan de huur niet worden
opgezegd.
Een individueel stelsel van canon-verlaging
wordt geïntroduceerd, doch slechts in geval
len, dat de erfpachter zich zijnerzijds een
huurverlaging heeft moeten laten welgevallen.
Landbouwschuur in brand
gestoken?
Twintig runderen en twee paarden
omgekomen.
Gisternacht heeft een zware brand gewoed
in een der drie groote landbouwschuren van
de boerenhofstede van C. en R. van Ackeren
te Heikant, een buurtschap in de gemeente
St. Jansteen.
De landbouwschuur - brandde geheel af.
Twintig stuks rundvee en twee jonge paarden
kwamen in de vlammen om. Ook werden naar
schatting meer dan 100.000 K.G. vlas, w.o. van
vóór het oogstjaar 1932, een prooi der vlam
men. Twaalf paarden konden worden gered.
De brandweer, die kort na het uitbreken van
den brand gealarmeerd werd; was spoedig ter
plaatse en kon uitbreiding van den brand
voorkomen.
Men vermoedt, dat kwaadwilligheid in het
spel is.
-'Ti'
scheppen voor het Nederlandsche bedrijfs
leven om representatiever en meer industrieel
Nederland waardig op belangrijke buiten
landsche jaarbeurzen voor den dag te ko
men. Voor dit voorjaar heeft de jaarbeurs
Nederlandsche secties op de jaarbeurzen te
Brussel, Parijs en Tol-Aviv op het werkpro-.
gram staan. „Bereid, zijn tot export", zal de
leuze der naaste toekomst moeten-zijn.
Niet wachten-op komend herstel, maar ons
voorbereiden op komend herstel is in „de
schaduwen van morgen" de plicht van heden.
Een opgewekt geluid.
Deze voorjaarsbeurs, heeft met 1645 deel
nemers op 46 na het aantal deelnemers der
vorige voorjaarsbeurs bereikt. Uitgezonderd
een deel der vijfde verdieping, welke alleen
tijdens de najaarsbeurzen gebruikt wordt, is
alles vol, binnenshuis zoowel als buiten. Trots
een aantal verschuivingen in de individueele
deelneming, trots bemoeilijking door contin-
genteering aan de individueele buitenland
sche deelneming in den weg gelegd en trots
wijziging in de groepsgewijze deelneming
van buitenlandsche zijde, heeft de jaarbeurs
in omvang en gehalte haar peil weten te
handhaven. De deelneming aan deze beurs
bewijst wederom, dat zes lange bange jaren
van crisis en depressie geen bres hebben
kunnen schieten in het moderne bolwerk van
het Nederlandsche bedrijfsleven: de Neder
landsche Jaarbeurs.
De beurs geeft ook weer heel wat nieuws
te zien. Groot is het aantal nouveautés, waar
van opgegeven werd, dat zij vroeger uitslui
tend in het buitenland werden vervaardigd
en nu van Nederlandsche bloede zijn. Nieuw
zijn de nationale secties van Canada en Est
land. Nieuw ook is de deelneming van de
Vereeniging van Gasf abrikan ben in Neder
land, die in een afzonderlijk „Gas-paviljoen"
op het Vredenburg, een twintigtal fabrikan
ten heeft te zamen gebracht.
Behalve deze en vele andere nieuwe ver
schijningen heeft zich de oude indeeling
naar de verschillende bedrijfsgroepen op,
voor dezen tijd, inderdaad verheugende wijze
gehandhaafd
Bezoek van de Koningin.
Verwacht wordt, een bezoek van de Ko
ningin op Vrijdag 13 Maart, een bewijs van
belangstelling en vertrouwen, van de Be
schermvrouwe der Nederlandsche Jaarbeurs.
Verwacht wordt ook het bezoek van den
voorzitter en leden van den Middenstands-
raad, het bezoek van 190 leden van den pas
opgerichten Kring van Ambtenaren van het
Departement van Handel, Nijverheid en
scheepvaart en aanverwante Diensten, aan
welke excursie ook. minister Gelissen, de se
cretaris-generaal van het Departement van
Handel, en de Regeerings.commissaris bij de
Nederlandsche Jaarbeurs, dr, Groeneveld
Meyer, zullen deelnemen.
Tenslotte memoreerde de spreker twee
plannen tot uitbouw van het Nederlandsche
jaarbeursinstituut: het eerste, het voorne
men om aan de najaarsbeurzen een agrari
sche afdeeling te verbinden, waardoor dan
tegenover het technische karakter der voor
jaarsbeurzen, een meer agrarisch karakter
der na.iaarsbeurzen zal komen te staan.
Krachtsinspanning zal ook noodig zijn om
den tweeden uitbouw tot stand te brengen:
een behoorlijke organisatie van Nederland
sche secties op buitenlandsche jaarbeurzen.
In al haar zakelijken eenvoud wijst de 34e
Nederlandsche Jaarbeurs het Nederlandsche
volk den weg van zijn plicht: „Siet ende
consider eert toch, wat een goede couragie
vermach",
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886
10 Maart:
Uit IJmuiden wordt gemeld:
Wegens het onverwachte stormweer
schijnen de visschers weder hun toe
vlucht genomen te hebben tot de haven
van IJmuiden en nu kan men zien, hoe
noodig een visschershaven alhier is- L
liggen thans negentig bommen, twintie
loggers en sloepen en vijftien botters
Als men nu rekent, dat dit maar een
gedeelte van de visschersvloot is, en er
nu bijna geen ligplaats meer is te vin-
den. dan zal wel niemand ontkennen
dat een visschershaven onmisbaar is On
de plaats geeft het veel drukte eii dp
winkels varen er goed bij, daar er Ke
middeld op ieder vaartuig tien a twaalf
man zijn, dus te zamen een bevolking
van ongeveer 1200 man meer dan ge
woonlijk.
VAN NUL
TOT ACTEUR
De pit.
De man die in elk stuk van het repertoire
de grootste rol te vervullen heeft, die hem
avond aan avond zonder een fout ten ge.
hoore brengt, maar voor die prestatie nooit
wordt geprezen; de man, van wien het heil
der voorstelling vaak afhangt, aan wiens te.
genwoordigheid van geest de zwaarste
eischen worden gesteld en die redding brengt
in de benardste omstandigheden, dat is de
souffleur van de zaak, de man in het hok.
Als de repetities van een nieuw stuk be
ginnen. begint ook de souffleur. Hij volgt de
tekst, die de acteurs nog uit hun rol op.
lezen en noteert de wijzigingen en coupures
die in het stuk worden aangebracht. Zoodra
die periode voorbij is, treedt hij actief op,
Zijn potlood vliegt langs de regels, zijn lip.
pen mummelen den tekst en wanneer het
noodig is steunt hij den naar zijn woorden
zoekenden acteur. Wanneer het noodig is;
dat wil zeggen: is hij één seconde te vroeg,
dan wordt hem toegeroepen: Ja, ja, ik wéét
het wel. Ik neem hier een pauze; ik kan
toch waarachtig niet pratend een kopje thee
drinken; teèken dat nou aan, anders heb
ben we morgen hetzelfde gedonder. Nou ben
ik er weer heelemaal uit. Ik zal je wel roe
pen, als ik je noodig heb.
Komt hij één seoende te laat, dan moet
hij hooreïi: Geef dan toch op! Dacht je dat
ik een rol-van honderdvijftig bladzijden in
drie dagen kon leeren? Volg dan toch wat
sneller. Wat zeg je? Ik versta er geen woord
van. Oh janou, dat zei ik toch? Zei ik
dat niet? Wat zei ik dan? Zit toch niet zoo
te zeuren.. Nou, vooruit maar weer.
De genera-Ie-, nadert. Het souffleursboek-
staat vol .strepen en.kruisen: bij alle zinnen
waar de acteur pleegt te struikelen of zich
te vergissen, staat een duidelijk waarschu-
wingsteeken. Maar de Zenuwen van de gene
rale repetitie maken dat juist die zinnen vlot
en feilloos over het voetlicht komen en de
speler blijft steken, waar hij 't nog nooit te
voren heeft gedaan. Nieuwe oorzaak van
tweespalt. De nerveuze acteur raast en tiert,
de nerveuze actrice klaagt en jammert, de
souffleur bezit zijn ziel in lijdzaamheid. Hij
kent dezen gang van zaken sinds jaren en
zijn grootste kracht is, dat niets hem uit zijn
evenwicht kan brengen.
Première. Première-koorts. Pers in de zaal
Collega's van andere gezelschappen op het
balcon. Nieuwe décors, nieuwe costumes. Ze
nuwen. In de kleedkamers wordt gepraat en
gelachen, maar de toon is iets te luid om
natuurlijk te zijn. Ondanks de brandweer
worden sigaretten opgestoken en voor ze half
opgerookt zijn, onder de waschtafelkraan ge-
doofd. De regisseur geeft zijn laatste aanwij
zingen en confereert met den electricien.
Voor hij in zijn hok kruipt, moet de souffleur
nog tien kruisen in zijn boek zetten.
Het doek gaat op. Zenuwen. Je staat ach
ter. Je moet aldoor iets wegslikken. Dadelijk
kom je er aan te pas. Er is een wee gevoel
in je maagstreek. Nog even. Nu. Daar sta je.
En dan: heerlijke rust. In het hok het grijze
kuifje, de mompelende lippen, het potlood
dat langs de regels vliegt. Je bent niet al
leen. Hij die je helpen zal is in de buut. Als
het noodig is, zal hij je bijstaan. Neen. meer
dan dat: terwijl je spreekt hoor je telkens
de stem van je schutsengel, die je altijd even
voor is en je het steunende woord toefluistert
waarop je je volgenden zin kunt bouwen.
Ik heb groote acteurs gekend die als kin
deren waren tegenover hun souffleur. Ik heb
er gekend die 'hun rol leerden als vlijtige
schooljongens, die hem honderd maal speel
den en hem konden droomen, maar weiger
den op de planken te komen als hun souf
fleur er niet was.
Ik heb er gekend die de woorden van hun
tekst bijzaak vonden, die alleen de groote lijn
vasthielden en hun medespelers de dood
stuipen op liet lijf joegen door op de pre
mière te gaan improviseeren. De souffleur
zwijgt even, maar geeft op het juiste moment
den tekst op, dien de tegenspeler noodig
heeft.
Ik heb er gekend die prachtig speelden, ter
wijl ze voortdurend op de ,pit leunden (op
den souffleur speelden)die den heelen avond
om het hok draaiden en woord voor woord
■moesten opvangen. En dat waren werkelijk
niet de minsten. Terwijl je als jong acteur
stond te zweeten van angst achter de cou
lissen en je hart je in je keel klopte, speelde
daar een kerel de zaal doodstil, gaf kleur
en leven aan zijn tekst, gloed aan de woor
den die hem stuk voor stuk werden voorge-
preveld. Het zijn de kleinen niet, die op de
pit leunen, meestal zijn het de grooten.
Plotseling een hevige consternatie: iemand
heeft zich vergist en slaat tien bladzijden
tekst over. Paniek overal. Alleen in het hok
blijft het rustig. Even laat de souffleur door
gaan; dan, op het moment dat de dialoog
het toelaat, haalt hij de tien bladzijden te
rug. Niemand in de zaal heeft wat gemerkt.
Het doekt zakt. Terwijl de spelers buigen
zoekt de souffleur zijn spuPen bii elkaar,
kijkt: waarheen morgen? en gaat met zijn.
tasch onder den arm naar huis, naar moe
der de vrouw.