Onverflauwd optimisme ter 34ste Utrechtsche Jaarbeurs H Er komen meer electrische tremen. Het vaste lasten ontwerp. OE IK GROEIDE BïNSBXG TO MA'ÏRT 19354 In 1938 aanzienlijke uitbreiding. Nieuw materieel heeft gering stroomverbruik. De Nederlandsche Spoorwegen heb ben, behoudens goedkeuring van den Minister van Waterstaat, besloten over te gaan tot electrificatie der baanvakken: AmsterdamArnhem. Den HaagUtrecht, Rotterdam— Gouda en UtrechtEindhoven. De bedoeling is den electrischen dienst op deze lijnen in te doen gaan met de nieuwe dienstregeling van 1938. Daar aanschaffing van een belangrijke hoe veelheid rollend materiaal voor de N. S. drin gend noodig is geworden, doordat de laatste jaren in afwachting van de ontwikkeling der verkeersmiddelen belangrijk minder locomo tieven en rijtuigen zijn aangeschaft dan voor op peil houden van het materieelpark noodig was, dienden de N. S. een beslissing te nemen, in welke richting de tractie zal moeten wor den uitgebreid. Dat de keuze daarbij gevallen is op dé èn voor het reizend publiek èn voor den spoorwegdienst aantrekkelijke electrische tractie is het gevolg eenerzijds van de gun stige resultaten wat het stroomverbruik be treft van het nieuwe electrische materieel in stroomlijnvorm uitgevoerd, in gebruik op de lijn RotterdamHoek van Holland, voor welk materieel het verbruik van electrischen stroom per zitplaats ruim 25 pCt. minder bedraagt dan voor het bestaande electrische materieel, anderzijds van de belangrijk lagere prijzen, waarvoor de in aanmerking komende leveran ciers van electrischen stroom zich bereid ver klaard hebben, den stroom te leveren. Bij uitbreiding van de electrische tractie komen daarvoor In de eerste plaats in aan merking de bovengenoemde baanvakken, waarop in 1934 het Diesel-eletrische materieel in dienst gesteld werd. Dit materieel zal dan in 1938 vrij komen en bestemd worden voor een zeer wenschelijke uitbreiding en versnel ling van de doorgaande verbindingen tus- schen het Westen en het Noorden, het Zuiden en het Oosten des lands, waarvoor, zooals ook de ervaring in Duitschland leert, juist dergelijk materieel bij uitstek geschikt is. Voor de levering van het benoodigde elec trische materieel is al reeds een voorloopige overeenkomst met de Nederlandsche industrie gesloten. Daar ook de overige benoodigde bestellin gen voor deze electrificatie voor zoover mogelijk in Nederland zullen worden ge plaatst, wordt voor de komende twee jaren door deze. electrificatie jeen zeer belangrijke werkverruiming in ons land verkregen. Weer jeugdreizen met de „Tarakan". Route eenigszins uitgebreid. Na het groote succes van de jeugdkampeer- reizen met de „Tarakan" van de Maatschap pij „Nederland"- naar Noorwegen in de afge- loopen zomervacantie stond het al spoedig vast, dat het experiment dit jaar herhaald zou worden en wederom werden vier reizen vast gesteld, die thans bijna geheel zijn volge boekt. Op verzoek van de A. M. V. J. moesten zelfs nog twee reizen worden ingelascht, een voor leerlingen van Christelijke scholen en een voor oudere jongelui. De route is eenigszins uitgebreid en ongetwijfeld interes santer geworden, aangezien behalve Nonheim- sund aan de Hardangerfjord. Qdda aan Sörfjord en Skjolden aan de Sognefjord ook de stad Bergen met haar interessante her innering aan de Nederlanders in Scandinavië bezocht zal worden. In de tweede helft van. Augustus zal de Maatschappij .Nederland" ook de ouders van de deelnemers aan de kampeerreizen in de gelegenheid" stellen de plaatsen te bezoeken, die hun jongens tijdens de „Tarakan"-reizen hebben bezocht. Daarvoor zal waarschijnlijk de „Johan de Witt" een toeristenreis naar Noorwegen maken langs dezelfde route als de „Tarakan". Regeering brengt wijzigingen aan. Individueel stelsel voor huurverlaging. Onbeperkte uitvoer van eieren naar Engeland. Tot nader order mogen eieren weer in 011- beperkte hoeveelheid naar Engeland worden uitgevoerd. Steun aan kweekers en bloemisten. Minimumprijsregeling in voorbereiding. Gemeld wordt, dat een minimum prijsrege ling voor bloemen op de veilingen in voorbe reiding is. De regeering zal trachten langs dezen weg aan de kweekers en bloemisten eenigen steun te verleenen. Thans is" verschenen de memorie van ant woord der regeering (onderteekend door alle ministers) op het voorloopig verslag over het wetsontwerp, houdende bijzondere maat regelen ter verkrijging van verlaging van sommige vaste lasten en van hpren. De regeering tegt hierin o.m. Met betrekking tot de huren is het de be doeling de hu-rën, welke boven het in het ontwerp als .maatstaf aangenomen peil zijn gebleven, naar beneden te brengen, om aldus de aanpassing aan een lager niveau te bevorderen. Aantasting van de hoofdsommen wordt afgewezen; zoo noodig zal de debiteur langs anderen wettelyken weg worden geholpen, De positie der hypotheekbanken zal door de voorgestelde maatregelen (w.o. een maximum pandbriefrente van 4 pCt. en een maximum hypotheekrente van 4-J4 pCt. voor eerste hy potheek) naar het oordeel der regeering ver beteren. De regeering is niet van plan na de in het Vaste-lasten-ontwerp voorgestelde maatrege len nog andere wettelijke maatregelen van denzelfden aard Té laten~vöïgén. Nu door de totstandkoming van de hypo theek aflossingswet op hypotheek verstrekte gelden niet ongeremd kimnen worden op gevorderd en hypothécaire geldschieters geen oude overeenkomsten zullen beëindigen om bij nieuwe contractsluiting vrij te zijn. is thans voorgesteld dat ontwerp niet op nieu we overeenkomsten .toepasselijk te verklaren. Voor dehuurprijsverlaging wordt een indi vidueel stelsel voorgesteld, waarbij met de bijzonderheden van élk geval rekening kan worden gehouden. Als grens voor de huur- daling wordt de oorspronkelijke norm van 80 procent gehandhaafd. Het Vaste lastenontwerp zal van toepassing iiiiiiiiiiimiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! Vestigingswet voor vreemde bedrijven ingediend. Zij zullen voortaan een ver gunning moeten hebben. Gok bestaande zaken vallen er onder. De regeering tracht een dam op te werpen tegen den stroom van vreemde bedrijven, welke zich den Iaatsten tijd over ons land heeft uit gestort. Zij heeft daartoe thans bij de Tweede Kamer een wetsontwerp in gediend tot regeling van het zelf standig uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen (Vesti gingswet voor vreemdelingen), bij welk ontwerp dezelfde methode ge volgd wordt als bij de vergunnings- wet voor vreemdelingen in loon dienst, t.w. een vergunningsstelsel voor door bij Koninklijk besluit aan te wijzen beroepen of bedrijven. Vreemdelingen of vreemde ondernemingen zullen die beroepen of bedrijven niet zelf standig mogen uitoefenen zonder vergunning van dèn minister van Handel. Nijverheid en Scheepvaart. De wet verstaat onder „zelfstandig uit oefenen van een beroep of bedrijf" elk uit oefenen van een beroep of bedrijf, waaraan al dan niet stoffelijk voordeel is verbonden, anders dan in den vorm van adbeid in den zin van de wet van 16 Mei 1934 tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemde lingen, en onder „vreemdeling" hem die geen Nederlander is, nocih uit anderen hoofde het Nederlandsche onderdaanscihap bezit. „Vreemde ondernemingen" in den zin dezer wet zijn buiten het koninkrijk gevestigde lichamen en binnen het koninkrijk geves tigde naamlooze vennootschappen, coöpera tieve en andere rechtspersoonlijkheid bezit tende vereenigingen en stichtingen, indien van deze lichamen een of meer bestuurders, een of meer der commissarissen of een of meer van hen, die daarbij een taak vervullen, welke in den regel aan een bestuurder of commissaris is opgedragen, vreemdeling zijn. Deze regeling dient volgens de regeering te worden bezien in verband met de wet inzake het verrichten van arbeid door vreemdelin gen, waarvan zij het noodzakelijk comple ment vormt. Het laat zich immers gemakke lijk begrijpen en dit verschijnsel heeft zich o.a. bij de terrazzo-werkers, kappers en kleermakers voorgedaan, dat buitenlandsche werknemers, ten behoeve van wie geen1 vergunningen worden verleend, hun vroegeren werkgevers concurrentie gaan aandoen door zich zelfstandig in het betrokken beroep of bedrijf te vestigen. Ten aanzien van hen die bij het inwerking treden der wet reeds gevestigd zijn zal, aldus wordt in de Memorie van Toelichting gezegd, de beslissing, geval voor geval, omtrent het al of niet verleenen der vergunningen, uiter aard met de noodige omzichtigheid dienen te worden genomen. In het bijzonder zal er tegen moeten worden gewaakt, dat aan hen, die reeds langeren tijd hier gevestigd zijn, voor zoover tegen de voortzetting van hun werkzaamheid hier te lande geen ernstige bezwaren bestaan, het leven onmogelijk wordt gemaakt. Komt na de schaduwen van morgen het licht van overmorgen? Nederland moet zich op den export toeleggen. „Wie zijn standpunt ten opzichte van het heden en de naaste toekomst van ons economisch leven wil trach ten te bepalen, heeft te letten op. den internationalen toestand en op de binnenlandsche conjunctuur; en ten opzichte van beide rekening te houden met de feiten, den achter grond der feiten en met verwach tingen." Aldus sprak de heer W. Graadt van Roggen secretaris-generaal der Utrechtsche Jaar beurs bij de opening van de 34ste voorjaars beurs. Politieke figuren en vertegenwoordigers van het zakenleven vervolgde spreker hebben bij de jongste jaarswisseling er op ge wezen, dat op economisch gebied internatio naal een herstelbeweging begonnen is er met vrij groote regelmaat zich voortzet maar dat in Nederland de depressieve fac toren nog algemeen de overhand hebben. Het valt niet te ontkennen, dat verschillende gunstige verschijnselen in het buitenland een belofte voor een opleving inhouden. Zoo toont de statistiek aan, dat bij een van de belangrijkste factoren, de prijs-beweging op de wereldmarkt, een opwaartsehe beweging is ingetreden. Eveneens constateert de statis tiek een verbetering in den wereldhandel, zoowel naar waarde als naar volume. Ook de wereldcijfers der werkloosheid nemen over het geheel gestadig af, doch achter de uiter lijke teekenen van herlevende bedrijvigheid staat echter een achtergrond van gevaarlijke problemen. Het woordje „politiek" spreekt in alle talen tragische boekdeel en. Maar niet de politiek alleen. Zoo zitten er in de buiten landsche pi*ijsstijgingen nog tal van beden kelijke elementen van kunstmatigheid. De toegenomen bedrijvigheid van den wereldhan del is niet uitsluitend te danken aan een la ger kostenpeil, maar in vele gevallen aan ge weldige crediet-expainsie, uitvoering van open bare werken op buitengewone schaal, orders voor de oorlogsindustrie en andere factoren, die meerendeels samenhangen met oorlog, oorlogsgevaar en oorlogstoebereiding. Al ligt echter achter het veld, dat met het bloote oog waarneembaar is, een onmetelijk gebied van oncontroleerbare gebeurtenissen, zoo wettigt de betere buitenlandsche conjunctuur toch de veronderstelling, dat aan de grootere activiteit op internationaal gebied inderdaad ook een flink stuk normale opleving ten grond slag ligt. Het zou onjuist zijn te meenen, dat alleen kunstlicht en oorlogsgloed aan den toestand buiten onze grenzen den verheu- genden lichtschijn gaven. Naast de feiten staan verwachtingen. Ook voor de verwachtingen valt internationaal een toenemende lichtsterkte te constateeren. Waar vroeger de meeningen wijd uiteenliepen, begint zich nu een communis opinio te vor men, ten opzichte van de voornaamste voor waarden voor een werkelijke opleving: stabi lisatie der wisselkoersen, zij het dan voor loopig tijdelijk afgegrensd, herstel van een op goud gebaseerden muntstandaard en een geleidelijk afbreken van de handelsbarrières. Dat thans door steeds grooter kring van eco nomen en staatslieden weer wending geno men wordt naar de beginselen en begrippen van vertrouwen, rust, evenwicht, vrijheid en samenwerking en dat de beste mannen uit de praktijk bezig zijn daarvoor een basis te zoeken (misschien al te leggen), dat zijn verheugende verschijnselen, die, (politieke spanningen voorbehouden), „in de schaduwen van morgen", als de lichtzijden van over morgen mogen worden .begroet. Een blik op 't eigen land. Wendt men den blik van het wereldgebeu ren af om hem op ons eigen land te richten, dan dient erkend, dat hier te lande eenig be langrijk symptoom van komend herstel nog steeds op zich laat wachten. Ons bedrijfsle ven wandelt nog volop 'in de zeer donkere schaduwen van het heden. De afstand die menig bedrijf van den ondergang scheidt, houdt niet veel over. Dit geldt zoowel voor de geheele industrie als voor den handeldrij- venden middenstand. Voor den export ligt het inheemsche kostenniveau nog te hoog, al maakt de aanpassing aan het wereldprijsni veau vorderingen. Het grootste lijden van dezen tijd, de werkloosheid, heeft zijn hard nekkig karakter nog niet prijsgegeven. Vergeleken met een half jaar geleden mo gen dan enkele omstandigheden redenen ge ven tot een ietwat optimistischer kijk op den binnenlandschen toestand, van een herstel beweging als de wereldhuishouding te geloo- ven geeft, kan voor Nederland nog niet ge sproken worden. Mogelijk heeft minister Co- lijn gelijk, dat het herstel in ons land pas later zal komen, omdat ook 't afglijden langs het crisisvlak in Nederland later begonnen is. Bij vergelijking met buitenlandsche voorbeel den mogen de vergelijkingsobjecten eerst wel op hun echtheid en gehalte worden beproefd. Intusschen zijn allen het hier over eens, dat wij uit eigen beweging geen herstel in het leven kunnen roepen. Het nationale peil bij ons kan niet stijgen, wanneer ïiiet eerst het internationale peil omhoog is gegaan. Het moedgevende voor Nederland in de opwaart sehe beweging der wereld-conjunctuur is, dat ons land voor een wederopbloei van de bin nenlandsche welvaart juist noodig heeft de richting, welke thans de wereld-economie schijnt te willen (te moeten?) inslaan; de richting der valuta-stabilisatie, van den te rugkeer tot het goud, van het afbreken der tolmuren en van het herstel van den vroe geren economisch en samenhang, m.a.w. een terugkeer tot die factoren, waarop vroeger de Nederlandsche welvaart rustte. Wat Nederland echter noodig heeft om weer tot welvaart te kunnen komen, dat is: export, export en nog eens export. Wij moeten met onze fabrikaten en producten de grens over. Naar alle windstreken, waar in de wijde we reld maar een mogelijkheid zich voordoet, zullen nieuwe afzetgebieden opgezocht en naarstig afgezocht moeten worden. Nederland zal zich er op voor te bereiden hebben, in den vreemde universeelér, sterker en beter voor gelichte concurrentie te zullen aantreffen dan vroeger. Er ziullen hooge eischen gesteld worden aan de kwaliteit van koopwaar en vankoopman. Voorloopig blijft het vraagstuk der „expor- tisatie" in de eerste'plaats kwestie van voor bereiding met de modernste hulpmiddelen. Hierbij moet ook het jaarbeurswezen inge schakeld worden. Zoo zal de buitenlander,- dié Nederlandsche producten zoekt, zich mettertijd allereerst op de Nederlandsche jaarbeurs gaan orienteeren. Naarmate in de naaste toekomst de Neder landsche jaarbeurs meer representatief-Neder landsch zal zijn, zal de buitenlandsche inkoo- per zich tot de Nederlandsche jaarbeurs, d.w.z. tot het Nederlandsche fabrikaat, aangetrok ken gevoelen. Dit is nog slechts één kant van de rol, die het jaarbeurswezen in het „exportisatie"- proces kan vervullen. Er is ook nog een an dere. En dat is: het toonen van het Neder landsche product op buitenlandsche beurzen. Ook hier valt nog veel w^rk te doen. Bij den Raad van Beheer der Jaarbeurs zijn in dit verband plannen in bewerking, om in de naaste toekomst mogelijkheden te worden gemaakt bp vordéringën.' gedekt door hypotheken op landelijke eigendommen. De vraag, of en zoo ja, welke maatregelen inzake de scheepshypotheken zijn te nemen, is in onderzoek. Het ontwerp opent de mogelijkheid, dat de gemeenten 10 pet. meer dan thans mogen heffen in de gemeentefondsbelasting, ter com pensatie van derving van inkomsten als ge volg van de voorgestelde maatregelen. De vraag is thans gewettigd, en vele leden stellen die, of van den voorgestelden maat regel in zake van verlaging van uit wettelijke voorschriften voortvloeiende lasten, welke drukken op de exploitatie van onroerende goederen wel gevolg van eenige beteekenis is te verwachten. De Regeering is van oordeel, dat de ernstige poging, welke zij voornemens is te ondernemen, wanneer de wet tot stand zou komen, inderdaad tot een resultaat kan leiden, dat tot de bevordering van het doel in niet onbelangrijke mate kan bijdragen. Hoewel het aantal thans beperkt is, zijn er toch nog tal van gemeenten, die over eenige ruime op haar budget kunnen beschikken door een strengere beperking van haar uitgaven en door een verdere opvoering van haar in komsten. De Regeering is er zich van bewust, dat zulks in verschillende gevallen zal leiden tot verhooging van de opcenten op de gemeente fondsbelasting en/of tot verhooging van de Personeele Belasting. Ongetwijfeld zijn er aan zoodanige verschuiving bezwaren verbonden, doch naar haar meening zijn deze niet zoo groot, dat zij moeten weerhouden deze ver schuiving te bevorderen. Nu de totstandkoming van de wet in 1935 niet meer mogelijk is, wordt het ontwerp aldus veranderd, dat eerst in 1937 de thans gelden de gemeentelijke belastingverordeningen ko men te vervallen. Het ligt in de bedoeling der regeering voor huurverlaging in aanmerking te bréngen wo ningen van een lage huurwaarde; voor win kels wordt een ruimere begrenzing genomen. Tijdens de behandeling van een verzoekschrift om huurverlaging kan de huur niet worden opgezegd. Een individueel stelsel van canon-verlaging wordt geïntroduceerd, doch slechts in geval len, dat de erfpachter zich zijnerzijds een huurverlaging heeft moeten laten welgevallen. Landbouwschuur in brand gestoken? Twintig runderen en twee paarden omgekomen. Gisternacht heeft een zware brand gewoed in een der drie groote landbouwschuren van de boerenhofstede van C. en R. van Ackeren te Heikant, een buurtschap in de gemeente St. Jansteen. De landbouwschuur - brandde geheel af. Twintig stuks rundvee en twee jonge paarden kwamen in de vlammen om. Ook werden naar schatting meer dan 100.000 K.G. vlas, w.o. van vóór het oogstjaar 1932, een prooi der vlam men. Twaalf paarden konden worden gered. De brandweer, die kort na het uitbreken van den brand gealarmeerd werd; was spoedig ter plaatse en kon uitbreiding van den brand voorkomen. Men vermoedt, dat kwaadwilligheid in het spel is. -'Ti' scheppen voor het Nederlandsche bedrijfs leven om representatiever en meer industrieel Nederland waardig op belangrijke buiten landsche jaarbeurzen voor den dag te ko men. Voor dit voorjaar heeft de jaarbeurs Nederlandsche secties op de jaarbeurzen te Brussel, Parijs en Tol-Aviv op het werkpro-. gram staan. „Bereid, zijn tot export", zal de leuze der naaste toekomst moeten-zijn. Niet wachten-op komend herstel, maar ons voorbereiden op komend herstel is in „de schaduwen van morgen" de plicht van heden. Een opgewekt geluid. Deze voorjaarsbeurs, heeft met 1645 deel nemers op 46 na het aantal deelnemers der vorige voorjaarsbeurs bereikt. Uitgezonderd een deel der vijfde verdieping, welke alleen tijdens de najaarsbeurzen gebruikt wordt, is alles vol, binnenshuis zoowel als buiten. Trots een aantal verschuivingen in de individueele deelneming, trots bemoeilijking door contin- genteering aan de individueele buitenland sche deelneming in den weg gelegd en trots wijziging in de groepsgewijze deelneming van buitenlandsche zijde, heeft de jaarbeurs in omvang en gehalte haar peil weten te handhaven. De deelneming aan deze beurs bewijst wederom, dat zes lange bange jaren van crisis en depressie geen bres hebben kunnen schieten in het moderne bolwerk van het Nederlandsche bedrijfsleven: de Neder landsche Jaarbeurs. De beurs geeft ook weer heel wat nieuws te zien. Groot is het aantal nouveautés, waar van opgegeven werd, dat zij vroeger uitslui tend in het buitenland werden vervaardigd en nu van Nederlandsche bloede zijn. Nieuw zijn de nationale secties van Canada en Est land. Nieuw ook is de deelneming van de Vereeniging van Gasf abrikan ben in Neder land, die in een afzonderlijk „Gas-paviljoen" op het Vredenburg, een twintigtal fabrikan ten heeft te zamen gebracht. Behalve deze en vele andere nieuwe ver schijningen heeft zich de oude indeeling naar de verschillende bedrijfsgroepen op, voor dezen tijd, inderdaad verheugende wijze gehandhaafd Bezoek van de Koningin. Verwacht wordt, een bezoek van de Ko ningin op Vrijdag 13 Maart, een bewijs van belangstelling en vertrouwen, van de Be schermvrouwe der Nederlandsche Jaarbeurs. Verwacht wordt ook het bezoek van den voorzitter en leden van den Middenstands- raad, het bezoek van 190 leden van den pas opgerichten Kring van Ambtenaren van het Departement van Handel, Nijverheid en scheepvaart en aanverwante Diensten, aan welke excursie ook. minister Gelissen, de se cretaris-generaal van het Departement van Handel, en de Regeerings.commissaris bij de Nederlandsche Jaarbeurs, dr, Groeneveld Meyer, zullen deelnemen. Tenslotte memoreerde de spreker twee plannen tot uitbouw van het Nederlandsche jaarbeursinstituut: het eerste, het voorne men om aan de najaarsbeurzen een agrari sche afdeeling te verbinden, waardoor dan tegenover het technische karakter der voor jaarsbeurzen, een meer agrarisch karakter der na.iaarsbeurzen zal komen te staan. Krachtsinspanning zal ook noodig zijn om den tweeden uitbouw tot stand te brengen: een behoorlijke organisatie van Nederland sche secties op buitenlandsche jaarbeurzen. In al haar zakelijken eenvoud wijst de 34e Nederlandsche Jaarbeurs het Nederlandsche volk den weg van zijn plicht: „Siet ende consider eert toch, wat een goede couragie vermach", Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886 10 Maart: Uit IJmuiden wordt gemeld: Wegens het onverwachte stormweer schijnen de visschers weder hun toe vlucht genomen te hebben tot de haven van IJmuiden en nu kan men zien, hoe noodig een visschershaven alhier is- L liggen thans negentig bommen, twintie loggers en sloepen en vijftien botters Als men nu rekent, dat dit maar een gedeelte van de visschersvloot is, en er nu bijna geen ligplaats meer is te vin- den. dan zal wel niemand ontkennen dat een visschershaven onmisbaar is On de plaats geeft het veel drukte eii dp winkels varen er goed bij, daar er Ke middeld op ieder vaartuig tien a twaalf man zijn, dus te zamen een bevolking van ongeveer 1200 man meer dan ge woonlijk. VAN NUL TOT ACTEUR De pit. De man die in elk stuk van het repertoire de grootste rol te vervullen heeft, die hem avond aan avond zonder een fout ten ge. hoore brengt, maar voor die prestatie nooit wordt geprezen; de man, van wien het heil der voorstelling vaak afhangt, aan wiens te. genwoordigheid van geest de zwaarste eischen worden gesteld en die redding brengt in de benardste omstandigheden, dat is de souffleur van de zaak, de man in het hok. Als de repetities van een nieuw stuk be ginnen. begint ook de souffleur. Hij volgt de tekst, die de acteurs nog uit hun rol op. lezen en noteert de wijzigingen en coupures die in het stuk worden aangebracht. Zoodra die periode voorbij is, treedt hij actief op, Zijn potlood vliegt langs de regels, zijn lip. pen mummelen den tekst en wanneer het noodig is steunt hij den naar zijn woorden zoekenden acteur. Wanneer het noodig is; dat wil zeggen: is hij één seconde te vroeg, dan wordt hem toegeroepen: Ja, ja, ik wéét het wel. Ik neem hier een pauze; ik kan toch waarachtig niet pratend een kopje thee drinken; teèken dat nou aan, anders heb ben we morgen hetzelfde gedonder. Nou ben ik er weer heelemaal uit. Ik zal je wel roe pen, als ik je noodig heb. Komt hij één seoende te laat, dan moet hij hooreïi: Geef dan toch op! Dacht je dat ik een rol-van honderdvijftig bladzijden in drie dagen kon leeren? Volg dan toch wat sneller. Wat zeg je? Ik versta er geen woord van. Oh janou, dat zei ik toch? Zei ik dat niet? Wat zei ik dan? Zit toch niet zoo te zeuren.. Nou, vooruit maar weer. De genera-Ie-, nadert. Het souffleursboek- staat vol .strepen en.kruisen: bij alle zinnen waar de acteur pleegt te struikelen of zich te vergissen, staat een duidelijk waarschu- wingsteeken. Maar de Zenuwen van de gene rale repetitie maken dat juist die zinnen vlot en feilloos over het voetlicht komen en de speler blijft steken, waar hij 't nog nooit te voren heeft gedaan. Nieuwe oorzaak van tweespalt. De nerveuze acteur raast en tiert, de nerveuze actrice klaagt en jammert, de souffleur bezit zijn ziel in lijdzaamheid. Hij kent dezen gang van zaken sinds jaren en zijn grootste kracht is, dat niets hem uit zijn evenwicht kan brengen. Première. Première-koorts. Pers in de zaal Collega's van andere gezelschappen op het balcon. Nieuwe décors, nieuwe costumes. Ze nuwen. In de kleedkamers wordt gepraat en gelachen, maar de toon is iets te luid om natuurlijk te zijn. Ondanks de brandweer worden sigaretten opgestoken en voor ze half opgerookt zijn, onder de waschtafelkraan ge- doofd. De regisseur geeft zijn laatste aanwij zingen en confereert met den electricien. Voor hij in zijn hok kruipt, moet de souffleur nog tien kruisen in zijn boek zetten. Het doek gaat op. Zenuwen. Je staat ach ter. Je moet aldoor iets wegslikken. Dadelijk kom je er aan te pas. Er is een wee gevoel in je maagstreek. Nog even. Nu. Daar sta je. En dan: heerlijke rust. In het hok het grijze kuifje, de mompelende lippen, het potlood dat langs de regels vliegt. Je bent niet al leen. Hij die je helpen zal is in de buut. Als het noodig is, zal hij je bijstaan. Neen. meer dan dat: terwijl je spreekt hoor je telkens de stem van je schutsengel, die je altijd even voor is en je het steunende woord toefluistert waarop je je volgenden zin kunt bouwen. Ik heb groote acteurs gekend die als kin deren waren tegenover hun souffleur. Ik heb er gekend die 'hun rol leerden als vlijtige schooljongens, die hem honderd maal speel den en hem konden droomen, maar weiger den op de planken te komen als hun souf fleur er niet was. Ik heb er gekend die de woorden van hun tekst bijzaak vonden, die alleen de groote lijn vasthielden en hun medespelers de dood stuipen op liet lijf joegen door op de pre mière te gaan improviseeren. De souffleur zwijgt even, maar geeft op het juiste moment den tekst op, dien de tegenspeler noodig heeft. Ik heb er gekend die prachtig speelden, ter wijl ze voortdurend op de ,pit leunden (op den souffleur speelden)die den heelen avond om het hok draaiden en woord voor woord ■moesten opvangen. En dat waren werkelijk niet de minsten. Terwijl je als jong acteur stond te zweeten van angst achter de cou lissen en je hart je in je keel klopte, speelde daar een kerel de zaal doodstil, gaf kleur en leven aan zijn tekst, gloed aan de woor den die hem stuk voor stuk werden voorge- preveld. Het zijn de kleinen niet, die op de pit leunen, meestal zijn het de grooten. Plotseling een hevige consternatie: iemand heeft zich vergist en slaat tien bladzijden tekst over. Paniek overal. Alleen in het hok blijft het rustig. Even laat de souffleur door gaan; dan, op het moment dat de dialoog het toelaat, haalt hij de tien bladzijden te rug. Niemand in de zaal heeft wat gemerkt. Het doekt zakt. Terwijl de spelers buigen zoekt de souffleur zijn spuPen bii elkaar, kijkt: waarheen morgen? en gaat met zijn. tasch onder den arm naar huis, naar moe der de vrouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2