JODHPÜR. De oplossing. De Duitsche troepen in het Rijnland. Rubriek voor Vragen. Een koninkrijk, ouder dan onze jaartelling. Modern Paleis van Justitie te Jodhpur. Uren vliegen we over de geweldige vlakten van Indië, die zich steeds weer uitstrekken tot aan den horizon. Vier maanden geleden was het land bruin op enkele boomgroepen rond tempel, vijvers en dorpen na. Nu is het groen, de rivieren bevatten water, maar het blijft 'een doode boel. Autowegen zijn er niet, enkele ossenkarsporen, veel voetpaden. Soms vijf, soms tien huizen bij elkaar, maar slechts een' dood enkel behoorlijk dorp. Is dat nu het rijke Indië, waar de grootste schatten der aarde, de mooiste juweelen zich opstapelen? Ook nu nog? En het antwoord moet ja lui den. Echteralleen in de staten met zelf bestuur en we zullen zien, dat daar de groot ste armoede en de groote weelde hand in hand gaan. Wij vliegen op 2000 M. dat schijnt Scholtens geliefde hoogte te zijn. Hondong zit liefst tusschen 4000 en 5000, Frijns houdt het even boven de drie, alles natuurlijk als geen sterke wind een bepaalde vlieghoogte opdringt. Het wolkendek, dat eerst beneden ons bleef, begint op te zetten, er komen dikke koppen in. die tot duizenden meters boven ons omhoog torenen. Die omzeilen wij graag of wippen tusschen twee door. Even een paar rukken aan den vleugel, een oogenblik mist, een regenboog onder of boven of allebei en dan gaat het weer In rechte lijn verder, Prachtige lichteffecten In zoo'n wolkenmassa! En als er te veel torens komen, gaan we wat lager naar de 1500 M. De aarde verschijnt weer onder ons, woest en ledig lijkt ze. Tot aan den horizont een paar lage heuvels opdoemen, waartegen een witte vlek rust, die snel grooter wordt. Even later onderscheiden we de eerste huizenblokken van een stad van 60.000 menschen, gegroepeerd om een hooge rots, waarvan de loodrechte wan den door loodrechte muren zijn verhoogd, die eindigen in torens en kanteelen en wier bo venste transen de tallooze vensters der palei- zen toonen. Daar troont de Maharadja, de groote vorst van Jodhpur, wiens Koninkrijk teruggaat tot vóór het begin onzer jaartelling, en reeds door den Grooten Asoka, 250 j. v. Chr. wordt genoemd. Wij maken een grooten cirkel om de stad, zien de geweldige muren, die nog een deel der stad omringen, den grooten Hindoetempel, het gekrioel in den bazar. Maar steeds weer wordt de blik getrok ken naar die forsche muren, dat machtige bol werk, onbedwingbaar behalve door honger en dorst, zooals het daar ligt hoog boven alles uit in de heete stralen van de middagzon. Wij dalen en meteen stort een kletsbui neer, die ons tien minuten in de machine houdt. Dan mindert het en hoeven wij maar enkeldiep door het water te waden om de auto te be reiken, die ons in twee minuten naar Jodhpur State Hotel brengt. En dan moet ge weten, dat deze staat vroeger Marwar, dat is de water- arme heette, dat er jaarlijks 200 of op zijn hoogst 400 m.M. regen valt tegen 800 bij ons. Hier valt die regen dan ook gewoonlijk in een paar buien, in onze zomermaanden, ook alweer de schuld van een van die Hindoeprofeten, die zoo slordig omspringen met de geweldige machten waarover ze beschikken. Rama is op weg naar Ceylon om zijn vrouw terug te halen, die door Rawana is geschaakt. Hij komt voor den Oceaan en legt een vuurpijl op zijn boog om de zee even te laten opdrogen. De Oceaan smeekt om zijn leven en Rama laat zich verteederen. De pijl kan echter niet meer in den koker worden opgeborgen en dus schiet de lieve profeet hem even achter zich af. Ze valt tusschen Jodhpur en Jasailmer en maakt dit land ook thans nog tot een dei- droogste van Indië. En toch! Jasailmer is een vergeten oord in het hart van de woestijn, maar Jodhpur ontwikkelde zich, dank zij zijn krijgshaftige vorstenhuis tot den grootsten staat van Rajputana, met een paar millioen Inwoners. Altijd hebben zijn vorsten den strijd met den Mohammedanen moedig aangebon den, zijn door dezen verdreven uit den Deccan en naar het westen van Rajputana terugge trokken, maar Aurangzeb vond als aanvoerder van het leger van Shah Jehan weer een dezer vorsten tegenover zich. Wij zitten op. het grasveld van het magni fieke hotel in jodhpur. Parkieten vliegen af en aan, pauwen schreeuwen in de verte. Op het dak zitten wouwen en bonte kraaien. Voor de poort trekken kameelen, bontgekleede vrouwen, koeien enz. in alle stilte voorbij. Plot seling een suizen; een wouw, een roofvogel, zoo groot als een gans stoot neer op het tafeltje naast ons en zwiert omhoog met een stuk toast in de klauwen, vlak over het hoofd van den Engelschman heen, die het bij zijn thee besteld had. Hij gaat het rustig verorberen op het dak van het hotel, van alle zijden belaagd door kraaien, die hij menig stuk moet over laten. Dan glijdt hij weer omlaag, maakt een grooten cirkel, om het terrein te verkennen maar mist, opgeschrikt door een onwillekeu rige beweging van een der gasten, die hem bij een derde poging een boek naar het hoofd slingert. Pruilend zet hij zich dan neer op zijn uitkijkpost. Wij rijden nog even de stad in. Groote poor ten geven toegang tot zeer nauwe bochtige straten, waar ge elk oogenblik moet stoppen om een koe rustig te laten op zij gaan om niet in botsing te komen met een knoestige boomstam waar ver boven de kap van de lage auto uit de rest van een kameel aan vast zit. Een kleurige menigte vult de straten on overal vallen oude bouwwerken op, met prachtig steenwerk versierd. Daar hebben ze hier een handje van, het maken van vensters door steenen platen uit te boren-hakken in allerlei aardige figuren van eenvoudige ruiten tot rozetten en bladerornamenten aan toe. Mohamedaansche stijl, door de Hindoevorsten overgenomen, alles uitgevoerd in de mooie paarsroode zandsteen, waaruit alle heuvels hier bestaan en die door Akbar en Shah Jehan voor de mooiste bouwwerken in Delhi en Agra werd gebruikt. En door de tegen woordige Raja's voor een hospitaal, een mu seum, een prachtig Paleis van Justitie. En als wij omhoog zwieren lang een forsch in de rotsen uitgehouwen weg is het overal roode zandsteen tot aan de poorten van het fort, dat ook weer uit hetzelfde materiaal bestaat. Daar moeten wij uitstappen en te voet verder gaan. Alleen de bruidegom voor een van 's vorstendochters mag doorrijden op zijn sta tieolifant, maar die vindt dan de deur ge sloten en moet met zijn zwaard kloppen om toegang te verkrijgen! En zoo ver zal ik het wel nooit brengen. Dus maar moeizaam om hoog tegen den steilen kronkelweg. Kent ge de rots van Monaco met het steile pad, dat naar het plein voor het paleis gaat? Net zoo iets! Aan de poort wordt nagegaan of ik wel een lange broek draag en een hoed op heb (net als in de synagoge) of de dames wel kou sen aan hebben, de zwarte brillen moeten af gezet, de jas dichtgeknoopt en zoo mogen we door. Hoog boven ons een kantwerk van steen onder balkons en erkers met steenen ramen, een deel van het oude paleis. Wij passeeren zware poortdeuren, die straks om 5 uur zullen worden gesloten. Het eerste wat ge binnen ziet, zijn links tegen den muur een dozijn ver zilverde handafdrukken,handen van vrouwen, die hun geliefden vorst en echtgenoot in den dood zijn gevolgd, door zich vrijwillig in den brandstapel te storten. Dan verzoekt de gids ons naar links te willen zien, want rechts boven zijn de vrouwenvertrekken. Dus genie ten wij maar van het prachtige panorama, dat de stad aan den voet van de rots oplevert tot wij rechts mogen binnengaan in het oude deel van het paleis. Overal marmeren vloe ren van Inlandsch fabrikaat, vael inlegwerk in hout en steen en spiegelglas en spiegel- metaal in de wandversieringen, prachtige ge welven met portretten of teere schilderingen of beeldhouwwerk, maar alles vreemd, voor ons oog onrustig. Als gevierde gasten mogen we een blik slaan in de juweelenkamer van den vorst, een byouteriekistje van 6 bij 7 meter vol met vitrines. Een met zwart fluweel be dekte tafel doet de stukken die speciaal ge toond worden nog beter uitkomen. Ik heb nooit eerder zulke parelsnoeren, diamanten, smaragden, robijnen enz. gezien. De schatten van Lombok in het honderdvoudige. Meest sieraden, die de vorst zelf bij bepaalde statie gelegenheden draagt, maar de tegenwoordige vorst houdt niet van drukte en opschik en gebruikt ze alleen als de wet van land en kerk het voorschrijft. Daarom is hier in Jodhpur van levende Oostersche pracht ook al weinig meer te zien, tenzij je toevallig midden in een of ander feest valt. Maar dat is zoo maar eens in de tien jaar. De bruiloft van Zijne Majesteits oudste dochter een jaar of zes ge leden kostte ongeveer honderdduizend gulden. Blij dat ik maar één dochter heb! En als die zoo'n bruiloft wil, zal ze hem eerst zelf moe ten verdienen! De vorst, die een groot sports man is, polo, jacht, zelfs zijn eigen vliegtuig bestuurt, heeft ook een groote verzameling wapens. Sabels, geweren, pistolen, schilden, waarin 2 óf 4 pistolen gemonteerd zijn, dolken, die bij den stoot meteen een pistool afgeven enz. Vanaf het fort ziet men neer op een lager plateau, waar een wit marmeren gebouw ver rijst, een Cenotaph, een rustplaats der doo- den, waar het lichaam opgebaard wordt, in statie ligt, tot het door de sterrenwichelaars aangegeven gunstige uur voor de verbranding gekomen is. Een juweeltje van wit marmer, met de prachtig opengewerkte vensters en bijna doorschijnende wanden. Het is gebouwd voor en door den overgrootvader van den tegenwoordigen vorst. Vóór dien tijd werden de vorsten verbrand in het oude Mandore, de hoofdstad van het rijk, vóórdat Radja Jodha in 1460 de tegenwoordige stad en het fort bouwde op deze zoo gemakkelijk te verdedigen plek. Daar in Mandore ligt het fort en paleis in puin. Enkele poorten staan nog in volle schoonheid, maar vooral die grafkapellen, die Cenotaphs, dateerende van 400 en 300 jaar te rug zijn een bezoek overwaard. Alles roode zandsteen, prachtig gebeeldhouwd en zoo schitterend bewaard gebleven of ze gisteren waren gebouwd. Rijk versierd, maar alle ornamenten ontleend aan planten of geome trie. Geen godenmotieven. Dat is vreemd. Mandore ligt een paar mijl benoorden de stad, maar het ritje er heen is toch ook zeer de moeite waard. Het land is vrij kaal. De plantengroei bestaat meest uit Euphorbia en cactus met Widoeri, een strand en zandplant van Java. Overal ziet men pauwen langs den weg, heilige vogels ook al weer en ge moet vaak oppassen ze niet te overrijden. Huizen en dorpen maken een verarmden, vuilen, dus schilderachtigen indruk. Maar af en toe rijden we door prachtig aangelegde parken. Langs paleizen en buitenhuisjes, tot wij stilstaan bij de prachtig roodsteenen Suikerbrooden met een complex van hallen en zuilengangen er voor, die meestal den Shiwatempel ken merken, maar hier als grafkapel voor de groote heerschers hebben dienst gedaan. Vijf staan er op een rij, de een altijd iets kleiner dan de andere, maar van het zelfde type. En dat alles weer te midden van een prachtig aangelegd en onderhouden park. Waar staat en vorst in dit arme land het geld vandaan halen mag joost weten, want van crisis merk je hier al heel weinig. Achter de cenothaphs staat een soort Voorvadergalerij. Gips met rood en bladgoud, verschrikkelijk om aan te zien, maar volgens mijn gids het mooiste wat er is. Shiwa, Krishna, Rama, van wien de Koninklijke familie afstamt, de zonnegod. Grahma en dan nog een aantal bekende krij gers en vorsten. „Of considerable interest to the sightseer", zeer belangrijk voor den toe rist, staat er in den gids. Smaken verschillen en juist in dat opzicht is er een geweldige klove tusschen Oost en West. Op den terugweg nemen we nog een kijkje in de stad bij de waterputten. Gegraven en opgemetselde bassins, waar het regenwater zich verzamelt. Na zes maanden droogte is het zoowat dikgroene erwtensoep, maar er is niets anders. Mannen met leeren zakken, die nog geheel den diervorm hebben, vrouwen met aarden, maar meest koperen kruiken en de kleurigste gewaden, die men denken kan, nog opgefleurd door heele kokers van ivoren of goud en zilverschitterende armbanden. Daarbij zilveren halsringen en kettingen en allerlei sieraden in neus en ooren, steeds weer wat te zien. Groote kameelen schrijden langs; een vrouw passeert met een stapel ge droogde koevladen, dat is brandstof. Dorps bewoonsters vol sieraden bieden houten kam metjes te koop aan. Dan de kopermarkt, de fabricage van halskettingen, o in dien bazaar, in de Inlandsche winkelstad raak je nooit uitgekeken. Wel uitgepraat, of ik nioest U van de tempels vertellen, prachtig zandsteen- beeldhouwwerk, maar witgekalkt, waar vooral Ganesh, de olifantsgod, een grootere rol speelt, dan ik tot nu toe zag. En zijn er vele en groote, tempels en Ganeshbeelden en het is allemaal reden te meer om eens op de K.L.M. te stappen en te komen kijken. VAN DER SLEEN. (Er is op gewezen, dat een wit spatbord, dat door modder vuil is geworden, niet kan worden be schouwd als te voldoen aan de voorschriften). Het witte spatbord is niet wit, Wanneer het onder straatvuil zit, Dit intresseert u wellicht niet, Omdat u 't ding toch zelf niet ziet, Maar wat u intresseeren moet, Er is kans, dat men u beboet, Omdat uw spatbord wit moet zijn In wezen en niet slechts in schijn. Als u het zwart op wit hier geeft, Dat u het wit geschilderd heeft, Bekeurt men, al aanvaardt men dit, Het zwart moet weg, men eischt slechts wit. U" rilt bij voorbaat voor zoo'n straf, En denkt, hoe blijf ik daarvan af. Wanneer er buiten of in stad De modder op mijn spatbord spat. Het spatbord rein 't is goed, maar hoe, Je zit er met je rug naar toe. Moet er soms telkens afgestapt, En 't ding met spons en zeem gelapt? En toen kwam er een teekenaar, Een man van aile kunsten klaar. Hij heeft het hier in beeld vertoond, Hoe u uw spatbord steeds „verschoont". Het werkt eenvoudig en probaat, Zelfs bij de modderigste straat, Hij vraagt, royaal, geen roode cent, Voor dit zoo ingenieus patent. Het vergt wat knutslen, anders niets, Voor deze schoone waterfiets. Terwijl 't u een bekeuring spaart, Dat is toch wel wat moeite waard. Vang heden nog met knutslen aan En u hebt „kranig" werk gedaan. P. GASUS. In de hoofdstraat van Jodhpur. De groote tempel is uit roode zandsteen gebouwd, maar wit gekalkt. Indrukken van den intocht in Düsseldorf. (Speciale correspondentie). Wij rijden door het Rijnland. Steden en dorpen zijn overal in feestgewaad gehuld. De hoofdstraten zijn herschapen in een vlag- gen-allee. Op de hooge liftschachten dei- mijnen, op molens, fabrieksschoorsteenen, op alle mogelijke gebouwen wapperen de ha- kenkruisvlaggen. Op dezen zonnigen Zater dagmiddag biedt het Rijnland inderdaad een feestelijken aanblik. Maar toch: van een jubelstemming is niets te bemerken. De S.A. beleeft een grooten dag. Overal trekken de bruine troepen uit met hun hoempamuziek voorop. De bevol king heeft er ternauwernood belangstelling voor. In Wesei groepen wat menschen samen voor de kazerne, waarin reeds vroeger afdee- lïngen van de z.g. grüne Polizei zijn gelegerd. Het muziekcorpsje speelt op de groote bin nenplaats marschmuziek. De belangstellen den voor de poort informeeren of er al nieu we troepen zijn aangekomen. Dit blijkt niet het geval te zijn en men weet ook niet of de oude vestingstad, vermaard door de verove ring door Frederik Hendrik in onze vader- landsehe geschiedenis, versterking van gar nizoen krijgt. De troepen worden echter in volle uitrusting gereed gehouden om elk oogenblik te kunnen uitrukken. We rijden verder. Overal vertoonen de plaatsen hetzelfde beeld. Vlaggen op tal van gebouwen; alleen de torens der kerken dra gen nergens het symbool van het „Derde Rijk". Van een feeststemming bespeuren we nergens iets. De menschen geven overal hun groote bewondering voor de daad van den „Fiihrer" te kennen, maar „himmelhoch jauchzend" is nergens de toon. Vooral valt ons dat op in Düsseldorf, waar in den val lenden avond de geheele S. A. der stad met de vaandels en de muziek voorop naar het station trekt. Velen verwachten, dat de bruin hemden de nieuwe troepen zullen verwelko men. Honderden stroomen op het stations plein te zamen, waar de S. A. troepen zich in front voor het gebouw scharen, terwijl de marschmuziek weerklinkt. Is er een misverstand in het spel? De lei der vertelt ons, dat er 600 man troepen wor den verwacht, maar na eenigen tijd geeft hij order om rechtsomkeert te maken. De troe pen komen pas morgen, aldus wordt meege deeld. En, in korten tijd. heeft het stations plein weer zijn gewone aanzien. In het café van de Löwenbrau trekt het S. A. muziek corps binnen om daar verder den geheelen avond te cdhcerteeren. Het eenige, dat er op wijst, dat dit een bijzondere dag is, is de groote belangstelling, welke er bestaat voor de extra edities der bladen. Tegen half acht komen de „Sonder- ausgaben" uit, waarin een proclamatie tot de bevolking is gericht met de mededeeling, dat de troepen, beginnende Zondagmorgen om half tien, Düsseldorf zullen binnen mar- cheeren. De verwachting wordt, uitgesproken, dat de bevolking de „bevrijders van het Rijn land" op waardige wijze zal ontvangen Maar verder blijkt Zaterdagavond in Düs seldorf wemig van de groote gebeurtenis. Het indrukwekkendste moment van dien dag was geweest, toen des middags, nadat Hitier zijn rede had uitgesproken, de klokken be gonnen te luiden. In het Noord-Oosten ver toonde zich toen een eskader vliegtuigen, dat boven deze metropool van het Rijnland cirkelde. Het was voor velen een symbool De gesprekken in de cafés zijn natuurlijk gewijd aan de daad van Hitler, die men bui tengewoon toejuicht. Het is duidelijk, dat Hit- Ier hiermede in het katholieke Rijnland nog belangrijk aan populariteit heeft gewonnen. Men beschouwde het langs den Rijn als iets onwaardigs, dat Duitschland over dit deel van zijn eigen Rijk niet het volle zeggenschap had. Thans waakt het leger weer over de rivier. „Lieb Vaterland kannst ruhig sein, Fest steht und treu die Wacht, die Wacht am Rhein". Zoo is de meening van schier alle Rijnlanders. Aan een tafeltje zitten een paar veteranen uit den wereldoorlog, die ons vol trots vertel len van de daad van hun „Führer". Een van hen zegt ons, dat de wrevel, welke bij vele oud-strijders bestond over de moeilijkheden met de „Stahlhelm", thans met één slag ver geten zijn. Een duidelijk bewijs, dat Hitier door het opzeggen van het Locarno-pact vele duizenden voor zich gewonnen heeft. Natuurlijk zijn de vrouwen ook vol van Hitler's rede. Maar dicht bij ons in de buurt hooren we een gesprek van twee dames, die vreeselijk klagen over de boterschaarste. Uren moesten zij in de rij staan om een half pondje te bemachtigen. Een bewijs dat er nog wel zorgen in het „Dritte Reich" zijn De troepen trekken Düsseldorf binnen Zondagmorgen heerschte er reeds vroeg na bij het hoofdstation van Düsseldorf groote be drijvigheid. Hier zou de opmarsch der cavale risten en vliegers een aanvang nemen. Toen wij bij het station kwamen, stond links reeds een gedeelte van het cavalerie-regiment, dat vroeger ook in Düsseldorf lag, doch na den wereldoorlog in Hamm kwartier had, opge steld. De Düsseldorfers genoten kennelijk van het schouwspel, dat men zoo lang had moe ten missen. Het werd op het stationsplein drukker drukker. Een keurige groep Hitlermeisjes kwam aan- gemarcheerd en stelde zich over een grooten afstand langs de trottoirs op. In de handen hielden de meisjes bouquetjes, waarmede straks den binnenrukkende militairen hulde zou worden gebracht. Plotseling verscheen aan den stralenden hemel een luchtballon, die voor een oogenblik aller aandacht opeischte. Een oogenblik later was het een handige fo tograaf, die bezield met heilig beroepsvuur en gebaren, die een filmster hem nauwelijks zou kunnen verbeteren, de wachtende schare eeni gen tijd vermaakte. Eindelijk, het was inmiddels half elf ge worden, was het groote moment aangebroken. Het muziekcorps te paard zette een cavalerie- marsch in en daar zette de lange stoet van cavaleristen en vliegers zich in beweging. Voorop gingen twee auto's met de officieren van den staf, daarachter reed het muziekcorps waarop het regiment met tenslotte de vliegers volgden. In den stoet werden vele veldkeukens, stuk ken licht veldgeschut en caissons meegevoerd. Het was een fleurige stoet, die daar door de met duizenden belangstellenden omzoomde straten trok. Overal werden de militairen met luide toe juichingen en „Heil"-geroep ontvangen, ter wijl er druk met zakdoeken en hakenkruis vlaggetjes gewuifd werd. Het spreekt bijna vanzelf dat de straten, waardoor de stoet trok kwistig met hakenkruisdundoek versierd wa ren. De Hitlermeisjes weerden zich dapper en wierpen de militairen het eene ruikertje na het andere toe, die triomfantelijk aan het tuig van de paarden werden bevestigd! DINS DA" G 10 MAART 1936 Aan het einde van den tocht door de stad vond bij het prachtige Ulanengedenkteeken aan den Rijn een parade plaats, welke werd afgenomen door generaal-majoor Kühne. Aan den voet van dit Ulanenmonument was ter gelegenheid van dezen historischen dag een groote krans gelegd, terwijl twee ulanen in hun fraaie oude parade-uniformen de wacht hielden. Onder het spelen van den eenen marsch na den anderen trokken de cavaleris ten langs hun commandant, die glimlachend zijn troepen, die zulk een uitstekenden indruk maakten, keurde. Veel indruk maakte het voorbij marcheeren van de vliegers, die den ouderwetschen stram- men parade-pas demonstreerden. Dit was het einde van den intocht van den nieuwen wacht aan den Rijn. Gedurende den tocht door de stad en de pa rade cirkelden voortdurend twee luchtesca- drilles, in fraaie formatie, boven de troepen. BURGERLIJKE STAND. HAARLEM. 9 Maart. Bevallen 7 Maart: T. Noordzij—Hamburg, d.; E. M. v. Boekhovenv. Daalen, d.; T. v. d. ZandenBot, d.; E. van Gelderen—Hil versum, d.; 8 Maart: A. G. Kist de Ruijter— Gerrits, d.; A. E. P. Otto—Meijer, d.; T. van AlphenDonker, d.; C. G. B. BroersSmo- renberg, z.; 9 Maart: A. M. GeurtzWijtsma, z.; C. M. van SchieAlders, z. Overleden 6 Maart: N. Beek, 75 j., Klever parkstraat; T. B. de Wolf, 80 j., Jansstraat; 7 Maart: A. C. v. AckerHoed, 83 j., Helm- brekerssteeg; K. BrandtSchipper, 73 Leidsehevaart; 8 Maart: H. Heukels, 81 j., KI. Houtweg; T. J. Jongsma, 42 j., Schoterbosch- straat; A. Vermeulen—Bouma, 77 j., de Wit- straat; J. J. Bouwens, 84 j., IJdijk. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnès van dit blad worden door een specialen Redacteur en zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aan het bureau van ons blad, met duidelijke vermelding van naam en woonplaats. De namen der vragers blijven redactie geheim. Vragen, waaraan naam en adres ontbreken, worden terzijde gelegd. De antwoorden worden GEHEEL KOSTE LOOS thuis bezorgd. Alleen die vragen, welker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager, van nut kan zijn, worden tevens in ons blad ge plaatst. RECEPTEN VRAAG: 1. Hoe verwijdert men schroeivlekken uit een licht grijze japon? 2. Hoe reinigt men een witte vacht? ANTWOORD: 1. Als de vlek niet te diep is dan flink met hard schuiertje en zeepsopje afschuie ren, met warm water nasponsen en buiten op hangen te drogen. Is de vlek er niet geheel uit, dan met een puimsteentje luchtig afwrijven. 2. Met een lauw sterk zeepsopje goed en ste vig wasschen, daarna met lauw water afspoelen. Vooral alles vlug achter elkaar doen, zoodat de vleeschzijde niet nat wordt en buiten glad op hangen te drogen. VRAAG: Hoe bakt men een mokkataart? ANTWOORD: Benoodigdheden: Voor het deeg: 120 gram bloem, 100 gram boter, 100 gram sui ker, 5 eieren. Voor het vulsel 150 gram ongezou ten boter. 60 gram poedersuiker, 1 eetlepel sterk koffie-extract, 1 blad gelatine. Roer de eier dooiers volkomen glad met de suiker, zeef het meel, leg er de harde boter in en snijd deze in kleine, gelijke stukjes. Klop het eiwit zoo stijf mogelijk, roer er met een paar slagen de dooiers en daarna, zoo luchtig mogelijk, de gehakte bo ter en bloem door. Doe het beslag dadelijk in een met boter besmeerde en met poedersuiker en meel bestrooiden taartvorm. Zet den vorm In een heeten oven met onderwarmte, zie na 5 mi nuten voorzichtig of de taart niet te bruin wordt, leg er dan een met boter besmeerd stuk grauw papier op en bak ze lichtbruin en gaar (25 a 30 min.). Probeer of ze gaar is door er met een lardeernaald of vleeschpen in te steken, die er dan droog moet uitkomen. Stort de taart op een paardenharen zeef, laat ze bekoelen en snijd zo in twee of drie lagen. Roer voor de mokka de ongezouten boter tot room, voeg er de gezeefde poedersuiker en drup pelsgewijs het koffie-extract bij. Los de geweekt© gelatine met zoo weinig mogelijk kokend water op, laat ze afkoelen en voeg ze bij de mokka. Be smeer de verschillende lagen met mokka, leg ze op elkaar, besmeer ook den bovenkant en spuit er de overgebleven mokka in figuren op. (Indien het koud Is, behoeft er geen gelatine door de mokka geroerd te worden). RECHTZAKEN VRAAG: 1. Hoe hoog mag een schutting zijn tusSchén twee tuinen? 2. Wat is er tegen te doen als een schutting hooger is dan de bepaalde maat? ANTWOORD: 1. 2.50 M. Wil men een hoogere schutting bouwen, dan moet dit worden aange vraagd. 2. U tot Bouw- en Woningtoezicht wenden. VRAAG: Wanneer iemand bij gelegenheid van een faillissement zijn rekening niet heeft ingele verd, omdat hij vond dat het hier een te klein bedrag gold. mag hij dan na het faillissement nog die rekening aanbieden of is hij dan zijn recht kwijt? ANTWOORD: Hij behoudt zijn rechten. DIVERSEN VRAAG: Op welke wijze maakte men in den oorlog 1914-1 MS briketten van krantenpapier? ANTWOORD: Kranten werden in een emmer of kuip met water door en door nat gemaakt en dan werdpn var. deze massa ballen gemaakt. VRAAG: Mag men boter, kaas, vet, spek, worst, thee en koffi? als pakket naar Duitsch land zenden, vrij van Invoerrechten (zooals vroe ger Liebespakete) Zoo neen, kan men de in voerrechten dan misschien dadelijk hier betalen? Zijn er verschillende rechten? Wilt u die dan ook opgeven? Is voor verzending van dergelijke pak ketten een uitvoer- of invoer-vergunning noodig en waar moet deze worden aangevraagd? ANTWOORD: Voorloopig mogen dergelijke pakketten niet meer vrij verzonden worden. VRAAG: Bestaan er nog studiebeurzen voor de H. B. S. of de M. T. S.? Tot wien moeten belang hebbenden zic-h daarvoor wenden? ANTWOORD: Ja, voor de H. B. S. verschijnt tegen Mei altijd een oproeping van de gemeente in de bladen. Voor de M. T. S. kan men een Rijksstudiebeurs krijgen. IZlch voor 1 Maart aanmelden). Bij de Alg. Landsdrukkerij In Den Haag, Fluweelen Bui'gv/al IS, is een regeling daarvoor (het verkrijgen van een Rijksstudie beurs) aan te vragen. Kosten 10 cent. Voorts be staat te Haarlem de Schuurman Schimmel-Van Ouieren Stichting, die voorschotten voor studie geeft. Secretaris is de heer F. de Haan, Hasse laarsplein 34, alhier.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7