wilde binnenvaart in ons land. Een overzicht. nr> 7 September 1933 trad de wet van 5 vm 1933 (S- 251)' ter bevordering van een nnveel mogelijk evenredige vrachtverdeeling f He binnenvaart, in werking. Een twintigtal Svrachtingscommissies en een groot aantal lntv.hanpen werden in het leven geroepen. ^nndia wordt geacht, dat voor elke ver- Snine afzonderlijk kennis wordt gegeven ari ca. de tusschenkomst wordt verleend daar de betrokken Bevrachtingscommissie. Deze gevallen zijn. a de beurtvaart. b' bevrachtingen door middel van vaste 'relaties. a goederentransporten door ondernemin gen met eigen schepen, j vervoer door z.g. eigen-handel-schippers e' de tankvaart en campagnevaart. Daarnaast staan de bevrachtingen der .,par- t'culiere schippers", wier arbeidsveld ligt in de z" „wilde vaart". Deze bevrachtingen be hoeven'de bemiddeling der Bevrachtingscom- missies. In een uitgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek (1935) is kortge- fwfcn een overzicht gegeven van de bevrach tingen in de wilde binnenvaart in Nederland •'(1934) aan de hand waarvan onderstaandee beschouwing is opgesteld. De „wilde vaart" is een der meest karakteristieke takken van het binnenscheepvaartbedrijf. Zij vervoert verreweg het grootste gedeelte van het z.g. massale°vervoer, dat juist aan het vervoer per schip in het algemeen zijn groote beteekenis geeft Aanvankelijk werd overwogen de goede rensoorten-indeeling voor deze statistiek in overeenstemming te brengen met de naam- 'lijsten, gevoegd bij de ontwerp-Conventie tot unificatie van Vervoersstatistieken in 1931 te Genève aangeboden. Uit practische overwegingen heeft men daarvan afgezien Men heeft toen besloten de nieuwe statistiek te doen aanpassen bij de handelsstatistiek, met dien verstande dat men het 100-tal pos ten van deze naamlijst heeft beperkt tot een 36-tal. Teneinde zich een denkbeeld te kunnen vor men van de goederensoorten, die in 1934 in ons land het meest bevracht zijn geworden in de wilde vaart", volgen in onderstaand over zicht die groepen, die een hooger cijfer aan wijzen dan 500.000 ton (1 ton is 1000 K.G.) Dit overzicht ziet er als volgt uit: Naamlijst statistiek Totaal bevracht in wilde vaart in Ne- Bevrachtmgen in de derland 1934; in wilde vaart. tons. 1 Steen- en Bruinkolen enz. 2.054.550 2 Kunststeen, tegels, bouwaardewerk 1.479.413 2. Aarde, klei, zand en dergel., teer- slakken 964.614 4. Kunstmeel en natuurlijke mest 964.407 5. Tarwe 627.983 6. Oliehoudende zaden 501.108 Onderlinge verschillen in de Be- vrachtingsgebieden. In het Westen des lands zijn Bevrachtings commissies gevestigd in Alkmaar a), Amster dam, Haarlem, Leiden, Rotterdam en Terneu- zen. Het district der Haarlemsche Commissie komt b.v. overeen met het gebied der Haarlem sche Kamer van Koophandel en Fabrieken. Vandaar dat de cijfers van dit Bevrachtings- gebied een indruk geven van de bedrijvigheid van den handel en de industrieele bedrijven. Men kan dank zij de meergenoemde statis tiek der bevrachtingen nagaan, met welke andere Bevrachtingsgebieden het Haarlem sche handel drijft, welke goederen het uit an dere deelen van het land betrekt en welke deelen de beste afnemers van het Haarlem sche zijn. Daarbij dient natuurlijk rekening te worden gehouden met het feit, dat deze be schouwing zich uitsluitend baseert op de be vrachtingen in de wilde binnenvaart. Dat bijzondere omstandigheden in een bepaald Bevrachtingsgebied van overwegende beteeke nis kunnen zijn, volgt uit een overzicht van de ontvangen en verzonden goederen. Het valt daarbij op, dat slechts vijf dezer gebieden meer goederen verzenden dan ontvangen, waarbij de gebieden Rotterdam en Amsterdam dan ge rekend zijn zonder deze beide steden zelf. Het bewuste overzicht ziet er als volgt uit: worden op het „enz." waaronder klaar blijkelijk turf valt. Het beeld van het gebied Venlo komt t. o. v. deze aangelegenheid overeen met dat van Nijmegen. Ook hier hebben de groepen: Kunst steen, tegels, bouwaardewerk en Aarde, klei, zand en derg. het verschil tusschen „verzon den" en „ontvangen" teweeggebracht. Voor het Bevrachtingsgebied Haarlem is het beeld meer gecompliceerd. De twee posten, die in het bijzonder hebben medegewerkt om het aantal tonnen „verzonden" goederen juist te brengen boven het aantal tonnen „ontvangen" goederen, betreffen de goederengroepen: Kunstmest en natuurlijke mest en Kunststeen, tegels en bouwaardewerk. Men moet intusschen met het trekken van conclusies uiterst voorzichtig zijn Dat is o.m. een gevolg van het feit, dat de ontworpen naamlijst van goederen een ver doorgevoerde detailleering mist. Op pag. 11 der meerge noemde Statistiek wordt aangegeven, waarom men daartoe niet is overgegaan. De redenen daartoe kunnen verder onbesproken blijven. Slechts een voorbeeld moge dienen om het ge vaar van het trekken van conclusies nader te ïllustreeren. Reeds werd opgemerkt, dat het „rneer ontvangen" dan „verzonden" in het Haarlemsche Bevrachtingsgebied middels de bevrachtingen in de wilde binnenvaart slechts 3533 ton bedraagt. In tweede instantie heeft de goederengroep; Kunststeen, tegels en bouwaardewerk, tot dit surplus medegewerkt: Uit het district Haarlem werd nml. 58163 ton verzonden. Raadpleegt men nu in de desbe treffende statistiek voor hetzelfde district en voor dezelfde goederengroep de ontvangen hoeveelheid tonnen dezer goederensoorten, dan blijkt deze 140530 ton te bedragen. Er wordt dus beduidend meer ontvangen dan ver zonden. Het staat vast, dat men alleen een juist inzicht omtrent de ware positie zou kun nen krijgen, indien afzonderlijk vermeld had kunnen worden, hoeveel tonnen van elk der tot deze verzamelgroep behoorende producten „verzonden" en „ontvangen" zijn. Waar die gespecificeerde gegevens ontbreken, dient men zich hoogstens te beperken tot algemeene gevolgtrekkingen. Wilde vaart tegenover niet-wilde vaart Op pag. 6 van de besproken publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt het totaale vervoer in de „wilde binnenvaart" in 1934 geschat op 9.852.095 ton, terwijl op pagina 8 het totale vervoer in de binnenvaart in dat jaar wordt geschat op 20 milïioen ton. Hieruit volgt dus, dat het vervoer in de wilde vaart in 1934 circa de helft was van het ver voer in de niet-wilde vaart. Stelt men daar naast de tonnage, dan blijkt deze voor de wil de vaart 2, 4 en voor de totale binnenvaart 3,1 millioen ton te bedragen. Hieruit volgt, dat de tonnage van de niet-wilde vaart 0.7 millioen ton bedraagt. Combineert men deze gegevens dan krijgt men voor de wilde vaart het beeld, dat 2,4 millioen scheepstonnen 9,9 millioen ton vracht vervoeren. Per scheepston wordt dus in de wilde vaart 4,1 millioen ton vracht ver voerd. Daarnaast vervoert de 0,7 millioen scheepston in de n i e t-w i 1 d e vaart 10.1 mil lioen vracht, dat beteekent dus, dat het ver voer in de wilde vaart in 1934 ongeveer gelijk was aan het vervoer in de niet-wilde vaart. De helft van de totale hoeveelheid goederen, die in 1934 per schip vervoerd werden, was derhalve onttrokken aan de controle der Be vrachtingscommissies en geschiedde dus in feite buiten de wet op de evenredige vracht verdeeling om. Of deze toestand wel in overeenstemming is met de gedachte der „evenredige verdeeling der vrachten" mag op goede gronden worden betwijfeld. Vergelijkt men voorts de totalen der scheeps- tonnages, welke dit vervoer verricht hebben, dan blijken deze voor de wilde vaart 2,4 mil lioen en voor de totale binnenvaart 3,1 mil lioen te bedragen. Hieruit volgt, dat de tonna ge van de niet-wilde vaart 0,7 millioen ton be draagt of 23 pCt. van de totale tonnage der binnenvaart. Combineert men deze gegevens dan krijgt men voor de wilde vaart het beeld, dat 2,4 mil lioen scheepstonnen 9,9 millioen ton vracht vervoerden d.i. per scheepston 4.1 ton vracht. Daarnaast vervoerden de 0,7 millioen scheeps- Bevrachtingsgebied. Verzonden goederen. Ontvangen goederen. Meer verzonden. Meer ontvangen. A) Leeuwarden 419.343 677.718 258.375 B) Groningen 295.257 585.156 289.899 C) Veendam 601.380 498.020 103.360 D) Meppel 166.966 290.462 123.496 E) Zwolle 312.493 776.093 463.600 G) Nijmegen 1.153.280 594.002 559.278 132.460 H) Dordrecht 474.934 607.394 a) Aanvankelijk was ook een Commissie ge- I nog. Later is deze Commissie met die te Alk- vestigd in Enkhuizen. In 1934 bestond deze ook maar samengevoegd. I) Venlo 100.935 58.699 42.236 J) Maastricht 1.575.596 279.832 1.295.764 K) 's Bosch 313.474 404.207 90.733 L) Breda 127.943 329.065 201.122 M) Terneuzen 242.721 316.264 73.543 N) Rotterdam 136.938 854.319 717,381 behalve Stad 0) Leiden 47.517 234.559 187.042 P) Utrecht 129.367 493.817 364.450 Q) Amersfoort 36.347 99.135 62.788 R) Amsterdam 180.738 577.354 396.616 behalve Stad S) Haarlem 313.038 309.505 3.533 T) Enkhuizen 2.522 59.556 57.034 U) Alkmaar 44.676 174.244 129.568 AMSTERDAM 825.008 722.191 102.817 ROTTERDAM 2.351.622 910.503 1.441.119 Schakelt men dus de steden Amsterdam en Rotterdam uit, dan zijn de Bevrachtingsgebie- flen: Maastricht, Nijmegen, Veendam, Venlo eii Haarlem resp. de gebieden met „meer ver zonden" dan „meer ontvangen". Beschouwt men de Maastrichtsche cijfers, aan blijkt, dat van de 1295764 ton „meer ver zonden" niet minder dan 1082121 ton (vermin derd met 26202 ton als „ontvangen") op reke- omg komt van de goederengroep: Steen- en Bruinkolen enz. Dit bijzondere vervoer ver baart dus de positie van het Maastrichtsche Bevrachtingsgebied. De tweede in de rij wordt ingenomen door Hymegen met 559278 ton „meer verzonden", naartoe hebben een tweetal goederengroepen fioaegewerkt, nml.: Aarde, klei, zand en derg. Kunststeen, tegels, bouwaardewerk. hpt 3 No" v°lgt Veendam. Het verschil van mot jmeer ontvangen" wordt, in vergelijking kipin kohandelde districten, reeds beduidend ^ier zijn het een tweetal goede- fëSpofP011; die dit „meer ontvangen" hebben werXstelligd, nml. Steen- en bruinkolen enz. In Ür l.weed€ groep: Papier en karton(nage). eerstgenoemde groep moet de nadruk ge- tonnen in de niet-wilde vaart 10,1 millioen ton vracht, hetgeen uitkomt op 14,4 ton vracht per scheepston. Anders gezegd, de wilde vaartschepen heb ben in 1934 gemiddeld slechts 4,1 volle scheeps- ladingenvervoer tegen de niet -wilde vaart schepen gemiddeld 14,4 volle scheepsladingen. Het zou zeker interessant zijn om na te gaan in hoeverre deze wanverhouding tusschen wilde vaart en niet-wilde vaart verband houdt met de omstandigheid, dat de vrachtprijzen in de wilde vaart wèl worden vastgesteld door de Bevrachtingscommissies en die in de niet- wilde vaart niet. MOLLERUS De diefstal bij 's Rijks Munt. UTRECHT, 10 Maart (A N.P.) Veertien da gen geleden had zich voor de Utrechtsche rechtbank te verantwoorden een 32-jarige machinebankwerker ter zake van diefstal van ruim 1600 gouden tientjes uit 's Rijks- Munt. De officier eischte twee jaar gevan genisstraf. De rechtbank veroordeelde den verdachte conform den eisch met aftrek van de preventieve hechtenis. DIE WACHT AM RHEIN. Bewondering van de Duitsche schooljeugd. Engeland wenscht de Fransch- Duitsche verzoening te verwerkelijken. De Britsche premier Baldwin heeft giste ren na de rede van Eden in het Lagerhuis een motie voorgesteld, waarin de Engelsche politiek, gelijk door Eden ontvouwd, wordt goedgekeurd. Daarna leidde hij het debat over het Wit boek en de bewapeningsvoorstellen in met de opmerking, dat het Huis na de gebeurte nissen in de laatste 48 uur wel meer dan ooit overtuigd zou zijn, dat er voor Enge land geen andere weg open bleef dan haar verplichtingen als lid van den Volkenbond te vervullen, maar tevens dat het zelf in staat moest zijn om alle mogelijke gebeurtenissen het hoofd te bieden. Wij hebben, zei Baldwin verder o.m. onze eigen moeilijkheden, maar in ons leeft toch het sterke verlangen om onze pogingen om Frankrijk en Duitschland tot elkaar te bren gen en om met deze beide land>i in vriend schap te leven, voort te zetten. Onze eenige hoop is om deze vriendschap tot werkelijk heid te maken. Voordat dit geschied zal zijn, zullen er ernstige en minder ernstige crises in de onderlinge betrekkingen zijn, die mo gelijk een paniekachtigen omvang zullen hebben. En op de momenten dat onze invloed oppermachtig zal moeten zijn, is een zwak Groot-Brittannië het laatste wat te wen- schen valt. Baldwin was overigens van oordeel dat de houding van Duitschland niet noodzakelijke bedreiging met vijandelijkheden insloot. Te Genève verwacht men een ruimen invloed van Engeland. GENèVE, 10 Maart (AN.P.) In Volkenbonds kringen heeft men den indruk, dat de rede voering van Eden in het Lagerhuis, vooral gezien in verband met de door Baldwin daarna afgelegde verklaring, beschouwd moet worden als uiting van een lil wezen gematigde houding, zoodat mag worden ver wacht, dat Engeland een remmenden invloed zal uitoefenen op eventueele verlangens tot drastisch optreden tegen Duitschland. Verbroken verdrag kan niet geschonden worden, aldus de Voelkische Beobachter. BERLIJN, 10 Maart (A.N.P.) Ten aanzien van de verklaringen van Eden en Baldwin in het Lagerhuis schrijft de Voelkische Beobachter, dat Eden hierin de ethische trouw aan verdragen bespreekt, op welk punt Duitschland minstens zoo gevoelig is als Engeland. Jaren lang eischt een groot volk herziening van een onteerend vredes verdrag en even lang kent de politiek van de nabuurstaten geen ander doel dan een dergelijke herziening onmogelijk te maken. Dit is van belang in verband met het ver drag van Locarno. Duitschland heeft er op gewezen, hoe dit verdrag zoowel volgens de letter als volgens den geest door 't Fransch- Russische verdrag werd geschonden. Een verbroken verdrag kan niet meer worden geschonden, aangezien het niet meer be staat. Minister Eden heeft er in zijn rede ook op gewezen, dat op het oogenblik geen reden bestaat om aan te nemen, dat de Duit sche actie een bedreiging met vijandelijkhe den insluit, hetgeen door minister-president Baldwin werd onderstreept Het blad hoopt hieruit te kunnen besluiten dat Engeland rekening houdt met de Europeesche ontwik keling, welke een militaire en juridische dic tatuur van Frankrijk niet meer toelaat. In dien de woorden van Baldwin en Eden in dezen zin kunnen worden opgevat, dan mag men een werkelijke verlichting in de Euro peesche situatie verwachten. Fransche pers gereserveerd over de rede van Eden. PARIJS. 10 Maart (A.N.P.) De Fransche bladen leggen ten opzichte van de redevoe ring van Eden een zekere reserve aan den dag. Aan den eenen kant geven zij uiting aan hun voldoening over het Engelsche standpunt ten opzichte van Locarno. Aan den anderen kant wijzen zij op zekere lacu nes. Pertina schrijft, dat de redevoering van Eden is verzacht tengevolge van het aan dringen van verschillende ministers, met name Baldwin. Hij concludeert dat, wanneer Eden en Halifax geen machtiging krijgen op te treden volgens de resolutie van den Vol kenbondsraad van 16 April 1935, de repres sieve maatregelen, die tegen Italië zijn toe gepast, moeten worden herroepen. Man schoot op zijn gescheiden vrouw. Het Amsterdamsche Gerechtshof eischt 5 jaar. Uit Amsterdam: Het Gerechtshof zette de behandeling voort van de strafzaak tegen den Haarlemmer F. G., die er van wordt verdacht in den nacht van 31 Augus tus op 1 September jl. te hebben geschoten op de vrouw, die na een zeer ongelukkig hu welijk van hem was gescheiden. De vrouw liep een lichte wonde aan den arm op. De Haarlemsche rechtbank had den man veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Op 13 Februari is de zaak voor het Hof behandeld. Een der getuigen was toen niet verschenen; deze is thans gehoord. De procureur-generaal, mr. Versteegh re- quireerde een gevangenisstraf van vijf jaar. De verdediger, mr. Van Everdimren, pleitte vrijspraak. Op 24 Maart zal het Hof arrest wijzen. WOENSDAG 11' MAART 1936 Britsche meeningen over het Duitsche besluit. Fransche en Russische ongerustheid kan opgeheven worden. Troepenbewegingen aan de Fransche Oostgrens. Grensfortificaties worden betrokken. PARIJS, 10 Maart. (AN.P.) Uit Epinal wordt gemeld dat dekkingstroepen van de stand plaatsen Epinal, Remiremont en Saint Dié Maandag uit hun kazernes zijn vertrokken om hun stellingen in de grensfortificaties te betrekken, ZWEMMEN. Kring Haarlem Kon. Ned. Zwembond. Jaarvergadering. Maandagavond hield de kring Haarlem zijn jaarlijksche algeoneeen vergadering in Café- Rest. Brinkmann. Nadat de heer A. J. Braam de bijeenkomst geopend had, verhieven alle aanwezigen zich van hun zetel, waarna de heeren S. de Groot, eere-lid van H.V.G.B. en Ir. A. Stoop, de stichter van Stoop's Bad, die in 1935 zijn overleden werden herdacht. Hij schetste de groote verdiensten dezer steunpi laren van de zwemsport. Uit het jaarverslag ven den secretaris, den heer L. Brunt, bleek, dat 1935 een jaar van groote successen is geweest. Er werden drie zwemibaden geopend, twee nieuwe vereeni- gingen opgericht, terwijl er niet minder dan 24 zwemfeesten en demonstraties zijn ge houden. De prestaties der kringzwemmers op de verschillende zwemfeesten zijn zeer goed te noemen, waarbij speciaal de nadruk werd gelegd op de vele records, die H. P. C. zoowel op persoonlijke als op estafette-banen heeft verbeterd. Ook het verloop der waterpolo- competitie is zeer bevredigend geweest. De heer T. Hölsken bracht verslag uit over den financieelen toestand van den kring. Deze is minder gunstig, omdat in 1935 be langrijke uitgaven moesten worden gedaan. Het van den K.N.Z.B. ontvangen subsidie bleek voor het afgeloopen jaar onvoldoende. De verslagen van de technische- en polo- corrnmissie werden ongewijzigd goedgekeurd, Het voorstel van het bestuur der technische commissie om de Kring-kampioenschappen te wijzigen in juniores-kampioenschappen, werd met algemeene stemmen aangenomen. De heer A. J. Braam werd als voorzitter her kozen; ook de heeren L. Brunt, A. H. de Bruyn Jr. J. J. Cardol en W. Cornelissen wer den herbenoemd. De heeren B. G. Luttikhui- zen en J. Tierie werden tot bestuursleden ge kozen. Het voorstel van het bestuur van den K. N. Z. B., om de contributie te verlagen en deze verlagng van inkomsten hoofdzakelijk te dek ken uit een extra heffing op startbewijzen, werd onaannemelijk geacht, ook nadat de bondsvoorzitter de heer J. de Vries, het voor stel nader uiteengezet had. Er werd besloten, dat de Kring met een ander voorstel zou ko men. Te elf uur sloot de heer Braam deze druk bezochte vergadering. (Van onzen correspondent). LONDEN. 9 Maart. Het oordeel in Engeland over Hitler's ver loochening van Locarno en over zijn nieuwe voorstellen laat zich terstond in twee soorten onderscheiden. De eene soort is afkomstig van hen en uit die kringen, die in buitenlandsch politiek beleid afkeer van Nazi-politiek en Nazi-methoden niet willen laten meespreken; en dit oordeel is niet onheilspellend. De an dere soort is afkomstig van hen en uit die groepen, die meenen dat het karakter van het regime in Duitschland de waarde van Hitler's nleuwsten zet bepaalt en dat die waarde nihil is omdat het regime zoo verdacht is. De re geering heeft lang getoond, dat zij in haar politiek tegenover Duitschland geen factoren laat meespreken, die in verband staan met den bestuursvorm in dat land en met de poli tieke theorieën door den stichter er van bele den en verkondigd. De officieele opvatting is tot heden geweest, dat de zuiverheid van Duitschland's bedoe lingen op de proef moet worden gesteld en dat dus niet bij voorbaat elke uitspraak van Hitler, die een kern van opbouwende politiek inhoudt moet worden tegemoetgetreden met argwaan dde een ontwikkeling van de uitge sproken gedachte belet. Er is alle reden aan te nemen, dat Whitehall ook de jongste han delwijze van Hitier, en zijn voorstellen, in dien geest zal bestudeeren. Maar het zal zich niet kunnen ontveinzen, dat het uiterst moeilijk zal zijn dien geest thans te doen zegevieren. Het is een geest van sympathie en welwil lendheid. De Observer pleit er voor. Het blad vindt, dat Hitier het recht aan zijn zijde heeft in zijn voorst#! dat het Covenant van den Volkenbond zal worden afgescheiden van het Verdrag van Versailles en in zijn ander voor stel dat het Rijnland wederom volledig zal worden betrokken in het gebied der Duitsche souvereiniteit. Het blad ziet door de vingers, dat Hitier dit laatste reeds een voldongen feit heeft verklaard. Dat behoeft de welwillend heid tegenover Duitschland niet te bederven. Nuchtere zin voor de werkelijkheid gebiedt dat de Duitsche voorstellen in hun geheel de grondige overweging ontvangen die ze vol gens dit blad verdienen. De Observer stelt overigens vast dat er een nieuw element is gekomen in Duitschland's optreden. Het heeft thans met Locarno een verdrag verloo chend, dat het vrijwillig heeft onderteekend en nog onlangs heeft bevestigd. Het kan voor dit geval niet meer redeneeren. dat een een zijdig opgelegd verdrag geen bindende kracht heeft. Hier heeft men verdragsschending puur en simpel. Maar de Observer gelooft, dat men in Berlijn Fransche en Russische ongerustheid zal weten op te heffen, fin als dat zoo zal zijn dan zal blijken, dat Hitler's voorstellen een goeden dienst zullen hebben bewezen aan Europa. „Maar", besluit het blad, „dit moet Duitsohlands laatste belofte zijn en ze moet tot eiken prijs worden gehouden". Bladen, die de opvattingen weergeven van hen, die het begin van Europa's verderf zien in elk toegeven aan het Duitsche regime be- toogen, dat dit regime geen beloften houdt, dat zijn toezeggingen den adem niet waard zijn waarmede ze worden geuit. Zij zien in Hitler's jongsten zet een verdere voorberei ding voor de lang vastgestelde Dritte Reieh- politiek waarbij zijn regime zweert. De Sunday Referee heeft waargenomen, dat Hitier een nieuw politiek offensief inzet zoo dra hij er tamelijk zeker van is, dat Groot Brittannië zwak is. Inmiddels is heel Duitsch land op voet van oorlog ingericht. Alleen wan neer een macht, die sterker is dan de Duit sche zich in Europa kan doen gelden kan wor den voorkomen, dat Duitsch geweld straks ge heel Europa bespringt. Daarom, vindt het ge noemde blad, is het volstrekt noodzakelijk dat Groot Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Rusland en andere landen samengaan om het Duitsche gevaar te keeren. Engeland en Frankrijk moeten België en Nederland bij staan met al het geld, dat ze behoeven om hun grenzen in staat van ondoordringbare verdediging te brengen. Het behoeft nauwelijks te worden gezegd dat het blad, dat aldus schrijft, gefinancierd wordt door aartsvijan den van het Duitsche landsbestuur. De Sunday Times, altijd bedaard Conserva tief, trekt uit Hitler's verklaringen de moraal, dat versterking van de weermacht van Groot Brittannië meer dan ooit geboden is. De ver sterking van die weermacht is thans in het Lagerhuis in debat gekomen en het blad meent, dat thans geen aannemelijke argu menten er tegen meer kunnen worden aange voerd. De Sunday Times ziet geen heil in Hit ler's voorstellen al moeten ze „natuurlijk ge duldig en zorgvuldig door de regeeringen in Europa worden onderzocht". Blijkbaar heeft het blad alleen een onderzoek voor den vorm op het oog. Hitier zal opnieuw slagen in zijn opzet. Maar zijn overwinning kan slechts lei den tot algemeene verhooging van bewape ning. Groote naties moeten een gevoel van veiligheid hebben. Indien verdragen dit niet kunnen geven, omdat ze als vodjes papier wor den beschouwd dan moet bewapening het doen. Het blad vergelijkt Duitschland met een metgezel op een wandeling, die je elk oogen blik en onverwacht een pak slaag kan geven en nieuwe eischen stelt terwijl ge nog ver doofd zijt. De Sunday Times acht het voorstel voor onbezette grenszones onpractisch en dat voor het sluiten van verdragen, waarbij men zich wederzijds verbindt niet tot een aanval over te gaan, onvolledig, omdat Rusland er niet in betrokken wordt, zoodat Duitschland slechts de medeplichtigheid van een der Oostelijke grensstaten zou behoeven te koopen om Rusland te kunnen binnenvallen. „De waarde van het stelsel door Hitier voorge steld", besluit dit blad, „hangt af van het ver trouwen, dat andere landen kunnen hebben in het nakomen van Duitsche verdragsverplich tingen. Aan dit vertrouwen heeft het jongste optreden van den dictator een zwaren slag toegebracht". Duitsche troepen trekken over de Rijnbrug te Mainz om daar hun garnizoen te betrekken. DE „NEDERLAND" DOET GIBRALTAR EN PALMA AAN. Tot nog toe deden de schepen van de Stoomvaart Mij. „Nederland" op weg naar of op den terugtocht van Indië de havens South ampton, Algiers, Villefranche en Genua aan, waardoor een gelegenheid ontstond voor toe risten om op aangename wijze een zeetocht naar de Middellandsche Zee te maken, waar van vooral in de afgeloopen jaren zeer veel vacantiereizigers gebruik hebben gemaakt. Met ingang van 15 April a.s. zullen de toeris tische mogelijkheden, die hierdoor geboden worden, aanzienlijk worden uitgebreid, aan gezien van dien datum af de schepen van ge noemde maatschappij ook Gibraltar en Palma op het schilderachtige eiland Mallorca zullen aandoen. Het eerste schip, dat deze nieuwe route zal volgen, is de op 15 April uit Amster dam vertrekkende „Marnix van St. Alde- gonde".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7