H
TOT RUST AANGESPOORD.
Krachtiger optreden van Justitie gevraagd.
Tarwe richtprijs kan niet
boven f 9.komen.
Wettelijk toezicht op pleeg
ouders?
VAN NUL
TOT ACTEUR
DONDERDAG 12 HAART 1936
EERSTE KAMER.
Rijnvaartpremies of steun voor Amsterdam
en Rotterdam?
DEN HAAG, Woensdag.
Rotterdam's burgemeester Mr, Droogleever
Fortuyn vond het niets aardig, dat Dordt
de haventarieven verlaagd had. Voor onder
linge concurrentie moesten onze havenste
den, die 't toch al zwaar te verduren hebben
door den trek naar Antwerpen, zich wach
ten. Algemeene tarievenpolitiek ware de
juiste methode.
Minister Gelissen die verklaarde heele-
maal niet warm te loopen voor devaluatie,
oftewel uitverkoop van het bedrijfsleven
gaf in zijn lange rede o.m. te kennen, dat
voor hem het algemeen belang richtsnoer
Is, of al of niet ordening dient plaats te heb
ben. Het bedrijfsleven dient in 't algemeen
zooveel mogelijk vrij te blijven en de staat
houde daarvan zijn handen zooveel moge
lijk af.
Nadat we vernomen hadden, dat de con-
tingenteeringen geenszins tot een prijsver-
hooging van ongeveer 150 millioen gulden
zouden hebben geleid, doch vermoedelijk
niet meer dan 1 millioen, en de Minister
voorts het een en ander over de industriali
satie had opgemerkt, kwam hij aan de wet
op de evenredige vrachtverdeeling. De daar
tegen aangevoerde bezwaren erkent hij ten
volle. Als hij maar een middel wist om de
binnenschipperij te helpen, zou hij deze wet
over boord werpen.
Met betrekking tot de scheepvaart en ten
deele ook tot onze havens liet de Minister
eenige optimistische geluiden hooren. Onze
scheepvaart heeft van 1932 af. toen 't laagste
punt bereikt was, den opgang van den wereld
handel meegemaakt. Op bescheiden schaal
Is er dus in dezen een opleving gaande. Het
havenverkeer is, behalve een kleine daling te
Amsterdam, zoowel voor geheel Nederland
als voor Rotterdam toegenomen. Maar de
verschuiving aan Rijnvaarttransport van
Rotterdam naar Antwerpen verontrust den
Minister. De Regeering overweegt dan ook
ernstig iets voor onze Noordzee-havens te
doen. De keuze gaat dan in hoofdzaak tus-
schen steun vers trekking aan Rotterdam en
Amsterdam, opdat men daar zonder schade
voor de gemeentelijke kas de haven-kade-
gelden enz tot het peil van Antwerpen kan
laten zakken, of Rijnvaartpremies. Dit laat
ste is eventueel een heel kostbaar grapje en
het gevaar bestaat natuurlijk, dat België er
dan ook weer een schepje bovenop zal doen,
daarop wij weer en zoo kan men maar voort
gaan. Prof. Gelissen hoopt dan ook, dat als
het tot Rijnvaartpremies komt, een gevecht
tusschen Noord en Zuid achterwege zal blij
ven en dat men eerder er toe over zal gaan
het met elkaar eens te worden aan de groene
WPI.
Na re- en dupliek
kwam Justitie aan de
orde. De eerste spre
ker, de c.-h. senator
Kolff klaagde steen
en been over de voort
durende agitatie van
N.S.B. zijde, waarte
gen hij sterke repres
sieve maatregelen ver
langde. Helpt dat niet
dan zou hij hoezeer
hem dat leed zou
doen, de vraag ge
rechtvaardigd achten
of het geen zin had
bij de komende
hermans" us.-'Dj Grondwetsherziening
preventieve maatregelen mogelijk te maken.
Mr. Jamsen (R.-K.), die evenals de vorige
spreker klaagde over de overbelasting van
verschillende- kantongerechten en over 't feit,
dat men tegenwoordig al te veel en te lang
gebruik (misbruik) maakt van onbezoldigde
krachten op griffies en bij het parket, hield
zich ook met de nat. socialisten bezig. Ech
ter meer met de buitenlanders, die binnen
onze grenzen aan politieke actie doen. „Strijd
voor zelfbehoud" eischt hier streng toezicht
en onverbiddelijk optreden volgens dezen af
gevaardigde.
Na hem kwam Mr. v. Vessem (nat. soc.)
betoogen, dat „Volk en Vaderland" als poli
tiek strijdblad op een hoog peil staat, dat
zijn geestverwanten zich heusch niet aan
erger uitlatingen schuldig maken dan in an
dere partijen geschiedt.
Spr. merkte hierna
een en ander omtrent
de zaak van
't Sant (gewezen
hoofdcommissaris van
politie in den Haag)
op en beweerde, dat
„Volk en Vaderland"
ook dit geval imet
groote kieschheid had
behandeld. Verder nog
'n klaagzang over 't
feit, dat er speciaal
scherp zou worden
opgetreden tegen
Duitschers, die aan
politiek doen, en toen
betrad de sociaal-democraat Hermans het
strijdperk. Meer doortastendheid wenschte hij
den Minister toe, terwijl hij ook scherper op
treden van justitie en politie tegen relletjes-
schoppers verlangde. Aan zijn eigen fel-poli
tiek verleden bleek deze afgevaardigde on
gaarne herinnerd te worden, toen hij met
eenige pakkende voorbeelden schetste welke
gezagondermijnende uitlatingen van N. S. B.-
kant zoo al ten beste zijn gegeven. De voor
zitter verzocht hem dergelijke aanhalingen
niet voort te zetten aangezien het te treurig
was om aan te hooren!
Morgen voortzetting van deze rede en van
de Justitie-begrooting.
TWEEDE KAMER
Besprekingen over versnelden
bruggenbouw beginnen
hedenavond.
De gemaakte opmerkingen over de afdee-
ling „Akkerbouw en veehouderij" gaven den
Minister aanleiding opnieuw de verlaging van
den richtprijs voor tarwe tot f9 te verdedigen.
Verlaging van dien prijs voor de peulvruchten
is niet op komst. Voorzichtigheid is geboden
bij 't voortgaan met de uitbreiding van de
graanteelt. Groote uitbreiding van den graan
bouw zou leiden tot weer meer steunbedragen.
Over meer aardappelmeel in t brood zal Dr.
Deckers eens met zijn collega van Sociale Za
ken spreken. Nadat de Minister o.m. nog ver
klaard had, dat hij t.a.v. den bacon spoedig
een nieuwe regeling in 't leven hoopt te roepen,
beter dan 't oude contract, en dat de verha
len omtrent uitvoer van vee naar Rusland te
gen zeer lage prijzen uit den duim gezogen
zijn, kwamen „Melk en Zuivel" aan de orde.
Uitbreiding der exportmogelijkheden voor zui
velproducten, opheffing der regeling voor con-
sumptiemelk, aangezien daardoor de consu
ment te veel voor z'n melk moet betalen,
vormden eenige wenschen van den heer Lou-
wes (lib.), terwijl de heer Hiemstra (s.d.) de
Regeering melk van de boeren wil laten „af
nemen" om haar op de scholen te distribuee-
ren en de heer v. d. Weyden (R.K.) leger en
vloot met natuurboter wil aansterken. Het zelf
maken van margarine neemt hoe langer hoe
meer toe: men kan nu eenmaal niet elke keu-
kenprisses door 'n crisisambtenaar laten ter
zijde staan. De heer v. Voorst tot Voorst (R.K.)
wist 'n prachtmiddel om per jaar 125 millioen
K.G. versch vleesch uit de markt te doen ver
dwijnen: het moet goedkoop beschikbaar ge
steld voor werkloozen. Via de gevaren voor den
gezondheidstoestand in Amsterdam, in ver
band met de rundertuberculose, waarover de
v.d. Ebels sprak, kwamen we weer bij de mar
garine terecht, die in den heer Kupers (s.d.)
een warm pleitbezorger had evenals in den
heer v. d. Heuvel (a.r,).
De voorzitter had nog 'n kleine verrassing.
Aangezien de Kamer weldra met de agenda
gereed zal zijn en dan 'n tijd lang niet in 't
openbaar bijeen zal komen, zullen de dames
en heeren morgenavond nog 't ontwerp tot
financiering van den versnelden bruggenbouw
onder handen nemen.
E. v. R.
Salarissen der rechterlijke
macht.
Regeering wijst bezwaren tegen verlaging af.
De regeering' is niet voornemens, aldus
deelt zij in de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer mede
de verlaging der salarissen voor de leden
van den Raad van State, de Algemeene Re
kenkamer, de rechterlijke macht en de mili
tair rechterlijke macht te verschuiven naar een
tijdstip, vallende na de afkondiging van de
wet, waarbij die verlaging tot stand komt.
Het ware, zegt -zij, zeker niet billijk om, nu
de tijdsomstandigheden tot verdere verla
ging ook van de ambtenaarsbezoldigingen
dwingen, bij de rechterlijke macht halt te
houden. Het aanzien, dat de rechterlijke
macht terecht geniet, is niet afhankelijk van
eenige mutatie in de salarieering, doch be
rust. op eigenschappen van geest en karakter,
welke niet op en neer gaan met. verhooging
van salaris, wanneer de omstandigheden deze
gedoogen en verlaging wanneer de nood
daartoe dwingt.
Aan het salaris wordt te groote beteekenis
gehecht, wanneer als een absoluut beginsel
geldt, dat het uitoefenen van gezag steeds tot
uitdrukking moet komen in een hooger sala
ris. De regeering ducht van de salarisverla
ging geen moeilijkheden voor een behoor
lijke bezetting der rechterlijke functies.
Regeling van steun aan kleine
boeren.
Wie voor steunverleening ïn aanmerking
komen.
DEN HAAG, 11 Maart (A. N. P.) De mi
nister van binnenlandsche zaken heeft aan de
burgemeesters een circulaire gezonden in ver
band met het voornemen van zijn ambtgenoot
van landbouw en visscherij om als steun aan
de categorie der z.g. kleine boeren een gelde
lijke uitikeering te doen. Voor deze steunuit-
lceering komen alleen in aanmerking zij, wier
hoofdberoep is het uitoefenen van akkerbouw
of veehouderij, die niet zijn aangeslagen in de
inkomsten- of vermogensbelasting en tijdens
de gehouden inventarisaties maximaal drie
melkkoeien hielden,^ terwijl zij van 1 Januari
1936 tot het tijdstip"van de voor deze uitkee-
ring afgegeven verklaring niet door de ge
meenten of door een burgerlijke instelling
van weldadigheid zijn ondersteund dan wel in
het laatstelijk genoemde tijdvak te werk zijn
;esteld bij een van Rijkswege gesu-bsideerde
werkverschaffing noch op 1 Januari 1936 aan
gesloten waren bij de werkloozenkas eener
vereeniging, gesubsidieerd ingevolge het werk-
loosheidsbesluit-1917. De provinciale land
bouwcrisisorganisaties zullen in verband met
bovenstaande aan de gemeenten een staat
enden, waarop alle voorloopig voor een uit-
keering in aanmerking komende kleine boe
ren zijn vermeld. In verband hiermede wordt
in bovenstaande circulaire de medewerking
der burgemeesters ingeroepen. De minister
wijst er daarbij op dat het welslagen van de
uitvoering der ontworpen steunregeling in
hooge mate afhankelijk is van het spoedig
ontvangen der actie ven.
Minister Slingenberg overweegt de
mogelijkheid.
Janssen (R.-K.)
Het ontslag aan Prof. Van
Calcar.
Zaak voor het Ambtenarengerecht
behandeld.
Woensdag is voor het Ambtenarengerecht
in Den Haag behandeld de ontslagverleening
aan prof. R. P. van Calcar als directeur van
het laboratorium van hygiëne en bacteriologie
aan de Universiteit te Leiden. Als raadsman
van prof. Van Calcar trad op mr. Gerlings,
die na het getuigenverhoor, waarbij o.m. oud
minister Marchant verscheen, behalve ver
nietiging van het ontslagbesluit een beslis
sing van het ambtenarengerecht vroeg over
het niet-verschijnen van prof. Slotemaker de
Brume als getuige.
De landsadvocaat Mr. Telders concludeerde
tot handhaving van het besluit.
Het Ambtenarengerecht zal Woensdag
1 April a.s. uitspraak doen.
In antwoord op de vragen van het Tweede
Kamerlid den heer Van der Heide in verband
met de mishandeling van een kind te Heerlen
in gezinsverpleging, heeft de minister van So
ciale Zaken medegedeeld dat hij bereid is, de
mogelijkheid van het treffen van een wette
lijke regeling van toezicht op pleegouders in
den geest van het rapport, uitgebracht dooi
de commissie in zake de ongecontroleerde
kindertehuizen, onder het oog te zien.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
12 Maart:
Op 13 èn 27 Maart e.k. zal, respectieve-
lijk uit Rotterdam en Amsterdam, geen
stoomschip der Nederlandsch-Ameri-
kaansche Stoomvaartmaatschappij naar
New-York vertrekken en zal alsdan
derhalve geen gelegenheid bestaan om
uit de genoemde plaatsen, rechtstreeks
over zee, brieven en andere stukken naar
Amerika te verzenden.
Nog verdere uitbreiding van
Beverwijk?
Sommige Kamerleden dringen
daarop aan.
Het Voorloopig Verslag over het wetsontwerp
tot Samenvoeging.
Aan het Verslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp tot vereeniging van de ge
meenten Beverwijk en Wijk aan Zee en Duin
wordt het volgende ontleend.
Enkele leden verklaarden tegen de voorge
stelde al-geheele samenvoeging van deze ge
meenten wel eenig bezwaar te hebben. Zij
vestigden er de aandacht op, dat Wijk aan
Zee, dicht aan de zeekust gelegen en geheel
afgescheiden van Wijk aan Duin (dat met
Beverwijk één geheel vormt) een eigen histo
rie en een eigen karakter bezit. Te Wijk aan
Zee is het oorspronkelijk volkskarakter nog
steeds bewaard; er vestigden zich weinig
vreemdelingen, in tegenstelling met Wijk aan
Duin. De bewoners van Wijk aan Zee zijn
door eeuwenoude tradities aan hun geboorte
grond gehecht en toonen zich uiterst gevoelig,
nu men hun de gemeentelijke zelfstandigheid
wil ontnemen. Deze leden zouden het juister
geacht hebben, indien men het historisch ge
groeide had laten voortbestaan; door een
grenswijziging had dan Wijk aan Duin bij
Beverwijk gevoegd kunnen worden.
Zeer vele andere leden konden met de voor
gestelde samenvoeging van de beide gemeen
ten instemmen.
Eenigen hunner waren evenwel van mee
ning, dat het ter wille van een veelzijdige ont
plooiing van het gemeentelijk leven van Be
verwijk aanbeveling zou verdienen, nog
eenigszins verder te gaan. Hetzelfde wat voor
de annexatie van Wijk aan Zee en Duin is
aangevoerd, geldt in bijna even sterke mate
voor dat gedeelte van de gemeente Velsen, dat
sedert eeuwen onder den naam „Wijkeroog"
met „De Wijck" een ondeelbaar geheel uit
maakte. De samenhang tusschen Beverwijk en
dit deel van Velsen is nog versterkt, toen dit
laatste door het graven van het Noordzeeka
naal van het overige gedeelte van de ge
meente Velsen werd gescheiden. Deze leden
waren van oordeel, dat er alle reden is om
ook het bedoelde gedeelte van Velsen bij Be
verwijk te voegen, mede omdat, naar zij meen
den, de gemeente Velsen dit gedeelte van
haar gebied eenigszins verwaarloosd heeft.
Voor het haven- en industrie-gebied van Be
verwijk ware ook een grootere frontbreedte
aan het Noordzeekanaal wenschelijk.
Voorts betoogden deze leden, dat er ge
gronde redenen bestaan, om ook Heemskerk
met Beverwijk samen te voegen. Dezelfde
moeilijkheden, die zich thans voordoen met
betrekking tot Wijk aan Zee en Duin, zullen
huns inziens over eenigen tijd ook ten aan
zien van Heemskerk niet te vermijden zijn.
Daarbij komt nog, dat thans reeds het strand
leven groote moeilijkheden oplevert. Het ge
deelte van het strand, dat tot Wijk aan Zee
en Duin behoort, is slechts 1200 M. lang; daar
buiten strekt zich aan de -zuidzijde de ge
meente Velsen en aan de noordzijde de ge
meente Heemskerk uit. Het toezicht moet dus
door drie gemeenten worden uitgeoefend. Wijk
aan Zee heeft steeds een scherp toezicht uit
geoefend. Velsen heeft er zich weinig of niets
aan gelegen laten liggen en ook het toezicht
van Heemskerk heeft te wenschen overgela-
tenten Samenvoeging van Heemskerk en het
noordelijk, gedeelte van Velsen. met de nieuwe
gemeente Beverwijk zou ook in dit opzicht
een verbetering beteekenen. Wat Heemskerk
aangaat, wezen deze leden er nog op, dat
volgens door hen verkregen inlichtingen de
grootst mogelijke meerderheid van den raad
dier gemeente vóór samenvoeging met Be
verwijk is.
Andere leden zagen de noodzakelijkheid van
de hier bepleite verdere samenvoeging niet
in. In ieder geval, zoo meenden zij, kan daar
van thans, bij gelegenheid van de beliande
ling van dit wetsontwerp geèn sprake zijn.
Wat Heemskerk betreft, werd er nog op ge
wezen, dat de kom van deze gemeente vol
strekt niet, als die van Wijk en Duin aan
Bever-wijk is vastgebouwd, terwijl de wensche-
lijkheid van verbetering van het toezicht aan
het strand, waarover deze leden zich thans
geen oordeel konden vormen, zeker geen vol
doenden grond kan opleveren voor een zoo
ingrijpenden maatregel als samenvoeging van
gemeenten.
Winterploeg van infanterie en wielrijders
niet met groot verlof.
Zuiver militair-technische maatregel.
Minister Colijn heeft Woensdag
avond over de beide zenders een
radiorede gehouden, waarin hij een
kort overzicht heeft gegeven van den
internationalen politieken toestand
en mededeeling heeft gedaan van het
besluit der regeering om de dienst
plichtigen van de z.g. winterploeg
van de regimienten infanterie en het
regiment wielrijders niet met groot
verlof te zenden, doch tot nader order
in werkelijken dienst te houden.
Dit is een maatregel, welke slechts
op militair-technische gronden nood
zakelijk is en welke niets inhoudt,
waarom men zich ongerust behoeft te
maken. De regeering hoopt en ver
trouwt zelfs, dat deze in dienst hou
ding van zeer korten duur zal zijn.
Hieronder laten wij de korte toespraak in
haar geheel volgen:
Uit de uitvoerige berichten en beschou
wingen de laatste dagen in onze dagbladen
verschenen heeft ook het Nederlandsche volk
kunnen vernemen, dat de politieke spannin
gen in Europa weer grooter geworden zijn.
Het ligt niet in mijn voornemen tot u te
spreken over het geschil zelf dat daartoe aan
leiding gegeven heeft. Nederland is daarbij
niet rechtstreeks betrokken, omdat wij geen
partij zijn bij het verdrag van Locarno. Met
de internationale rechtsvragen die met het
ontstane geschil verbonden zijn hebben wij
dus geen directe bemoeienis. Dientengevolge
gaat dus ook de afwikkeling van de strijd
vraag, zooals ik de zaak thans zie, buiten
ons om.
Daarentegen moet door ons wél rekening
worden gehouden met de mogelijke gevol
ge n die het voorgevallene zou kunnen
hebben -voor het behoud van den vrede in
Europa
En dan prijs Ik mij gelukkig er
reeds dadelijk op te kunnen wijzen,
dat blijkbaar allerwege de neiging
aanwezig is om het gevaar voor oor
log te keeren, om langs den weg van
onderlinge besprekingen den vrede in
Europa te handhaven.
Frankrijk heeft zich gewend tot den Raad
van den Volkenbond, Engelands minister van
Buitenlandsche Zaken heeft een bezadigde
houding aangenomen en tot overijlde daden
is het nergens gekomen.' Er is dus, zooals de
zaken nu staan, reden om te vertrouwen dat
men er in zal slagen langs vredelievenden
weg tot oplossing van het gerezen geschil te
geraken. Dit neemt intusschen niet weg dat
het geraden moet worden geacht de ontwik
keling van den gang van zaken met nauw
keurige oplettendheid te blijven volgen.
Men kan niet zeggen, dat alle gevaren
reeds verdwenen zijn, omdat in de eerste
phase van het conflict koele beradenheid den
toon aangaf. De mogelijkheid van
toenemende spanning mag niet geheel uit
gesloten worden geacht en met die mogelijk
heid moet dus rekening worden gehouden.
Dit geldt met name voor een land met zoo
blootgestelde ligging als Nederland; een land,
welks legerstelsel bovendien zoo is ingericht,
dat niet het geheele jaar door beschikt kan
worden over een voldoend aantal geoefende
militairen om de noodige voorzorgsmaatrege
len te treffen tot verzekering eener mobili
satie wanneer die noodig mocht blijken.
In zulk een periode bevinden wij ons thans,
nu a.s. Zaterdag voor de dienstplichtigen van
de z.g. winterploeg het tijdstip zou zijn aan
gebroken om met groot verlof huiswaarts te
keeren. Ging dit door, dan zou een zoodanige
vermindering van de sterkte aan geoefende
militairen intreden, dat daardoor gemist zou
worden wat juist in dagen van internationale
spanning niet kan worden ontbeerd.
Het is in verband hiermede, dat de Regee
ring besloten heeft de dienstplichtigen van de
Regimenten Infanterie en van het Regiment
Wielrijders, die thans voor eerste oefening
onder de wapenen zijn en eerstdaags huis
waarts zouden keeren, tot nader order in wer
kelijken dienst te houden.
Ik spreek het vertrouwen uit, dat
men in dezen maatregel niet meer zal
zien en er vooral niet meer in zoeken
zal dan er werkelijk in gelegen is. De
Regeering vertrouwt, dat het geschil
op vredelievende wijze zal worden
opgelost, maar zij acht het niettemin
noodzakelijk aan de nu eenmaal in
ons legerstelsel bestaande lacune
tegemoet te komen op een wijze, die
de geringste bezwaren voor de be
trokkenen meebrengt en internatio
naal het minste stof opjaagt.
Indien toch de winterploeg 'aan het einde
der week met groot verlof ging, en de om
standigheden zouden, er onverhoopt eens toe
leiden, dat oproeping van groot-verlof gangers
noodig werd, dan zou dit en in het eigen land
èn naar buiten een veel ernstiger indruk
maken dan de maatregel die thans genomen
zal worden. Ik hoop en ik vertrouw zelfs, dat
de aanhouding van de dienstplichtigen die
anders binnen enkele dagen naar hunne
haardsteden zouden terugkeeren, van zeer
korten duur zal zijn. Binnenkort zal de toe
stand zich wel duidelijker gaan af teekenen.
En verloopt de strijdvraag zooals de Regee
ring denkt dat zij vermoedelijk verloopen zal,
dan zal de bijzondere maatregel die nu ge
nomen wordt weer spoedig tot het verleden
behooren.
Daarom maan ik nog eens aan om zich
niet te laten verontrusten. Het is beter dat
men later getuigen moet dat de Regeering wel
heel erg voorzichtig is geweest dan dat haar
met hoe geringe kans ook, later verweten
zou kunnen worden, dat zij gedut had op een
tijd dat waakzaamheid plicht was.
Ik verzoek den luisteraars dan ook om,
wanneer zij straks hun legersteden opzoeken,
even rustig te gaan slapen als zij dat ook
andere nachten doen. Er is voorshands geen
enkele reden om ongerust te zijn.
Morgen is hei Vrijdag
en... is hei M.S.S.-dag
Wilt Gij gezond en opgewekt blijven, wik
Ge U a.s. Zondag eens echt prettig voelen.
Maak hel U dan tot een goede geregelde
wekelijksche gewoonte den Vrijdag en den
Zaterdag te maken tot Uw M.S.S.-dag.
Neem eiken Vrijdagavond en
Zaterdagavond voor 'i naar bed
gaan één of twéé van die ver
rassend werkende M.S.S.-cachets.
Het is als 't ware een wekelijksche zuive
ring van al datgene, hetwelk Uw gestel
in dien langen arbeids-week is gaan be
zwaren: Uw ingewanden worden zacht ont
last, Uw organen, Uw gestel opgefrischt.
Vol lust en energie staat Ge nu 's Zondags
morgens op, vol plannen, goed gehumeurd.
Gijzelf vooral, maar ook al Uw huisgenooten
zuilen den preltigen weerslag vanUw goede
M.S.S.-gewoonte ondervinden. Probeerthet:
Volg de M.S.S.-gewoonte!
M.S.S.-cachet» (ook wel genaamd i Laxeer-
Akkertjes) zijn verkrijgbaar bij alle apothekers
en drogisten en wel in blauwe rondo kokertjes
of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes. Do
samenstelling is echtor van beide geheel gelijk.
Als Uw gewone leverancier soms géén voorraad
mocht hebben, vraag hem dan ze even voor U
te willen bestellen. Ze kosten per 12 stuks 60 cant.
(Adv. Ingez. Med.)
De liefde.
Nu heb ik al over zooveel belangrijke figu
ren in de tooneelwereld gesproken en nog heb
ik geen woord gewijd aan haar, die in iedere
troep bij iedere voorstelling, bij elke repetitie,
ja op reis en overal de hoofdrol speelt: de
Liefde.
Er zijn twee Liefdes: de liefde óp en de liefde
achter de schermen. De eerste is belangrijker
voor het publiek, de tweede voor den acteur.
De eerste wordt uitgezocht door den Directeur,
de tweede door den speler zelf. Meestal zijn
zé dan ook verschillend, behalve wanneer de
Directeur zelf meespeelt. De eerste tooit zich
met geleende veeren de woorden van den
schrijver de tweede dikwijls ook.
Geen acteur voelt zijn hart sneller kloppen,
wanneer hij op de planken een actrice in
gloedvolle bewoordingen zijn 'eeuwige liefde
verklaart, voor haar knielt en stamelt dat hij
voor haar wil sterven. Het is wel eens voor
gekomen, dat een acteur zoo'n scène met gloed
en edel pathos speelde, maar intusschen voort
durend naar een jong meisje keek, dat tus
schen de coulissen stond. Maar toen is de
aangebeden vrouw öp 't tooneel wel zoo duve-
katers nijdig geworden, dat je het in de derde
rij stalles nog duidelijk kon hooren. Tenslotte
heeft ook een acteerende actrice haar ponte-
Het is merkwaardig een verliefden acteur
gade te slaan. Vooral als hij zoo de veertig
nadert, er uitziet als dertig en doet als
achttien.
Uren voor de trein naar Groningen vertrekt
loopt hij al op het perron heen en weer. Hij
kleedt zich altijd goed, maar nu zie je toch
aan hem dat er iets bijzonders aan de hand
is: zijn hoed staat gewoonweg jolig op zijn
bol; zijn wijde reis jas wappert breed uit; hij
heeft zoowaar een bloem in zijn knoopsgat.
Als zij nu ook vroeg komt hij heeft het
haar zóó gevraagd, hij heeft haar hand vast
gehouden (net als in het tweede bedrijf van
De Vreemde Gast), haar diep aangekeken en
sgd: toe, doe het. Ik zou me zoo gelukkig
voelen (net als in: Liefdes Spel, derde bedrijf)
als zij nu werkelijk vroeg komt, dan kunnen ze
nog een eer-deren trein halen en hebben ze het
rijk alleen. Anders heb je dadelijk weer ge
klets van collega's. (Dat hebben ze nu ook,
want iedereen mist hen dadelijk).
Daar is ze. Ze is gekomen! En met heel zijn
ziel speelt, hij de jeune anioureux, zonder te
weten dat hij hem speelt.
Zij. een koffertje dragen? Niet zoolang hij
leeft. Een kopje koffie voor de trein gaat?
Neen? Dan zal hij een coupé voor haar uit
zoeken. De koffer in het net, geef mij je man
tel maar. Wat een snoes van een hoedje heb
je op. Zit je gemakkelijk? Het karretje met
lekkernijen ratelt voorbij. Wat zal het zijn?
Bonbons, vruchten, chocola?
Wie langs de coupé komt en de idylle ziet,
gaat voorbij. Stoor ze nM in hun jong geluk.
Gearmd loopen ze in Groningen naar Frigge.
Hij heeft ook voor haar éen kamer besteld en
ze eten samen. Iets lichts, iets fijns, iets bij
zonders.
Anders pleegt hij te kaarten tot half negen:
hij treedt pas halverwegen het tweede bedrijl
op. Nu is hij om kwart over zeven in den
schouwburg: zij begint het stuk. Terwijl ze
speelt staat hij achter te kijken en zijn handen
krampen zich tot vuisten, als hij ziet dat die
beroerling van een collega haar een échte
zoen wil geven, Maar zij ontwijkt hem, die lieve
schat. Met dien kerel zal hij nog wel eens een
woordje spreken; wat verbeeldt hij zich, die
lamme lummel?
Na de voorstelling is het weer gezellig. Ze
zitten allemaal samen in het hotel en als je
bescheiden gedineerd hebt, kan je net van je
séjour zoo om een uur of twaalf nog iets eten
en dat noem je dan je souper.
Er wordt gepraat, gelachen, gekaart, ver
teld. Hij is dol op een spelletje, maar zij kaart
niet en zonder eenige spijt laat hij de kaarten
liggen. Hij kan amusant vertellen; hij weet
het en hij doet het graag. Al zijn verhalen zijn
voor haar alleen. Hij ziet geen ander dan haar.
Hij houdt van haar en hij weet: deze liefde is
nu eindelijk voor eeuwig. Vage herinneringen,
dat hij dat al eens een keer of wat eerder heeft
gedacht, worden weggeduwd. Toen bleek het
een vergissing, maar nu niet. Nu niet.
's Morgens reizen ze samen terug, een trein
later dan de anderen. Hij spreekt op vervoer
den toon, hij verklaart haar in gloedvolle be
woordingen zijn liefde; hij knielt voor haar en
stamelt dat hij voor haar wil sterven (zie
boven)
Af en toe schemert hem ietswaar heb ik
dat alles toch al vaker gezegd?
Het is zoo moeilijk om de twee liefdes ge*
scheiden te houden.