Lente.
Mag de huisvrouw zelf
boter maken?
J)e kantonrechter staat voor
een puzzle.
De crislsbesluiten van allerlei aard
hebben reeds talrijke problemen aan
de orde gesteld. Het ingewikkelde ka
rakter van de verschillende bepalingen
en besluiten heeft niet alleen de
leeken tot wanhoop gebracht, doch
ook de juristen hebben soms de groot
ste moeite uit de ontzaggelijke hoe
veelheid artikelen wijs te worden.
Aldus kan men de kwestie samenvatten,
die Woensdagmorgen voor den Haarlemschen
kantonrechter werd behandeld, waarbij....
n Heemsteedsche huisvrouw was gekeurd
omdat zij zelf margarine had bereid, die zij
wilde gebruiken voor haar eigen gezin.
In het nieuwe Crisiszuivelbesluit is in te
„enstelling tot het voorafgaande, niet bepaald
dat huisvrouwen wel haar eigen boter en
margarine mogen maken. In 'het vroegere
was deze eigen bereiding verboden, doch werd
uitdrukkelijk gezegd, dat het hulsgezin van
déze bepaling was vrijgesteld.
Nu hebben crisis-controle-ambtenaren een
huiszoekh1» gedaan bij een Heemsteedsche
huisvrouw en daar geconstateerd dat een
hoeveelheid margarine was gemaakt, ter-
Wjjl bovendien in de keuken werd aangetrof
fen allerlei ingrediënten ter bereiding van
margarine, zooals slaolie, plantenvet, room,
botèrkleursel, zout en karnemelk.
De verdachte, die bij het onderzoek alle mo
gelijke medewerking heeft verleend, stond nu
terecht wegens overtreding van de crisiswet
geving.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
zei dat het in de bedoeling lag een princi-
pieele beslissing in deze zaak uit te lokken.
In deze streek komt het zeer veel voor dat
de huisvrouwen zelf haar margarine en boter
bereiden. Persoonlijk gelooft de ambtenaar
niet dat het in de bedoeling van de wetgeving
heeft gelegen den huisvrouwen eigen boter-
bereiding onmogelijk te maken, ofschoon de
nieuwe besluiten de uitzonderingsbepaling
niet hebben opgenomen.
Doch in dit geval moet men zich wel op het
formeele standpunt stellen. De boter of de
margarine als eindresultaat is zwaarder be
last dan de gebruikte ingrediënten, (waar
voor in het onderhavige geval inderdaad ook
alle verschuldigde heffingen waren voldaan)
en daarom moet men ook de bereiding door
de huisvrouw strafbaar stellen.
Om de zaak eventueel in hooger beroep te
kunnen uitmaken eischte de ambtenaar zes
gulden boete of zes dagen hechtenis (Bij een
lageren eisch is slechts cassatie mogelijk.)
De verdediger, Mr. N. H. Dijkstra uit Am
sterdam zei, dat men naar de woorden van
de wet geen uitzondering kan vinden voor de
huisvrouw, doch voorts is hij het met den
ambtenaar van het openbaar ministerie eens,
dat uit het systeem der wetgeving duidelijk de
bedoeling blijkt om slechts de economische
productie te treffen en niet die voor het ge
bruik in het huisgezin. Verder blijkt uit de
wetgeving ook niet de positieve bedoeling de
huisvrouw haar boterbereiding te verbieden.
Want men kan toch niet verwachten, aldus
meende de verdediger, dat de wetgever het
absurde zou verlangen? Dan zou. volgens de
letter van de wet, nog veel en veel meer ver
boden kunnen worden, Zoo zou het niet ge
oorloofd wezen een schaaltje met melk in den
kelder te zetten met de bedoeling zure room
te maken. Ook zouden wij geen korsten meer
van de kaas mogen snijden, want het is ver
boden harde kaas te verwerken tot zachte
kaas of smeerkaas. Men zou in het geheel
geen zuivelproducten meer in huis mogen
hebben die gebruikt zouden kunnen worden
ter bereiding van boter. Wanneer de regeering
zoo almachtig zou worden, zou men zich zelfs
moeilijkheden kunnen indenken bij de voeding
van zuigelingen!
Daarom meent de verdediger dat het noo-
dig is dat de rechter eens nagaat in hoeverre
de bepalingen, die dit alles voorschrijven en
ons ook nog zouden kunnen verbieden gorte
pap, griespap en yoghurt te bereiden, rechts
geldigheid hebben.
Daarmee wil de verdediger echter geen
souvereiniteit prediken van de keukenprin
ses.... Ofschoon men wel in het oog moet
houden dat het keukenmeisje moeilijk behal
ve haar kookboeken ook nog de wetboeken
zou kunnen bestudeeren, temeer, daar de ju
risten zelf de grootste moeilijkheden hiermee
hebben. Aldus zou men spoedig een adverten
tie kunnen lezen, waarin een net tweede meis
je wordt gevraagd, waarbij zij, die den titel
van meester in de rechten hebben, de voor
keur verdienen
Bovendien, aldus betoogde Mr. Dijkstra,
heeft men eenigen tijd geleden in een, van
wege het departement van Sociale Zaken
uitgegeven tijdschrift, kunnen lezen, dat het
aanbeveling verdient, wanneer de huisvrouwen
haar eigen boter gingen bereiden. Dit Lag ge
heel in de lijn van de aanpassingspolitiek on
zer huidige regeering.
De ambtenaren van het andere departe
ment, van economische zaken, stoorden zich
natuurlijk niet aan wat in het tijdschrift stond
en gingen erop uit om bekeuringen te maken.
Toegegeven moet worden dat in een volgend
exemplaar van het tijdschrift werd vermeld
oat men zich bij de eerste adviezen had ver
gist.
Het is nu een tijd van SDaren en de land-
Douwpolitiek moet toch niet zoo ver gaan dat
zeus de crisiswetgeving doordringt tot in het
flomein van het keukenmeisje met het witte
&pje op het hoofd
De verdediger meende ten slotte dat het
cnsiszuivelbesluit geen veroordeeling kon
reelaten, subsidiair dat het onverbindend was
subsidiair vroeg hij om clementie,
p ambtenaar van het openbaar ministerie
zei verheugd te wezen over het aangename,
interessante en humoristische karakter van
«•die op zulk een prettige wijze werd
wnandeld. Doch hij wilde en moest speciaal
ne practische zijde van de kwestie bezien en
n op fen *ormeel standpunt plaatsen.
«i,!u J®n nieuwe crisiszuivelbe-
«Ih™ bereiding door de huisvrouw niet is
«ten moet in die richting worden ge-
otw' men mèt deze bepaling anders tot
gioot ongemak zou komen bij de vervolging
jan werkelijke smokkelaars, die in hun prak-
ïjKen 2eer slim zijn. Een clandestiene berei-
rL mft een gezin van twaalf kinderen zou
^stoord kunnen redeneeren:
rto'w .€en §ro°k gezin, wij braden alles in
ae boter, jawij braden de boter er uit
en je kunt me niets doen".
Tn^f moet voof^omen worden en daarom
wir11 de bonafide huisvrouwen en
jjj^^PfiHsessen ook onder de bepalingen
jJ?e verdediger zei ten slotte nog dat er ge-
andere bepalingen zijn waarop de clan-
anrw® bereider kan wordeji gevat en in het
v.?;5€ geval moet men maar zorgen voor een
tnM? wet' temeer daar het tegenwoordig
"ea gemakkelijk gaat, nu één ambtenaar de
gauw genoeg kan veranderen
wegens het ingewikkelde karakter van de
vr.fj,221, de kantonrechter op Woensdag 25
schriftelijk vonnis wijzen.
Chauffeur steelt 7 1000 van
zijn verloofde.
Door de Haarlemsche politie is aangehou
den een 28-jarige chauffeur, wonende alhier,
die bekend heeft gedurende de laatste veer
tien dagen een bedrag van pl.m. f 1000 ten
nadeele van zijn verloofde te hebben ont
vreemd.
Het meisje had dit geld na jaren lang hard
werken bij elkaar gespaard, maar het niet
naar een spaarbank gébracht. Zij deed het
geld in een koffer in haar ouderlijke woning,
waar zij blijkbaar dacht dat het veiliger ge
borgen was. Zij schonk behalve haar hart ook
haar vertrouwen aan bovengenoemden chauf
feur, aan wien zij van haar schat in den kof
fer vertelde.
De zucht naar geld bleek bij dezen jonge
ling echter sterker te zijn dan zijn liefde tot
het meisje.
Door allerlei voorwendsels gelukte het hem
het meisje een dag of veertien van de ouder
lijke woning verwijderd te houden. Van die
afwezigheid maakte hij gebruik om het geld
te stelen.
Hij heeft den buit grootendeels opgemaakt
aan autoritten en grove verteringen. Verder
kocht hij vele goederen, waarvan hij er ook
eenige aanzijn meisje schonk!
Een deel van die goederen werd in zijn be
zit gevonden en een ander deel bij zijn
meisje. De politie heeft een en ander in be
slag genomen.
De chauffeur bleek nog f 10.08 in bezit te-
hebben en hij had f 100 (de lust tot sparen
was te elfder ure ook bij hem opgekomen)
op zijn naam bij een bank te Haarlem ge
stort.
Ook dit geld is in beslag genomen.
De chauffeur heeft nu gelegenheid gekre
gen, over zijn onwaardige daad na te den
ken, want hij is in verzekerde bewaring ge
steld.
Door zijn groote verteringen was de aan
dacht van de politie op hem gevestigd.
Vijf Italiaansche legercorpsen
gereed om op te rukken.
ASMARA, 11 Maart (A. N. P.).
Naar het agentschap Stefani mededeelt
staan aan het Noordelijk front vijf legercorp
sen gereed op te rukken. Het eerste en derde
legercorps staan gereed op te marcheeren in
de richting van Feneroa en het Asjangi-meer,
terwijl het Eritreaansche legercorps de posities
in Tembien versterkt en het tweede en vierde
legercorps de stellingen in Sjir eversterkt, ten
einde gereed te zijn voor een nieuwen sprong
voorwaarts. De Italianen hebben alle heuvels
bij de Takazze bezet en hier verkenningsposten
ingericht, terwijl een spervuur van de artille
rie is voorbereid. Steeds meer komt de inland-
sche bevolking haar onderwerping aan de
Italianen aanbieden. Verscheidene stamhoof
den uit ver verwijderde gebieden komen mede-
deelen, dat hun stammen no gslechts wach
ten oP de aankomst van de Italiaansche troe
pen om hun onderwerping aan te bieden. Een
van deze stammen, de Avergalla, heeft zelfs
zijn stamhoofden ongedragen de Italianen te
zeggen, dat de stam bereid is aan de zijde van
de Italianen te strijden tegen de Amharen,
die hun bitterste vijanden zijn. Verder wordt
vernomen, dat de negus ten aanzien van het
gevaar, dat Dessie dreigt door de samenwer
king van 5 Italiaansche legercorpsen, naar
het Noorden zou zijn getrokken om te trach
ten de keizerlijke garde tegen de Italianen te
doen oprukken.
ADDIS ABEBA, 11 Maart (A. N. P.)
Een Italiaansch bombardementsvliegtuig
heeft gisteren een vlucht over het gebied aan
de Takazze gemaakt. Op den terugweg werd
het dorp Dekenze gebombardeerd. De autori
teiten van Addis Abeba hadden instructie ge
kregen, dat alle benzinevoorraden der hoofd
stad naar buiten moesten worden gebracht om
het brandgevaar bij een bombardement, dat
door den bouwtrant der stad bijzonder groot
is, te verminderen.
De vrouw van Ras Seyoem
geschaakt?
ASMARA. 11 Maart (A. N. P.).
Het agentschap Stefani verneemt van ge
vangen genomen Abessyniërs, dat Ras
Seyoem niet alleen de slag in Tembien heeft
verloren, doch ook zijn vrouw, prinses
prinses Aizzede, een nicht van den negus. De
eerste echtgenoot van de prinses, Ras Cheb-
bede, had vernomen, dat Ras Seyoem haar
had verborgen in een klooster in het gebied
Zellmti en hij zond een sterk detachement
van zijn troepen daarheen. Dit detachement
versloeg de wacht, die Ras Seyoem had ach
tergelaten, maakte zich meester van de
prinses en bracht haar weer terug naar Ras
Chebbede.
Het wordt
weer
Meeuwen luiden het voorjaar in.
Van duiven en eekhoorns
Het wordt langzaam, onmerkbaar bijna, weer
lente in de stad. Dit uit zich niet alleen in de
kleurige etalages der damesmodemagazijnen,
doch ook aan de natuur is het te merken. In
de tuintjes bungelen de blanke bloempjes
van het sneeuwklokje naast de felpaarse en
warm-oranje crocussen.
De uitheemsche, vroegbloeiende heesters
zetten hier kleur, fleur en vaak nog geur bij.
Zij dragen een schat van rose en heldergele
bloempjes op het nog kale hout.
Pimpelmèesje.
Crocus.
Doch ook de vogels hebben het voorjaar in
hun hoofd gekregen. De spreeuwen zitten des
avonds in de toppen der iepen te zingen, en
de ondergaande zon toovert de fraaiste glan
zen op hun veerenpakje. De musschen slepen
druk met strootjes en de houtduiven in de lin
den langs de gracht hebben al eieren. Die
beesten werken als het ware aan den loopen
den band. Ze beginnen in Februari al te broe
den en begin October hebben ze nog jongen.
Misschien komt het ook wel door die drukke
bezigheden, dat ze zoo weinig werk maken
van hun nest. Want dat is niet veel bizon-
ders. Wat losjes door elkaar gevlochten takjes,
waar men de eieren van onderen af vaak kan
zien doorschemeren.
Meeuwen luiden de lente in
Maar de lenteboden bij uitnemendheid zijn
nog steeds de meeuwen. Hoog boven de stad
zweven zij, blank afstekend tegen den blau
wen lentehemel. Luid en ver klinkt hun balts-
roep, het heldere kliauw-kliauw, en onwille
keurig blijven we even staan, om van dit heer
lijke tooneeltje te genieten. We weten nu, dat
het weer lente gaat worden, op de weiden,' in
het bosch en het duin, ja zelfs in de stad.
Het zijn de zilvermeeuwen, die zoo de lente
inluiden. Daar zitten ze loom, op de vorst van
een hoog huis, zich te zonnen. Smetteloos
blank is de kop nu weer, de donkere vlekjes
van het winterkleed zijn verdwenen. Maar die
kleine, ranke kokmeeuwtjes, die naast de
groote, forsche zilvers nog eens zoo nietig lij
ken, krijgen nu juist'zwarte koppen. Het
kleine, donkere vlekje achter het oog begint
nu uit te groeien, tot er een kleine donkere
band ov$r het tengere kopje loopt. „Koptele
foon tjes" noemt Strijbos dat
Maar daar blijft het niet bij. De witte kop-
veertjes worden stuk voor stuk vervangen en
binnen enkele weken vliegen ze met geheel
zwarte koppen rond. We zouden dit misschien
nu wel „moorkoppen" kunnen noemen.
Ze voelen zich nu ook veel minder thuis in
de stad. En het duurt nog maar enkele weken,
of ze vertrekken naar de broedkolonie. In het
blanke stuifduin, waar de gerafelde duintop
pen scherp afsteken tegen de blauwe lucht,
huizen de zilvers. En de kokmeeuwtjes trekken
naar het ziltige hooiland, naar de Staart op
Texel, en Udoorn, onder de rook van Amster
dam. Daar bloeien de eerste weidebloemen en
staan de sterntjes, pas uit het Zuiden terug,
boven de slooten te bidden.
Duiven en eekhoorns.
In den Hout is nog niet zoo bijster veel van
de lente te bespeuren. Enkele heesters begin
nen uit te loopen, maar de boomen staan nog
kaal en dor als in den winter, Slechts over de
kruinen der iepen ligt een paarse gloed. De
kleverige knoppen van de kastanjes worden i
met den dag dikker. Sappen stijgen op, en
brengen door duizende kanaaltjes de bodem
zouten en voedingssappen naar de sluimeren
de knoppen. Daar liggen bloesem en blad zorg
vuldig ingepakt, slechts wachtend op milder
weer, om de knellende boeien te verbreken.
Het fijne groen van de helmbloem, vogeltje
op een stokje noemden we die vroeger, geloof
ik, is al boven den grond en hier en daar be
gint een enkel bloempje al te kleuren. De ane
moontjes bloeien ook haast en de gouden ster
retjes van het speenkruid schitteren overal
tusschen het struikgewas. De bodem is bedekt
met hondsdraf, dat met kleine paarse bloem
pjes bloeit.
Met luid geklepper vliegt een duif voor ons
uit. De witte vlekken in den hals en de witte
band over de vleugel,s die zoo karakteristiek
zijn voor de houtduif, ontbreken. Het is dan
ook de holenduif, het blauwe duifje, dat ook
een stukje kleiner is. Daar, in dien hollen
beuk heeft hij zijn nest, en misschien zelfs
al jongen.
Dat wil zeggen, als een eekhoorn zich niet
meester heeft gemaakt van deze geriefelijke
woning. Er heerscht tegenwoordig in onze
bosschen een ernstig woninggebrek onder de
holenbroeders. Natuurlijk kunnen we hen met
het ophangen van nestkasten wel tegemoet
komen, maar een natuurlijke woning blijft
toch nog steeds een begeerenswaardig bezit,
dat niet zonder strijd behouden kan worden.
Daarbij zien de slanke, bruine roovertjes er
vaak niet tegen op, de eieren of jongen van
de rechtmatige bewoners er uit te werpen, al
vorens zij de nieuwe woning betrekken. Geen
wonder dan ook. dat men zich vaak genood
zaakt ziet, de eekhoornnesten uit te halen en
de jongen te dooden. Natuurlijk is dat ook
weer niet prettig. Maar doordat men de na
tuurlijke vijanden van het eekhoorntje, zooals
den boommarter en grootere roofvogels, heeft
uitgeroeid, zouden zij zich veel te sterk gaan
uitbreiden, wat den vogelstand niet ten goede
zou komen. Want behalve het uitwerpen van
holenduivennesten hebben ze nog heel wat
wandaden op hun naam staan. Eigenlijk is
geen enkel vogelnest veilig voor de kleine roo-
vers, en ook de knoppen der boomen moeten
het maar al te vaak ontgelden. Met dat al
blijft het toch altijd onaangenaam, als we zelf
gewelddadig moeten ingrijpen.
Het is nog niet zoo erg lang geleden dat
het eekhoorntje in onze naaste omgeving vrij
wel niet voorkwam. Zoo vertelt Strijbos het
aardige verhaal van een eekhoorntje, dat hij
met enkele vrienden in het Naaldenveld had
losgelaten, waarop enkele maanden later
prompt een krantenberichtje volgde, dat „de
laatste eekhoorn van het Naaldenveld" ge
schoten was.
Trouwens in de omgeving van Alkmaar ko
men ze ook nu nog niet voor. Hoe ver ze naar
het noorden precies voorkomen, weet ik niet.
Misschien dat een van onze lezers uit die om
geving mij daarover eens kan inlichten? Wel
heb ik ze zelf nog in de omgeving van Bever
wijk aangetroffen, maar van Bakkum kan ik
mij niet herinneren, er ooit een eekhoorn ge
zien te hebben.
Waar dat precies in zit, weet ik niet. Na
tuurlijk zijn de bosschen in de omgeving van
Alkmaar net zoo geschikt voor de eekhoorns
als de onze. En misschien zullen ze er ook nog
wel eens komen.
Men moge nog zooveel kwaad van deze dier
tjes vertellen, het blijven aardige, sierlijke
boschaapjes, en het is een genoegen, ze gade
te slaan bij hun tochten door de boomkruinen.
Met groote sprongen wippen ze van tak op
tak, die diep doorbuigen onder hun gewicht.
Bliksemsnel rennen ze tegen een gladden stam
op, zoodat men de scherpe nageltjes op den
bast hoort kletteren. Nieuwsgierig komen ze
om een hoekje gluren, als ze zich op een veili
ge hoogte wanen.
Droomerig krink het koekoe-roekoekoe van
de houtduiven door het bosch. De meezen bui
telen pinkelend om de dunne twijgen, op zoek
naar insecten. Een bonte kraai krast wintersch
in den top van een eik. Maar toch wordt het
weer lente, lente, lente!
Haarlem, Maart '36.
KO ZWEERES
DONDERDAG 12 MAART 1936
Berlijn acht den invloed van
Engeland bed"--end.
BERLIJN. II Maart (Havas) Engeland
zal een beslissende rol spelen in de besprekin
gen van de Locarno-mogendheden en in den
Volkenbondsraad, zegt men in politieke krin
gen alhier. Deze indruk is nog versterkt door
het overbrengen van den Volkenbondsraad
naar Londen. In Duitsche, politieke kringen is
men zeer gereserveerd ten aanzien van de rede,
die Sarraut gisteren in de Fransche kamer
heeft gehouden. Men meent evenwel dat de
toon van deze laatste rede minder scherp was
dan die van de radiorede van Zondagavond.
Men zegt: Sarraut vermeed alle heftige for
mules en hij wees vooral op de noodzakelijk
heid van het herstel van het normale recht.
Noord-Holland's Rijksarchief ver
bergt voorvaderlijke geheimen.
Op 1 April bestaat deze interessante
instelling 50 jaar.
Er zijn veel geestige dingen te
vinden in de geheimen van het
Rijksarchief aan de Jansstraat, dat 1
April als zoodanig 50 jaar zal bestan.
En er is ook veel droefs, onbelangrijks
en interessants te zien. Boven
dieneen bezoek vertelt ons een
beetje wat een archief eigenlijk is.
Nietwaar, de meesten denken bij het woord
archief toch aan een droge, stoffige papie
ren- en boekenrommel, waar letterlijk en fi
guurlijk boekenwurmen rondkruipen, die zel
den het daglicht zien
„Toch hebben wij een zeer moderne tele
foonmerkte het hoofd van dit Rijks
archief, de heer R. D. Baart de la Faille een
beetje ironisch op, om te toonen dat een ar
chief in het geheel geen ouderwetsche stof-
beweging hoeft te weaen.
Hoe het ook zij, ons Haarlemsche Rijks
archief is geenszins onderwetsch. Wij spre
ken hier van het Haarlemsche Rijksarchief,
omdat dit archief in Haarlem gevestigd is in
tegenstelling tot andere Rijksarchieven, die
in hoofdplaatsen van andere provincies zijn.
Doch het nu in alle stilte jubileerend Rijks
archief bevat hoofdzakelijk papieren uit de
provincie. Wat er precies allemaal te vinden
is en hoe het er nu gekomen is?
Dat moet de heer Baart de la Faille u
eigenlijk maar zelf vertellen, want dat is zoo
ingewikkeld dat de ambtenaren zelf zich bij
de beantwoording van deze vraag eens ter
dege rekenschap moeten geven van de schat
ten, die zij beheeren. En om een leek duidelijk
te maken wat een Rijks archief is, heeft zelfs
een kundig historicus als de heer Baart de la
Faille nog wel eenige moeite!
De kern van de hier bewaarde documen
ten wordt gevormd door die van degecom
mitteerde raden van het Noorderkwartier. Het
Noorderkwartier was de streek boven het
voormalige IJ, dat bijna tot Velsen door
liep, welke streek in den Spaanschen tijd
van het overige Holland was afgesneden,
door dat Amsterdam Spaansch geworden
was en Haarlem in 1573 belegerd werd.Den ge
committeerden raden zou men, als men een
vergelijking wil maken, een overeenkomstig
karakter moeten toekennen als aan de hui
dige Provinciale Staten.
Al- deze papieren werden vroeger bewaard
in Hoorn, tot de Franschen in ons land kwa
men, hetgeen dus in 1795 het geval was en
alle documenten naar Haarlem werden ge
bracht.
Na 1813, toen de Fransche tijd weer was
afgeloopen werden de documenten, evenals
die uit het tijdvak 17951813, ook in Haar
lem bewaard. Daartoe behooren die van alle
zelfstandige besturen over Noord-Holland tot
1850 toe.
Voorts vinden wij in de Jansstraat gerech
telijke papieren uit de gerechtelijke archie
ven van alle plaatselijke gerechten in Noord-
Holland van het einde der Middeleeuwen af
tot 1838. Ook notarieele archieven kan men
hier aantreffen, geschonken archieven of in
bruikleen afgestane.
Deze opsomming is, zooals gezegd is, geens
zins volledig. Op alles is een uitzondering,
zoo ook hier.
Van groot belang is de aanwezigheid van
papieren uit alle Burgerlijke standen uit ge
heel dit Noordelijk gewest. Ook hier zou het
verkeerd wezen te veronderstellen, dat het
Rijksarchief u alles kan vertellen, doch u
zoudt versteld staan, indien u zag wat men
in de Jansstraat weet over onze voorouders
van het einde der zestiende eeuw af tot 1811
uit de oude, bewaard gebleven kerkregisters.
En vooral Is men verbaasd over de daarop
aansluitende Burgerlijke stands-papieren,
volgens de methoden door Napoleon inge
steld.
Onwillekeurig vraagt men zich af: „Wat
heeft dat nu allemaal voor nut om die oude
paperassen te bewaren?"
Het Rijksarchief heeft veel vraagstukken
reeds opgelost en dat waren voornamelijk
kwesties van gerechtelijken aard. Meenings-
verschillen over eigendomsrechten, rechten
van overpad, vischrechten, tolrechten en nog
meer, komen hier tot oplossing. Terwijl men
de historische waarde zeer zeker niet mag
onderschatten.
Iedereen herinnert zich. de actie, door Floris
Vos ontketend tegen de tol te Muiden. Er wa
ren menschen die het recht van tolheffing
betwistten. Het Rijksarchief heeft onom-
stootelijk uitgemaakt dat de tolheffing
volgens een oud en onvervreemdbaar recht
geschiedde.En zelfs de overtuigdste tegenstan
der moest toegeven dat althans de heffing
rechtmatig geschiedde.
Ook bij de welbekende kwestie van de
Ruïne van Brederode en de toegangsweg
naar deze oude, historische plaats, werd het.
Rijksarchief geraadpleegd.
Actueel is de zaak van Neeltje Pater. Er is
een dik boek, waarin de authentieke testa-
mentaire acten van deze schatrijke dame zijn
gebonden. Dit dikke boek ligt op een aparte
plaats, want eiken dag komt er zeker iemand
snuffelen, in de hoop misschien te ontdekken
nog recht te hebben op een paar vergeten
millioentjes
Er is veel te beleven op het Rijksarchief.
Zoo vertellen de kerkboeken niet alleen van
gesloten huwelijken maar ook van gevallen
meteoorsteenen en andere miraculeuze ge
beurtenissen, die de koster van de een of
andere kerk in zijn enthousiasme midden
tusschen een huwelijksafkondiging heeft
neergeschreven! Op gelijke wijze treft men
er het verslag van de aankomst van Tsaar
Peter den Groote in Zaandam aan.
Tragisch is ergens een oude stoffige rol te
vinden, behandelend een proces tegen een
jongeman, die het een of ander misdrijf heeft
begaan en daarvoor zijn jonge jaren in de ge
vangenis moest slijten. Bij de papieren liggen
eenige hartroerende brieven van en aan zijn
moeder, die toen zij voelde dat zij sterven
ging. nog een haarlok voor haar jongen in
den brief sloot
Zoo is dit Rijksarchief een mengeling van
veel levens geworden, die tezamen de historie
maakten van Noord-Holland en die, als losse
atomen van het geheel, op de twee en een
halve kilometer lange boekenplanken van ons
Noordhollandsche Rijksarchief zijn terug te
vinden.
Eén April zal, naar de heer Baart de la
Faille, die tevens inspecteur is van 1500 ge
meentelijke- en waterschapsarchieven, ons
verzekerde geheel ongemerkt voorbij
gaan. Zooals zoo veel gebeurtenis
sen van wellicht grooter belang onge
merkt voorbij gingen en toch bewaard wor
den in de archieven van deze interessante I
Rijksinstelling, waarop we eens de aandacht
wilden vestigen.
Anti Semitische symptomen
in Engeland.
Agitatie tegen de Joodsche winkeliers
van Oostelijk Londen.
(Van onzen Londenschen correspondent).
Bij de bespreking van posten voor Binnen-
landsche Zaken in het Lagerhuis heeft Herbert
Morrison, een van de vooraanstaande Labour-
politici en leider van de bestuurspartij in den
Londenschen Graafschapsraad, de aandacht
gevestigd op ernstige gevallen van antisemi
tisme die zich in Engeland, en nu in het bij
zonder in het oostelijk deel van Londen, voor
doen. Uit de mededeelingen van Morrison
bleek, dat de Joden, die in de buurten Shore-
ditch, Hoxton, Bethnal Green en Hackney wo
nen of handel drijven, vaak worden gesard en
bedreigd en soms aan lichamelijke geweld
plegingen blootstaan. De bedrijvers 2ijn leden
of vertegenwoordigers van Fascistische organi
saties en niet zelden personen, die bij de po
litie ongunstig bekend staan. Niet voor het
eerst bleek hier dat de Fascistische organisa
tie in de keuze van haar leden en helpers niet
kieskeurig is. Joodsche winkeliers vonden in de
genoemde buurten hun'winkelruiten niet zel
den beplakt met een biljet voorzien van een
hakenkruis en de woorden .Perish Judah" (het
Jodendom moet vergaan». Vooraanstaaxxde
Fascisten hielden er redevoeringen, waarin
aan Joden in Engeland burgerlijke rechten
werden ontkend en waarin zij werden voorge
steld als ongewenschte vreemdelingen. Morri
son meende, dat de politie onvoldoende in
greep en dat daarom ernstig gevaar bestond,
dat het antisemitisme om zich heen zou grij
pen en afmetingen zou aannemen, die het
moeilijker zouden maken het te pnderdruk-
ken. Hij vond het Lagerhuis voor zoo ver het
zich uitte en ook de regeering aan zijn zijde
in zijn verlangen een verontrustende beweging
den kop in te drukken. Sir John Simon zelf
verklaarde, dat men hier te doen had met een
zaak, waarover bij fatsoenlijke menschen geen
verschil van meening kon bestaan. Hij was het
met Morrison eens. dat de geschetste voor
vallen teekenen waren die wezen op een wer
kelijk maatschappelijk gevaar. Het gedrag,
door Morrison aan de kaak gesteld, kon niet
worden gedoogd. De toestand oevredigde hem
niet en hij had daarom met het hoofd van de
politie afgesproken, dat extra agenten in de
Joodsche buurten speciaal zouden worden be
last met toezicht op gedrag tegenover Joden.
Het was ook burgerplicht de poiitie in deze
zaak als in andere gevallen van onwettigheid
bij te staan; en hij deed een beroep op de be
volking deze plicht niet te verzaken.
Afgescheiden van deze gevallen in het
Oosteinde van Londen ontmoet men soms op
zijn weg symptomen van de bedrijvigheid
van antisemististen in Engeland, die aanmoe
diging hebben gevonden in het Duitsclie
voorbeeld. In een nieuwe woonbuurt in Pot
ters Bar, een noordwestelijke voorstad van
Londen, waar huizen te koop staan kondigde
onlangs een bord aan. dat de huizen niet be
schikbaar zijn voor Joden. Het Rijksverbond
van Fascisten hier heeft een bixxchure uit
gegeven met een lijst van edellieden en rid
ders (Sirs) die met Joodsch bloed „besmet"
worden geacht. De familienamen in hun
vertakkingen gaan zoo ver, dat het Engel-
sche adelboek, Debrett, aanmerkelijk zou
worden verdund, indien de namen van die
families, die Joodsch bloed in haar aderen
zouden hebben overeenkomstig het verlan
gen van het genoemde Verbond er uit zou
den worden geschrapt.
De Lords Londonderry en Mount Temple,
wier namen in Duitschland thans druk wor
den gebruikt in de propaganda, die het Duit
sche volk van Engeïsche goedgezindheid voor
de Nazi-regeering moet overtuigen, gaan al
lerminst vrij-uit in de zaak van Joodsche
verwantschap. Zoo Lord Londonderry zelf
vrij is van Joodsch bloed, twee van zijn kin
deren. een zoon en een dochter, zijn respec
tievelijk met een Jodin en met een ortho
doxen Jood getrouwd en hebben zich naar
Nazi-maatstaf aan rasschennis schuldig ge
maakt. Lord Mount Temple is getrouwd met
de eenige dochter van wijlen Sir Ernest Cas-
sel, den Duitsch-Joodschen financier, dien
de Nazi's een steunpilaar van de „Joodsehe
samenzwering" hebben genoemd. En zijn
dochters (een er van is de vermaarde Lady
Louis Mountbatten) zouden volgens de wet
ten van Neurenberg in Duitschland met geen
Ariërs mogen worden gezien en zich in het
ghetto moeten afzonderen.
Men vestigt er hier de aandacht op, hoe
ongerijmd het is, dat juist de Lords Lon
donderry en Mount Temple zich hebben laten
gebruiken in Duitschland om naar binnen en
naar buiten aanzien, rechtvaardiging en re
delijkheid te suggereeren voor een regime met
welker beginselen hun eigen positie en die
van hun kinderen deerlijk worden getrof
fen. De genoemde Lords kunnen overdenken,
wanneer zij de brochure.. Onze Joodsche
Aristocrat^'' die is uitgegeven door hun land-
genooten-Fascisten in handen krijgen, dat zij
op hun wijze evenzeer blootstaan aan de aan
vallen van de kampioenen der raszuiverheid
als de nederige winkeliers in het Londensch
Oosteinde.
De openbare meening in dit land is in het
algemeen geneigd lijdelijk te blijven in het
aangezicht van verschijnselen, die haar wel
iswaar verbijsteren maar die ze ziet als op
zichzelf staande gévallen van verdwazing. Het
voorbeeld van een heel volk, dat in zulke ver
dwazing zijn redding is gaan zien werkt niet
afschrikwekkend. „Het kan hier niet gebeu
ren", zegt men met overtuiging. De overtui
ging wordt niet gedeeld door leiders op we
tenschappelijk een geestelijk gebied, die we
ten, dat vei'dwazing zich als een epidemie kan
uitbreiden. Zij hebben lang in woord en ge
schrift hun best gedaan hun landgenooten in
staat te stellen zin en onzin in de nieuwe
rassenleer te onderscheiden om te beproeven
hen immuun te maken voor de epidemie der
verdwazing. Een groep vermaarde anthro-
pologen, onder wie de professoren Elliot
Smith, Haldane en Ruggles Gates, hebben
juist weer in een brochure vastgesteld, dat
een homogeen ras een illusie is, dat overal in
Europa families vaak een verscheidenheid
van rastrekken laten zien, dat de Joden (die
oorspronkelijk wellicht uit vier verschillende
rassen stamden) al even weinig raszuiver
zijn als de zoogenaamde Ariërs, dat het even
dwaas is van een Arisch ras te spreken als
van een Engelsch ras, dat de theorie dat in
een of ander ras een inferieure of superieure
aard is ingeboren onzin is. dat niet zoo zeer
ras ais historische omstandigheden en kan
sen de karaktereigenschappen van menschen
en menschengroepen bepaien en dat Hitler's
poging van zijn Duitschers zuivere „Ariërs"
te maken, vechten tegen de bierkade is om
dat het proces van xasvermenging, dat
eeuwen aan den gang is, een evolutionair
proces is en omdat evolutie nooit op haar
schreden terugkeert.
De Joden in Engeland, die worden gesard,
kunnen "nun kwelgeesten naar deze brochure
verwijzen om hun rede bij te brengen. De
vraag is slechts of zij voor rede vatbaar zijn.
A. K. VAN R.