Lente. Mag de huisvrouw zelf boter maken? J)e kantonrechter staat voor een puzzle. De crislsbesluiten van allerlei aard hebben reeds talrijke problemen aan de orde gesteld. Het ingewikkelde ka rakter van de verschillende bepalingen en besluiten heeft niet alleen de leeken tot wanhoop gebracht, doch ook de juristen hebben soms de groot ste moeite uit de ontzaggelijke hoe veelheid artikelen wijs te worden. Aldus kan men de kwestie samenvatten, die Woensdagmorgen voor den Haarlemschen kantonrechter werd behandeld, waarbij.... n Heemsteedsche huisvrouw was gekeurd omdat zij zelf margarine had bereid, die zij wilde gebruiken voor haar eigen gezin. In het nieuwe Crisiszuivelbesluit is in te „enstelling tot het voorafgaande, niet bepaald dat huisvrouwen wel haar eigen boter en margarine mogen maken. In 'het vroegere was deze eigen bereiding verboden, doch werd uitdrukkelijk gezegd, dat het hulsgezin van déze bepaling was vrijgesteld. Nu hebben crisis-controle-ambtenaren een huiszoekh1» gedaan bij een Heemsteedsche huisvrouw en daar geconstateerd dat een hoeveelheid margarine was gemaakt, ter- Wjjl bovendien in de keuken werd aangetrof fen allerlei ingrediënten ter bereiding van margarine, zooals slaolie, plantenvet, room, botèrkleursel, zout en karnemelk. De verdachte, die bij het onderzoek alle mo gelijke medewerking heeft verleend, stond nu terecht wegens overtreding van de crisiswet geving. De ambtenaar van het openbaar ministerie zei dat het in de bedoeling lag een princi- pieele beslissing in deze zaak uit te lokken. In deze streek komt het zeer veel voor dat de huisvrouwen zelf haar margarine en boter bereiden. Persoonlijk gelooft de ambtenaar niet dat het in de bedoeling van de wetgeving heeft gelegen den huisvrouwen eigen boter- bereiding onmogelijk te maken, ofschoon de nieuwe besluiten de uitzonderingsbepaling niet hebben opgenomen. Doch in dit geval moet men zich wel op het formeele standpunt stellen. De boter of de margarine als eindresultaat is zwaarder be last dan de gebruikte ingrediënten, (waar voor in het onderhavige geval inderdaad ook alle verschuldigde heffingen waren voldaan) en daarom moet men ook de bereiding door de huisvrouw strafbaar stellen. Om de zaak eventueel in hooger beroep te kunnen uitmaken eischte de ambtenaar zes gulden boete of zes dagen hechtenis (Bij een lageren eisch is slechts cassatie mogelijk.) De verdediger, Mr. N. H. Dijkstra uit Am sterdam zei, dat men naar de woorden van de wet geen uitzondering kan vinden voor de huisvrouw, doch voorts is hij het met den ambtenaar van het openbaar ministerie eens, dat uit het systeem der wetgeving duidelijk de bedoeling blijkt om slechts de economische productie te treffen en niet die voor het ge bruik in het huisgezin. Verder blijkt uit de wetgeving ook niet de positieve bedoeling de huisvrouw haar boterbereiding te verbieden. Want men kan toch niet verwachten, aldus meende de verdediger, dat de wetgever het absurde zou verlangen? Dan zou. volgens de letter van de wet, nog veel en veel meer ver boden kunnen worden, Zoo zou het niet ge oorloofd wezen een schaaltje met melk in den kelder te zetten met de bedoeling zure room te maken. Ook zouden wij geen korsten meer van de kaas mogen snijden, want het is ver boden harde kaas te verwerken tot zachte kaas of smeerkaas. Men zou in het geheel geen zuivelproducten meer in huis mogen hebben die gebruikt zouden kunnen worden ter bereiding van boter. Wanneer de regeering zoo almachtig zou worden, zou men zich zelfs moeilijkheden kunnen indenken bij de voeding van zuigelingen! Daarom meent de verdediger dat het noo- dig is dat de rechter eens nagaat in hoeverre de bepalingen, die dit alles voorschrijven en ons ook nog zouden kunnen verbieden gorte pap, griespap en yoghurt te bereiden, rechts geldigheid hebben. Daarmee wil de verdediger echter geen souvereiniteit prediken van de keukenprin ses.... Ofschoon men wel in het oog moet houden dat het keukenmeisje moeilijk behal ve haar kookboeken ook nog de wetboeken zou kunnen bestudeeren, temeer, daar de ju risten zelf de grootste moeilijkheden hiermee hebben. Aldus zou men spoedig een adverten tie kunnen lezen, waarin een net tweede meis je wordt gevraagd, waarbij zij, die den titel van meester in de rechten hebben, de voor keur verdienen Bovendien, aldus betoogde Mr. Dijkstra, heeft men eenigen tijd geleden in een, van wege het departement van Sociale Zaken uitgegeven tijdschrift, kunnen lezen, dat het aanbeveling verdient, wanneer de huisvrouwen haar eigen boter gingen bereiden. Dit Lag ge heel in de lijn van de aanpassingspolitiek on zer huidige regeering. De ambtenaren van het andere departe ment, van economische zaken, stoorden zich natuurlijk niet aan wat in het tijdschrift stond en gingen erop uit om bekeuringen te maken. Toegegeven moet worden dat in een volgend exemplaar van het tijdschrift werd vermeld oat men zich bij de eerste adviezen had ver gist. Het is nu een tijd van SDaren en de land- Douwpolitiek moet toch niet zoo ver gaan dat zeus de crisiswetgeving doordringt tot in het flomein van het keukenmeisje met het witte &pje op het hoofd De verdediger meende ten slotte dat het cnsiszuivelbesluit geen veroordeeling kon reelaten, subsidiair dat het onverbindend was subsidiair vroeg hij om clementie, p ambtenaar van het openbaar ministerie zei verheugd te wezen over het aangename, interessante en humoristische karakter van «•die op zulk een prettige wijze werd wnandeld. Doch hij wilde en moest speciaal ne practische zijde van de kwestie bezien en n op fen *ormeel standpunt plaatsen. «i,!u J®n nieuwe crisiszuivelbe- «Ih™ bereiding door de huisvrouw niet is «ten moet in die richting worden ge- otw' men mèt deze bepaling anders tot gioot ongemak zou komen bij de vervolging jan werkelijke smokkelaars, die in hun prak- ïjKen 2eer slim zijn. Een clandestiene berei- rL mft een gezin van twaalf kinderen zou ^stoord kunnen redeneeren: rto'w .€en §ro°k gezin, wij braden alles in ae boter, jawij braden de boter er uit en je kunt me niets doen". Tn^f moet voof^omen worden en daarom wir11 de bonafide huisvrouwen en jjj^^PfiHsessen ook onder de bepalingen jJ?e verdediger zei ten slotte nog dat er ge- andere bepalingen zijn waarop de clan- anrw® bereider kan wordeji gevat en in het v.?;5€ geval moet men maar zorgen voor een tnM? wet' temeer daar het tegenwoordig "ea gemakkelijk gaat, nu één ambtenaar de gauw genoeg kan veranderen wegens het ingewikkelde karakter van de vr.fj,221, de kantonrechter op Woensdag 25 schriftelijk vonnis wijzen. Chauffeur steelt 7 1000 van zijn verloofde. Door de Haarlemsche politie is aangehou den een 28-jarige chauffeur, wonende alhier, die bekend heeft gedurende de laatste veer tien dagen een bedrag van pl.m. f 1000 ten nadeele van zijn verloofde te hebben ont vreemd. Het meisje had dit geld na jaren lang hard werken bij elkaar gespaard, maar het niet naar een spaarbank gébracht. Zij deed het geld in een koffer in haar ouderlijke woning, waar zij blijkbaar dacht dat het veiliger ge borgen was. Zij schonk behalve haar hart ook haar vertrouwen aan bovengenoemden chauf feur, aan wien zij van haar schat in den kof fer vertelde. De zucht naar geld bleek bij dezen jonge ling echter sterker te zijn dan zijn liefde tot het meisje. Door allerlei voorwendsels gelukte het hem het meisje een dag of veertien van de ouder lijke woning verwijderd te houden. Van die afwezigheid maakte hij gebruik om het geld te stelen. Hij heeft den buit grootendeels opgemaakt aan autoritten en grove verteringen. Verder kocht hij vele goederen, waarvan hij er ook eenige aanzijn meisje schonk! Een deel van die goederen werd in zijn be zit gevonden en een ander deel bij zijn meisje. De politie heeft een en ander in be slag genomen. De chauffeur bleek nog f 10.08 in bezit te- hebben en hij had f 100 (de lust tot sparen was te elfder ure ook bij hem opgekomen) op zijn naam bij een bank te Haarlem ge stort. Ook dit geld is in beslag genomen. De chauffeur heeft nu gelegenheid gekre gen, over zijn onwaardige daad na te den ken, want hij is in verzekerde bewaring ge steld. Door zijn groote verteringen was de aan dacht van de politie op hem gevestigd. Vijf Italiaansche legercorpsen gereed om op te rukken. ASMARA, 11 Maart (A. N. P.). Naar het agentschap Stefani mededeelt staan aan het Noordelijk front vijf legercorp sen gereed op te rukken. Het eerste en derde legercorps staan gereed op te marcheeren in de richting van Feneroa en het Asjangi-meer, terwijl het Eritreaansche legercorps de posities in Tembien versterkt en het tweede en vierde legercorps de stellingen in Sjir eversterkt, ten einde gereed te zijn voor een nieuwen sprong voorwaarts. De Italianen hebben alle heuvels bij de Takazze bezet en hier verkenningsposten ingericht, terwijl een spervuur van de artille rie is voorbereid. Steeds meer komt de inland- sche bevolking haar onderwerping aan de Italianen aanbieden. Verscheidene stamhoof den uit ver verwijderde gebieden komen mede- deelen, dat hun stammen no gslechts wach ten oP de aankomst van de Italiaansche troe pen om hun onderwerping aan te bieden. Een van deze stammen, de Avergalla, heeft zelfs zijn stamhoofden ongedragen de Italianen te zeggen, dat de stam bereid is aan de zijde van de Italianen te strijden tegen de Amharen, die hun bitterste vijanden zijn. Verder wordt vernomen, dat de negus ten aanzien van het gevaar, dat Dessie dreigt door de samenwer king van 5 Italiaansche legercorpsen, naar het Noorden zou zijn getrokken om te trach ten de keizerlijke garde tegen de Italianen te doen oprukken. ADDIS ABEBA, 11 Maart (A. N. P.) Een Italiaansch bombardementsvliegtuig heeft gisteren een vlucht over het gebied aan de Takazze gemaakt. Op den terugweg werd het dorp Dekenze gebombardeerd. De autori teiten van Addis Abeba hadden instructie ge kregen, dat alle benzinevoorraden der hoofd stad naar buiten moesten worden gebracht om het brandgevaar bij een bombardement, dat door den bouwtrant der stad bijzonder groot is, te verminderen. De vrouw van Ras Seyoem geschaakt? ASMARA. 11 Maart (A. N. P.). Het agentschap Stefani verneemt van ge vangen genomen Abessyniërs, dat Ras Seyoem niet alleen de slag in Tembien heeft verloren, doch ook zijn vrouw, prinses prinses Aizzede, een nicht van den negus. De eerste echtgenoot van de prinses, Ras Cheb- bede, had vernomen, dat Ras Seyoem haar had verborgen in een klooster in het gebied Zellmti en hij zond een sterk detachement van zijn troepen daarheen. Dit detachement versloeg de wacht, die Ras Seyoem had ach tergelaten, maakte zich meester van de prinses en bracht haar weer terug naar Ras Chebbede. Het wordt weer Meeuwen luiden het voorjaar in. Van duiven en eekhoorns Het wordt langzaam, onmerkbaar bijna, weer lente in de stad. Dit uit zich niet alleen in de kleurige etalages der damesmodemagazijnen, doch ook aan de natuur is het te merken. In de tuintjes bungelen de blanke bloempjes van het sneeuwklokje naast de felpaarse en warm-oranje crocussen. De uitheemsche, vroegbloeiende heesters zetten hier kleur, fleur en vaak nog geur bij. Zij dragen een schat van rose en heldergele bloempjes op het nog kale hout. Pimpelmèesje. Crocus. Doch ook de vogels hebben het voorjaar in hun hoofd gekregen. De spreeuwen zitten des avonds in de toppen der iepen te zingen, en de ondergaande zon toovert de fraaiste glan zen op hun veerenpakje. De musschen slepen druk met strootjes en de houtduiven in de lin den langs de gracht hebben al eieren. Die beesten werken als het ware aan den loopen den band. Ze beginnen in Februari al te broe den en begin October hebben ze nog jongen. Misschien komt het ook wel door die drukke bezigheden, dat ze zoo weinig werk maken van hun nest. Want dat is niet veel bizon- ders. Wat losjes door elkaar gevlochten takjes, waar men de eieren van onderen af vaak kan zien doorschemeren. Meeuwen luiden de lente in Maar de lenteboden bij uitnemendheid zijn nog steeds de meeuwen. Hoog boven de stad zweven zij, blank afstekend tegen den blau wen lentehemel. Luid en ver klinkt hun balts- roep, het heldere kliauw-kliauw, en onwille keurig blijven we even staan, om van dit heer lijke tooneeltje te genieten. We weten nu, dat het weer lente gaat worden, op de weiden,' in het bosch en het duin, ja zelfs in de stad. Het zijn de zilvermeeuwen, die zoo de lente inluiden. Daar zitten ze loom, op de vorst van een hoog huis, zich te zonnen. Smetteloos blank is de kop nu weer, de donkere vlekjes van het winterkleed zijn verdwenen. Maar die kleine, ranke kokmeeuwtjes, die naast de groote, forsche zilvers nog eens zoo nietig lij ken, krijgen nu juist'zwarte koppen. Het kleine, donkere vlekje achter het oog begint nu uit te groeien, tot er een kleine donkere band ov$r het tengere kopje loopt. „Koptele foon tjes" noemt Strijbos dat Maar daar blijft het niet bij. De witte kop- veertjes worden stuk voor stuk vervangen en binnen enkele weken vliegen ze met geheel zwarte koppen rond. We zouden dit misschien nu wel „moorkoppen" kunnen noemen. Ze voelen zich nu ook veel minder thuis in de stad. En het duurt nog maar enkele weken, of ze vertrekken naar de broedkolonie. In het blanke stuifduin, waar de gerafelde duintop pen scherp afsteken tegen de blauwe lucht, huizen de zilvers. En de kokmeeuwtjes trekken naar het ziltige hooiland, naar de Staart op Texel, en Udoorn, onder de rook van Amster dam. Daar bloeien de eerste weidebloemen en staan de sterntjes, pas uit het Zuiden terug, boven de slooten te bidden. Duiven en eekhoorns. In den Hout is nog niet zoo bijster veel van de lente te bespeuren. Enkele heesters begin nen uit te loopen, maar de boomen staan nog kaal en dor als in den winter, Slechts over de kruinen der iepen ligt een paarse gloed. De kleverige knoppen van de kastanjes worden i met den dag dikker. Sappen stijgen op, en brengen door duizende kanaaltjes de bodem zouten en voedingssappen naar de sluimeren de knoppen. Daar liggen bloesem en blad zorg vuldig ingepakt, slechts wachtend op milder weer, om de knellende boeien te verbreken. Het fijne groen van de helmbloem, vogeltje op een stokje noemden we die vroeger, geloof ik, is al boven den grond en hier en daar be gint een enkel bloempje al te kleuren. De ane moontjes bloeien ook haast en de gouden ster retjes van het speenkruid schitteren overal tusschen het struikgewas. De bodem is bedekt met hondsdraf, dat met kleine paarse bloem pjes bloeit. Met luid geklepper vliegt een duif voor ons uit. De witte vlekken in den hals en de witte band over de vleugel,s die zoo karakteristiek zijn voor de houtduif, ontbreken. Het is dan ook de holenduif, het blauwe duifje, dat ook een stukje kleiner is. Daar, in dien hollen beuk heeft hij zijn nest, en misschien zelfs al jongen. Dat wil zeggen, als een eekhoorn zich niet meester heeft gemaakt van deze geriefelijke woning. Er heerscht tegenwoordig in onze bosschen een ernstig woninggebrek onder de holenbroeders. Natuurlijk kunnen we hen met het ophangen van nestkasten wel tegemoet komen, maar een natuurlijke woning blijft toch nog steeds een begeerenswaardig bezit, dat niet zonder strijd behouden kan worden. Daarbij zien de slanke, bruine roovertjes er vaak niet tegen op, de eieren of jongen van de rechtmatige bewoners er uit te werpen, al vorens zij de nieuwe woning betrekken. Geen wonder dan ook. dat men zich vaak genood zaakt ziet, de eekhoornnesten uit te halen en de jongen te dooden. Natuurlijk is dat ook weer niet prettig. Maar doordat men de na tuurlijke vijanden van het eekhoorntje, zooals den boommarter en grootere roofvogels, heeft uitgeroeid, zouden zij zich veel te sterk gaan uitbreiden, wat den vogelstand niet ten goede zou komen. Want behalve het uitwerpen van holenduivennesten hebben ze nog heel wat wandaden op hun naam staan. Eigenlijk is geen enkel vogelnest veilig voor de kleine roo- vers, en ook de knoppen der boomen moeten het maar al te vaak ontgelden. Met dat al blijft het toch altijd onaangenaam, als we zelf gewelddadig moeten ingrijpen. Het is nog niet zoo erg lang geleden dat het eekhoorntje in onze naaste omgeving vrij wel niet voorkwam. Zoo vertelt Strijbos het aardige verhaal van een eekhoorntje, dat hij met enkele vrienden in het Naaldenveld had losgelaten, waarop enkele maanden later prompt een krantenberichtje volgde, dat „de laatste eekhoorn van het Naaldenveld" ge schoten was. Trouwens in de omgeving van Alkmaar ko men ze ook nu nog niet voor. Hoe ver ze naar het noorden precies voorkomen, weet ik niet. Misschien dat een van onze lezers uit die om geving mij daarover eens kan inlichten? Wel heb ik ze zelf nog in de omgeving van Bever wijk aangetroffen, maar van Bakkum kan ik mij niet herinneren, er ooit een eekhoorn ge zien te hebben. Waar dat precies in zit, weet ik niet. Na tuurlijk zijn de bosschen in de omgeving van Alkmaar net zoo geschikt voor de eekhoorns als de onze. En misschien zullen ze er ook nog wel eens komen. Men moge nog zooveel kwaad van deze dier tjes vertellen, het blijven aardige, sierlijke boschaapjes, en het is een genoegen, ze gade te slaan bij hun tochten door de boomkruinen. Met groote sprongen wippen ze van tak op tak, die diep doorbuigen onder hun gewicht. Bliksemsnel rennen ze tegen een gladden stam op, zoodat men de scherpe nageltjes op den bast hoort kletteren. Nieuwsgierig komen ze om een hoekje gluren, als ze zich op een veili ge hoogte wanen. Droomerig krink het koekoe-roekoekoe van de houtduiven door het bosch. De meezen bui telen pinkelend om de dunne twijgen, op zoek naar insecten. Een bonte kraai krast wintersch in den top van een eik. Maar toch wordt het weer lente, lente, lente! Haarlem, Maart '36. KO ZWEERES DONDERDAG 12 MAART 1936 Berlijn acht den invloed van Engeland bed"--end. BERLIJN. II Maart (Havas) Engeland zal een beslissende rol spelen in de besprekin gen van de Locarno-mogendheden en in den Volkenbondsraad, zegt men in politieke krin gen alhier. Deze indruk is nog versterkt door het overbrengen van den Volkenbondsraad naar Londen. In Duitsche, politieke kringen is men zeer gereserveerd ten aanzien van de rede, die Sarraut gisteren in de Fransche kamer heeft gehouden. Men meent evenwel dat de toon van deze laatste rede minder scherp was dan die van de radiorede van Zondagavond. Men zegt: Sarraut vermeed alle heftige for mules en hij wees vooral op de noodzakelijk heid van het herstel van het normale recht. Noord-Holland's Rijksarchief ver bergt voorvaderlijke geheimen. Op 1 April bestaat deze interessante instelling 50 jaar. Er zijn veel geestige dingen te vinden in de geheimen van het Rijksarchief aan de Jansstraat, dat 1 April als zoodanig 50 jaar zal bestan. En er is ook veel droefs, onbelangrijks en interessants te zien. Boven dieneen bezoek vertelt ons een beetje wat een archief eigenlijk is. Nietwaar, de meesten denken bij het woord archief toch aan een droge, stoffige papie ren- en boekenrommel, waar letterlijk en fi guurlijk boekenwurmen rondkruipen, die zel den het daglicht zien „Toch hebben wij een zeer moderne tele foonmerkte het hoofd van dit Rijks archief, de heer R. D. Baart de la Faille een beetje ironisch op, om te toonen dat een ar chief in het geheel geen ouderwetsche stof- beweging hoeft te weaen. Hoe het ook zij, ons Haarlemsche Rijks archief is geenszins onderwetsch. Wij spre ken hier van het Haarlemsche Rijksarchief, omdat dit archief in Haarlem gevestigd is in tegenstelling tot andere Rijksarchieven, die in hoofdplaatsen van andere provincies zijn. Doch het nu in alle stilte jubileerend Rijks archief bevat hoofdzakelijk papieren uit de provincie. Wat er precies allemaal te vinden is en hoe het er nu gekomen is? Dat moet de heer Baart de la Faille u eigenlijk maar zelf vertellen, want dat is zoo ingewikkeld dat de ambtenaren zelf zich bij de beantwoording van deze vraag eens ter dege rekenschap moeten geven van de schat ten, die zij beheeren. En om een leek duidelijk te maken wat een Rijks archief is, heeft zelfs een kundig historicus als de heer Baart de la Faille nog wel eenige moeite! De kern van de hier bewaarde documen ten wordt gevormd door die van degecom mitteerde raden van het Noorderkwartier. Het Noorderkwartier was de streek boven het voormalige IJ, dat bijna tot Velsen door liep, welke streek in den Spaanschen tijd van het overige Holland was afgesneden, door dat Amsterdam Spaansch geworden was en Haarlem in 1573 belegerd werd.Den ge committeerden raden zou men, als men een vergelijking wil maken, een overeenkomstig karakter moeten toekennen als aan de hui dige Provinciale Staten. Al- deze papieren werden vroeger bewaard in Hoorn, tot de Franschen in ons land kwa men, hetgeen dus in 1795 het geval was en alle documenten naar Haarlem werden ge bracht. Na 1813, toen de Fransche tijd weer was afgeloopen werden de documenten, evenals die uit het tijdvak 17951813, ook in Haar lem bewaard. Daartoe behooren die van alle zelfstandige besturen over Noord-Holland tot 1850 toe. Voorts vinden wij in de Jansstraat gerech telijke papieren uit de gerechtelijke archie ven van alle plaatselijke gerechten in Noord- Holland van het einde der Middeleeuwen af tot 1838. Ook notarieele archieven kan men hier aantreffen, geschonken archieven of in bruikleen afgestane. Deze opsomming is, zooals gezegd is, geens zins volledig. Op alles is een uitzondering, zoo ook hier. Van groot belang is de aanwezigheid van papieren uit alle Burgerlijke standen uit ge heel dit Noordelijk gewest. Ook hier zou het verkeerd wezen te veronderstellen, dat het Rijksarchief u alles kan vertellen, doch u zoudt versteld staan, indien u zag wat men in de Jansstraat weet over onze voorouders van het einde der zestiende eeuw af tot 1811 uit de oude, bewaard gebleven kerkregisters. En vooral Is men verbaasd over de daarop aansluitende Burgerlijke stands-papieren, volgens de methoden door Napoleon inge steld. Onwillekeurig vraagt men zich af: „Wat heeft dat nu allemaal voor nut om die oude paperassen te bewaren?" Het Rijksarchief heeft veel vraagstukken reeds opgelost en dat waren voornamelijk kwesties van gerechtelijken aard. Meenings- verschillen over eigendomsrechten, rechten van overpad, vischrechten, tolrechten en nog meer, komen hier tot oplossing. Terwijl men de historische waarde zeer zeker niet mag onderschatten. Iedereen herinnert zich. de actie, door Floris Vos ontketend tegen de tol te Muiden. Er wa ren menschen die het recht van tolheffing betwistten. Het Rijksarchief heeft onom- stootelijk uitgemaakt dat de tolheffing volgens een oud en onvervreemdbaar recht geschiedde.En zelfs de overtuigdste tegenstan der moest toegeven dat althans de heffing rechtmatig geschiedde. Ook bij de welbekende kwestie van de Ruïne van Brederode en de toegangsweg naar deze oude, historische plaats, werd het. Rijksarchief geraadpleegd. Actueel is de zaak van Neeltje Pater. Er is een dik boek, waarin de authentieke testa- mentaire acten van deze schatrijke dame zijn gebonden. Dit dikke boek ligt op een aparte plaats, want eiken dag komt er zeker iemand snuffelen, in de hoop misschien te ontdekken nog recht te hebben op een paar vergeten millioentjes Er is veel te beleven op het Rijksarchief. Zoo vertellen de kerkboeken niet alleen van gesloten huwelijken maar ook van gevallen meteoorsteenen en andere miraculeuze ge beurtenissen, die de koster van de een of andere kerk in zijn enthousiasme midden tusschen een huwelijksafkondiging heeft neergeschreven! Op gelijke wijze treft men er het verslag van de aankomst van Tsaar Peter den Groote in Zaandam aan. Tragisch is ergens een oude stoffige rol te vinden, behandelend een proces tegen een jongeman, die het een of ander misdrijf heeft begaan en daarvoor zijn jonge jaren in de ge vangenis moest slijten. Bij de papieren liggen eenige hartroerende brieven van en aan zijn moeder, die toen zij voelde dat zij sterven ging. nog een haarlok voor haar jongen in den brief sloot Zoo is dit Rijksarchief een mengeling van veel levens geworden, die tezamen de historie maakten van Noord-Holland en die, als losse atomen van het geheel, op de twee en een halve kilometer lange boekenplanken van ons Noordhollandsche Rijksarchief zijn terug te vinden. Eén April zal, naar de heer Baart de la Faille, die tevens inspecteur is van 1500 ge meentelijke- en waterschapsarchieven, ons verzekerde geheel ongemerkt voorbij gaan. Zooals zoo veel gebeurtenis sen van wellicht grooter belang onge merkt voorbij gingen en toch bewaard wor den in de archieven van deze interessante I Rijksinstelling, waarop we eens de aandacht wilden vestigen. Anti Semitische symptomen in Engeland. Agitatie tegen de Joodsche winkeliers van Oostelijk Londen. (Van onzen Londenschen correspondent). Bij de bespreking van posten voor Binnen- landsche Zaken in het Lagerhuis heeft Herbert Morrison, een van de vooraanstaande Labour- politici en leider van de bestuurspartij in den Londenschen Graafschapsraad, de aandacht gevestigd op ernstige gevallen van antisemi tisme die zich in Engeland, en nu in het bij zonder in het oostelijk deel van Londen, voor doen. Uit de mededeelingen van Morrison bleek, dat de Joden, die in de buurten Shore- ditch, Hoxton, Bethnal Green en Hackney wo nen of handel drijven, vaak worden gesard en bedreigd en soms aan lichamelijke geweld plegingen blootstaan. De bedrijvers 2ijn leden of vertegenwoordigers van Fascistische organi saties en niet zelden personen, die bij de po litie ongunstig bekend staan. Niet voor het eerst bleek hier dat de Fascistische organisa tie in de keuze van haar leden en helpers niet kieskeurig is. Joodsche winkeliers vonden in de genoemde buurten hun'winkelruiten niet zel den beplakt met een biljet voorzien van een hakenkruis en de woorden .Perish Judah" (het Jodendom moet vergaan». Vooraanstaaxxde Fascisten hielden er redevoeringen, waarin aan Joden in Engeland burgerlijke rechten werden ontkend en waarin zij werden voorge steld als ongewenschte vreemdelingen. Morri son meende, dat de politie onvoldoende in greep en dat daarom ernstig gevaar bestond, dat het antisemitisme om zich heen zou grij pen en afmetingen zou aannemen, die het moeilijker zouden maken het te pnderdruk- ken. Hij vond het Lagerhuis voor zoo ver het zich uitte en ook de regeering aan zijn zijde in zijn verlangen een verontrustende beweging den kop in te drukken. Sir John Simon zelf verklaarde, dat men hier te doen had met een zaak, waarover bij fatsoenlijke menschen geen verschil van meening kon bestaan. Hij was het met Morrison eens. dat de geschetste voor vallen teekenen waren die wezen op een wer kelijk maatschappelijk gevaar. Het gedrag, door Morrison aan de kaak gesteld, kon niet worden gedoogd. De toestand oevredigde hem niet en hij had daarom met het hoofd van de politie afgesproken, dat extra agenten in de Joodsche buurten speciaal zouden worden be last met toezicht op gedrag tegenover Joden. Het was ook burgerplicht de poiitie in deze zaak als in andere gevallen van onwettigheid bij te staan; en hij deed een beroep op de be volking deze plicht niet te verzaken. Afgescheiden van deze gevallen in het Oosteinde van Londen ontmoet men soms op zijn weg symptomen van de bedrijvigheid van antisemististen in Engeland, die aanmoe diging hebben gevonden in het Duitsclie voorbeeld. In een nieuwe woonbuurt in Pot ters Bar, een noordwestelijke voorstad van Londen, waar huizen te koop staan kondigde onlangs een bord aan. dat de huizen niet be schikbaar zijn voor Joden. Het Rijksverbond van Fascisten hier heeft een bixxchure uit gegeven met een lijst van edellieden en rid ders (Sirs) die met Joodsch bloed „besmet" worden geacht. De familienamen in hun vertakkingen gaan zoo ver, dat het Engel- sche adelboek, Debrett, aanmerkelijk zou worden verdund, indien de namen van die families, die Joodsch bloed in haar aderen zouden hebben overeenkomstig het verlan gen van het genoemde Verbond er uit zou den worden geschrapt. De Lords Londonderry en Mount Temple, wier namen in Duitschland thans druk wor den gebruikt in de propaganda, die het Duit sche volk van Engeïsche goedgezindheid voor de Nazi-regeering moet overtuigen, gaan al lerminst vrij-uit in de zaak van Joodsche verwantschap. Zoo Lord Londonderry zelf vrij is van Joodsch bloed, twee van zijn kin deren. een zoon en een dochter, zijn respec tievelijk met een Jodin en met een ortho doxen Jood getrouwd en hebben zich naar Nazi-maatstaf aan rasschennis schuldig ge maakt. Lord Mount Temple is getrouwd met de eenige dochter van wijlen Sir Ernest Cas- sel, den Duitsch-Joodschen financier, dien de Nazi's een steunpilaar van de „Joodsehe samenzwering" hebben genoemd. En zijn dochters (een er van is de vermaarde Lady Louis Mountbatten) zouden volgens de wet ten van Neurenberg in Duitschland met geen Ariërs mogen worden gezien en zich in het ghetto moeten afzonderen. Men vestigt er hier de aandacht op, hoe ongerijmd het is, dat juist de Lords Lon donderry en Mount Temple zich hebben laten gebruiken in Duitschland om naar binnen en naar buiten aanzien, rechtvaardiging en re delijkheid te suggereeren voor een regime met welker beginselen hun eigen positie en die van hun kinderen deerlijk worden getrof fen. De genoemde Lords kunnen overdenken, wanneer zij de brochure.. Onze Joodsche Aristocrat^'' die is uitgegeven door hun land- genooten-Fascisten in handen krijgen, dat zij op hun wijze evenzeer blootstaan aan de aan vallen van de kampioenen der raszuiverheid als de nederige winkeliers in het Londensch Oosteinde. De openbare meening in dit land is in het algemeen geneigd lijdelijk te blijven in het aangezicht van verschijnselen, die haar wel iswaar verbijsteren maar die ze ziet als op zichzelf staande gévallen van verdwazing. Het voorbeeld van een heel volk, dat in zulke ver dwazing zijn redding is gaan zien werkt niet afschrikwekkend. „Het kan hier niet gebeu ren", zegt men met overtuiging. De overtui ging wordt niet gedeeld door leiders op we tenschappelijk een geestelijk gebied, die we ten, dat vei'dwazing zich als een epidemie kan uitbreiden. Zij hebben lang in woord en ge schrift hun best gedaan hun landgenooten in staat te stellen zin en onzin in de nieuwe rassenleer te onderscheiden om te beproeven hen immuun te maken voor de epidemie der verdwazing. Een groep vermaarde anthro- pologen, onder wie de professoren Elliot Smith, Haldane en Ruggles Gates, hebben juist weer in een brochure vastgesteld, dat een homogeen ras een illusie is, dat overal in Europa families vaak een verscheidenheid van rastrekken laten zien, dat de Joden (die oorspronkelijk wellicht uit vier verschillende rassen stamden) al even weinig raszuiver zijn als de zoogenaamde Ariërs, dat het even dwaas is van een Arisch ras te spreken als van een Engelsch ras, dat de theorie dat in een of ander ras een inferieure of superieure aard is ingeboren onzin is. dat niet zoo zeer ras ais historische omstandigheden en kan sen de karaktereigenschappen van menschen en menschengroepen bepaien en dat Hitler's poging van zijn Duitschers zuivere „Ariërs" te maken, vechten tegen de bierkade is om dat het proces van xasvermenging, dat eeuwen aan den gang is, een evolutionair proces is en omdat evolutie nooit op haar schreden terugkeert. De Joden in Engeland, die worden gesard, kunnen "nun kwelgeesten naar deze brochure verwijzen om hun rede bij te brengen. De vraag is slechts of zij voor rede vatbaar zijn. A. K. VAN R.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7