DE GOUDEN BRUG.
Jhr. mr. G. v. d. Does, die genoemd
wordt als opvolger van mr. J. H. Tel-
ders in diens functie van lands-advocaat
H. M. de Koningin heeft Woensdagmiddag op het terrein van de Stormschool nabij Waalsdorp een oefening bijgewoond van de
regimenten Grenadiers en Jagers en het vierde regiment Infanterie uit Leiden. De Koningin met de officieren op het oefenterrein
Dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam, is
Woensdag met zijn echtgenoote per „Johan de Witt"
van zijn buitenlandsch verlof in de hoofdstad terug*
gekeerd
FEUILLETON
ROMAN VAN HANNO PLESSEN.
(Nadruk verboden)
14)
Hoewel goed gemeend, is deze opmerking op
dit oogenblik toch allerminst op haar plaats
en het eenige resultaat is dan ook, dat zij in
den man een hevig verzet doet ontwaken tegen
de verre van benijdenswaardige rol, welke hij
te vervullen heeft. Sylvester Vonberg's ijdel-
heid is geprononceerd en het groot doen zit
hem te zeer in het bloed dan dat hij door een
zwakheid te bekennen die kracht zou kunnen
ontwikkelen, welke hem voor immer uit alle
moeilijkheden zou kunnen verlossen. In zijn
verblinding ziet hij het pad, dat zich hier
voor hem opent en dat een uitweg biedt uit
de impasse, waarin hij verkeert, over het
hoofd. Hij weigert de kans, die hem hier vrij
willig geboden wordt en snijdt tevens elke
mogelijkheid van een hernieuwd aanbod af,
als hij antwoordt:
„Zoo slim staan de zaken nu ook weer
niet, prinses. Sylvester Vonberg is geen arme,
rondtrekkende speelman, geen
„Spreek niet op dien toon, Sylvester. Het lag
niet in mijn bedoeling je te kwetsen".
„Natuurlijk niet, kindDat begrijp ik
welWelnu, om kort te gaan en verdere
misverstanden te voorkomen, die ongeluksbrief
die zoozeer onze goede stemming dreigt te
zullen verstoren, wat hem natuurlijk nooit
zal gelukken, nietwaar, Jo, liefstedat
omineuze epistel dus, dat me daar vanochtend
zoo maar op m'n ontbijtbordje kwam vallen,
ishm ja,nou enfjn, is afkomstig
van den administrateur van het Münchener
Salonorkestja, jaof beter gezegd:
het is een antwoord op een mededeeling mij
nerzijds, dat ik de functie van dirigent daar
niet kna aanvaarden. En nu word ik er aller
minzaamst op opmerkzaam gemaakt, dat een
en ander gelijk staat met contractbreuk en
dat ik volgens paragraaf zooveel verplicht ben
om een schadeloosstelling te betalen van tien
duizend mark".
„Dan was het toch vrij onverstandig van
je die positie op te geven en daardoor je con-
tractueele verplichtingen niet na te komen!"
„Hoe kan je nu zoo iets zeggen, Jo? Weet je
niet, dat ik met m'n sterken innerlijken drang
als scheppend musicus niet het uiterlijk be
roep van dirigent kan naloopen? Je begrijpt
toch wel, dat die twee dingen onvereenigbaar
zijn. Ben je dat nu werkelijk vergeten?"
„Nee, Sylvester. Natuurlijk ben ik dat niet
vergeten. En ik begrijp je volkomen, nu even
goed als toen en ook geloof ik, dat je inkom
sten als componist voor die van een dirigent
niet zullen behoeven onder te doen".
„Niet zullen onderdoen? Ik hoop het dub
bele of het drievoudige van feen dirigenten
salaris te verdienen. Geloof me, ook in pécu
niair opzicht zal ik er veel beter aan toe zijn,
zelfs dan, wanneer ik die schadeloosstelling
van tienduizend mark moet betalen!"
„Tienduizend mark is veel geld, Sylvester!"
„Ach kom! 't Is een bagatel, JoIk ben
gewend met heel andere bedragen te rekenen.
Het eenige vervelende aan die geschiedenis is,
dat ik geld los moet maken. Als ik nu, terwijl
alles even laag staat een paar aandeelen moet
verkoopen, lijd ik natuurlijk een geweldig
koersverlies. Dat begrijpt je, hèNu is
Ernst Rung je weet wel, Rung van de
Dresdener Opera mij al wel een heelen
tijd vijfduizend mark^schuldig, maar om hem
daaraan te herinneren, vind ik toch ook
wat pijnlijk
„Wat? Rung, de groote Rung, leent die
geld van jou?"
„Maar kind, waarom niet? Wat zou dat? Dat
is nu eenmaal gewoonte onder kunstbroeders.
Bovendien ben ik met Rung zeer bevriend.
Maar enfin, dat doet er ook alles niets toe. Ik
zal dus wel moeten besluiten om
„Het geldhm, op te nemen, nietwaar?
„Waarschijnlijk wel, prinses".
„Ja, maar dat is toch een onmogelijke toe
stand Sylvester!"
„Ik heb je immers al direct gezegd, dat ik
niet met geld weet om te gaan, Jo. Behoorlijk
huishouden, dat is niets voor mij. Dat blijkt,
wel, anders zou ik mij zeker niet in verlegen
heid laten brengen door die onbeteekenende
tienduizend mark".
„Nou, zoo onbeteekenend vind ik dat bedrag
niet".
„Een enkele kamer van mijn villa in
Nymphenburg vertegenwoordigt eenige malen
dat bedragMaar daarmee kan ik
helaas geen boete wegens contractbreuk be
talen en daar gaat het hier maar om".
Steeds sneller vloeien Sylvester Vonberg de
woorden van de lippen. Hij verheft zich door
zijn leugens, waaraan hij zelf tenslotte ge
looft. En daardoor werken zijn woorden zoo
overtuigend, dat niemand ook maar een mo
ment aan de waarheid ervan twijfelt. Zoo ge
lukt het hem steeds weer de menschen te
overbluffen.
Wanneer Johanna alles gelooft, wat hij
zegt, is zij echter toch niet zoo overbluft,
als dat gewoonlijk met Sylvester Vonberg's
slachtoffers het geval is. Geld en goed ook
al weet zij de praktische beteekenis daarvan
dan op de juiste waarde te schatten ver
mogen de jonge barones Geitler-Hattorf niet
ln het minst te imponeeren en geen oogen
blik komt dan ook de gedachte bij haar op,
dat een mensch van zoo buitengewone artis
tieke begaafdheid zich zou laten voorstaan
op een materieelen rijkdom, dien hij niet bezit.
En hoe zou ze trouwens argwaan kunnen
koesteren tegen den man, dien zij liefheeft en
die haar liefde tenvolle beantwoordt?
Sylvester Vonberg is nog niet zoo diep ge
zonken, of hij voelt wel zeer duidelijk het
onderscheid tusschen het onvoorwaardelijk
gelooven van Johanna en de goedgeloovigheid
van dat soort lieden, die nu eenmaa bedrogen
vullen worden. En opnieuw is het een gevoel
van diepe schaamte, dat hem drukt. Elk spoor
van berekening is op dit oogenblik wegge
vaagd. Slechts vervuld van den wensch om
zich een behoorlijken aftocht te verschaffen,
zegt hij berustend:
„Laten we het hier maar bij laten, Jo. Alles
zal wel weer op z'n pootjes terecht komen. Ik
ben blij, dat ik er met jou over gesproken
heb; dat alleen al maakt alles half zoo slim.
Maar nu zwijgen we er dan verder over!" En
de daad bij het woord voegend, begint hij te
preludeeren.
Johanna blijft niets anders over dan zich
in zijn wensch te schikken. Haar gedachten
echter blijven cirkelen om datgene, wat de
man haar gedeeltelijk tegen zijn zin en aan
den anderen kant toch ook wat al te bereid
willig heeft meegedeeld. Zij verzuimt in te
valen en geeft ook overigens herhaaldelijk blijk
er niet geheel bij te zijn.
Zoo gaat een uur voorby, maar dan klapt
Johanna het muziekboek dicht.
„Ik ben vandaag niet gedisponeerd en voor
half werk is mij m'n tijd te kostbaar, beste
jongen. Ik ruim het veld. Je doet beter je
eigen symphonie nog eens door te nemen".
„En jij, Jo? Wat ga jij doen?"
„IkIk ga een paar brieven schrijven.
's Is eigenlijk hoog tijd, dat ik nj'n post eens
afwerk. Ik hoop er voor de lunch mee klaar
te zijn. Vanmiddag kunnen we dan dien tocht
naar Slot Amras maken, als je er tenminste
zin in hebt
„Natuurlijk, JograagHij buigt.
zich over haar hand.
Dan is hij alleen
Zijn symphonie doornemen, heeft Jo ge
zegd. Zij heeft gelijk. Van haar standpunt
heeft ze volkomen gelijk. Maar als ze eens
wist
Het bewustzijn van zijn wanhopige situatie
ligt als een ondragelijke last op zijn schou
ders. Heeft hij alles nu niet nog erger ge-
maakt?Hij steunt het hoofd in de hand en
grijpt met de andere naar zijn boord, alsof
die hem plotseling te nauw is geworden. Het
is, of het weefsel van leugens, dat hij ge
sponnen heeft hem de hals dichtsnoert. Hij
vermag nauwelijks adem te halen. Zijn blik
is die van een achtervolgde en een oogenblik
is hij zichzelf niet meer meester. Zijn hoofd
valt voorover op het toetsenbord van den
vleugel, hetgeen een schrille dissonant ver
oorzaakt. Dat zweept hem plotseling op. Zijn
vingers glijden over de toetsen. Hij zoekt een
toevlucht bij zijn muziek, welke hem nooit in
den steek laat. Ook nu blijkt zij de beste heel
meesteres voor een verscheurd gemoed
„Ah, de pathetique", zegt plotseling aan
dachtig luisterend, Sophie von Geitier in haar
zitkamer. Zij breekt haar spel patience af en
nestelt zich behaaglijk in haar fauteuil.
„Werkelijk buitengewoonzooals hij dat
speelt".
Johanna, die aan het schrijfbureau zit,
zonder nochtans een woord op papier te bren
gen, geeft geen antwoord, zij voelt slechts,
innerlijk diep ontroerd, hoe zeer zij dezen
man liefheeft
(Wordt vervolgd).
Vlug. voordeelfg, maar nfet veilig. Op
de Haarlemmersluis te Amsterdam
werd Woensdag een groote vrachtauto
door een motorwagen der gemeente
tram gekraakt
De militaire putsch in Japan. De eerste langs radiografischen
weg overgebrachte foto. Soldaten beschermen met een
machinegeweer een der regeeringsgebouwen te Tokio
Een nieuwe Dieselbus van Nederlandsch Fabrikaat heeft
Woensdag voor de Haagsche Tram in de residentie proef,
gereden
Het voorloopig Nederlandsch elftal heeft Woensdag te Rotterdam een wedstrijd gespeeld tegen de Engelsche club
Nottingham Forest, welke door de gasten met 1 0 werd gewonnen. Een spelmoment
Het paardensportseizoen te Cheltenham (Eng.) is Dinsdag ingezet met een steeplechase, waaraan vaje
kende exemplaren deelnamen. De ruiters nemen de eerste hindernis