HET NIEUWE AVONDBLAD
21e JAARGANG No. 115
DONDERDAG 19 MAART '36
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
cents plus 2j4 cents incasso, per kwartaal 1.20
pius 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeen© Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN15 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zooüra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
ziin ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; ƒ600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; ƒ30.- bij breuk van
boven- en/of onderarm; 30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen. Ten
gevolge van spoor- tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar
tuigen énz. 400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart.
tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe ILA.V.-
Bank te Schiedam.
Nog een Idealist.
De idealisten die meenen dat men den
oorlog, den massamoord der volken, uit kan
roeien worden zooals u weet nogal eens uit
gelachen. Men wordt ook boos op hen, en de
lieden die boos worden zeggen dat zij met
hun beide beenen op den grond staan, dat
zij nuchter en verstandig zijn, dat men niet
naar het onmogelijke moet streven, dat
idealen dwaasheden zijn en dat de oorlog
een onvermijdelijkheid is, of een noodlot of
zooiets.
Maar er Zijn ook andere idealisten in dezen
merkwaardigen tijd, en tot hen behoort
Alden H. Waitt, kapitein bij den chemischen
dienst in het Amerikaansche leger, die in het
bekende tijdschrift „Scientific American"
een artikel heeft geschreven onder den titel
jlet Ideale Gifgas".
Hij begint in den volgenden trant:
„Met het zoeken naar het ideaal oor-
logsgas houden zoowel de strategen zich
bezig, als de physiologen, de natuurkun
digen en de scheikundigen. Daar voorts
in onzen tijd een oorlog zoowel met geld
als met projectielen wordt gevoerd, ver-
eischen de beschikbare middelen, dat
strikte zuinigheid wordt betracht. Aan
gezien een ideaal nu eenmaal onbereik
baar is, is het noodig, dat een compro
mis wordt verkregen. Niettemin kunnen
wij streven naar een ideaal, ook al we
ten wij, dat wij het nimmer kunnen be
reiken. Op die wijze heeft de militaire
scheikundige althans een richtpunt".
Wat mij iïï dit betoog vooral treft is de zin
„Niettemin kunnen wij streven naar een
ideaal, ook al weten wij, dat wij het nimmer
kunnen bereiken".
Deze zin heeft kapitein Waitt niet van zich
zelf. Die heeft-ie overgeschreven van ver
scheidene van die laakbare vredes-idealisten,
die utopistische oorlogsbestrijders. Maar hij
kent natuurlijk zijn Pappenheimers. Hij weet
dat dezelfde menschen, die kwaad over zoo'n
argument worden als de oorlogsbestrijders
het gebruiken, het zeer gezond zullen vin
den als hij het bezigt. Hij geeft er dus blijk
van met beide beenen op den grond te staan;
het onmogelijke niet te willen nastreven enz.
enz Van de oorlogsbestrijders, die meenen
dat hun ideaal wel bereikbaar is, heelemaal
bereikbaar, zwijg ik nu maar. Uit beschei
denheid.
De Amerikaansche gas-idealist begint dan
met zijn technische uiteenzettingen. Ik zal u
slechts op enkele bekoorlijke staaltjes van
zijn liefelijk betoog onthalen:
„Bij mosterdgas ligt de voor de longen
fatale dosis tusschen 0.06 en 0.2 ounce
per 1000 kubieke voet lucht, al naar ge
lang van den tijd, gedurende welken het
slachtoffer er aan is bloot gesteld. De
oogen worden reeds beschadigd bij con
centraties in een verhouding van 1 op
14.000.000, echter slechts wanneer zij lang
aan de inwerking van het gas zijn bloot
gesteld. De geur van mosterdgas is waar
neembaar in concentraties van 1 op 10
millioen deelen lucht; nietemin brandt
het reeds op de huid als men gaat zitten
op grond, die sporen mosterdgas bevat
in een zóo nietige concentratie, dat de
geur er van niet waarneembaar is.
De werkzaamheid dezer stoffen in
kleine concentraties vormt evenwel
slechts een der factoren van een ideaal
gifgas, en men moet nog een langen weg
afleggen, eer men dit ideaal heeft be
reikt Tegen het ideale gifgas moet de
vijand zich ook moeilijk kunnen bescher
men. Het moet in staat zijn, de bescher
mende uitrusting van den tegenstander
te doordringen, of deze althans op een
zware proef te kunnen stellen.
Het nieuwe gas moet meer presteeren
dan den vijand dwingen zijn gasmasker
aan te doen. Het moet alle deelen van
het lichaam aantasten. Ook in dit op
zicht moet het met mosterdgas concur-
reeren, dat zoowel in gasvormigen als
in vloeibaren toestand zoowel de longen
als de oogen en de huid aantast.
Het nieuwe gas moet verder in staat
zijn door het masker heen te dringen
De rest, die naar rato is, bewaar ik u.
Het is de plicht van een dagblad de vor
deringen der moderne beschaving, waartoe
vooral de techniek behoort, te vermelden. De
Westersche beschaving werkt, zooals ieder
een weet, in dit opzicht in Europa en Ame
rika met gelijke kracht. Volle sympathie
heerscht tusschen beide werelddeelen.
Het zal u ook interesseeren dat zich een
modern idealisme ontwikkelt, dat van het
Sifgas, dat dank zij de onbeperkte geldmid
delen waarover het beschikken kan en de
geestdrift die in het in zijn adepten ontwik
kelt ons allen naar de schepping van het
ideale gifgas, althans naar het compromis
dat daaraan nabij komt, zal voeren. Geen
gasmasker zal meer baten, alle lichaamsdee-
n gelijktijdig worden aangetast.
De Riddertijd der twintigste eeuw naakt!
We zitten er trouwens al een heele eind in.
Wat een beschaving, wat een vooruitgang,
welk een Christenen!
R. P.
IJMUIDEN.
Christ.-Hist. Kiesvereeniging.
Viering van het zilveren jubileum.
Gisteravond heeft in het Gebouw voor
Christ. Belangen de 25e jaarvergadering plaats
gehad van de Chr. Hist. Kiesvereeniging
IJmuiden. De vergadering, die een feestelijk
karakter droeg en opgeluisterd werd door het
bekende strijkje onder leiding van den heer
Sj. Doevendans, was druk bezocht.
De vergadering werd geopend door den voor
zitter, den heer J. C. Dunnebier, die zeide dat
het hem een groot genoegen deed. een woord
van welkom op dezen avond te mogen spreken.
Spr. gewaagde van een rijken zegen, die de
vereeniging in de afgeloopen 25 jaren heeft
mogen genieten.
Vervolgens besprak de heer Dunnebier den
algemeenen toestand. Spreker stond in het
bijzonder stil bij de gevolgen van de houding
van Duitschland. Sprekende over den binnen-
landschen toestand van het Duitsche Rijk,
noemde spreker deze droevig, voornamelijk wat
betreft het Kerkelijk en geestelijk leven. Let
tende op deze toestanden en de dictatuur in
Rusland, dan heeft men in ons land niet te
klagen, maar kan men zich, «tegenover toe
standen zoo als in Duitschland en Rusland
heerschen, gelukkig noemen. Hier heeft men
het recht van vrije meeningsuiting. Wel zegt
spr. kan men verwachten, dat bij de eerst
volgende grondwetsherziening tegen groepen,
die er op uit zijn, de regeering te ondermijnen,
harder dan tot dus ver wel geschied is, zal
worden opgetreden.
Vervolgens wekte spr. de aanwezigen op,
trots de moeilijke tijden, die een ontmoedigen-
den invloed op de menschen uitoefenen,
trouw te zijn aan het beginsel, vast te staan
achter Vorstin en regeering. Hierop zongen
de aanwezigen staande twee coupletten van
het Wilhelmus en werden eenige felicitatie
brieven voorgelezen.
Het jaarverslag werd uitgebracht door den
secretaris den heer H. Roest. Deze begon met
een overzicht van het ontstaan der vereeni
ging. Hierbij werd de aandacht gevestigd op
het feit, dat de heer J. v. d. Plas 25 jaren als
bestuurslid jubileerde. Vervolgens werd een
overzicht gegeven van de werkzaamheden der
vereeniging. Hieruit bleek dat de vereeni
ging in de 25 jaren gestadig vooruit is gegaan.
Vervolgens werd door den secretaris een
woord van hulde toegesproken tot den heer A.
ten Broeke, die 4 Maart het feit heeft herdacht
dat hij 121/2 jaar als raadslid zitting heeft ge
had. Wat het laatste jaar betreft, dit noemde
spr. een jaar van zorg voor het bestuur. Maar
desondanks kon hij wijzen op een sterke acti
viteit van de vereeniging. Herinnerd werd aan
de oprichting der Christ. Hist. Jongerengroep
IJmuiden-Oost.
Vervolgens vond de huldiging plaats van den
heer J. v. d. Plas.
De voorzitter bracht hem in welgekozen
woorden dank voor hetgeen hij voor de Chr.
Hist, vereeniging gedaan heeft. Als blijk van
waardeering werd hem, onder luid applaus,
een bloemenmand overhandigd. Eveneens
werden woorden van hulde en waardeering,
door den voorzitter, tot den heer A. ten Broeke
gesproken. Ook hem werd onder luiden bijval
een bloemenmand aangeboden.
Hierna betrad onder applaus, de heer J.
v. d. Plas, het podium. Deze bracht de verga
dering dank voor de huldiging, waarna hij een
schets gaf van het ontstaan der vereeniging
en het werk in de afgeloopen 25 jaar verricht.
De heer A. ten Broeke sprak eveneens een
woord van dank voor de hem gebrachte hul
de, waarbij hij dank bracht aan de kiezers van
Christ. Hist, beginselen. Zonder deze had ik,
zeide spr., geen 12y2 jaar lid van den raad
kunnen zijn. Hij achtte de taak, hem, als van
God opgelegd. Spreker roemde de prettige sa
menwerking der Chr. Historische raadsleden.
Met den wensch dat dit 25 jarig feest de onder
linge band nog meer mag versterken en met
een opwekking om wars van alle slapheid
voort be gaan, eindigde spreker zijn toespraak.
Na afloop der pauze had de verkiezing plaats
van twee bestuursleden wegens periodieke
aftreding van de heeren A. ten Broeke en H.
Roest. Beide werden herkozen.
Als afgevaardigde naar de algemeene ver
gadering werd benoemd de heer P. J. de
Korte.
Na afloop van het zakelijk gedeelte der ver
gadering werd het verdere van den avond'
doorgebracht met voordrachten en muziek
terwijl tot dekking der onkosten een verloting
plaats had.
Visscherijnieuws in een
notedop.
Tal van trawlers opgelegd. Wegens ongun
stige bedrijfsresultaten of in verband met re
paraties zijn opgelegd de trawlers Julie Streiff,
Clasina Luther, Timor, Oentoeng, Cath. Duij-
vis, I. S. Groen, Neptunus, Ewald, Zeehond en
Voorwaarts.
Naar Amsterdam. De Margaretha is voor re
paratie naar Amsterdam gebracht.
Waar komt die makreel vandaan? De laat
ste dagen kwam hier een tweetal trawlers, n.l.
de Eendracht en de Silvain aan den afslag
met groote vangsten makreel, een zeer bijzon
dere vangst in dezen tijd van het jaar. De be
manning bewaart omtrent de plaats van her
komst het grootste stilzwijgen. Vermoedelijk
is deze visch afkomstig van de Westkust.
Goedkoope ZuiderzeeharingDe prijzen der
Zuiderzeeharing zijn de laatste dagen sterk
gedaald. Natuurlijk is dit van invioed op de
prijzen van sommige soorten Noordzeevisch.
Overtreding Noordzeekanaal-
reglement.
Aanvaring tusschen „Helder" en een logger
voor den Raad voor de Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart heeft Woens
dagmiddag een onderzoek ingesteld naar de
oorzaak van de aanvaring, welke op 8 Novem
ber van het vorig jaar in het Noordzeekanaal
heeft plaatsgehad tusschen het ruim 3600
bruto reg. ton metend stoomvrachtschip „Hel
der" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. en den
motorlogger „Alida" Kw. 91.
De gezagvoerder van de „Helder" werd er
door den voorzitter opmerkzaam op gemaakt,
dat liet onderzoek mede zou loopen over de
vraag of het gebeurde te wijten is aan een
daad of een nalatigheid zijnerzijds. Betrokkene
deelde mede, dat bij het opstoomen in het
Noordzeekanaal naar IJmuiden de K.W. 91
vóór de „Helder" uitvoer.
De loods gaf het voorgeschreven signaal van
twee lange stooten om te passeeren en daar
er geen antwoord kwam. werd het verantwoord
geacht den logger voorbij te varen. Te 13.50
uur stoomde de K.W. 91 dwars van het achter
schip van de „Helder"; de roerganger van den
logger draaide zijn roer van bak- naar stuur
boord, zoodat hij steeds met zijn schip heen
en weer gierde. Instede van vaart te minderen
bleef de K.W. 91 steeds vclie kracht door
varen; toen de logger naar bakboord uit-
scheerde kwam zijn bakboordboeg tegen het
stuurboordachterschip van de „Helder". Van
den logger werden de verschansing aan den
bakboordvoorkant ingedrukt en eenige ver-
schansingsschutten verbogen. De „Helder"
kreeg geen schade.
De kapitein verklaarde, gedacht te hebben
dat de logger minder dan twee meter diep lag.
Het gebeurt geregeld dat in het kanaal varen
de loggers gepasseerd worden, bovendien had
hij den indruk dat de roerganger zijn attentie-
sein begrepen had omdat de K.W. 91 het mid
denvaarwater verliet en meer den wal opzocht.
Betrokkene weet, dat het passeeren 111 het
Noordzeekanaal van meer dan twee meter diep
liggende vaartuigen niet wordt toegestaan;
volgens hem is het echter onbegonnen werk
om een schipper van een visschersvaartuig te
verzoeken, vast te maken, aangezien zij daar
aan nooit gevolg geven. Het voorbijvaren ge
schiedde, nadat de Hembrug was gepasseerd.
Er kwam op den logger niemand aan dek, eerst
na de aanvaring kwam er iemand uit de mo
torkamer te voorschijn.
Volgens de ter zitting voorgelezen verklaring
van den schipper der K.W. 91 heeft deze geen
fiuitseinen van de „Helder" gehoord. De „Hel
der" kwam vrij snel oploopen.
De loods van de „Helder", die mede werd
gehoord, verklaarde dat vaartuigen als de
K.W. 91 in den regel gepasseerd worden, tenzij
men weet dat zij dieper dan twee meter liggen.
Getuige had den indruk gekregen, dat de K.W.
91 opzettelijk dichterbij was gekomen om van
de zuiging van de „Helder" te profiteeren.
De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart,
de gewezen vice-admiraal C. Fock. weet de
schuld van de aanvaring aan de overtreding
van het Noordzeekanaal-reglement, al is aan
boord van den logger de fout gemaakt dat er
geen vaart is verminderd. Dat in den regel
dergelijke visschersvaartuigen worden opge-
loopen en voorbij gevaren kan spr. niet aan
nemen; van de zijde van den Rijkswaterstaat
zou, indien dit gebleken ware, zeker zijn in
gegrepen.
Uitspraak volgt later.
HET NIEUWE PROGRAMMA VAN
„DE PONT".
In „De Pont" draait van a,s. Vrijdag tot en
met a.s. Woensdag „De Graaf van Monte
Christo", een bijzonder goed geslaagde ver
filming van den roman van Alexander Dumas
van dien naam.
De film duurt bijna twee uur, doch dank
zij de schitterende montage, dank zij de
schitterende actie van filmsterren als Robert
Donat, Louis Calhern, Sidney Blackmer.
Elissa Landi en Raymond Walbum, boeit de
film van het begin tot het einde.
De regisseur Roland Lee heeft met „De
Graaf van Monte Christo" een opmerkelijk
fraai filmwerk gecreëerd.
Op den inhoud komen wij morgen nader
terug.
Bevroren visch.
Van de brochure van den heer K. H. Tuse-
nius over „bevroren visch", waaraan wij gis
teren reeds het een en ander ontleenden volgt
hieronder het slot:
Kwaliteit.
Het snel-groeiende koel- en vrieswezen in
Nederland heeft bij den opslag van allerlei
levensmiddelen te kampen gehad met het feit,
dat men, althans in den beginne, slechts {lie
levensmiddelen in koel- en vrieshuizen onder
bracht, waarvoor men geen kooper had kunnen
vinden.'De goede, eersteklas waar werd nog
wel verkocht, maar de tweedeklas kwaliteit en
minder, kon bij overvloedigen aanvoer geen
kooper vinden en werd daarom dan maar op
geborgen in het koelhuis, in de hoop, daarvoor
later koopers en consumenten te vinden.
Dit heeft zich gestraft, want een in minder
goeden toestand verkeerend artikel wordt
door conserveering, door middel van koude, in
het gunstigste geval geconserveerd in den toe
stand, waarin het nu eenmaal is, en dit geldt
ook voor eenig levensmiddel, dat in uitmun
tenden toestand verkeert. Zoo zal dus bij de
conserveering van visch, door middel van
koude, bij het invriezen van visch dus. zorg
gedragen moeten worden, dat slechts eerste
soort visch daarvoor wordt bestemd. Het feit,
dat bij den aanvoer van iedere hoeveelheid
visch er steeds een gedeelte is, dat reeds 10
dagen oud is en een ander gedeelte, dat slechts
enkele dagen oud is, of misschien slechts
enkele uren, brengt hier het gevaar mede, dat
visch zal worden ingevroren, welke daartoe
niet geschikt is.
Wij behoeven in Nederland in de naaste toe
komst er nog niet op te rekenen, dat wij vis-
schersschepen zullen krijgen, met eigen vries-
inrichtingen, ten eerste omdat het aanschaf
fen van dergelijke schepen op het oogenblik
niet mogelijk is en ten tweede omdat er op
het oogenblik geen markt is voor bevroren
visch in Nederland. Deze markt zal langzamer
hand moeten worden opgebouwd en dit kan
thans alleen door het invriezen van goede
versche visch in de daarvoor bestemde land-
installaties.
Waar voor korten tijd de kosten, verbonden
aan invriezing en opslag, misschien nog een
bezwaar konden zijn, de hierboven genoemde
prijzen voor de geheele behandeling staan
thans de toepassing niet meer in den weg.
Beleening.
Er is mogelijk nog een ander bezwaar, een
bezwaar van financieelen aard en wel het
volgende. Er gaat n.l. een bedrag aan geld
vaststaan in de voorraden. Doch ook hieraan
kan worden tegemoet gekomen en wordt tege«
moet gekomen door de vrieshuizen. Zij geven
n.l. voorschotten op de voorraden visch, welke
in het koelhuis zijn opgeslagen, een en ander
tegen zeer matige rente, evenals dit ook ge
schiedt bij den koelhuis-opslag van maatjes
haring, al of niet tegen afgifte van ceelen.
Wanneer de voorteekenen niet bedriegen,
zal in het komende voorjaar de aanvoer van
platvisch te IJmuiden wederom zeer belang
rijk zijn tegen buitengewoon lage prijzen en
het is daarom dat ik gemeend heb op de tech
nische en economische mogelijkheden van
het bevriezen van visch nogmaals de aandacht
te moeten vestigen.
In een tijd, dat ook de regeering pogingen
aanwendt om het zoo zwaar getroffen vissche
rij bedrijf eenigen steun te vèrleenen, mag ook
in ons land niet over het hoofd gezien worden,
dat er een hulpmiddel is voor dit zoo zwaar
getroffen bedrijf, waarvan natuurlijk niet de
redding mag worden verwacht, maar waarin
toch zeer zeker een stimulans kan worden
zocht voor verbetering.
De installaties om een en ander mogelijk te
maken, zijn door groote financieele offers, ge
steund door wetenschappelijke onderzoekin
gen over de geheele wereld, tot stand geko
men. De omstandigheden hebben er toe geleid,
dat ons land van deze vorderingen der weten
schap nog niet dat gebruik heeft gemaakt,
dat het buitenland deed. Wij mogen echter
verwachten, dat ook wij thans aan het begin
van de periode staan, dat de achterstand zal
worden ingehaald.
Koelhuismaatjes,
Reeds lang voordat Nederland er mede be
gon, maakte het buitenland gebruik van de
vrieshuizen voor den opslag van de z.g. koel
huismaatjes. Slechts aax-zelend is ons iand,
zijn onze haringhandelaren gevolgd, en het
is nu nog zoo, dat men liever gebruik maakt
van ongeschikte koelkelders van oude brouwe
rijen enz., dan van de meest moderne vries-
inrichtingen en men waagt liever de kans van
bederf dan voor het deskundig bewaren één
enkele gulden méér uit te geven, Wanneer de
bestaande vereenigingen op het gebied van de
visscherij coöperatief gebruik zouden willen
maken van de bestaande gelegenheid tot be
vriezen en opslaan van visch, in welken vorm
ook, dan zouden de kosten zelfs een te ver-
waarloozen factor worden. Daarnaast en niet
het minst daardoor, zou ook de Nederlandsche
koelindustrie haar groei kunnen voortzetten.
Het is blijkbaar in- het visscherij bedrijf nog :e
weinig bekend, welke groote mogelijkheden
de koude biedt ook voor dit bedrijf.
ONDERLINGE COMPETITIE D. C. IJ.
De uitslagen der laatst gespeelde wedstrij
den voor de onderlinge competitie van D.C.IJ.
luiden als volgt:
B. Dukel-P. Ley te 2—0
SuykBasstra 20
SmitOtt 02
KraaiKramer 11
Buis«Dukel 11
Vrijhofv. d. Velde 20
Postv. d. Heijde 11
H. VisserMeyer 2—0
v. StralenOutenaar (afgebr.i
Kuyk—v. d. Gaay 0—2
E. BroekKok 20
VlegelsPostma 02
PostmaP. VLsser 20
J. VisserDe Weert 20
SchooneP. Visser 11
SuweserijnWoudhuizen 02
E. BroekLandwehr 02
Door deze uitslagen zijn de beslissingen
voor de diverse clubkampioenschappen vrij
wel gevallen.
B. Dukel die door zijn overwinning op Leij-
te 8 punten voorstaat met nog slechts 4 te
spelen partijen is practisch gesproken club
kampioen. Eén remise is reeds voldoende
voor den titel.
In de tweede klas moet het al bijzonder
raar loopen wil de titel aan H. Buis ont
gaan, terwijl in de derde klas v. Stralen,
Outenaar en v. d. Sluis nog een hevigen strijd
voeren om den titel.
In de vierde klas is het J. Visser die een
fraaien voorsprong heeft. Ook hier zal het
kampioenschap wel aan dezen speler vallen.
Voor de jubileum wedstrijden van den N.DB.
is het pleit voor de hoofdklasse, groep A
ten gunste van B. Dukel beslist. In groep B
zijn het H. de Boer, C. Bais en vermoedelijk
G. Postma die zullen moeten herkampen om
een plaats in de finale voor het kampioen
schap van Noord-Holland.
Het Ziekenfondswezen.
Een brochure om aan te dringen op eenheid
der ontevredenen.
Een overzicht van de Volkenbondsraadszitting in St. James's Palace te Londen.
Voorzitter Bruce ziet men op de foto rechts op den achtergrond. Rechts van hem
ziet men den Franschen minister van buitenlandsche zaken Flandin en den
Italiaan Grandi.
Ons wordt toegezonden een door F. M. van
Vliet te Santpoort geschreven brochure over
het ziekenfondswezen in Nederland. Hij be
toogt daarin dat de strijd op liet ziekenfonds-
gebied ontbrand is in IJmuiden, Utrecht, den
Haag, Maastricht, Oosterbeek, Assen, Vlaar-
dingen en nog andere steden. Deze plaatselijke
acties staan wel afzonderlijk maar hebben
toch in de kern een overeenkomst, zoodat van
een landelijke quaestie gesproken kan worden,
die haar oorzaak vindt in de houding van de
„Nederlandsche Maatschappij tot bevordering
der Geneeskunst" wat de maatschappij-zieken-
fondsen betreft. De schrijver is van meening
dat door de maatschappij-ziekenfondsen geen
rekening wordt gehouden met de huidige tijds
omstandigheden. De contributie kan lager ge
steld worden, terwijl ook tegenover de werk-
loozen een extra tegemoetkomende houding
kan worden aangenomen die door de fondsen
zelf gedragen kan worden.
Uitvoerige bijzonderheden worden medege
deeld over de ziekenfondsquaestie te IJmuiden.
De schrijver zegt, dat dit fonds een reserve
gemaakt heeft van f 60.000. Ziekenfondsen
hebben, naar hij meent, geen reserves van be-
teekenis noodig, zoodat hij meent te mogen
concludeeren, dat de leden van het fonds in
IJmuiden en omstreken in de afgeloopen jaren
zeker f 50.000 te veel aan contributies Detaald
hebben. „Te veel, ja en waarvoor? Om de gel
den bijeen te brengen waarvan de leden mis
schien later nog eens profijt zouden kunnen
hebben? Om daarvoor misschien ten bate van
de leden een consultatiebureau te bouwen of
iets soortgelijks? Laten wij u niet langer in
het onzekere laten. Die reserves van de diverse
Maatschappij-fondsen zijn het onvervreemd
baar eigendom van de Maatschappij. De leden
hebben daarop geen recht, de Maatschappij
kan verlangen, dat een deel, of zelfs het ge
heel, naar het hoofdbureau te Amsterdam
wordt opgezonden. Misschien zal men dit
trachten te verdedigen door te zeggen, dat
het Hoofdkantoor financieele hulp moet ver-
leenen aan andere ziekenfondsen. Noodlijden
de Maatschappij-fondsen bestaan inderdaad,
bijvoorbeeld in Friesland. Het eigenaardige
is evenwel, dat daar de kleine onderling be
heerde fondsen wél uitkomen.
De conflicten zullen zich. naar schrijver
verwacht, ook gaan uitstrekken tot de midden
standsziekenfondsen.
Achter al deze conflicten staat de Maat
schappij, die niets anders is dan een vereeni
ging tot behartiging van de financieele belan
gen der doktoren.
Van een wettelijke regeling verwacht de
schrijver ook niets, omdat de Maatschappij in
de Centrale commissie voor het Ziekenfonds
wezen den grootsten invloed heeft. „Wij kun
nen van de regeering niets verwachten en
daarom moeten wij het zelf doen."
De strijders in verschillende plaatsen in het
land moeten zich zoo besluit de schrijver
vereenigen om daardoor het beoogde doel, een
goedkooper ziekenfondswezen, te bereiken.