HET NIEUWE AVONDBLAD 21e JAARGANG No. 115 DONDERDAG 19 MAART '36 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand cents plus 2j4 cents incasso, per kwartaal 1.20 pius 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeen© Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIëN15 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zooüra zij 14 dagen als zoodanig in de registers ziin ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; ƒ600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; ƒ30.- bij breuk van boven- en/of onderarm; 30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen. Ten gevolge van spoor- tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar tuigen énz. 400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart. tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe ILA.V.- Bank te Schiedam. Nog een Idealist. De idealisten die meenen dat men den oorlog, den massamoord der volken, uit kan roeien worden zooals u weet nogal eens uit gelachen. Men wordt ook boos op hen, en de lieden die boos worden zeggen dat zij met hun beide beenen op den grond staan, dat zij nuchter en verstandig zijn, dat men niet naar het onmogelijke moet streven, dat idealen dwaasheden zijn en dat de oorlog een onvermijdelijkheid is, of een noodlot of zooiets. Maar er Zijn ook andere idealisten in dezen merkwaardigen tijd, en tot hen behoort Alden H. Waitt, kapitein bij den chemischen dienst in het Amerikaansche leger, die in het bekende tijdschrift „Scientific American" een artikel heeft geschreven onder den titel jlet Ideale Gifgas". Hij begint in den volgenden trant: „Met het zoeken naar het ideaal oor- logsgas houden zoowel de strategen zich bezig, als de physiologen, de natuurkun digen en de scheikundigen. Daar voorts in onzen tijd een oorlog zoowel met geld als met projectielen wordt gevoerd, ver- eischen de beschikbare middelen, dat strikte zuinigheid wordt betracht. Aan gezien een ideaal nu eenmaal onbereik baar is, is het noodig, dat een compro mis wordt verkregen. Niettemin kunnen wij streven naar een ideaal, ook al we ten wij, dat wij het nimmer kunnen be reiken. Op die wijze heeft de militaire scheikundige althans een richtpunt". Wat mij iïï dit betoog vooral treft is de zin „Niettemin kunnen wij streven naar een ideaal, ook al weten wij, dat wij het nimmer kunnen bereiken". Deze zin heeft kapitein Waitt niet van zich zelf. Die heeft-ie overgeschreven van ver scheidene van die laakbare vredes-idealisten, die utopistische oorlogsbestrijders. Maar hij kent natuurlijk zijn Pappenheimers. Hij weet dat dezelfde menschen, die kwaad over zoo'n argument worden als de oorlogsbestrijders het gebruiken, het zeer gezond zullen vin den als hij het bezigt. Hij geeft er dus blijk van met beide beenen op den grond te staan; het onmogelijke niet te willen nastreven enz. enz Van de oorlogsbestrijders, die meenen dat hun ideaal wel bereikbaar is, heelemaal bereikbaar, zwijg ik nu maar. Uit beschei denheid. De Amerikaansche gas-idealist begint dan met zijn technische uiteenzettingen. Ik zal u slechts op enkele bekoorlijke staaltjes van zijn liefelijk betoog onthalen: „Bij mosterdgas ligt de voor de longen fatale dosis tusschen 0.06 en 0.2 ounce per 1000 kubieke voet lucht, al naar ge lang van den tijd, gedurende welken het slachtoffer er aan is bloot gesteld. De oogen worden reeds beschadigd bij con centraties in een verhouding van 1 op 14.000.000, echter slechts wanneer zij lang aan de inwerking van het gas zijn bloot gesteld. De geur van mosterdgas is waar neembaar in concentraties van 1 op 10 millioen deelen lucht; nietemin brandt het reeds op de huid als men gaat zitten op grond, die sporen mosterdgas bevat in een zóo nietige concentratie, dat de geur er van niet waarneembaar is. De werkzaamheid dezer stoffen in kleine concentraties vormt evenwel slechts een der factoren van een ideaal gifgas, en men moet nog een langen weg afleggen, eer men dit ideaal heeft be reikt Tegen het ideale gifgas moet de vijand zich ook moeilijk kunnen bescher men. Het moet in staat zijn, de bescher mende uitrusting van den tegenstander te doordringen, of deze althans op een zware proef te kunnen stellen. Het nieuwe gas moet meer presteeren dan den vijand dwingen zijn gasmasker aan te doen. Het moet alle deelen van het lichaam aantasten. Ook in dit op zicht moet het met mosterdgas concur- reeren, dat zoowel in gasvormigen als in vloeibaren toestand zoowel de longen als de oogen en de huid aantast. Het nieuwe gas moet verder in staat zijn door het masker heen te dringen De rest, die naar rato is, bewaar ik u. Het is de plicht van een dagblad de vor deringen der moderne beschaving, waartoe vooral de techniek behoort, te vermelden. De Westersche beschaving werkt, zooals ieder een weet, in dit opzicht in Europa en Ame rika met gelijke kracht. Volle sympathie heerscht tusschen beide werelddeelen. Het zal u ook interesseeren dat zich een modern idealisme ontwikkelt, dat van het Sifgas, dat dank zij de onbeperkte geldmid delen waarover het beschikken kan en de geestdrift die in het in zijn adepten ontwik kelt ons allen naar de schepping van het ideale gifgas, althans naar het compromis dat daaraan nabij komt, zal voeren. Geen gasmasker zal meer baten, alle lichaamsdee- n gelijktijdig worden aangetast. De Riddertijd der twintigste eeuw naakt! We zitten er trouwens al een heele eind in. Wat een beschaving, wat een vooruitgang, welk een Christenen! R. P. IJMUIDEN. Christ.-Hist. Kiesvereeniging. Viering van het zilveren jubileum. Gisteravond heeft in het Gebouw voor Christ. Belangen de 25e jaarvergadering plaats gehad van de Chr. Hist. Kiesvereeniging IJmuiden. De vergadering, die een feestelijk karakter droeg en opgeluisterd werd door het bekende strijkje onder leiding van den heer Sj. Doevendans, was druk bezocht. De vergadering werd geopend door den voor zitter, den heer J. C. Dunnebier, die zeide dat het hem een groot genoegen deed. een woord van welkom op dezen avond te mogen spreken. Spr. gewaagde van een rijken zegen, die de vereeniging in de afgeloopen 25 jaren heeft mogen genieten. Vervolgens besprak de heer Dunnebier den algemeenen toestand. Spreker stond in het bijzonder stil bij de gevolgen van de houding van Duitschland. Sprekende over den binnen- landschen toestand van het Duitsche Rijk, noemde spreker deze droevig, voornamelijk wat betreft het Kerkelijk en geestelijk leven. Let tende op deze toestanden en de dictatuur in Rusland, dan heeft men in ons land niet te klagen, maar kan men zich, «tegenover toe standen zoo als in Duitschland en Rusland heerschen, gelukkig noemen. Hier heeft men het recht van vrije meeningsuiting. Wel zegt spr. kan men verwachten, dat bij de eerst volgende grondwetsherziening tegen groepen, die er op uit zijn, de regeering te ondermijnen, harder dan tot dus ver wel geschied is, zal worden opgetreden. Vervolgens wekte spr. de aanwezigen op, trots de moeilijke tijden, die een ontmoedigen- den invloed op de menschen uitoefenen, trouw te zijn aan het beginsel, vast te staan achter Vorstin en regeering. Hierop zongen de aanwezigen staande twee coupletten van het Wilhelmus en werden eenige felicitatie brieven voorgelezen. Het jaarverslag werd uitgebracht door den secretaris den heer H. Roest. Deze begon met een overzicht van het ontstaan der vereeni ging. Hierbij werd de aandacht gevestigd op het feit, dat de heer J. v. d. Plas 25 jaren als bestuurslid jubileerde. Vervolgens werd een overzicht gegeven van de werkzaamheden der vereeniging. Hieruit bleek dat de vereeni ging in de 25 jaren gestadig vooruit is gegaan. Vervolgens werd door den secretaris een woord van hulde toegesproken tot den heer A. ten Broeke, die 4 Maart het feit heeft herdacht dat hij 121/2 jaar als raadslid zitting heeft ge had. Wat het laatste jaar betreft, dit noemde spr. een jaar van zorg voor het bestuur. Maar desondanks kon hij wijzen op een sterke acti viteit van de vereeniging. Herinnerd werd aan de oprichting der Christ. Hist. Jongerengroep IJmuiden-Oost. Vervolgens vond de huldiging plaats van den heer J. v. d. Plas. De voorzitter bracht hem in welgekozen woorden dank voor hetgeen hij voor de Chr. Hist, vereeniging gedaan heeft. Als blijk van waardeering werd hem, onder luid applaus, een bloemenmand overhandigd. Eveneens werden woorden van hulde en waardeering, door den voorzitter, tot den heer A. ten Broeke gesproken. Ook hem werd onder luiden bijval een bloemenmand aangeboden. Hierna betrad onder applaus, de heer J. v. d. Plas, het podium. Deze bracht de verga dering dank voor de huldiging, waarna hij een schets gaf van het ontstaan der vereeniging en het werk in de afgeloopen 25 jaar verricht. De heer A. ten Broeke sprak eveneens een woord van dank voor de hem gebrachte hul de, waarbij hij dank bracht aan de kiezers van Christ. Hist, beginselen. Zonder deze had ik, zeide spr., geen 12y2 jaar lid van den raad kunnen zijn. Hij achtte de taak, hem, als van God opgelegd. Spreker roemde de prettige sa menwerking der Chr. Historische raadsleden. Met den wensch dat dit 25 jarig feest de onder linge band nog meer mag versterken en met een opwekking om wars van alle slapheid voort be gaan, eindigde spreker zijn toespraak. Na afloop der pauze had de verkiezing plaats van twee bestuursleden wegens periodieke aftreding van de heeren A. ten Broeke en H. Roest. Beide werden herkozen. Als afgevaardigde naar de algemeene ver gadering werd benoemd de heer P. J. de Korte. Na afloop van het zakelijk gedeelte der ver gadering werd het verdere van den avond' doorgebracht met voordrachten en muziek terwijl tot dekking der onkosten een verloting plaats had. Visscherijnieuws in een notedop. Tal van trawlers opgelegd. Wegens ongun stige bedrijfsresultaten of in verband met re paraties zijn opgelegd de trawlers Julie Streiff, Clasina Luther, Timor, Oentoeng, Cath. Duij- vis, I. S. Groen, Neptunus, Ewald, Zeehond en Voorwaarts. Naar Amsterdam. De Margaretha is voor re paratie naar Amsterdam gebracht. Waar komt die makreel vandaan? De laat ste dagen kwam hier een tweetal trawlers, n.l. de Eendracht en de Silvain aan den afslag met groote vangsten makreel, een zeer bijzon dere vangst in dezen tijd van het jaar. De be manning bewaart omtrent de plaats van her komst het grootste stilzwijgen. Vermoedelijk is deze visch afkomstig van de Westkust. Goedkoope ZuiderzeeharingDe prijzen der Zuiderzeeharing zijn de laatste dagen sterk gedaald. Natuurlijk is dit van invioed op de prijzen van sommige soorten Noordzeevisch. Overtreding Noordzeekanaal- reglement. Aanvaring tusschen „Helder" en een logger voor den Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft Woens dagmiddag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de aanvaring, welke op 8 Novem ber van het vorig jaar in het Noordzeekanaal heeft plaatsgehad tusschen het ruim 3600 bruto reg. ton metend stoomvrachtschip „Hel der" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. en den motorlogger „Alida" Kw. 91. De gezagvoerder van de „Helder" werd er door den voorzitter opmerkzaam op gemaakt, dat liet onderzoek mede zou loopen over de vraag of het gebeurde te wijten is aan een daad of een nalatigheid zijnerzijds. Betrokkene deelde mede, dat bij het opstoomen in het Noordzeekanaal naar IJmuiden de K.W. 91 vóór de „Helder" uitvoer. De loods gaf het voorgeschreven signaal van twee lange stooten om te passeeren en daar er geen antwoord kwam. werd het verantwoord geacht den logger voorbij te varen. Te 13.50 uur stoomde de K.W. 91 dwars van het achter schip van de „Helder"; de roerganger van den logger draaide zijn roer van bak- naar stuur boord, zoodat hij steeds met zijn schip heen en weer gierde. Instede van vaart te minderen bleef de K.W. 91 steeds vclie kracht door varen; toen de logger naar bakboord uit- scheerde kwam zijn bakboordboeg tegen het stuurboordachterschip van de „Helder". Van den logger werden de verschansing aan den bakboordvoorkant ingedrukt en eenige ver- schansingsschutten verbogen. De „Helder" kreeg geen schade. De kapitein verklaarde, gedacht te hebben dat de logger minder dan twee meter diep lag. Het gebeurt geregeld dat in het kanaal varen de loggers gepasseerd worden, bovendien had hij den indruk dat de roerganger zijn attentie- sein begrepen had omdat de K.W. 91 het mid denvaarwater verliet en meer den wal opzocht. Betrokkene weet, dat het passeeren 111 het Noordzeekanaal van meer dan twee meter diep liggende vaartuigen niet wordt toegestaan; volgens hem is het echter onbegonnen werk om een schipper van een visschersvaartuig te verzoeken, vast te maken, aangezien zij daar aan nooit gevolg geven. Het voorbijvaren ge schiedde, nadat de Hembrug was gepasseerd. Er kwam op den logger niemand aan dek, eerst na de aanvaring kwam er iemand uit de mo torkamer te voorschijn. Volgens de ter zitting voorgelezen verklaring van den schipper der K.W. 91 heeft deze geen fiuitseinen van de „Helder" gehoord. De „Hel der" kwam vrij snel oploopen. De loods van de „Helder", die mede werd gehoord, verklaarde dat vaartuigen als de K.W. 91 in den regel gepasseerd worden, tenzij men weet dat zij dieper dan twee meter liggen. Getuige had den indruk gekregen, dat de K.W. 91 opzettelijk dichterbij was gekomen om van de zuiging van de „Helder" te profiteeren. De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart, de gewezen vice-admiraal C. Fock. weet de schuld van de aanvaring aan de overtreding van het Noordzeekanaal-reglement, al is aan boord van den logger de fout gemaakt dat er geen vaart is verminderd. Dat in den regel dergelijke visschersvaartuigen worden opge- loopen en voorbij gevaren kan spr. niet aan nemen; van de zijde van den Rijkswaterstaat zou, indien dit gebleken ware, zeker zijn in gegrepen. Uitspraak volgt later. HET NIEUWE PROGRAMMA VAN „DE PONT". In „De Pont" draait van a,s. Vrijdag tot en met a.s. Woensdag „De Graaf van Monte Christo", een bijzonder goed geslaagde ver filming van den roman van Alexander Dumas van dien naam. De film duurt bijna twee uur, doch dank zij de schitterende montage, dank zij de schitterende actie van filmsterren als Robert Donat, Louis Calhern, Sidney Blackmer. Elissa Landi en Raymond Walbum, boeit de film van het begin tot het einde. De regisseur Roland Lee heeft met „De Graaf van Monte Christo" een opmerkelijk fraai filmwerk gecreëerd. Op den inhoud komen wij morgen nader terug. Bevroren visch. Van de brochure van den heer K. H. Tuse- nius over „bevroren visch", waaraan wij gis teren reeds het een en ander ontleenden volgt hieronder het slot: Kwaliteit. Het snel-groeiende koel- en vrieswezen in Nederland heeft bij den opslag van allerlei levensmiddelen te kampen gehad met het feit, dat men, althans in den beginne, slechts {lie levensmiddelen in koel- en vrieshuizen onder bracht, waarvoor men geen kooper had kunnen vinden.'De goede, eersteklas waar werd nog wel verkocht, maar de tweedeklas kwaliteit en minder, kon bij overvloedigen aanvoer geen kooper vinden en werd daarom dan maar op geborgen in het koelhuis, in de hoop, daarvoor later koopers en consumenten te vinden. Dit heeft zich gestraft, want een in minder goeden toestand verkeerend artikel wordt door conserveering, door middel van koude, in het gunstigste geval geconserveerd in den toe stand, waarin het nu eenmaal is, en dit geldt ook voor eenig levensmiddel, dat in uitmun tenden toestand verkeert. Zoo zal dus bij de conserveering van visch, door middel van koude, bij het invriezen van visch dus. zorg gedragen moeten worden, dat slechts eerste soort visch daarvoor wordt bestemd. Het feit, dat bij den aanvoer van iedere hoeveelheid visch er steeds een gedeelte is, dat reeds 10 dagen oud is en een ander gedeelte, dat slechts enkele dagen oud is, of misschien slechts enkele uren, brengt hier het gevaar mede, dat visch zal worden ingevroren, welke daartoe niet geschikt is. Wij behoeven in Nederland in de naaste toe komst er nog niet op te rekenen, dat wij vis- schersschepen zullen krijgen, met eigen vries- inrichtingen, ten eerste omdat het aanschaf fen van dergelijke schepen op het oogenblik niet mogelijk is en ten tweede omdat er op het oogenblik geen markt is voor bevroren visch in Nederland. Deze markt zal langzamer hand moeten worden opgebouwd en dit kan thans alleen door het invriezen van goede versche visch in de daarvoor bestemde land- installaties. Waar voor korten tijd de kosten, verbonden aan invriezing en opslag, misschien nog een bezwaar konden zijn, de hierboven genoemde prijzen voor de geheele behandeling staan thans de toepassing niet meer in den weg. Beleening. Er is mogelijk nog een ander bezwaar, een bezwaar van financieelen aard en wel het volgende. Er gaat n.l. een bedrag aan geld vaststaan in de voorraden. Doch ook hieraan kan worden tegemoet gekomen en wordt tege« moet gekomen door de vrieshuizen. Zij geven n.l. voorschotten op de voorraden visch, welke in het koelhuis zijn opgeslagen, een en ander tegen zeer matige rente, evenals dit ook ge schiedt bij den koelhuis-opslag van maatjes haring, al of niet tegen afgifte van ceelen. Wanneer de voorteekenen niet bedriegen, zal in het komende voorjaar de aanvoer van platvisch te IJmuiden wederom zeer belang rijk zijn tegen buitengewoon lage prijzen en het is daarom dat ik gemeend heb op de tech nische en economische mogelijkheden van het bevriezen van visch nogmaals de aandacht te moeten vestigen. In een tijd, dat ook de regeering pogingen aanwendt om het zoo zwaar getroffen vissche rij bedrijf eenigen steun te vèrleenen, mag ook in ons land niet over het hoofd gezien worden, dat er een hulpmiddel is voor dit zoo zwaar getroffen bedrijf, waarvan natuurlijk niet de redding mag worden verwacht, maar waarin toch zeer zeker een stimulans kan worden zocht voor verbetering. De installaties om een en ander mogelijk te maken, zijn door groote financieele offers, ge steund door wetenschappelijke onderzoekin gen over de geheele wereld, tot stand geko men. De omstandigheden hebben er toe geleid, dat ons land van deze vorderingen der weten schap nog niet dat gebruik heeft gemaakt, dat het buitenland deed. Wij mogen echter verwachten, dat ook wij thans aan het begin van de periode staan, dat de achterstand zal worden ingehaald. Koelhuismaatjes, Reeds lang voordat Nederland er mede be gon, maakte het buitenland gebruik van de vrieshuizen voor den opslag van de z.g. koel huismaatjes. Slechts aax-zelend is ons iand, zijn onze haringhandelaren gevolgd, en het is nu nog zoo, dat men liever gebruik maakt van ongeschikte koelkelders van oude brouwe rijen enz., dan van de meest moderne vries- inrichtingen en men waagt liever de kans van bederf dan voor het deskundig bewaren één enkele gulden méér uit te geven, Wanneer de bestaande vereenigingen op het gebied van de visscherij coöperatief gebruik zouden willen maken van de bestaande gelegenheid tot be vriezen en opslaan van visch, in welken vorm ook, dan zouden de kosten zelfs een te ver- waarloozen factor worden. Daarnaast en niet het minst daardoor, zou ook de Nederlandsche koelindustrie haar groei kunnen voortzetten. Het is blijkbaar in- het visscherij bedrijf nog :e weinig bekend, welke groote mogelijkheden de koude biedt ook voor dit bedrijf. ONDERLINGE COMPETITIE D. C. IJ. De uitslagen der laatst gespeelde wedstrij den voor de onderlinge competitie van D.C.IJ. luiden als volgt: B. Dukel-P. Ley te 2—0 SuykBasstra 20 SmitOtt 02 KraaiKramer 11 Buis«Dukel 11 Vrijhofv. d. Velde 20 Postv. d. Heijde 11 H. VisserMeyer 2—0 v. StralenOutenaar (afgebr.i Kuyk—v. d. Gaay 0—2 E. BroekKok 20 VlegelsPostma 02 PostmaP. VLsser 20 J. VisserDe Weert 20 SchooneP. Visser 11 SuweserijnWoudhuizen 02 E. BroekLandwehr 02 Door deze uitslagen zijn de beslissingen voor de diverse clubkampioenschappen vrij wel gevallen. B. Dukel die door zijn overwinning op Leij- te 8 punten voorstaat met nog slechts 4 te spelen partijen is practisch gesproken club kampioen. Eén remise is reeds voldoende voor den titel. In de tweede klas moet het al bijzonder raar loopen wil de titel aan H. Buis ont gaan, terwijl in de derde klas v. Stralen, Outenaar en v. d. Sluis nog een hevigen strijd voeren om den titel. In de vierde klas is het J. Visser die een fraaien voorsprong heeft. Ook hier zal het kampioenschap wel aan dezen speler vallen. Voor de jubileum wedstrijden van den N.DB. is het pleit voor de hoofdklasse, groep A ten gunste van B. Dukel beslist. In groep B zijn het H. de Boer, C. Bais en vermoedelijk G. Postma die zullen moeten herkampen om een plaats in de finale voor het kampioen schap van Noord-Holland. Het Ziekenfondswezen. Een brochure om aan te dringen op eenheid der ontevredenen. Een overzicht van de Volkenbondsraadszitting in St. James's Palace te Londen. Voorzitter Bruce ziet men op de foto rechts op den achtergrond. Rechts van hem ziet men den Franschen minister van buitenlandsche zaken Flandin en den Italiaan Grandi. Ons wordt toegezonden een door F. M. van Vliet te Santpoort geschreven brochure over het ziekenfondswezen in Nederland. Hij be toogt daarin dat de strijd op liet ziekenfonds- gebied ontbrand is in IJmuiden, Utrecht, den Haag, Maastricht, Oosterbeek, Assen, Vlaar- dingen en nog andere steden. Deze plaatselijke acties staan wel afzonderlijk maar hebben toch in de kern een overeenkomst, zoodat van een landelijke quaestie gesproken kan worden, die haar oorzaak vindt in de houding van de „Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst" wat de maatschappij-zieken- fondsen betreft. De schrijver is van meening dat door de maatschappij-ziekenfondsen geen rekening wordt gehouden met de huidige tijds omstandigheden. De contributie kan lager ge steld worden, terwijl ook tegenover de werk- loozen een extra tegemoetkomende houding kan worden aangenomen die door de fondsen zelf gedragen kan worden. Uitvoerige bijzonderheden worden medege deeld over de ziekenfondsquaestie te IJmuiden. De schrijver zegt, dat dit fonds een reserve gemaakt heeft van f 60.000. Ziekenfondsen hebben, naar hij meent, geen reserves van be- teekenis noodig, zoodat hij meent te mogen concludeeren, dat de leden van het fonds in IJmuiden en omstreken in de afgeloopen jaren zeker f 50.000 te veel aan contributies Detaald hebben. „Te veel, ja en waarvoor? Om de gel den bijeen te brengen waarvan de leden mis schien later nog eens profijt zouden kunnen hebben? Om daarvoor misschien ten bate van de leden een consultatiebureau te bouwen of iets soortgelijks? Laten wij u niet langer in het onzekere laten. Die reserves van de diverse Maatschappij-fondsen zijn het onvervreemd baar eigendom van de Maatschappij. De leden hebben daarop geen recht, de Maatschappij kan verlangen, dat een deel, of zelfs het ge heel, naar het hoofdbureau te Amsterdam wordt opgezonden. Misschien zal men dit trachten te verdedigen door te zeggen, dat het Hoofdkantoor financieele hulp moet ver- leenen aan andere ziekenfondsen. Noodlijden de Maatschappij-fondsen bestaan inderdaad, bijvoorbeeld in Friesland. Het eigenaardige is evenwel, dat daar de kleine onderling be heerde fondsen wél uitkomen. De conflicten zullen zich. naar schrijver verwacht, ook gaan uitstrekken tot de midden standsziekenfondsen. Achter al deze conflicten staat de Maat schappij, die niets anders is dan een vereeni ging tot behartiging van de financieele belan gen der doktoren. Van een wettelijke regeling verwacht de schrijver ook niets, omdat de Maatschappij in de Centrale commissie voor het Ziekenfonds wezen den grootsten invloed heeft. „Wij kun nen van de regeering niets verwachten en daarom moeten wij het zelf doen." De strijders in verschillende plaatsen in het land moeten zich zoo besluit de schrijver vereenigen om daardoor het beoogde doel, een goedkooper ziekenfondswezen, te bereiken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 1