H Amsterdam weet niet wat lente is. Luchtige Luchtkasteelen OVER ADVERTEEREN OE IK GROEIDE Tandheelkundig Instituut GEHEEL GEBIT DINSDAG 24 MAART 1936 Naar vestigingseischen voor den middenstand. Minimum-eischen gesteld. Wetsontwerp door minister Gelissen ingediend. Minister Gelissen heeft thans in de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend, waarin vestigingseischen voor den middenstand wor den gesteld, een regeling, betreffende het ves tigen van inrichtingen, waarin eenige tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid zal worden uitgeoefend." De minister stelt voorop, dat er geen sprake zal kunnen zijn van eenig initiatief ten deze door de overheid te nemen in branches, waar in de bedrijfsgenooten zelf in dit opzicht tot dusverre in gebreke bleven. Deze grondge dachte is belichaamd in art. 4 van het ont werp, waarin bepaald is, dat vestigingseischen ten aanzien van een tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid alleen kunnen worden vastgesteld op verzoek van één of meer rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigin- gen van ondernemers in den betreffenden tak. Onder „vestigingseischen" verstaat het ont werp bepaalde, na advies van den midden- standsraaa bij algemeenen maatregel van be stuur vast te stellen, minimum-eischen van credietwaardigheid, handelskennis en vakbe kwaamheid. Het ontwerp denkt zich de uitwerking van dit beginsel nu zoo, dat op verzoek van een of meer rechtspersoonlijkheid bezittende ver- eenigingen van ondernemers in een tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid (middenstandspatroonsvereenigingen dus) bij algemeenen maatregel van bestuur bepaald kan worden, dat vestiging van een inrichting, waarin deze tak al dan niet uitsluitend zal worden uitgeoefend, niet zal mogen geschie den, zonder daartoe van de Kamer van Koop handel verkregen vergunning. In dezen alge meenen maatregel van bestuur zal dan tevens bepaald worden, voor welke gemeente de ves tiging van een nieuwe zaak aan een derge lijke vergunningen gebonden zal worden. Uit drukkelijk is bepaald, d?t voor verplaatsing van een zaak binnen dezelfde gemeente nim- men een vergunning noodig zal zijn. De Kamers van Koophandel zijn gehouden, de vergunning te verleenen, indien te haren genoege is aangetoond, dat de aanvragers vol doen aan de vastgestelde „vestigingseischen". De redactie van het ontwerp is zoodanig ge kozen, dat voor het verkrijgen van een ver gunning tot het openen van b.v. een filiaal vast moet staan, dat ook de beheerder of fi liaalhouder aan de vestigingseischen voldoet. Daarbij legt het ontwerp ook vast, dat het verleenen van een vergunning niet afhanke lijk is van de vraag of er al of niet plaats is voor een nieuwe zaak, doch uitsluitend van de vraag, of de nieuwe ondernemer voldoet aan zekere eischen van deskundigheid en finan- cieele draagkracht. In de memorie van Toelichting wordt ge wezen op een onderzoek naar den gemiddelden duur van winkelzaken. Uit de bijeengebrachte cijfers blijkt, dat van 109 kruidenierswinkels, in Mei 1928 te Tilburg geteld, er in Juli 1934 nog slechts 53 bestonden. In het Hoefkadedistrict te 'sGravenhage werden in 1927 95 kruidenierswinkels aange troffen, waarvan er in Juli 1932 nog 36 „in leven" bleken te zijn. Een der voornaamste gedachten, die in het wetsontwerp zijn neergelegd, is verheffing van het vak, terwijl tevens de mogelijkheid be staat overbezetting tegen te gaan. KLEINKIND ZEER ERNSTIG MISHANDELD. Maandag stond voor de rechtbank te Maas tricht terecht de mijnwerker P. V. en diens tweede vrouw M. E. B., wegens mishandeling van een tweejarig kind, waarmede hun zes tienjarige dochter resp. stiefdochter uit Duïtschland was teruggekeerd en bij hen haar intrek had genomen. Het O. M. achtte pogjng tot doodslag ten laste van den grootvader bewezen en eisch- te tegen hem een gevangenisstraf van twee Jaar. Tegen zijn echtgenoote werd een ge vangenisstraf van tien maanden geëischt. wegens poging tot zware mishandeling. Jeugdige autodief zwaar gestraft. Zes maanden tuchtschoolstraf. Het ernstig verkeersongeluk tusschen Adriaan Pauwlaan en Zandvoortschelaan. Militair vliegtuig vleugellam Bij schietoefeningen den grond geraakt. Maandagmiddag is te Harskamp het mili taire vliegtuig 616 uit Soesterberg, bemand door een bestuurder en een mitrailleur-schut ter, bij een schietoefening boven het mili taire schietkamp Harskamp met den grond in aanraking gekomen, waarbij de vleugel op twee plaatsen werd gebroken. De beide inzittenden zijn er zonder noemenswaard letsel afgekomen. Het toestel zal ter plaatse worden gedemonteerd en naar Soesterberg worden vervoerd. HET DOODELIJK ONGEVAL TE LENT. In verband met het doodelijk ongeval te Lent, gemeente Eist, in den nacht van Za terdag 21 op Zondag 22 Maart, waarbij een persoon werd gedood en één zwaar gewond, verzoekt de burgemeester van Eist bekend making van het volgende: De bestuurder der auto, waarmede de bot sing plaats vond, liet zich met de pont van kwart over twaalf des nachts van Nijmegen naar Lent overzetten Op die pont was nog een andere auto, vermoedelijk Ford Luxe gemerkt met de letter G aanwezig, die vrijwel tegelijk met de betrokken auto de pont ver liet en kort vóór of na de betrokken auto over den Rijksweg naar Arnhem is wegge reden. In verband met het belang van het onder zoek verzoekt de burgemeester den bestuur der van die tweede auto zich te vervoegen bij de politie te Eist, telefoon 203, of bij de politie zijner woonplaats. SCHEEPSBRANDJE IN DE AMSTERDAM- SCHE HAVEN. Maandagmiddag omstreeks vijf uur is brand uitgebroken aan boord van een schip de „Port Curtis", liggend aan een kade der Amsterdamsche Droogdokmaatschappij aan de Meeuwenlaan te Amsterdam, voor de uit voering van reparatiewerkzaamheden. Twee hutten zijn uitgebrand, terwijl twee andere waterschade opliepen. De brand is veroorzaakt door uitstraling van een elec- trische straalkachel, die de wachtsman had ingeschakeld alvorens zich ter rust te bege ven. Personeel der dokmaatschappij heeft het vuur gebluscht. GROOTE BRAND TE ELST. Gisternacht is te Eist bij Arnhem een ge weldige brand uitgebroken in de loodsen met manden en kisten van de veilingvereeniging ,Over Betuwe", een gebouwencomplex van ongeveer 2500 vierk. meter. Gezien het groote gevaar voor uitbreiding, dat werd geducht werd de hulp van de Arn- hemsche brandweer ingeroepen. Dank zij het gezamenlijk energiek optre den wist men het hotel en het winkelhuis, die tegen de veilingshal zijn aangebouwd, te behouden. Van heinde en verre stroomde publiek toe om dezen geweldigen brand, welke tot ver in den omtrek werd waargenomen, te aanschou wen. Het kostbare mijntoestel. alsmede een auto zijn door het vuur vernield. Aangezien het veilingsbedrijf over verschil lende uit elkaar liggende gebouwen is ver deeld. zal het niet behoeven te worden stil gelegd. De gebouwen zijn verzekerd bij een Bel gische maatschappij. De schade wordt op 2 a 2/2 ton geschat. Nederlandsche Heide Maat schappij. De heer Th. van Maanen volgt ir. J. P. van Lonkhuyzen op. In de Maandag te Velp gehouden vergade ring van commissarissen der Nederlandsche Heide Maatschappij is aan ir. J. P. van Lonk huizen eervol ontslag verleend als directeur dezer Maatschappij wegens het bereiken van den 60-jarigen leeftijd. In zijn plaats is benoemd de heer Th. van Maanen, thans adjunct-directeur. Tot adjunct directeuren werden benoemd de heeren G. J. Born en J. Houtsagers, thans inspecteurs. Na afloop der vergadering boden de com missarissen den heer Van Lonkhuizen een afscheidsthee aan. De Amsterdamsche kinderrechter mr. Knuttel, heeft een 16-jarigen Amsterdamschen jongen, die er met een gestolen auto op uit was gegaan en daarmee een ernstig ongeluk op den Heerenweg bij Heemstede kreeg, waarbij een der inzittenden werd ge dood en vier anderen werden gewond, wegens diefstal veroordeeld tot een tuchtschoolstraf van zes maanden, waarvan vier maanden voorwaarde lijk, met een proeftijd van drie jaar. De kinderrechter gelastte voorts de onmid dellijke gevangenneming van den jongen; gedurende den proeftijd zal hij staan onder toezicht van een gezinsvoogd. Het vonnis is gewezen conform den eisch van den Officier van Justitie, mr. B. Kist. De veroordeelde was er met vrienden in den nacht van 14 op 15 Dec. van 't vorige jaar met 'n auto van door gegaan, die zij in de hoofd stad onbeheerd hadden aangetroffen. Zij maakten een rit via Utrecht naar Den Haag en Leiden, waarna zij over Haarlem naar Amsterdam wilden terugkeeren. Toen Bennebroek was gepasseerd, kwamen de joy-riders tot de onaangename ontdekking dat er geen benzine meer in de tank was. Toen zij na het innemen van nieuwe brand stof weer weg wilden rijden werdien zij door een agent aangehouden, die om de vereisch- te papieren vroeg. De bestuurder van de auto gaf vol gas en reed met duizelingwekkende vaart weg in de richting Haarlem. Doch voor zij Haarlem bereikt hadden, gebeurde er een vreeselijk ongeluk. Met een vaart van 100 K.M. vloog de wagen tegen een boom. De bestuurder had waarschijnlijk te veel aandacht besteed aan wat achter hem op den weg gebeurde, daar hij een achtervolging vreesde. De naast den bestuurder zittende jongen, de 18-jarige G. L. werd op slag gedood, van de vier overige inzittenden werden er twee zwaai en twee licht gewond. De bestuurder zelf liep een enkelfractuur op. De auto was geheel vernield. Wanneer de lente komt over ons groote Amsterdam, dan voelen wij hier ons altijd wel een beetje-zielig misdeeld. Gij in Haarlem, die midden in de natuur van allerlei soort zit, die maar een kwartiertje behoeft te fietsen, om te kust en te keur te gaan bij alle lentelijke ver rukkingen van den buiten, behoeft ons niet te benijden, dat wij in de groote stad gevangen zitten en onbereikbaar-hoog het voorjaar zien in den strakken, blauwen hemel. Het is eigenlijk medelijdenwekkend zooals wij van de paar stukjes groen profiteeren die de groei der steenen, de stroom van het asfalt ons nog hebben willen overlaten; kleine oasen, die armelijk-gedrongen liggen in de eindelooze huizenblokken en waar het tóch niet zoo echt- vrij ademen is als in de duinen of den Haar lemmerhout. Wat wij Amsterdammers 'n drukte maken van ons Vondelpark! Wat wij gewichtig doen over dat geringe stukje keurig-aangelegde natuur, dat ons. met zijn netjes-ver zorgde grasgazons, zijn vertroe telde bloembedden, z'n boompjes en vijvertjes nog nét even iets vertelt van hoe moeder aarde e i g e n 1 ij k is. Neen, ze mogen dan nóg zooveel ophef ma ken van hun Vondelpark, die mede-Amster dammers van mij, ik kan hun bewondering en genegenheid voor dat al-te-sobere stukje groen nauwelijks deelen. Ja, voor al die tienduizen den Amsterdammers, die eigenlijk nog nimmer de échte natuur gezien hebben, die op z'n hoogst lid zijn van een hengelvereeniging, en zoodoende wel eens in het polderland aan 'n vredig slootje in de geurige weiden hebben ge zeten, of die 'ns een paar keer in Volendam geweest zijn en in de electrische tram door de polders gerold zijn, of die pootje-baden in Sandfoort-aon-de Sei als de opperste zomer- sche zaligheid kennenvoor die tiendui zenden in het Vondelpark natuur in optima forma. Voor de Jordaners, de Kattenburgers, de Jodcnbreestraters, voor de woonkazerne families van plan-Zuid en Watergraafsmeer en voor alle menschen die de breede en hooge huizenrijen bekrioelen die zoowel de oude als de nieuwe stad vormen, yoor die. allen is één fLandbouwer (Van een medewerker) Wat zou ik toch- graag landbouwer willen zijn! Vooral nu het zoo lente wordt en het allemaal zon en voorjaar is wat je ziet, wat je hoort en wat je proeft. Dan zou het nu tijd voor me zijn om in de schuur op zoek naar de ploeg te gaan. Gelukkig dat ik nu pas landbouwer zou willen zijn, want anders had ik een paar weken geleden eerst nog moeten bemesten Wat heerlijk om vroeg op te staan en dan je twee ploegpaarden gauw op te tuigen; na tuurlijk heb ik eerst de leidsels eens flink afgeborsteld en opgepoetst -want op zoo'11 zonnigen morgen wil je altijd dat alles er frisch en keurig uitziet. En dan zoek ik een zwart paard uit, en zoo'n mooie glanzende bruine. Twee witte paarden is natuurlijk ook wel leuk maar ze zullen hun pooten zoo gauw vuil maken als ik met ze ploegen ga. Want in die mooie vette klei zak je tot over je enkels weg. Ik mag er zelf ook wel om den ken dat ik stevige schoenen,of laarzen des noods aantrek, want ik ben van plan om flink aan de slag te gaan; m'n heele akkertje moet vandaag klaar M'n paarden hebben er stellig ook plezier in, ze trekken Den trekken, en de ploeg snijdt mooie rechte diepe voren. Zoo af en toe fluit ik een liedje, en het lijkt net alsof de bruine zacht door z n mooie roze neus met me mee neuriet. Na elke vijf voren die we getrokken hebben krijgen ze allebei een klontje Maar ik geloof niet dat ik er zoo genoeg heb dus zal ik ze nu maar allebei een half geven. Straks ga ik natuurlijk ook schaften. En dan komen ze me van thuis m'n twaalf uurtje brengen, warme koffie in een echt- werkmanskoffieketeltje. dat ik zoo maar aan m'n mond zet en broodjes, knapperig-versch met kaas en ham en dikke plakken worst. Want als je zoo'n heelen dag hard werkt '/an eet je natuurlijk veel. Langs m'n akker loopt een boschpaadje en daar zit het natuurlijk vol met schilders en teekenaars. Wat kun je niet een prachtige schilderijen maken van ploegende land bouwers met één bruin- en ééri zwart paard, in nevelige vroege voorjaarsochtenden, of met loome pas 's avonds huiswaarts keerend met een ondergaande zon op den achtergrond. Ik ben tenminste maar blij dat ik die leuke blauwe boezeroen toch maar gekocht heb, en dat een roode zakdoek om mijn hals mij zoo flatteert. En als ik dan later klaar ben met ploegen, dan ga ik ook zaaien. Bij handenvol strooi ik het zaad uit en elke dag kom ik even kijken of het al op komt. Wat zal het fijn zijn om het dan telkens een stukje hooger te zien worden; en als het dan eindelijk gaat rijpen te kunnen vertellen hoe eerst die kale akker daar lag en hoe ik toen ging ploegen. En als we dan de heele oogst hebben bin nengehaalddan verlang ik al weer naar het voorjaar. Want dan ga ik beslist weer ploegenl H. v. d. S. Worden advertenties gelezen? U zult wel eens de opmerking gehoord hebben: „Advertenties?, neen, die lees ik nooit". Is het u toen ook opgevallen, dat dit meest al menschen waren die zelf weinig inkochten? Een goede huisvrouw zult u dit nooit hoo- ren zeggen. Die raadpleegt wel degelijk eiken dag de advertenties. Voor een zuinig beheer van het huishouden is het immers noodza kelijk, dat zij weet wat er te koop is, en waar dat met de meeste garantie gekocht kan wor den. Voor haar is er eiken dag „Groot Nieuws" in de advertenties. Velen doen maar alsof zij nooit adverten ties lezen, maar laten wij er rond voor uit komen; wij lezen ze meer dan wij zelf willen weten en dan sommigen willen bekennen. Waarom toch? Omdat wij ze noodig hebben' lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllM enkel „crocussie" een lentè-mirakel uit een vreemde verre wereld. Wanneer de lente komt, dan wandelt de rechtgeaarde Amsterdammer een half uurtje door het Vondelpark en geniet van de gefa briceerde natuurtafereelen, die 'n beetje stijf jes en uitzonderlijk, the Call of the wild fluis teren in ooren, die de schoonheid alléén ken nen wanneer die vergezeld wordt van een strijkje en een kogelfleschje. Wanneer de lente komt, zit Amsterdam op de terrassen. Het zit voor Americain en ziet het perk met heesters en bloemen over z'n kopje koffie aan, tusschen twee auto's door, en kijkt naar de hoornen, die uit het asfalt op schieten en slaakt een zucht van zaligheid, omdat-ie de lente ruikt, wanneer de benzine zoo- vriendelijk is hem dat mogelijk te maken. Amsterdam zit op het terras van Lido in stoelen, lui als bedden, aan een stil stukje stadswater en menige eerbare huisvader, hier zich met moeien en magen verkwikkend na den heeten arbeid op Waterlooplein en Am- stelveld, sluit de oogen en bepeinst dat zóó het Meer van Lugano en de Promenade des An glais moeten zijn. Amsterdam kijkt naar het lichte waas van groen, dat over de boomkruinen van het Rem- brandtplein komt en ziet het teeder kleuren tegen het blauw van den hemel en zucht van verrukking, dat de lente er weer is, dat de sijssies weer gaan zingen in de schemering en dat er zoowaar al een madeliefje op komt onder de bronzen voeten van Rembrandt. Amsterdam zit aan het IJ en op de gras vlakte van Schiphol en zegt dat de lente heer lijk is, maar juist dèrn, juist met deze dagen, is onze stad zoo weemoedig, zoo ik-en-weet- niet-wat-melancholiek. En nu zijn er vieve heeren, die een comlté- tje gevormd hebben om ons allerlei prachtigs aan te doen; heeren die het uitstekend met ons meenen en die de voortreffelijkste bedoe lingen hebben; heeren die zeggen: als 't moet dan kan het, en wanneer Amsterdam niet goedschiks Parijs wil zijn, dan maar kwaadschiks. En die heeren hebben de Apollolaan zeer duur, zeer rijk, zeer breed, zeer weemoedig stukje groote stad tot, ja waarlijk tot pro menade gebombardeerd. Hebben wij geen Avenue du Bois de Bou logne? Dan maken we er een van de Apol lolaan. Is er geen -Rotten Row, geenKungsgaden, geen Graben, geen Noordzee-boulevard en geen VAN NUL TOT ACTEUR Ker In den goeden ouden tijd, toen de men schen nog in stoomdraaimolens varkens be reden, in gezellige kamertjes hand in hand poffertjes aten, de dikke dame en het won- derkalf met zes pooten bewonderden, pijpe- koppen stuk schoten, zich de toekomst lieten voorspellen, gilden in schommelschuitjes en vlooientheaters, koek hakten en ringen om flesschen wierpen en het verband tusschen kennisvreugd en zonde nog niet uitgevon den was, reisden wij ook met onzen troep van stad naar stad en speelden al naar de plaatselijke omstandigheden in schouwburg of houten kermistent een vroolijk blijspel of een dolle klucht. Als je op de kermis speelt, krijgt je zelf ook een kermisgevoel. In het algemeen is dat prettig; maar niet als je tent vlak naast het hippodrome staat en je tegen de muziek in moet schreeuwen: een geweldig orgel met trommels en bekkens, waartegen geen men- schelijke stem is opgewassen. Na afloop van de voorstelling begint de pret pas goed. De eigenaars van de aanzien lijkste établissementen beschouwen je vol komen als collega's: ze rekenen op een en- treétje en stellen als tegenprestatie graag kaartjes ter beschikking. En wij profiteer den. tot in 't holst van den nacht. Vooral het draaien in de tent van Jan Vier, liefst met een plaatselijke schoon e, die graag mee pro fiteerde van de tien-rittenboekjes, was een gezocht vermaak bij de jongeren. En het was of het kermisjolijt ons ook in spireerde tot dolle streken. Wij hadden aan de zaak een acteur die vrij omvangrijk was van postuur. In ons blijspel droeg hij een smoking, waaxwan overhemd en boord altijd netjes op zijn kapstok hingen. Een van ons kreeg een duivelschen inval: hij kocht zes boorden, elk een halve maat kleiner dan het vorige. En voor den aanvang verwisselden wij de halsbedekking. Den eersten avond zonder succes. Den tweeden avond hoorden we al gegrom en gevloek en bogen ons diep over onze schminkkist. Den derden avond stond de ongelukkige met een vuurrood hoofd te nikken en te trekken en begon de pret pas goed. Wat is er toch Kees? Waarom vloek je zoo? Och, die ellendige boord. Dat ding heeft me altijd gepast en nou 'kan ik 'm niet dicht krijgen. Je bent zeker dikker geworden. Hoeveel porties poffertjes heb je gisteren gegeten? Stik jij. Bemoei je met je eigen zaken. Den vierden avond bracht de catastrophe. We hadden ons vergist en de allei*kleinste maat aan het overhemd vastgemaakt. De woede van Kees was even onbeschrijfelijk als de vreugde van heel het overige gezelschap. De eerlijkheid gebiedt mij te vertellen hoe ik zelf ook eens het slachtoffer werd van een echt acteursgijntje. Heldenmoed behoort nu éénmaal niet tot mijn kenmerkende eigen schappen en daarvan profiteerden mijn lis tige collega's. Toen we voor het reusachtige rad van den Turkschen schommel stonden, insinueei-den zij dat ik nooit alleen een toer tje zou durven wagen. Ik hield tegen, stapte in en pas toen ik heelemaal boven was, door zag ik hun list. Dé schurken hadden den baas van het instrument omgekocht: die zette de machine stil en van half acht tot vijf voor achten zat ik in mijn eentje hoog boven het kermisgewoel. En dat terwijl de voorstelling om acht uur begon en ik vijf mi nuten 11a den aanvang op moest. Ik heb het gehaald, maar de hemel weet hoe. Om mij te beloonen lieten zij den kellner na afloop van het eerste bedrijf met een krans op de planken komen, die waarschijnlijk eenige jaren geleden door een jubileerend acteur was vergeten, die grijs zag van de stof en bijna aan poeder uiteenviel. En ik moest haar accepteeren en buigen voor een publiek dat deels schaterde van het lachen, deels niet begreep wat er aan de hand was. In het detective-stuk dat we ook veel op kermissen speelden, gebeurde een moord. Het slachtoffer lag voorover op het tooeel, met zijn beenen in de coulissen. Twee booswich ten, die zijn onderdanen daar zagen liggen, Een halve eeuw geleden Pier in Amsterdam? Wat let ons er een uit het niets te voorschijn te too veren? Een muziekje erneer te zetten? Er wat mannequins te laten oromeneeren, reclame te maken in de kran- :en en op de aanplakzuilen en te zeggen: Amsterdammers, ge moet naar de Apollolaan komen, aanstaanden Zondag, van zóó-tot zóó laat. ge moet komen, hoort ge, want de Apollolaan móet en zal onze Amsterdamsche Zondagsche pantoffelparade zijn? Welk een zielig initiatief van het Initiatief Comité Amsterdam, welk een gewilde, gewron gen, gedenatureerde pogingen om iets te doen ontstaan, dat uit zich zelve moet ontstaan of er nooit en te nimmer komen zal! Dat voelen wij Amsterdammers óók wel en met alle vriendelijke gevoelens van welge meende hoogachting voor de heeren van het I. C. A., zeggen we hartgrondig: „Nou moe, lus je nog peultjes" en „Mijn 'n biet"en we vertikken het op commando te gaan pantoffelparadeeren in de lente langs de Apollolaan. Nee, van de verrukkingen van het voorjaar merken wij Amsterdammers niet veel. Dat de boomen langs de grachten dat geurig-prille krijgen dat we in ons hart voelen komen als een heel ver en heel onbestemd liedje van verlangendat de bloemenstalletjes kleuri ger en geuriger gaan worden en dat 't op de platte schuiten bij de Munt één lied van felle rooden, gelen en paarsen wordt, zooals geen schilder 't schilderen kandat we verza ligd op de koffiehuisterrassen zitten en zeg gen dat het dit jaar zoo heerlijk vroeg is dat de zon ons komt verwennen, dat we met zorg vuldigheid en liefde de vegetatie onzer vensterbanken in het milde pure licht van de lente verzorgen en dat we ons al zonder win terjas naar kantoor wagen, dat is de opstan- ding-van-de-natuur-uit-de-tweede-hand, die wij, groot-stedelingen, met vreugde begroeten. 'n Beetje trieste vreugde in de oogen van u, die bij de bloemenvelden en het duin zijt, die maar een na-tafelsch ommetje behoeft te gaan maken om de lente-verzadigde geuren van het bosch te ademen, die uw armen maar behoeft uit te strekken om vroege bloemen in. uw huis te dragen. Neen, van Amsterdam is véél goeds te zeg gen, maar dat het weet wat de lente is, dat niet, dat, zeker niet. Die lieve lente kan op asfalt niet vroolijk zijn. F. A. KAMPERS, Uit Haarlem's Dagblad van 1886. 24 Maart: De oorzaken der malaise. Wat wijze en kundige menschen er van denken. I. Overproductie, 't Is waar, bij sommige producten, zooals die van den landbouw moeten de menschen aan 't produ ceer en blijven, omdat zij moeten voort brengen en niets anders kunnen voort brengen op hun soort van grond; maar bij fabrieken en neringen klinkt het toch wat zonderling, dat jaar in jaar uit meer wei'kvolk aan den gang wordt ge houden en meer grondstof wordt in geslagen dan men aan den man kan brengen. 2. Gebrek en bekrompen omstandig heden van koopers. 't Kan waar zijn- maar 't heirleger van personen, die vasté tractementen genieten en hun coupons knippen, kan toch niet over gebrek klagen. 3. 't Komt, zegt Goeman Borgesius van het drankmisbruik. 4. De rentestandaard is te hoog. 5. Gemakkelijke middelen van 'ver voer en de lage vrachtprijzen. 6. De daling der waarde van het zilver. 7. Het vrijharidelstelsel. 8. Het stelsel van bescherming. 9. De machines. 10. De reusachtige ondernemingen die met vereenigd kapitaal gedreven wor den. II. De bouwwoede in de greotere ste den. die in verband staat met de ver huizing naar de groote steden. 12. De hooge loonen. 13. De weelderige levenswijs. 14. Werklieden die hun ambacht slecht verstaan. 15. Gebrek aan energie. maakten gebruik van de situatie en trokken het lijk voorzichtig zijn schoenen en kousen uit. De arme overledene droeg de foltering met mannenmoed, maar we moesten hem daarna vasthouden om een werkelijken moord te voorkomen. Tot zulke grappen inspireert de kermis. Nu heeft men haar afgeschaft. Tot schade van theater-, vlooien- en andere directeuren en van onschuldig vermaak. BELANGRIJKE GIFT VAN DE KONINGIN. Ten bate van het werk der F.I.K.A, Het bestuur van de F.I.K.A., Federatie van Instellingen voor Kinderbescherming te Am sterdam, maakt met groote dankbaarheid ge wag van een zeer belangrijke gift, welke ten bate van haar arbeid is ingekomen van de Koningin. RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLEM-N. TELEF. 1 6 7 2 6 vanaf f 35-gg BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING Spreekuren alle werkdagen van 9—12 en 1—4 uur. Zater. 9—12 uur. Avondspreekuren Dinsd., Woensd. en Donderd. v. 7—9 u. (Adv. Ingez. Med.) Nieuwe verkeersregels in zicht? Olm. zouden voorrangswegen worden ingevoerd. Een wijziging van het motor- en rijwiel reglement is volgens de Tel. in vergevorderden staat van voorbereiding. Er zullen z.g. „voorrangswegen" komen, welke met de internationaal aangenomen borden (roode driehoek met punt naar be neden) zullen worden gekenmerkt. Deze bor den komen n.l. op de kruisende wegen voor het punt van samenkomst als waarschuwing, dat men een „hoofdweg" nadert en dus voor rang ook aan het van links komende verkeer moet verleenen. Een ander type bord zal in gevoerd worden, waaraan men zien kan, dat men op een voorrangsweg rijdt. Bij kruising van voorrangswegen of gewone wegen zal de regel rechts gaat voor gehand haafd blijven. Naar het blad verneemt, zullen alle kop lampen van automobielen en motorrijwielen gekeurd moeten worden en van een waar merk voorzien. Daarenboven zal het gebruik van gloeilampen, die niet behoorlijk bij een bepaalde lantaarn passen, verboden worden. Voor het dimmen is een zéér gecompliceerde regeling in voorbereiding, terwijl auto's die aan de linkerzijde van den weg geparkeerd zijn, aan de voorzijde een rood en aan de achter zijde een wit licht moeten voeren. Voorts zullen de geluidssignalen aan strenge eischen moeten voldoen; de mogelijk heid wordt geopend lichtsignalen te geven door met de koplampen te knipperen, Tenslotte is een zeer ingewikkelde regeling voor het inhalen en voorbijrijden van trams getroffen. EXAMENCOMMISSIE TEEKENEN M.O. (M A EN M B). De Minister van Onderwijs heeft benoema in de commissie tot het examineeren van hen, die een akte van bekwaamheid wenschen te verkrijgen tot het geven van middelbaar on derwijs in het teekenen (akten M A en M B(, tot leden: J. A. van der Boom, leeraar aan het stedelijk gymnasium te Haarlem: M. D- van Dijk. leeraar aan de gemeentelijke hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus A te Haar lem; H. Ellens, directeur van het Rijksinsti tuut voor opleiding van Teekenleeraren te Amsterdam, wonende te Santpoort en M. P-J- van der Weiden, leeraar aan het R.-K. lyceum te Overvëeiv wonende te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2