ONDERWIJS EN OPVOEDING.
Mr. Gibson van Southend United over
Engelsche voetbaltoestanden.
Rapporten en cijfers, de vloek van
het schoolleven.
Een jon£en ^ad slechte rapportcijfers en
din vader ging met die schoolbeoordeeling
nietaccoord. Hij had alle proefwerkcijfers op
geteld, het gemiddelde daarvan genomen, ze
^ar boven afgerond en nu klopten de cijfers
heelemaal niet. Hij verdacht den leeraar van
r.neerlljkheicl enschreef deze opinie in
nogal doorzichtige woorden ophet be
wuste schoolrapport. We meenen, dat dit
laatste heel onverstandig was van den vader,
want een rapport dient nu niet bepaald als
correspondentieblad tusschen ouders en leer
krachten. Maar hij beging een nog grootere
fout door dit voor „gezien" geteekende rap
port open en bloot aan zijn zoontje mee te
óeven naar school. De onderwijzer, die de voor
"nem minder vleiende ontboezeming zag en
jas werd ook nijdig en schreef onder de op
merking van den vader: „Uw udl zal wel
valk zijn".
Nu had men de poppen aan het dansen. Men
*napt dat na zulke scherpe uitingen van bij
leggen geen sprake was en 't resultaat? De
jongen
werd, zooals te doen gebruikelijk is,
>ail school genomen. Voor de wereld was de
«ak'hieroiee uit.
Wat we hierboven mededeelden is in het
schoolleven geen zeldzaamheid. Deze en
dergelijke gevallen doen zich overal voor. Na
tuurlijk was hier aan beide zijden schuld,
doch afgescheiden van de schuldvraag, die
^wel nutteloos is brengt zoo'n geval nog
eens scherp naar voren de beoordeeling
van de leerlingen op school door middel van
de algemeen gangbare rapporten, waarbij de
cijfers van 1 tot 10 alle hun zeer bepaalde
beteekenis hebben.
We kennen dit zij voorop gezet tot
heden geen systeem, dat afdoende het ge
wone rapportenstelsel kan vervangen. Of van
den kant der school óf van dien der ouders rij
zien telkens weer nieuwe bezwaren tegen
elke andere wijze van beoordeeling. Maar we
willen wel verklaren, dat we het als een vloek
van ons schoolstelsel beschouwen dat alles
om rapporten en cijfers draait. Als er ooit
een standbeeld verdiend is, dan zal het zijn
voor den man of de vrouw, die ons er met
ooed succes van verlost. Hoe is het toch in
ons schoolwezen binnengeslopen! Neem aan
dat honderd jaar geleden alleen onderwijs
werd gegeven met de bedoeling om de kinde
ren wat te leeren. Later heeft men de resul
taten van dat onderwijs willen vastleggen in
een soort van rapport. Maar tegenwoordig
heeft men de zaak omgedraaid en het lijkt
wel of men alleen onderwijs wil ontvangen
met het oog op een rapport. Nu maken slechte
zaken gewoonlijk ook booze hartstochten in
de menschen wakker en daar we al te goed
weten wat de rapporten hier en overal aan
gevoelens oproepen bij oud en jong, moeten
we alleen op grond daarvan welhaast aan
nemen, dat ze uit den booze zijn. Om nog be
ter en juister tot deze conclusie te komen, zou
men eens moeten inzien de correspondentie
tusschen ouders en hoofden van onderwijs
inrichtingen tegen het einde van het school
jaar. Men zou verbaasd staan over de vinnig
heid, de venijnigheid, het onbehoorlijke van
sommige uitspraken, verdachtmakingen, ar
gumenten. Soms over het malle, het dwaze,
het lichtvaardige waar de onzin duimen dik
op ligt.
Tegenover ouders, die zich aldus uiten, wil
len we als onze meening wel zeggen, dat, wat
er ook met reden op onze leerkrachten kan
worden aangemerkt, hun e e r 1 ij k h e i d
staat buiten twijfel. Die mag voor 99 pet. van
het corps absoluut niet in verdenking komen.
Als men dat voor oogen wil houden, is er al
veel ge .onnen en 't zou een stevige stap in de
goede richting beteekenen. Men neme boven
dien wel in aanmerking, dat zoo lang er exa
mens in den een of anderen vorm bestaan,
er ook steeds teleurgestelden zullen wezen.
Men zal altijd hebben en houden lieve, beste,
brave kinderen, die niet geschikt zijn voor
klassikaal of ander onderwijs en die dienten
gevolge een of twee klassen zullen moeten
doubleeren, terwijl een deel zelfs nimmer den
eindpaal zal bereiken. Er zijn nu eenmaal
uilen naast valken.
Geeft men dit alles toe en pleit men voor
clementie in de beoordeelingen, dan komt noch
tans steeds even scherp naar voren de zware
verantwoordelijkheid, welke er rust op ieder,
die cijfers moet geven. Van voldoende of on
voldoende, fan overgaan of niet overgaan
hangt voor een leerling soms verbazend veel
af. En daarom moet elke leerkracht, die in
een schoolvergadering zijn cijfers heeft vast
gesteld en zijn „voor" of „tegen" doet klinken,
zich terdege bewust zijn van de gevolgen
van zijn oordeel. En nooit moet daarbij wor
den vergeten, dat de ouders partij in de zaak
zijn, dat zij dus zelden of nooit geheel onbe
vangen over de capaciteiten van hun kinde
ren oordeelen. Ziet men dit juist in. dan zul
len onvriendelijke woorden of verwijten van
die zijde ook beter worden begrepen. Voorts
is van belang, ook ter voorkoming van verwij
ten enz., in den loop van het schooljaar de
ouders te waarschuwen, wanneer de kans op
„overgaan" of „slagen" gering is.
Het eerste rapport in een schooljaar wordt
gewoonlijk tegen Kerstmis gegeven. Dit rap
port is van groot belang, want voor de leer
krachten levert het gewoonlijk een vrij
nauwkeurige aanwijzing hoe het staat met
hun leerlingen. Ook de ouders kunnen er uit
opdiepen, hoe groot ongeveer de kans op
overgang van hun spruit(en) is. Zijn de cij
fers met Kerstmis goed. dan zullen die van
Paschen uitzonderingen daargelaten
niet plotseling over de heele linie een of een
paar punten kunnen of mogen dalen. Een
leerkracht, die meent een kind van 7 of 8
op een 2 of een 3 te moeten laten zakken, oor
deelt hiermee eerder zich zelf dan het kind
eu zoeke in de eerste, de tweede en in de der
de plaats de fout, de oorzaak bij' zichzelf. Zoo
iets is absurd en mag niet voorkomen, al ken
nen wij de voorbeelden dat het toch gebeur
de. -
Als April en Mei dan den invloed van de
Paaschrapporten doen zien, dan begint de
Meest nerveuze tijd voor school en huis of
feitelijk voor de schooljeugd. Eigenaardig
inderdaad is het wel, dat wij volwassenen te
veel de hoofdpersonen, de kinderen, (in dit
verband min of meer uitschakelen en voor
namelijk denken aan de narigheid die we
zelf ervaren, als Jantje een slecht rapport
neeft thuisgebracht, waardoor zijn overgaan
in gevaar komt. Bij het vaststellen van 't cij
fer denkt meer dan een leeraar ook waar
schijnlijk meer aan de drukte, den omslag, die
dit werk hem geeft. Jantje wordt er in zoover
'm betrokken, dat men nu meer dan anders
scht slaat op de cijfers onder zijn verschil
lende proefwerken en dat hij een standje
shjgt als die onvoldoende en een pluimpje
Ms ze voldoende zijn.
Als het daarbij blijft, is het niet zoo erg
TOor hem en stellig zal zijn vroolijkheid bij
SP®! en scherts er niet door worden gedrukt.
Waarschijnlijk laat hij zich den slaap er
niet door verontrusten. Maar in de meeste
gevallen loopt de zaak anders voor hem en
vaak aarzelen we niet hem dan eenvoudig
een stumper te noemen. Waarom? Omdat de
houding der volwassenen tegenover hem dan
gewoonlijk hierop neerkomt, dat hij aange
zet wordt tot een inspanning ver boven zijn
kracht, wat dubbele schade veroorzaakt: lo.
aan zijn gezondheid (een kind op zijn leeftijd
moe t veel lucht en beweging hebben) en 2o.
aan zijn prestaties op school, welke men er
juist door hoopt te dienen (er wordt alleen
voor uiterlijken schijn een laagje fineer ge
legd).
We herinneren ons nog een moeder, die en
kele jaren geleden kwam spreken over haar
zoontje dat zwak in het leeren was en dus
geen mooie cijfers had. Maarhet moest
over gaan en daarom ('t werd met eenig ge
voel van trots gezegd, dat men het thuis had
bereikt) blokte het ventje tot half elf.
In haar blik lag tevens een licht verwijt,
wantmen. mocht toch verwachten, dat
alle moeite, die men zich thuis getroostte met
het ventje, toch eigenlijk door de school voor
haar rekening moest zijn gekomen. Ze stond
wel een beetje verbaasd te kijken, toen wij
als onze meening mededeelden, dat er over
haar zoontje pas te praten zou zijn, wanneer
's avonds om half 9 de boeken werden opge
borgen. We voegden er in zoo vriendelijk mo
gelijke termen bij, juist om haar vooral niet
te kwetsen in haar moedertrots: „Wat zou u
wel denken van een medicus die een jongen
met een hartkwaal zou raden eiken dag een
paar uren flink te gaan voetballen? Dit argu
ment ging er echter niet in en mevrouw ging
allesbehalve voldaan weg. Een paar jaren
later heeft ze de juistheid intusschen wel er
kend onder den invloed van het betoog van
een ervaren medicus, tevens kindervriend. Die
erkenning strekte haar tot eer, te meer waar
ze er bijvoegde spijt te hebben van haar
oordeel, tegen kennissen geuit „óat je met
dien B. ook heelemaal niet kon opschieten".
Hoeveel ouders komen tenslotte op deze wijze
tot beter inzicht!
Zoolang het rapportenstelsel nog blijft be
staan, zal het er bovenal op aankomen, dat er
tusschen huis en school een spheer van ver
trouwen heerscht. Deze kan op allerlei manie
ren worden bevorderd, ook door ouder
avonden, mits deze niet worden tot klachten-
bureaux. Goed begrip van elkanders uiteen
loopend standpunt en een stevige dosis goede
wil. Als de goede wil voorzit en de spheer is
ontstaan, dan zullen de vacanties voor de
kinderen ook niet meer vergald worden door
taken of herexamens of door herhaald hate
lijke toespelingen op slechte cijfers en een
niet overgaan. Geen enkel kind brengt ten
slotte voor zijn pleizier een slechte lijst thuis
of blijft voor de aardigheid zitten.
Nu willen we met al het voorgaande vol
strekt niet zeggen, dat alle werk buiten de
school uit den booze is, dat een kind nooit
eens extra werk behoeft te doen in verband
met zijn rapport. Mits met mate gegeven kan
dit inderdaad wel eens tot steun zijn om een
klein verschil te overbruggen. En de voorbeel
den dat kinderen zelf vroegen om wat werk
in de vacantie, die kennen we ook in grooten
getale. In die gevallen, als het dus geen straf
is, geve men gerust wat gevraagd wordt. Als
zulk werk een volgend rapport ten goede be
ïnvloedt en dat kan, is zijn waarde vanzelf
bewezen.
J. BASTIAANS.
Ibrahim Pasja overleden.
Oud-premier van Egypte.
KAÏRO, 23 Maart (A. N. P.).
De vroegere eerste-minister van Egypte
Yahia Ibrahim Pasja is op 80-jarigen leeftijd
overleden. Ibrahim Pasja werd eerste-minister
in 1923. Hij wist een einde te maken aan de
oeriode van gespannen verhouding tot Enge
land en bracht een nieuwe grondwet in wer
king. Daarna werd hij leider van de partij
Ittihad.
DE MAYA'S HADDEN REEDS EEN
OBSERVATORIUM.
De oudste Amerikaansche beschaving kent
men slechts gedeeltelijk, mede doordat het
niet gelukt het schrift van de Maya's te ont
cijferen. Toch worden op het gebied van de
kennis der oude Amerikaansche cultuur vor
deringen gemaakt. De jonge archaeoloog dr.
Ruppert van het Carnegie-instituut te
Washington heeft na 'n arbeid van 10 jaar een
verslag' over de reconstructie van de caracol,
het eenige van zijn soort bekende gebouw,
doen uitgeven.
De caracol is een toren met een tweeden to
ren er op. De overblijfselen werden ontdekt
in de oerwouden van Yucatan. Volgens de
archeologen werd hij tegen het einde van de
twaalfde eeuw gebouwd. Hij vormde een deel
van de Maya-stad Chichen Itza, die thans door
het werk van de oudheidkundigen langzaam
uit het woud te voorschijn wordt gebracht.
De Spaansche veroveraars noemden den toren
caracol, een afkorting van escalera de caracol
(wenteltrap). In 1927 kreeg Ruppert opdracht
de caracol te reeonstrueeren. Tevens moest
worden vastgesteld, waartoe dit bouwwerk ge
bruikt was.De gedaante van den toren deed aan
een observatorium denken. De Maya's waren,
zooals bekend was, goede sterrekundigen, dat
blijkt onder meer uit hun kalender. Bij het
onderzoek van de torenkamer kwam vast te
staan, dat de caracol een waarnemingspost
geweest moest zijn. Op de muren kwamen ge
teekende banen van hemellichamen voor.
Charlie Chaplin te Batavia
aangekomen.
Verblijf van tien dagen op Java en Bali.
BATAVIA, 23 Maart (Aneta). Met het
Quantas-toestel uit Sydney arriveerde heden
morgen op Tjililitam de beroemde filmspeler
Charlie Chaplin. Hij was met het toestel van
Singapore gekomen en zag er monter en op
gewekt uit. Hij was verheugd in het vooruit
zicht van een werkelijken vacantietocht voor
een periode van tien dagen over Java en Bali.
Reeds vier jaar geleden was hij in Nederl.
Indië, waaraan hij nog zeer prettige herin
neringen bewaart. Hij was aangenaam verrast
over de afwezigheid van nieuwsgierig publiek
en ook over het feit, dat indiscrete vragen
achterwege bleven. Chaplin reist met Paulette
Godard, die met hem in Modern Times speel
de, Paulette's moeder en eèn bediende. Ten
aanzien van de berichten over een reis met het
jacht Sebelle antwoordde Chaplin, dat hij
hiervoor heelemaal geen plannen had „No
intentions". Verder deelde hij nog mede over
de vervaardiging van een eventueele Napo
leon-film. dat zijn plannen nog niet geheel en
al vast staan. In 1937 zullen onder zijn lei
ding twee films worden vervaardigd, waarin
hij zelf echter geen rol zal spelen. Hij zal te
rugreizen naar Amerika via Hongkong, Sjang
hai, Kobe en Kioto, waar het gezelschap
eenigen tijd hoopt door te brengen.
DINSDAG 24 MÏ'AET 1936
Duitsche ballon maakt een
noodlanding bij de Lutte.
Twee passagiers gewond.
OLDENZAAL, 23 Maart. Zaterdagmiddag
te half drie daalde in een dennenbosch van
het buitengoed Boerskotten van de familie
Essink te De Lutte bij Oldenzaal een groote
Duitsche sportballon uit Wupperthal. Des
morgens te tien uur was deze ballon met
een bankier, twee kooplieden, een reiziger en
een bakker, te Wupperthal opgestegen. Na een
noodlanding bij Borken in Westfalen waren
zij genoodzaakt andermaal in de Lutte te
dalen. Nadat de ballon een zestal keeren met
den grond in aanraking was geweest, viel zij
neer in een groot dennenbosch. Hierbij brak
een der passagiers zijn voet en een ander
kreeg zware kneuzingen aan het been. Om
de ballon weer op te krijgen, moest een
twintigtal dennen worden afgezaagd. De
marechaussee nam een zich in de mand be
vindend fototoestel in beslag. Ook de ballon
met mand werd aanvankelijk in beslag ge
nomen. Na verlof van de autoriteiten werd
deze echter weer vrijgegeven. De ballon had
veel schade bekomen en is hedenmorgen met
een wagen naar Bentheim, vervoerd. De reizi
gers zijn gisteravond weer naar Duitschland
teruggekeerd
Opvoering van „De Beul".
Niet te Haarlem, maar te Amsterdam.
Aan de leden der vereenigingen aangeslo
ten bij het Algemeen Centrum voor cultureele,
ethische en pacifistische stromingen te Haar
lem heeft het bestuur bericht dat, daar er geen
medewerking wordt verkregen van de politie
autoriteiten, de opvoering van het tooneel-
werk „De Beul", (ondanks het feit, dat die op
voering in besloten kring zou gegeven wor
den) in Haarlem niet kan plaats hebben.
Zondag 19 April a.s. zal nu het stuk worden
gegeven in den Stad-Schouwburg te Am
sterdam.
Mussolini spreekt voor de
corporaties.
„Belegering werd door één enkel land
gewild."
ROME, 23 Maart (A. N. P.).
Voor de nationale vergadering der corpora
ties heeft Mussolini een redevoering uitgespro
ken, waarin hij o.a. het volgende zeide: De om
standigheden, waaronder deze vergadering
bijeenkomt, zijn plechtig. Wij leven in een
oorlogstijd en bovendien wordt Italië door 52
landen belegerd. Deze belegering werd gewild
en opgelegd door één enkel land en door drie
staten, namelijk Oostenrijk, Hongarije en
Albanië, verworpen, niet slechts uit vriend
schap tot Italië, maar ook omdat zij de onmo
gelijkheid begrepen om Italië, de moeder der
beschaving, op voet van gelijkheid te plaatsen
met de barbaarsche Abessyniërs. In deze vijf
de maand der belegering, die in de geschie
denis van Europa zal worden aangeteekend
als een kenmerk van laagheid, evenals de
materiëele en moreele hulp, die aan Abessy-
nië is verstrekt, is Italië in staat te herhalen,
dat deze belegering haar nooit zal doen buk
ken. Al degenen, die denken dat na het einde
der belegering men tot den toestand van 17
November zal terugkeeren, vergissen zich. 18
November 1935 beteekent een nieuwe fase in
de geschiedenis van Italië, een fase, die wordt
beheerscht door het voornemen om in den
kortst mogelijken tijd een zoo groot mogelijke
autonomie in het economische leven der staten
te verwezenlijken.
Deze autonomie moet worden verwezenlijkt
speciaal op het gebied der nationale verdedi
ging, omdat zoolang deze autonomie ontbreekt
elke mogelijkheid voor verdediging wordt ge-
comprimïtteerd. De duce heeft vervolgens een
inventarisactie van de hulpbronnen des lands
gegeven en concludeert dat Italië zekere
grondstoffen niet bezit, hetgeein een der fun-
damenteele redenen is van haar koloniale
eischen. Daarna zette de duce het plan uiteen
van Italië's economie in de komende jaren,
welk plan wordt beheerscht door de moge
lijkheid van het uitbreken van een oorlog.
„Wanneer of hoe dit zou geschieden, kan nie
mand zeggen, maar het rad van het noodlot
rolt snel. Indien dit niet zoo was. hoe zou men
dan de formodabele bewapening verklaren, die
door alle landen is ingezet. Deze dramatische
mogelijkheid moet onze geheele actie beheer-
schen. Het feit van een oorlog is evenals de
fascistische leerstellingen een element, dat de
positie van het land ten opzichte van onze
economie bepaalt." Na een opsomming van
den stand der verschillende takken van econo
mie in het land verzekerdy de Duce, dat het
fascisme er nooit aan heeft gedacht om de
economie van het land te veranderen in een
staatsmonopolie.
Vervolgens kondigde de Duce aan dat de
kamer van afgevaardigden zal worden ver
vangen door een nationale vergadering van
corporaties, die geconstitueerd zal worden tot
een kamer der fasces en der corporaties.
HAARLEM Dinsdag.
We hebben de gelegenheid, dat Southend
United in onze stad een wedstrijd speelde,
benut om eens een praatje met het bestuur
van die club te gaan maken. Spelers en offi
cials waren in het Victoria-hotel te Amster
dam gehuisvest en troffen het tijdens hun
bezoek aan ons land wel bijzonder met het
weer.
De reden van onze komst bezorgde den
portier van het hotel veel hoofdbrekens,
want hij kon maar niet te weten komen, waar
David Jack zich bevond. Tenslotte zagen we
tot onze groote verbazing in plaats van den
langen ex-international een klein manneke
op ons afkomen, die zich als Mr. Gibson,
assistant-manager van Southend United
voorstelde. Het bleek, dat David Jack den
speler Turner naar Dublin vergezelde, die
daar Dinsdag als spil van het Iersche Vrij-
staat-elftal tegen Zwitserland had gespeeld
en zeer de aandacht van den Tott-enham-
Hotspurs-manager op zich had gevestigd.
Deze Mr. Gibson heeft geruimen tijd ais
rechtsbuiten voor Sheffield United gespeeld,
door welke club hij in 1928 voor 6000 pond
sterling van Notts Forest werd overgenomen.
De Sheffield-voorhoede was in die jaren zeer
sterk en bestond uit: Gibson, Barclay, Dunne
(thans Arsenal), Billy Gillespie (den beken
den Ierschen international) en Tunstall (die
vele malen voor Engeland speelde).
Onze zegsman vertelde ons. dat er in En
geland buitengewoon veel belangstelling be
staat voor de wedstrijden, die buitenland-
sche clubs of vertegenwoordigende elftallen
daar komen spelen wat ook wel blijkt uit de
vele uitnoodigingen, die vooral aan Oosten-
rij ksche teams worden gericht.
„Bent u van meening, zoo luidde onze
vraag, dat de Engelsche beroepsvoetballers
nog iets van het spel dezer tegenstanders
kunnen leeren en zoo ja, wie acht u dan de
beste vertegenwoordigers van het continen
tale voetbal?"
,De Oostenrijkers hebben allerwegen den
besten indruk gemaakt, doch hun stijl is
voor onze spelers niet aanbevelenswaardig.
Zeker, zij beschikken over een uitstekende
techniek, bijna te goed, maar met techniek
alleen wint men geen wedstrijden en hun
spel is te veel op ..pattern-weaving" (patro
nen weven, ingewikkeld samenspel) geba
seerd, dan dat het in League-voetbal op den
duur doelmatig zou zijn. Ik ben dan ook van
meening, dat zulk een ploeg na een compe-
tie-programma van 42 wedstrijden in de on
derste helft van de ranglijst zou eindigen.
„Overigens", aldus Mr. Gibson, „bereiken ons
den laatsten tijd bijzonder goede berichten
omtrent het peil van het Nederlandsche voet
bal en men heeft ons verteld, dat Holland
over twee jaar het sterkste elftal van het
vasteland zal bezitten".
„Wat is de oorzaak, dat het Engelsche ver
tegenwoordigende elftal op het vasteland
van Europa dikwijls slechts ternauwernood
wint en in den loop der jaren reeds enkele
nederlagen heeft geleden, terwijl het in
eigen omgeving meestal ver in de meerder
heid is? Komt dit alleen door de uiterst
zware terreinen, waarop gespeeld wordt?"
„Natuurlijk hebben teams, die gewend zijn
op harde, droge velden te spelen, zooals
Spanje en Italië, veel moeite om zich op de
modderige oppervlakte staande te houden,
doch omgekeerd hebben de Engelschen een
zelfde handicap, als ze die landen bezoeken.
Ik geloof, dat de reden van Engeland's meer
derheid in eigen land veeleer te zoeken is in
het zelfvertrouwen, voortkomende uit het
gevoel, in bekende omgeving te spelen en
voorts in de eerste plaats aan de teamijspirit.
Een goede geest in een elftal is meer waard
dan elf sterren, die na-ijverig op elkaar zijn
of wier stijl zich niet aan die van de team-
genooten kan aanpassen".
„Is dit zelfvertrouwen ook de basis van het
succes van sommige tweede en derde klassers
in de bekerwedstrijden?"
„Inderdaad speelt dit- een groote rol. De
spelers van een bepaalde vereeniging, die. zij
het ook in lang vervlogen tijden, meermalen
een goed figuur in de Cup-competitie heeft
gemaakt, zijn vast overtuigd, dat zij deel uit
maken van een erkend „cup-fighting-team".
Dit zelfvertrouwen geeft hun in de zenuw
achtige sfeer der bekermatches juist genoeg
moed om het met kans op succes tegen veel
sterkere ploegen op te nemen, die door het
enthousiasme en de snelheid, waarmede ge
speeld wordt, dikwijls volkomen uit hun spel
worden gebracht. In tegenstelling met de er
varing in andere belangrijke wedstrijden,
waarin de deelnemers een kwartier na den
aanvang vah hun zenuwen geen hinder meer
ondervinden, blijft de nervositeit de spelers
in bekermatches en vooral in de Cup-final,
tot de laatste seconde beheerschen. Elke
fout, elke mistrap kan noodlottig zijn en
deze wetenschap geeft een bekerwedstrijd
het. bijzondere cachet en leidt tot een onbe
rekenbaar resultaat".
„Van resultaten gesproken, hoe denken de
clubbesturen over de „football-pools", de ge
legenheid tot wedden op uitslagen, waarover
den laatsten tijd zooveel te doen is geweest?"
„De actie tegen deze instellingen is uit
sluitend van de Football League uitgegaan;
de clubs zelf hebben er niets mee te maken
en staan er ook niet afwijzend tegenover.
Het heeft op de spelers totaal geen invloed
DE 6POOTE QVE05T0Q0M1MG5BAMP IK AMEP A
:i5TËROE 44 ^>TATEI
New HampsHIQE
MassacHuse
wew-Yoqu-
PemusyLvawie
v/esT-Virg,iwie
maryland
VAIexaudria;
V I G? G i M IA
^ioo.svklle
•Lynch&s VT
KENTUCKY —z-"'
en daar het hoofdzakelijk de bezoekers der
goedkoopere rangen zijn, die in de hoop op
een onverwacht fortuintje hun shilling of
„sixpence" aan deze weddenschappen offe
ren, zou het voor de clubs zelfmoord betee
kenen. wanneer zij daartegen ageerden. Im
mers, het publiek op de staanplaatsen zorgt
voor het leeuwen-aandeel van onze recettes
en zonder deze inkomsten zou geen enkele
club kunnen bestaan".
„Er zijn toch verschillende clubs, vooral in
de lagere afdeelingen, die nauwelijks het
hoofd boven water kunnen houden en het is
toch in de Noordelijke derde klasse al eens
voorgekomen, dat een vereeniging zich mid
den in het seizoen uit de competitie moest
terug trekken. Waarom gaat men er deson
danks toe over. de derde klasse met een nieu
we afdeeling (de Midland-section) uit te
breiden?"
„Alle beroepsclubs worden met steun van
enkele kapitaalkrachtige particulieren (die
de directie vormen) en verder door uitgifte
van aar.deeien opgericht en het komt er dus
slechts op aan, de belangstelling van het
groote publiek te verkrijgen èn te behouden.
Daarbij spelen drie factoren een hoofdrol;
in de eerste plaats de vorm van het team,
ten tweede de bevolkingsdichtheid van het
rayon, waarin de club is gevestigd en ten
slotte de economische omstandigheden, de
welvaart van het sportlievend publiek. Om
dat het enkelen clubs in een bepaald district
door de omstandigheden minder goed gaat,
is dit nog geen reden, om welvarender en
succesvolle vereenigingen toetreding tot de
League te weigeren. Als het in de bedrijven
beter gaat, zullen ongetwijfeld de clubs, die
er thans slecht aan toe zijn, daarvan door
toename van het aantal wedstrijdbezoekers
profiteeren, wat de directies dan weer in
staat stelt, het elftal door aankoop van goe
de spelers te versterken".
„Men hoort en leest hier dikwijls de mee
ning". aldus besloten we ons gesprek met
Mr. Gibson, „dat de beroepsspeler slechts
voetbalt, omdat het zijn broodwinning is en
dat hij zich niet met hetzelfde enthousiasme
als een amateur in den strijd werpt?"
„Dat is natuurlijk volkomen onwaar. De
professional is in den regel eerder meer dan
minder eerzuchtig dan de gemiddelde ama
teur. Wil men zijn werk goed doen, dan moet
men er plezier in hebben en er hangt voor
den beroepsspeler veel te veel van af,"om in
de wedstrijden niet de volle honderd procent
te geven. De meening, als zou hij niet en
thousiast zijn, wordt meestal geopperd door
buitenstaanders, die niet begrijpen, dat de
professional door zijn beheersching van de
techniek rustiger te werk kan gaan dan de
amateur, die zich uiterlijk veel meer moet
inspannen om hetzelfde resultaat te berei
ken. Bovendien mag men niet vergeten, dat
een beroepsspeler 42 matches per seizoen
moet spelen en hij dus genoodzaakt is, zijn
energie zoo gelijkmatig mogelijk te gebrui
ken en te verdeelen. Deed hij dat niet en zou
hij in één bepaalden wedstrijd boven zijn
werkelijke capaciteit spelen, zooals bij ama
teurs zoo dikwijls voorkomt, dan was hij lang
voor het einde van het seizoen totaal onge
schikt voor zijn taak geworden.
„Vanzelfsprekend zijn er wedstrijden,
waarbij van het resultaat niets meer afhangt
en het is begrijpelijk, dat een professional
die matches even kalm opneemt als een
aaanbeur in zülk een geval zou doen. Maar
overigens laten hun enthousiasme en toewij
ding niets te wenschen over".
Engeland en de Locarno-
kwestie.
Tracht Mussolini uitstel eener regeling te
b ewerkstelligen
Uit Londen: Naar de diplomatieke mede
werker van de „Daily Telegraph" meldt, zijn
er aanwijzingen, dat Mussolini zal trachten
een regeling der Locarno-kwestie uit te stel
len tot dat de door den Volkenbond tegen
Italië getroffen sancties zijn opgeheven. Hij
heeft de voorstellen der vier mogendheden
nog niet geteekend.
Het beroep van Sir Eric Phipps
op Von Neurath.
BERLIJN, 23 Maart (Reuter) De Brit-
scheambassadeur alhier Sir Eric Phipps heeft
(zooals op pag. 1 is gemeld) gisteravond bij
baron Von Neurath stappen ondernomen om
Duitschland te bewegen het memorandum der
Locarno-mogendheden te aanvaarden. Om
acht uur hadden Phipps en Von Neurath
een langdurig telefonisch onderhoud. Men
meent te weten, dat Phipps erop heeft aan
gedrongen, dat Duitschland in de eerste
plaats een internationale politie in de ge
demilitariseerde zóne zou aanvaarden. De am
bassadeur zou er o.a. op hebben gewezen, dat
dit voorstel in geen enkel opzicht onvereenig
baar is met de waardigheid van het rijk,
aangezien een internationale politiemacht
slechts van voorloopigen aard zou zijn, als
bij het plebisciet in het Saargebied. Men ge
looft, dat Von Neurath met groote reserve
zou hebben geantwoord.
Vervolgens zijn Hitier, Von Neurath en Von
Ribbentrop in een langdurige conferentie bij
eengeweest. Het schijnt, dat Hitier zijn stand
punt handhaaft, dat het memorandum in
zijn huidigen vorm voor Duitschland onaan-
vaarbaar is. Gisteravond en vanmorgen heb
ben verscheidene besprekingen plaats gehad
tusschen Hitier en zijn naaste medewerkers.
RE „VEREINIGTE STA HLWERKE" WEER
PARTICULIERE ONDERNEMING.
De „Vereinigte Stahlwerke" hebben naar
het A. N. P. uit Berlijn verneemt, de aandee-
len in deze onderneming, dat in handen was
van den staat teruggekocht, zoodat zij thans
weer een volkomen particuliere onderneming
zijn geworden. Men meent te weten, dat de
terugkoopsom 100 milllioen Rijksmark be-
draagd.
In dit verband wordt er aan herinnerd, dat
de „Vereinigte Stahl\yerke", wier voornaam
ste aandeelhouder August Thijssen is. een
grooten rol hebben gedeeld bij de economi-
che becorekin?en in de nationaal socialistic
che partij. Men zag n!. in de participatie van
den staat in dezen grooten trust een begin
van de socialisatie der trustr, zooals deze op
het nationaal socialistische program is opge
nomen.
De transactie wordt verklaard met de be
hoefte aan fondsen van het. pi ik. n»e
ming was in staat tot het terugkopen der
genoemde aandeelen door de winsten, die ge
maakt zijn bij de uitvoering van de bestel
lingen ten behoeve van de herbewapening.