DE GOUDEN BRUG.
Aan de heeren Plesman en De Vries van de
K.L.M. zijn door den gezant van Tsjecho-Slo-
wakije, dr. I. Krno, de versierselen van de Orde
van de witte Leeuw overhandigd in verband
met de verdiensten door deze heeren bewezen
aan de luchtvaart tusschen beide landen
Het stoffelijk overschot der slachtoffers van de Uiver-ramp opgebaard in de chapelle ardente
van een der loodsen op het terrein der firma Muller Co te Rotterdam
Tijdens de neutralisatie. Piet van Kempen en Wals maken het zich gedurende
de ochtenduren van den Zesdaagsche in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam ge
makkelijk
De fietsjongens der Haag-
sche boekhandelaren orga
niseerden Maandag een
reclameoptocht in verband
met de boekenweek
Paaschiijd is aangebro
ken. De éialages der
winkels helpen U eraan
herinneren
De „Queen Mary" is in het dok te Southampton opgenomen om de laatste
voorbereidingen te ondergaan voor de eerste groote reis over den Oceaan
Deneef zet zijn wekker gelijk om tijdig
wakker te zijn voor de aflossing na
de neutralisatie van den Zesdaagsche
te Amsterdam
Op Zuid-Beveland staan nu reeds allerwegen de pruimenboomen in vollen bloei. Een schilderachtig
hoekje op een boerderij bij Kapelle
FEUILLETON
ROMAN VAN HANNO PLESSEN.
(Nadruk verboden)
Eenigszins verwonderd vouwt hij het blad
open. Het is de „Innsbrucker Tagesboten"
van 31 December 1935.
„Aha", zegt hij begrijpend en zich tot een
lachje dwingend, keert hij naar zijn kamer
terug.
„Over een uurtje zal ik het souper boven
brengen", roept Therese hem na.
Sylvester ziet in, dat hij vandaag niet meer
van hier weg kan. En daar hij dat in werke
lijkheid ook eigenlijk in 't geheel niet wil,
maar slechts meent, dat hij het verplicht is,
schenkt deze erkenning hem innerlijk vol
doening. Behaaglijk geeft hij zich over aan
de gezellige kamer met haar rood gelakte
meubelen, het dikke tapijt in harmonieerende
kleuren en het warme schijnsel van de in
directe plafondverlichting. In het aardige
zitje in den breeden erker, aan de andere zijde
van het ledikant, de groote hangkast en de
waschtafel, prijken in fijn geslepen glas
een paar cyclamen.
Hij neemt plaats aan het zeshoekige tafel
tje, waarop de bloemen staan. Mechanisch
vouwt hij de krant open. Zonder veel belang
stelling glijdt zijn blik over de kolommen
van het blad tot zijn aandacht plotseling ge
trokken wordt door een, in vette letters ge
drukt opschrift:
HET EINDE VAN HET PROCES
VON BERG.
Het blad valt hem uit de handen, Von
Hergwat heeft ze ook weer gezegd?
Had ze Ivem niet te verstaan gegeven, dat ze
groote belangstelling toonde voor het proces
van een zekeren von Berg, dat ze in de krant
trouw volgde? En hem Sylvester Vonberg
had ze voor dien meneer von Berg aange
zien! Zij had zich hem weliswaar anders
voorgesteld, maar dat zijn voorkomen en per
soonlijkheid haar wel in de allerlaatste plaats
een teleurstelling hadden bereid, dat is hem
niet ontgaan.
Met bevende handen raapt hij het blad
weer op om ditmaal met intense belangstel
ling van het bericht kermis te nemen:
Met het jaar 1935 is tevens een eind ge
komen aan het langdurige onteigenings
proces, dat Freiherr von Berg, de laatste
telg van de, sinds decennia in Tirol geves
tigde familie van dien naam, met het rijk
heeft gevoerd en van welks verloop wij
herhaaldelijk melding hebben gemaakt.
De civiele Kamer der rechtbank te
Innsbruck heeft heden in deze zaak von
nis gewezen en daarbij is de heer von Berg,
ook wat zijn laatste eigendommen betreft,
volkomen in het ongelijk gesteld. Afge
zien van de juridische gronden, waarop dit
vonnis is gebaseerd en welke wij in een
volgend nummer in extenso zullen op
nemen, zal men zich ook uit menschelijke
overwegingen volkomen met deze beslis
sing kunnen vereenigen.
Men mag wel aannemen, dat de kosten
van dit, door den heer von Berg met schier
fanatieken ijver gevoerd proces, diens mid
delen volkomen zullen hebben uitgeput.
Inderdaad een tragisch einde van een zoo
geziene, adelijke familie
Langzaam laat de man de krant zakken. Dus
voor dezen meneer von Berg, die zoo ernstig
door het noodlot schijnt te zijn getroffen,
koestert Renate een warm-menschelijke be
langstelling. Maar hem Sylvester Vonberg
heeft zij het leven gered. Zijn muziek heeft
haar aangegrepen en diep ontroerd. Zijn
woorden hebben weerklank gevonden in haar
hart. Hem gold haar invitatie om te blijven
en hij geniet dus in minstens even ruime
mate haar sympathie als die andere. Neen,
maar nog, veel meer, want hij is tenslotte
iniensch. Ben mensch van vleesch en bloed
naast dien ander, die slechts een begrip is.
Niemand zal kunnen betwisten, dat haar ge
negenheid hem geldt. Die genegenheid is zijn
bezit, zooals hij zich plotseling duidelijk be
wust wordt. Een bezit, dat hem aan het leven
bindt, dat het waard maakt geleefd te wor
den en dat met één slag alle verlangen naar
den dood vernietigt. Hij zal er om vechten
om dat bezit, het verdedigen en het trachten
te verdienen.
Het is slechts een betrekkelijk onschuldige
en niemand eenig nadeel berokkenende per
soonsverwisseling, waar van deze vrouw on
bewust gebruik maakt om een brug voor hem
te bouwen. Een gouden brug, die hem naar
een nieuw leven zal leiden. Naar het leven,
dat zij hem heeft teruggegeven en waarin het
leelijke, bevlekte verleden vergeten zal zijn
en slechts plaats is voor een schoone, reine
toekomst. Het ware de voorzienigheid trot-
seeren, als hij deze reddende hand zou wei
geren en de brug niet zou overschrijden, die
zij voor hem gebouwd heeft
Zoo gaat Sylvester Vonberg bij zichzelf te
rade. Een mensch als zoovele anderen, niet
beter en niet slechter dan de rest. Een
mensch, bij wien de drang tot zelfbehoud den
wensch den vader van de gedachte maakt
En al mag dan het begin van zijn nieuwe
leven gevormd worden door een oneerlijkheid,
een kleine oneerlijkheid, die uit hemzelf is
voortgekomen, maar waartoe slechts een sa
menloop van omstandigheden hem gedrongen
heeft, hij zal haar duizendvoudig goed maken
door de grootste oprechtheid van zijn toe
komstig bestaan
Een plechtige belofte tegenover zichzelf is
het, welke hij in dit beslissende oogenbllk
aflegt en daarbij is hij er vast van doordron
gen, dat Johanna, die hem verlaten heeft en
stilzwijgend haar handen van hem heeft af
getrokken tot het verleden behoort, waarvoor
geen plaats is in zijn nieuwe leven.
Heer Johanna den man werkelijk ver
geten? Is de wond, welke hij haar vrouwen
trots heeft toegebracht zooveel dieper dan
haar liefde? De liefde, die immers niet vraagt
niet wikt en evenmin oordeelt, die er een
voudig is om geschonken te worden, gelukkig
in het gevoel te kunnen geven? Niemand weet
het. Johanna zelf wel in de laatste plaats.
Slechts één ding staat vast: de wil, die deze
jonge vrouw bezielt, is zóó sterk, dat hij
zelfs haar gevoelens beheerscht. Zij kan niet
gelooven aan de oprechtheid van een man,
wiens vroeger leven een aaneenschakeling
van leugen en bedrog is geweest. En daarom
zoo houdt zij zichzelf voor mag ook zij
niets meer voor hem gevoelen.
Geen mensche in haar omgeving vermoedt
ook maar iets van den zwaren strijd, dien zij
achter een masker van koele gelatenheid
heeft uit te vechten en niemand beseft welk
een ongelooflijke zelfopoffering er noodig is
om deze uiterlijke gelatenheid glimlachend
ten toon te spreiden.
De gasten in Shepheard's exclusieve kara-
vansera zien slechts de schoonheid van de
jonge barones en bewonderen de lieftalligheid
van haar voorname verschijning
Tante Sophie Is buitengewoon tevreden over
haar nichtje en vooral verheugt het haar, dat
er nu niet gezongen wordt. Toen zij Hannerl
in Triëst ontmoette, had zij met wanne be
langstelling geïnformeerd naar de meening
en de voorschriften van den Miinchenschen
specialist. Het kalme antwoord van haar
nichtje, dat zij zich uitstekend voelde en het
medisch advies zich bepaalde tot een voor-
loopige stopzetting van haar zangstudie, had
de nieuwsgierigheid van de oude dame vol
komen bevredigd. De dingen nauwkeurig te
onderzoeken en wat dieger oyer een en «Ader 1
na te denken, lag nu eenmaal niet in haar
aard. Haar levendig temperament gaf zich al
spoedig geheel over aan de velerlei lndrukk®»'.
van het seizoen in Kaïro. En alles te zien en
te genieten neemt thans dusdanig haar tijd in
beslag, dat zij er niet eens toe komt den be
loofden brief aan Szartossy te schrijven, niet
tegenstaande zij zich dat tocih eiken dag op
nieuw weer stellig voorneemt. En even zoo
ongeschreven blijft de, aan Renate Lien toe
gedachte prentbriefkaart.
De speciale cavalier van de beide dames
is öir herbert Hawkin, Earl der Redgraves of
Nothery Hill, een gesoigneerde, imposante
zestiger met grijze bakkebaarden boven het
glad geschoren, scherp gelaat, waaraan men
onmiddellijk de Britsche aristocraat herkent.
Hij meent nog nooit zulk prettig gezelschap
'"»Kben ontmoet als deze jonge barones,
die aan 'n buitengewone beschaving en intelli-
een gepaste ernst en lieftallige gratie
paart en daarbij een zelfstandigheid aan den
dag legt, welke ver boven haar leeftijd uit
gaat. Al blijven hun gesprekken ook persoon
lijk, een enkele maal gebeurt het wel eens,
dat Johanna zich voor een of ander onder-
v-"-1 buzonder warm maakt en daarmee be
wijst, dat in dit oogenschijnlijk zoo kalme
meisje een groote dosis temperament sluimert.
Het moet iets heerlijks zijn uit dit meisje
een vrouw te maken, d e vrouw, de liefheb
bende en bemind wordende vrouw, denkt
Sir Herbert.
In een onbewaakt oogenblik weet hij met
een zakcamera een foto van Johanna te
nemen, als deze in den tuin van het hotel tn
een ligstoel rust. Het boek, dat haar niet ver
mag te boeien, ligt geopend naast haar op
den grond. Haar blik zweeft in de verte, Boe
kend tastend
De kleine, uitstekend geslaagde moment
opname sluit hij In bij een brief aan rijn ne%
Fritz Mollander, Londen. Parklane B^rtfosi-
street 102,
ssooagdi