Een nieuwe schakel in het verkeer Noord Zuid, de brug over de Maas bij Hedel in aanbouw. Een overzicht van een der werkputten, welke door grijpers wordt uitgegraven voor den bouw der pijlers FEUILLETON DE GOUDEN BRUG. ROMAN VAN HANNO PLESSEN. (Nadruk verboden) 40) Sylvester blijft aan haar zijde en tracht haar door een vloed van woorden tot andere gedachten te brengen. Hij verzoekt haar dringend Renate Lien er buiten te laten; hij smeekt haar hem toch niet te ontnemen, wat •het beste en het mooiste is in zijn leven. Maar zij keurt hem geen antwoord waardig. Eerst als zij aan den voet van de Lanser Hoogten zijn gekomen, blijft zij staan en zegt: „Ik begrijp werkelijk niet, waarom je je zoo opwindt. Renate Lien is vermogend. Veel rij ker dan ik, zoover ik weet. En zij zal Freiherr von Berg met genoegen uit de impase helpen". „Margot, dat een vrouw als jij niet wil be grijpen, dat er dingen zijn, die hoewel ze uiterlijk hetzelfde lijken, zoo totaal verschil lend zijn, dat...." „Die vlieger gaat bij mij ook niet meer op, Sylvester Vonberg. Sloof je dus niet uit Overigens zou ik je vriendelijk willen ver zoeken me nu niet verder met je gezelschap •lastig te vallen Wederom knikt Margot slechts kort, even als bij de begroeting. Wederom vermijdt ze het den man tegenover haar de hand te reiken Zij staat op het punt om weg te gaan, als hij haar bij de arm pakt: „Haltnog een oogenblikzegt hij op geheel veranderden toon. Margot werpt hem, van onder haar wenkbrauwen een spot- tenden blik toe. Het ontgaat haar niet, dat hij plotseling doodsbleek is geworden en dat er een gevaarlijk vuur in zijn oogen smeult. Koel en vastberaden klinkt zijn stem, als hij Begt; - - „Ik zal het geld overmorgen aan je adres in München afzenden". Margot toont zich niet in het minst ver baasd. „Nou, kijk eens aanHadden we het nu niet direct eens kunnen worden?" „Maar jij wendt je met geen woord tot Renate Lien", eischt hij kort en bondig. „Daarvoor bestaat dan geen enkele reden meertenzij je je belofte niet mocht na komen. In dat geval „Je kunt er van op aan, zoowaar als ik hier sta". Sylvester's worden klinken ruw en toon loos, maar desondanks voelt Margot: Ditmaal is het hem ernst; hij zal z'n belofte houden. Zij zal haar eigendom terugkrijgen. En meer verlangt ze immers niet. Renate heeft den geheelen middag gewerkt. Zij heeft haar verhaal van de gouden brug geschreven en daarbij is de tijd omgevlogen. Als zij met gloeiende wangen een punt achter het laatste woord plaatst, slaat de oude, ver trouwde pendule vermanend het achtste uur. Zij schrikt er van.Is het al zóó laat? En Sylvester is nog steeds niet terug. Terwijl zij de kamer op en neer begint te loopen, maakt een staag groeiende ongerustheid zich van haar meesbei*. Eigenlijk moest ik hierboven toch heusch een telefoon hebben, zooals Delmer me steeds heeft aangeraden en ook tante Sophie laatst voorstelde, gaat het door haar hoofd. Maar bijna op hetzelfde oogenblik reeds moet zij erkennen, dat ze daarmee in dit geval toch ook niet gebaat zou zijn, omdat ze immers niet eens weet, waar en bij wien Sylvester zich mogelijk in Innsbruck zou kunnen ophouden Dat komt ervan als men de zoogenaamde tact al te ver drijft! Zij vindt zichzelf laf, dat ze tot dusver elke rechtstreeksche vraag heeft vermeden en dat zij er voor is teruggedeinsd tegenover Sylvester de rèëele dingen van het leven bij hun waren naam fce noemen. En daarom neemt ze zich nu stellig voor alles zonder aarzelen te bespreken.... zoodra hij terugkomt. Als hij terugkomt; Als! Plotseling ten prooi aan een zinlooze angst, blijft zij midden in de kamer staan, alle verstandelijke over wegingen verzamelend om zich tegen deze ge dachte te verzetten: -Neen.zij ziet spoo- ken. Van „als" kan geen sprake zijn. Hij komt .terugnatuurlijk.... het kan im mers niet andershalf negen.... hij heeft zich verlaat.... dat kan gemakkelijk maar hij komtdat spreekt van zelf hij heeft haar immers lief Maar als hem iets overkomen is Zij laat zich in een stoel vallen, terwijl zij tevergeefs tracht haar bange zorg te over winnen. Neen.... neen.... er kan niets gebeuren, dat hem van haar zal scheiden, waardoor zij hem zou kunnen verliezen....! Langzaam komt Bella te voorschijn uit haar hoekje, waar zij zich tot dusver doodstil heeft gehouden, terwijl haar verstandige oogen de meesteres geen oogenblik hebben losgelaten. Behoedzaam legt zij haar voorpooten in de schoot van de vrouw. Renate slaat beide armen om den koop van het trouwen dier, vlijt haar gelaat tegen zijn glanzende huid en stamelt: „Zoeken, Bella, zoekenterugbrengen De hond spitst de ooren. Vastbesloten staat Renate op en loopt naar de deur. De dog volgt haar op de hielen. In de hall is Therese bezig de planten te begieten. Als zij Renate bemerkt, haalt zij haastig haar mantel en shawl. „Dat is verstandig van mevrouw om meneer tegemoet te gaanMisschien wilt u zoo vriendelijk zijn om een beetje haast te ma kenanders komt er van het eten heele- maal niets meer terecht't Staat toch al zoo lang te pieteren't Is bij negenen!" Het meisje is een en al verwijt. Renate dwingt fichzeli' tot een oppervlak kig, vriendelijk 'ai*twoord Buiten snijdt^ de scherpe koude een oogen blik haar ad'Gfn af. Met een hulpeloos gebaar brengt zij de hand aan haar slapen om dan langzaam den hond te volgen, die met groote sprongen vooruit snelt.... Zij komt slechts moeizaam voorwaartsEen beklemmende angst doet haar hart ineen krimpenZij wil roepen, maar zij vermag slechts eenige onverstaanbare klanken over haar lippen te brengenHaar oogen worden plotseling versluierd door een rooden nevelDof hoort zij nog "het blaffen van den hond, in haar ooren ruischt het als een verre branding Haar voeten weigeren den dienstZij wankelt en zou zeker gevallen zijn, als niet op het laatste oogenblik Sylvester Vonberg's ar men haar hadden opgevangen. „Renate!" roept hij en in zijn stem liggen schrik en ernstige bezorgdheid, „om 's hemels wil, wat scheelt je „Niets meer", fluistert ze, terwijl zij in een gelukzaligen ontspanning haar rust en kracht voelt terugkeeren. „Ik was zoo be zorgd om je't is al zoo laatJe kwam maar niet terug.... toen wou ik je tegemoet gaan Bevrijdende tranen stroomen over haar wangen en langs haar bevenden mond, die zooeven nog pijnlijk vertrokken de eerste verlossende glimlach waagt. „Renate", stamelt hij, oprecht bewogen, „vergeef me, ja Dan draagt hij haar zwijgend en in teedere behoedzaamheid den korsten weg naar huis terug Bella doet wederom met onfeilbaar instict het beste wat van haar verwacht kon wor den: zij rent vooruit om Therese den terug keer van beide menschen te melden. Zoo komt het dat Sylvester en Renate direct aan tafel kunnen gaan. En dat heeft onge twijfeld zijn goede zijde, want in tegenwoor digheid van het meisje kunnen zij slechts over algemeene dingen yan gedachten wisse- len en moeten zij hoofdzakelijk eten. Daal bij vinden zij het spoedigst hun evenwicht terug. Voor Renate is dat al heel gemakkelijk nu Sylvester er weer is. Weliswaar ziet zij el nog wat vermoeid en overspannen uit,, maar hij is terughij zit naast haarlaai zich door haar bedieneneet.... praat..., klinkt met haarlacht haar toe.... Alles, alles is weer goed. Voor Sylvester is het heel wat moeilijke! zich te beheerschen. Alles wat hij overdacht, beraamd en verzonnen heeft in de uren, waar in hij, sinds het afscheid van Margot, doelloos door de bosschen en langs de bergen heelt gedwaald, blijkt thans door de wijze, waarop hij in de Lantaarn is teruggekeerd onuitvoer baar. Hoe zou hij Renate kunnen zeg gen, dat hij in de onmiddellijke nabijheid' van haar woning geaarzeld heeft naar binnen te gaan, ja, misschien zelfs op dit oogenblik nog zou hebben geaarzeld, als de hond niet plotseling blaffend tegen hem was opge sprongen Spoedig is de vertraagde avondmaaltijd ten einde. Met opgetrokken knieën zit Renate in haal groote fauteuil. Sylvester offreert haar een vlammetje voor een sigaret en steekt daarna zelf de brand in een kort pijpje. Hoewel de vrouw tegenover hem ook nu met geen woord naar zijn wedervaren infor meert, voelt hij nu toch zelf, dat hij moet spreken. Eerst langzaam,, maar steeds sneller loopt hij van het raam naar de deur, terwijl, hij tot twee- driemaal toe aanstalten maakt om te beginnen, maar telkens snoert een snel op komende vrees hem de keel toe. „Als het je zoo moeilijk valt, Sylvester, dwing je er dan niet toe", klinkt tenslotte Renate's rustige stem in de nerveuse stilte. (Wordt vervolgd)' In lustige groepen trokken de Klep perjongens van Thorn traditiege trouw gedurende de afgeloopen week door het dorp voor het aan kondigen van het middaguur De banketbakkers hebben in de afgeloopen dagen volop werk gehad met de vervaardiging der lekkernijen voor de Paaschdagen. Met vaardige hand werden de producten in vele variaties bereid De vier Britsch Indische officieren voor de Engelsche Koninklijke Lijfgarde zijn Donderdag te Londen aange komen Eden arriveert met de overige leden der Engelsche delegatie aan het Vol kenbondspaleis te Genève ter bijwoning van de vergadering der Commissie van Dertien Flandin in gesprek met een journalist in de wandelgangen van het Volkenbondspaleis te Genève Koning Edward VIII van Engeland inspecteerde Donderdag de Grenadier Guards, die uit Egypte zijn teruggekeerd na een verblijf van 2lU jaar aldaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8