PRIftTO jodhpur-Bagdad-Amster'dam. Hoe ik groeide WOENSDAG 15 APRIL 1936 Jodhpur is in hooge mate luchtvaart- gezind. Airminded heet dat tegen woordig. Geen wonder. De Maharadja is een der oudste vrienden van de K. L. M. en bezit zelf verschillende sportvlieg- tuigen, die hij ook zelf bestuurt. Hij is be gonnen zijn collega's per vliegtuig te bezoe ken en nu wordt dat al gewoonte onder de Indische vorsten. En de KL.M. en de Hol landers zijn er wel bekend. Laatst waren er toch goed geteld 32 K.L.M.'ers of althans Hol- landsche vliegmenschen! Smirnoff zat er thuisvarend met 5 passagiers, Geysendorfer op weg naar Jan Oost met 6 man buiten zijn bemanning, dan streek daar Koppen neer met zijn drie Havillands en 9 man aan boord, dus een drukte van belang. Vijf Hollandsche toestellen! 's Middags kwam er nog een Imperial Airways bij. Den volgenden dag een Franschman en een Engelsche tegenligger. Twee dagen later komt Frijns binnenvallen met vijf Engelschen en een leege stoel voor mij en even later Parmentier met 6 Engel sche passagiers. Het afscheid van Jodhpur viel niet zwaar in het vooruitzicht de reis met oude kame raden te maken. Als wij om zes uur ver trekken zijn de muren van het fort flauw zichtbaar in het bleeke maanlicht, want de zon komt hier pas om kwart voor zeven op. Calcutta-tijd noemen ze dat. Die tijd is een raar ding op onze Indiëlijn. We vertrekken om 6 uur uit Jodhpur en komen om 6 uur in Bagdad aan, maar toch hebben onze pilo ten veertien uur aan het roer gezeten omdat we de klok twee maal een uur hebben moeten terugzetten. Nog een paar jaar en wij vlie gen met de zon mee en zetten de klok stil. Kan nu ook al langs den 85sten breedte graad en aan de pool heb je maar op een pianokruk te gaan zitten en in 24 uur een rondje te maken. Maar al blijft de klok dan op 12 uur 's middags staan, je wordt toch eiken dag een dag ouder, want als je met je neus naar de Beringstraat wijst scheuren ze een kalenderblaadje af. En als je die lijn, de meridiaan van 180 gr. van Greenwich bij nacht passeert, slaat de ka lender een dag over en heb je een dag te kort geleefd! Daar moet je dus voor oppassen! Ondertusschen hangen we alweer boven de woestijnen van Sindh en vragen ons af of een paar knappe ingenieurs het Induswater niet hierheen zouden kunnen brengen en deze woestenij in goeden bouwgrond veranderen. Ook Sindh moet indertijd een oude bescha ving hebben gehad, gelijk met en gelijkende op die van Babylon en eveneens waarschijn lijk in verband met groote welvaart, die ver oorzaakt werd door irrigatie. Daar zijn de laatsten tijd heel merkwaardige dingen ge vonden. Waarover later misschien. Karachi, Engelschen in 't zand. Dj ask, Hol landers in 't zand. Een Hollandsche vrouw, een heerlijk gezicht! Maar van de 24 eieren bestemd voor onze flensjes waren er 23 on derweg uitgekomen of althans bijna en dus was er lekkere chocoladepudding. En dan komt een stuk van onze dierbare aarde! Als ze dat nu eens „devil's own country" noem den, het eigen land van den duivel, in plaats van ons kostbaar Nieuw Guinea, waarvoor straks alle goudmijnen van Sumatra en alle petroleumbronnen van Venezuela zullen moe ten wijken. Dit ziet er nu werkelijk uit of er na de schepping niets aan veranderd is en er moet een Arabische legende zijn, die zegt dat Allah toen hij hier de zaak juist eens een beetje in orde zou maken, weggeroepen werd, omdat Eva dat aardigheidje met dien appel begon en na dien tijd zooveel met de vrouwen te stellen heeft gehad, dat hij aan de Perzische kust nooit meer is toegekomen. Daarom gaan de vrouwen gesluierd, die mogen Allah niet meer in de oogen zien. En daarom droegen de mannen een Fez. Zonder klep, en Allah hield ze in de gaten. Nu is de kepi met klep in Turkije en Perzië ingevoerd en de sluier vervallen. Nu wordt het hopeloos en herleeft de hoop, dat Perzië nog eens een beurt zal krijgen. Dan vervalt een der schil derachtigste gedeelten van de Indië-route, vooral wanneer een laagstaande zon diepe schaduwen werpt in de ravijnen en teger de steille bergkammen van dit buitengewoon ruw stuk aardoppervlak, dat zelfs van 3000 4000 M. hoogte nog sterk de aandacht trekt. Het is koud boven, wij hebben lekker de kachel aan, buiten dooit het 5 gr. Celsius. 40 gr. Fahrenheit dus zoowat. Even een slok koud bier en wat benzine halen in Bushire. Daar beneden is het 40 gr. Celsius zegge 105 gr. En weer moeten evenals in Djask alle paspoorten genoteerd en de vrachtlijsten over geschreven. Op beide stations is er maar één man, die schrijven kan en geen die een an dere taal dan Irakineesch verstaat behalve cold beer en soda water, dat weten ze alle maal. En dan gaat het weer verder met een kleine 300 KM. per uur door de lekkere koele bovenlucht over zee, op het oude Babyion aan en als de zon ondergaat aan den glas helderen horizon, beschijnt hij nog steeds de woestijn, maar thans met ontelbare aan duidingen van vroegere waterwerken, die dit land duizend?.n jaren lang moeter hebben gemaakt tot het rijkste en dus meest ge- wenschte en meest bestreden gebied der toen malige beschaving. Vierduizend jaar voor Christus vochten Egyptiërs en Babyloniërs. beiden van Semitische afkomst, er tegen de koningen van Aswan en Susan, toen de ver persoonlijking der zuivere Ariërs. l'Histoire se ftpête zeggen we dan maar weer. Een heel Merkwaardige geschiedenis, waarvan juist, Eén nacht in Bagdad. weer een sluiertip is opgelicht en wel door nieuws uit een heel onverwachte bron. Wie had ooit gedacht, dat de heilige Veda, de bijbel der Hindoes, de Rigveda eigenlijk, ons den sleutel zou geven tot betere kennis van de Koningen van Egypte's eerste dynastieën, maar ook van die van Babyion, Akkadië en Sumerië en van het streven der Ariërs, die in die tijden reeds Antisemiet bleken te zijn. En dat nieuws komt uit een heel interessan- ten hoek ook. Vroeger is het Sanskrit, de taal der Rigveda, altijd beschouwd als de oorspronkelijke taal en toen men daar ver balen ontcijferde over de pracht en den rijk dom en de heerlijkheid van „Uru", werd Uru door hemel vertaald. Neen, zegt Dr. Nath Pran van Benares Hindu University: Uru is hetzelfde als Ur, de oude stad in Beneden Mesopotamië waarvan de rijkdom en heer lijkheid uit de opgravingen der laatste jaren zoo duidelijk is gebleken, en hij haalt uit de omliggende versregels van het 7e boek de namen van zoowat alle ons bekende Baby lonische steden en hun vorsten, uit het 10de boek de namen der Egyptische Koningen van Mena en Narmer af tot veel later aan toe, in dezelfde volgorde waarin we velen van hen reeds kenden. En hij toont aan, dat 100 regels van de 500 uit de Rigveda te boek gesteld zijn door den hoogepriester van den Pharaoh Perab, de uit Egypte welbekende Sheri of Shevl. die 4033 v. Chr. regeerde. Geschreven oorkonden door Ariërs van 6000 jaar geleden! Wij gaan vooruit. En toch schrijft onze Hin doeprofessor over een nog ouder schrift, het voorhierogliyphiale rechtlijnige schrift van Kreta, van het oudste Egypte en van Sind. Er is nog werk aan den winkel voor onze archeo logen En onze bemanning'doet zijn werk weer goed. Met hetlaatste daglicht dalen we in Bagdad! Eén nacht in Bagdad. Geen duizend en één. Maar die eene nacht in de stad van Haroun al Rasjid doet al de andere beter be grijpen. Wij zullen loge er en in het nieuwe hotel River's front en gaan dus met de auto bus naar de stad langs den Boulevard met het standbeeld van Feisal. Voor Maud's Bridge de groote pontonbrug over de Tigris moeten we stoppen daar htt verkeer juist van den anderen kant vrij is gegeven en nu ontspint zich een zwaar deb2t tusschen chauffeur en politie. Autobussen mogen alleen de brug pas- seeren als de passagiers er achter aan wan delen. Maar dit is een geval met speciale permissie en de agent kan niet lezen. Maar de chauffeur sluit zijn deur en rijdt door, den dienaar der Wet perplex achterlatend. De hotelingang ligt achter in een slop, maar de kamer is keurig. Twee bedden, aparte bad kamer, W.C., warm en koud water, haar borstel en kam, alles is aanwezig, alleen tandenborstel ontbreekt. Maar een tempera tuur! Als een bakkersoven. Gelukkig is er een breed balkon en een breede deur en dus staal mijn bed al gauw buiten waar af en toe een koel zuchtje de rivier af komt zetten. We wonen vlak bij Maud's Bridge, die geflan keerd is door rijen restaurants alles helder verlicht en gezellig druk op den Sabbath, want er zijn hier veel Joden. Daarachter ver rijzen de kronen der Dadelpalmen, die prach tig afsteken tegen de nog heldere avondlucht Beneden mijn balkon strekt zich langs de rivier het terras uit, dat bitterkamer en eetzaal is. Ik loop nog even de stad in, maar niet ver. De hitte hangt nog tusschen de huizen, kwalm en stank hangt er altijd, een eigenaardige half kruiderige en toch ook weer muffe, vunze en daarnaast rookerige lucht. Schreeuwende lichtreclame kennen ze hier ook al, vooral bij de bioscopen en daar wan delen ook meisjes, die graag mooi zouden zijn en meegevraagd willen worden, maar alles lijkt even vuil en smerig als de tallooze bede laarsvrouwen met kind aan de borst, die in alle hoeken op de trottoirs te vinden zijn. En een ongure typen, allemaal. Je snapt niet hoe vriend Haroun hier op zijn eentje 's nachts durfde rondsluipen. Dus maar gauw weer naar het hotel. Een diner, het beste van de Indië-route en dan maar weer naar bed. Ge moedelijk. De twee kamers naast mij zijn ook bewoond; gedrieën hebben we één balkon zonder afscheiding. Gordijnen zijn er niet. Ik zie mijn buurman juist uit zijn bad stap pen (vertel het hem niet, hij zou 't gênant kunnen vinden). Uit mijn bed heb ik het voile gezicht op het terras vol dineerende menschen. smoking en evening dress en dal alles heeft natuurlijk ook vrij gezicht op mijii bed. Gemoedelijk. Maar ze praten en lachen wat luid en er is geen muziek om bij in slaap te vallen. Toch doezel ik weg en pieker na over de laatste berichten. Driehonderd Engel sche vliegmachines in Aboukir. 126 oorlogs schepen in de Oostelijke Middellandsche Zee. Jongens, als we maar eenmaal over dat Suez kanaal heen zijn straks, dat wordt een kwaad punt en de avondbladen zeiden, dat het elk oogenblik mis kan gaan. Daar Boem! Een knal wat .gerommel na! Het eerste schot! Wel nee een vrachtwagen op Maud's Bridge smakt van het vaste deel op de ponten. Maar nu is het mis. Je achterdocht is gewekt en je begint van elk geluid de beteekenis te vra gen. Dat schot bracht mij recht overeind naast mijn bed tot groote verwondering van de smokings en avondtoiletten, maar er waren er al minder dan straks, dus dat ru moer sterft uit. En we zijn bijna thuis. Nog twee dagen. Hoor, net als thuis. Een kater klaagt zijn liefdeleed aan de maan; een col- 'ega valt in. Het wordt community singing Zijn het er vijf of zes? Die ééne heeft een aardige stem; misschien een poesje! Ja, er moet een vrouw in het spel zijn! Een krij- schende gil, dat mijn ijzeren bedspijlen mee zingen alsof er met een vijl aan gewerkt werd, lokt een nieuw diminuendo in alt uit. Een belletje. Gedempte woordenwisseling. Plots beneden een helsch spektakel. Twee wakers stuiven het terras op en gooien een paar kapotte borden verder stuk in de rich ting der muzikanten. Die hadden ze zeker bij de hand. Zóó, die zijn stil. Nu kunnen we de andere stemmen, de honden veel beter on derscheiden. Alle honden zijn maanaanbidders en jengelen en huilen en janken hun adoratie uit. Behalve de Australische honden, die zijn stom. Ik wou dat ze die hier invoerden. En dat die pracht eigenschap dominant bleek te zijn. Er zijn veel honden in Bagdad. En veel rassen en soorten en stemmen, zoodat je soms twij felt of.... Neen maar daar is geen twijfel mogelijk. Dat is hartewee. Dat is liefde, de ongelukkige liefde van een rampzaligen van gevoel overloopenden ezel. Ik ken geen hart roerender geluidt dan dat van een hartstoch telijk verliefden mannetjesezel aan den ver keerden kant van de schutting. Dat is niet om aan te hooren. Dat leed moet verzacht. Maar hoe, want er zijn zeker 100.000 ezels rondom Bagdad, de menschen niet meegerekend. Hon den en ezels, ezels en honden. En als de dag aanbreekt, een nieuw geluid als van een toor- nigen Spanjaard, die kettert op een blonde vrouw, una muggger roggga. Het is Arabisch dezen keer, of is het het antwoord van den kameel op de aansporing van zijn berijder? Die twee zijn haast niet uit elkaar te houden. Met de meeste moeite niet. En ik luister toch zoo aandachtig. Tot mij die ander te binnen schiet, die zoo graag luisterde. Schahriar de nazaat van Haroen al Rasjid en de pientere zus, die hem er tusschen nam. Ieder weet van de duizend en één nacht. Maar het begin van die grap, het ontstaan der verhalen is ook wel heel interessant. De vorst merkt, dat een zijner vrouwen ontrouw werd. Dat is eens maar nooit weer. Eiken avond een versche schoonheid en als de zon boven de kim ver rijst, moet dat hoofd vallen. Geen andere man zal meer aanraken wat eens des sultans was. Zoo gezegd, zoo gedaan, tot de dochter van den grootvizier zich zelf aan zijne maje steit aanbood. De vizier zoekt zijn rouwband al op, maar het meisje zei: Laat mij dat zaakje opknappen. Met het bruidje gaat een jonger zusje mee naar het paleis en zij smeekt den vorst haar toe te staan aan haar zuster nog één verhaal te mogen vertellen vóór zij zal worden ter dood gebracht. En de leepe Sheha- razade vertelt en vertelt en weet de spanning te doen toenemen tot.de zon boven den horizont verrijst. Staatszaken roepen den sul tan, het verhaal is niet af en het bruidje wordt gespaard. En dat ging zoo door. Duizend en één nacht! Nu is luisteren naar een gezel lig babbelend meiske buitengewoon gezellig. Maar pas nu begrijp ik. waarom dat hier in Bagdad zoo dubbel opgaat. Ge kunt van al dat kabaal toch geen oog dicht doen. En als je tóch wakker moet blijven, laat Je dan wat aar digs vertellen. Ja maar Sheharazade is allang dood. Maar als de gelegenheden die een mensch in staat stellen een nacht niet naar bed te gaan een beetje veel minder onfatsoen lijk waren, als men zegt, dat ze In Bagdad zijn, dan zou ik de K.L.M. adviseeren de logies kosten in Bagdad haar passagiers uit te sparen! Vijf uur op. Prachtige morgenschemering. Lichte palmsilhouetten. Kameelen, ezels, auto bus, koffers en daar gaan wij weer met een kleine 300 K.M. per uur. Langs de Tigris groeit nog al wat. Boomgaarden van dadelplanten, olijven en pistaches, die lekkere groene noot jes. En dan weer woestijn. Tot de Doode zee, de Jordaan, Jericho, Jeruzalem, Betlehem alle passagiers doet ontwaken en genieten van het prachtige gezicht over het heilige land. En lekker de kachel aan, want het is koud boven. Steeds meer woestijn. Cairo. De negen pyramiden liggen nog rustig aan den rand van het Nijldal. Musso lini weigert alles. Maar wij zijn over het Suez- kanaal en al gauw over Kreta, over de Akro- polis. Athene. Zondagavond! Concert in het park, bioscoop buiten. Belgrado blijft 3000 M. beneden ons. Wind achter, dus benzine ge- noeg. Budapest. Een Engelschman, die vier jaar in Calcutta gezeten heeft en een die 10 jaar in Palestina woonde bukken zich en pluk ken een handvol malsch gras! Het eerste weiland na vier en tien jaar, omgeven door boomen in herfsttooi en glooiende heuvels. Boven Praag is het mis. Wolken steeds hoo- ger voor ons, zoodat wij er dóór moeten; kletsbuien. Hagel dondert tegen de ruiten en wand van de cockpit, maar Frijns houdt de schroef kalm op 1650 omwentelingen, wat 275 K.M. snelheid beteekent. Dwars door de hagel bui heen. Hij kent en vertrouwt de machine! Halle. Tegenwind 70 K.M. per uur. Dat zou nog 100 per uur worden, maar wij houden dan nóg 170 per uur over en landen, na een prachtigen cirkel over rijk Noord-Holland, om 4.10 op Schiphol. Het is ongelooflijk, dat zeg gen alle passagiers. En de K.L.M. lapt het hem. Elke week twee maal. Hulde. DR. VAN DER SLEEN. (Adv. IngezMed.) Burgemeester laat zijn vrouw doodschieten. Verzekcringsmoord in Bulgaarsch stadje. Onze Weensche correspondent schrijft ons: De burgemeester van Samakow in het zuiden van Bulgarije, Bontscheff geheeten, was een algemeen geacht man. Hij leefde op grooten voet en had veel vrienden. Op een zekeren avond gaf hij een tuinfeest. Alle autoriteiten waren verschenen, er werd veel gedronken en er heerschte een prettige stem ming. Een groote menigte had een fakkelop tocht in elkaar gezet. „Lange leve burge meester Bontscheff!" hoorde men roepen. De feestelijke stoet trok voorbij. De burgerva der en zijn echtgenoote stonden in het hel verlichte venster van het eetvertrek. Opeens hoorde men een knal, er was een schot ge lost en de vrouw van den bur"-zonk levenloos ter aarde. De burgemeester was radeloos. „Het schot had mij gegolden", zoo riep hij uit, „het moet een van mün oolitieke tegenstanders geweest zijn. Ik heb in den laatsten tijd dreigbrieven ontvangen!" Heel de gemeente had medelijden met den armen man. De moordenaar was nergens te vinden. De burgemeester kreeg twee millioen leva van een levensverzekeringsmaatschappij. Hij had zijn echtgenoote zoo hoog laten verze keren. De verzekeringsmenschen vonden een en ander wel verdacht, maar zij wisten niets, wat den burgemeester in een ongunstig licht kon plaatsen. Alleen, dat hij een zwak voor vrouwen had! Maar dat komt meer voor. Zij lieten meneer Bontscheff bespieden en kort daarop maakte de burgervader kennis met een buitengewoon mooie Turksohe jonge dame. die naar den naam van Guul Hanoem luisterde. Hij vermoedde natuurlijk niet, dat zij een spion van de verzekeringmaatschap pij was. Zij wist aldra alles omtrent het par ticuliere leven van den burgemeester, maar dat was nog niet veel, want dat hij verschil lende amoureuze affaires had en dat deze liefhebberij hem veel geld kostte, was nog niet voldoende om hem van een misdaad te kunnen beschuldigen. Men wilde de pogingen bijna opgeven, toen Bontscheff de Jonge dame vertelde, dat hij van plan was ten twee den male in 't huwelijksbootje te stappen en dat hij haar daarom niet meer te zijnen huize kon ontvangen. Maar ziet: Bontscheff hield nog steeds ook van Guul Hanoem en hij stelde blijkbaar een onbeperkt vertrouwen in haar, want hij vroeg haar enkele brieven voor hem te willen bewaren, waarvan hij niet wilde, dat zijn tweede echtgenoote hen zou zien. En nu kwam Guul Hanoem o.a. In het bezit van een schrijven, waarin het volgende stond: „En geloof nou niet, dat ik tevreden ben met dat kleine bedrag, dat niet meer dan een aalmoes is. Je moet me morgen voor dat schot nog 350.000 leva geven, anders zal ik den boel verklappen". Juist toen burgemeester Bontscheff den schrijver van dat epistel geld wou geven, werden beiden in hechtenis genomen. Hij bekende zijn daad. Hij gaf toe, dat hij zijn vrouw had laten vermoorden. Eerst had hij haar een buitengewon hooge verzekering laten sluiten en toen had hij dat tuinfeest georganiseerd. Hij had zoo geredeneerd: wanneer alle autoriteiten van de stad er bij zijn en een groot aantal menschen aanwe zig is, za! niemand mij verdenken, wanneer mij vrouw plotseling door een kogel getrof fen wordt. Zijn medeplichtige, de moordenaar, is een uitmuntend schutter. Hij was vroeger re chercheur van politie geweest. Nu zitten beiden in het huis van bewaring. BURGERLIJKE STAND. HAARLEM, 14 April. Ondertrouwd, 14 April: J. E. Torleij en H. Bos. Bevailen 9 April: W. H. Hoeke—Rijkes, d.; G. SmitVermond, d.; 10 April: J. Potuijt— Cramer, d.; 11 April: F. v. d. Hoekv. Nim- wegen, d.; A. E. MathotLips, d.; M. E. Jan sen— Schrama, d.; 12 April: J. M. J. Loerak kerSonnemans, z.; G. Martens—Vlug, d.: 13 April: C. Vermeij—v. Rooij, z.; P. M. Wiedijk— Derks, z.; B. Dolron—van Wooning, z.; 14 April: M. Roskamv. Doorn, z.; A. M. J. KropmanZwaga, z. Overleden. 11 April: G. v. ReemsL-Verkade, Vesterhoutpark. T. M., 14 maanden, d. van J. 'j. Menting, De Clercqstraat. J. Tam—Duiven- ■oorden, 33 jaar, Van Keulenstraat. 12 April: O. Mes—Van Wieringen, 85 j., Lange Annastr. A. A. J., 8 j., d. van P. Verbeet, Jan Haringstr. M. Meier, 65 j„ Nagtzaamplein. 13 April: P. A. W. de Hart, 52 j.. Heussensstraat. A. Wijkhuizen, 66 j., Aelbertsbergstraat. D. Wolf- stang. 87 j., Schotersingel. M. S. BoeleRoer, 83 j., Kleverlaan. 14 April: A. KooyVan Houten, 66 jaar, Hazepaterslaan. VAN NUL TOT ACTEUR Bijgeloof. Ik kom meer en meer tot de overtuiging dat het artistiek is bijgeloovig te zijn' In mijn ouderlijk huis bestond deze afwijking eenvoudig niet en ik herinner mij nog le vendig hoe myn goede oude tante Antje door mijn vader werd afgesnauwd, toen ze het waagde in zijn aanwezigheid iets af te klop pen. Ja, de afkeer van bijgeloof mijner ouders was zoo intens, dat ik in de verleiding kom te zeggen, dat ze er een bijgeloovige vrees voor hadden. Hoe anders was het in den kring, waartoe ik nu behoorde. Hoe anders stonden deze menschen tegenover allerlei verschijnselen die in mijn geboortehuis met een minach tenden spotlach werden verwezen naar het rijk van nonsens en zotteklap. In de eerste plaats lijdt de acteur aan de algemeene bijgeloovigheden, die men ook in de gewone maatschappij vindt: hij weet, dat de armoede een, twee, drie zal binnenkomen zoodra hij een paar schoenen op tafel zet. en tegen de ernstige gevaren, verbonden aan het morsen met zout. het zien van de straat overstekende zwarte katten en het onder lad ders doorloopen, waart hij voortdurend en angstvallig. Maar behalve die normale bijgeloofjes heeft hij er nog een stelletje die speciaal aan zijn beroep eigen zijn. Geen acteur zal het wagen binnen de mu ren van den schouwburg te fluiten. In zijn kleedkamer mag hij zingen en vloeken, zoo veel hij wil of zijn collega's hem veroorlo ven. Maar de tooneelspeler die in zijn onna denkendheid fluit, roept de ongenade aller Goden over de voorstelling. Do associatie ligt hier nogal voor de hand: wat kan erger zijn, dan dat er in het theater wordt gefloten door het publiek? Wie eenigszins met het toon eel op de hoogte is, weet dat hij nooit en te nimmer een acteur succes mag wenschen. Dat is een groote zonde die zich onherroepelijk wreekt op zijn spel. Na dien zegewensch zal hij den heelen avond mat zijn, er niet in kunnen komen, op een bepaald oogenblik zijn tekst kwijt zijn. Hij zal struikelen over een kleedje, op zijn hoed gaan zitten, een kopje omver stooten of een dergelijke onhandigheid be gaan. En dat alles doordat de een af andere ezel tegen hem heeft gezegd: Nou, succes vanavond; speel maar weer mooi. of een an dere bêtise. Het eenige wat je een tooneelspeler mag toevoegen, voor hij op de planken komt. is het Duitsche: Hals- und Beinbruch! Het klinkt wel niet vriendelijk, maar de bedoe ling is goed. Gelukkig kan je ook bijgeloovig zijn in goeden zin. Wie op een repetitie zijn rol laat vallen, weet dat hij succes zal hebben op de komende première Hetzelfde effect heeft struikelen op de trap van het theater. Daar entegen is het weer allerverschrikkelijkst ge vaarlijk. vóór de eerste voorstelling de ver wachting uit te spreken dat een stuk het doen zal bij het publiek. „Beschrieën" noemt de acteur dat en hij is er vreeselijk bang voor. Ik heb een actrice gekend, die ronduit ge weigerd heeft op het tooneel een parapluie op te steken. Iedereen weet toch, dat dat gelijk staat aan het afsmeeken van den toorn des ganschen Heelals over je rampzalig hoofd. Een opgestoken regenscherm! Het zou waarlijk zijn of je het er om deed, en wat een prul van een dramaturg, die een derge- lijken fout maakt in zijn stuk. Wist die man nu niet beter of riep hij willens en wetens alle machten van Satan over het hoofd van een onschuldige vrouw? Haar verzet was zoo hardnekkig dat er maar één oplossing te vinden was: de scène, waarin de wandagd moest plaats vinden werd gewijzigd en de parapluie verscheen niet voor het voetlicht. Artisten zijn vaak eenigszins buitenissige wezens. Zij interesseeren zich in het alge meen weinig voor politiek en maatschappe lijke verschijnselen. Daar staat tegenover dat het occulte een groote aantrekkingskracht op hen uitoefent. Allerlei ismen worden be studeerd, theoretisch en practisch. Iedereen moet maar voor zichzelf uitmaken of hij dat beschouwen wil als een uiting van bijgeloof en niemand zal van mij verwachten dat ik in deze kwestie partij kies. De dingen tus schen Hemel en Aarde hooren niet thuis in de groeistuipjes van een klein acteurtje. UIT HAARLEM Het 1 Mei-feest. Van de S. D. A. P. en moderne arbeiders beweging. Het Mei-Comité H.B.B.S.D.A.P. deelt over de a.s. 1 Mei-viering nog mede, dat de stoet voor de morgenwandeling naar den Hout wordt opgesteld op het Ken nemer plein, de z.g. automarkt. Vertrek 10 uur door de Leid- sohe buurt. De avonddemonstratie gaat door Haarlem Noord en wordt opgesteld op de Friesche Varkenmarkt aan het Spaarne bij de Park laan. Opstellen 6.15, vertrek 6.45. De leden worden er op gewezen dat de roode tulp en roode kleedingstukken aange merkt- kunnen worden als uitingen van een bepaald staatkundig streven en een bekeu ring het gevolg kan zijn. De route, die gevolgd wordt is: Klopper singel, Vrouwehekstraat. Zocherstraat. Pres. Steynstraat, Pretoriaplcin, Kloosterstraat, Schalkburgergracht. Pieter Maritzstraat, Delistraat, Riouwstraat. Floresstraat. Atj'eh- straat, Zaanenstraat, Timorstraat, Flores straat. Lombokstraat. Soendastraat. Rijks straatweg. Kennemerstraat. Frans Halsstr., Frans Halsplein. Kennemernlein, Kruisweg, Kruisstraat. Smedestraat. Riviervischmarkt. 'Behoudens wijzigingen door de noljtie aan te geven). De opstelling is als volgt: 1 Plangroep, 2 Vlaggestoet. 3 Meicomité. 4 Muziek Kunst na Arbeid 'IJmuld°n-Oon) 5 Metaalbewerkers 6 Fabrieksarbeiders, 7 Stucadoors, 8 Werkloozenorgnrtsatie 9 Mu ziek Voorwaarts. Haarlem, 10 S.D.A.P.. 11 Bouwarbeiders, 12 Slagers. 13 Schilders, 14. Muziek Excelsior, Haarlem, 15 Spoor en Tram. 16 Handels- en Kantoorbedienden, 17 Onderwijzers. 18 Overheidsoersonel. 19 Mu ziek Apollo. Haarlem. 20 Ambtenaren. 21 Ver zekeringsagenten, 22 Tyoografen, 23 Kap- oers, 24 Meubelmaker*. 25 Hui*r>er*onee] 26 Bakkers, 27 S.D.V.C.. 28 Stem de* Volks. 29 Muziek Kunstkrine. SDaarndam. 30 Trans portarbeiders, 31 Hotelpersoneel. 32 Kleer makers, 33 Sigarenmakers. 34 B.T.O., 35 Part. Chauffeurs, 36 Land- en Tuinbouw. 37 Mu ziek Kunstgenot. Haarlem, 38 NL.F.C.B.. 39 VARA 40 F*oerant.o. 41 Insfhu t 4? N.A SB„ 43 Mandolineclub ..Apollo". 44 Rel. Soc. Ver bond. 45 Tooneelver. Vooruitgang. 46 Too- neelver. Herman Heijermans. 47 Jeugdraad, 48 Ned. Vex. tot afsda. v. ale. dr., 49 A.J.C.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 7