HET NIEUWE AVONDBLAD
J
D
21e JAARGANG NO. 142
DINSDAG 21 APRIL 1936
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 cis., per maand
40 cents plus 2ya cents incasso, per kwartaal f 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden. Telef. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
AD VERTENTIeN16 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 et Ingezonden mededee'.ingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen ais zoodanig in de.registers
rijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
f2000.- bij algeheele invaliditeit: 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van
een hand, voet of oog: 250.- bij verlies van een duim: 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; I 30.- bij breuk van
boven- en/of onderarm; 30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen. Ten
gevolge van spoor- tram- of autobusongeval: ƒ5000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van vlsschers-, marine-vaar
tuigen enz. 400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart,
tot een maximum van 2000.-, indien Hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.-
Bank te Schiedam.
Badoglio's Opmarsch.
Maarschalk Badoglio's leger trekt op Addis
Abeba, de Abessynische hoofdstad, af. Vol
gens de laatste berichten was het vervallen
plaatsje Ankober, op 130 K.M., Zondag reeds
gevallen. Het is niet erg duidelijk in hoe
verre de Abbessyniërs maatregelen nemen
om hun hoofdstad te verdedigen. Het is een
ooen plaats, van slechts 50.000 inwoners, die
natuurlijk op geen enkele wijze met een
Europeesche hoofdstad vergeleken kan wor
den. behalve dan dat zij evenmin een vesting
j. en nog gemakkelijker uit de lucht in brand
gestoken, met gifgas gevuld en met brisant
bommen verder vernietigd kan worden. Het is
evenwel geen oude stad, waaraan groote tra
dities verbonden zijn. Zij is pas een halve
eeuw oud, zoodat haar aantrekkelijkheid als
object voor de luchtvaart slechts ligt in het
feit dat zij de hoofdstad en het grootste be
volkingscentrum van Abessynië is. De bevol
king heeft den tijd om de stad te ontruimen
en zal dit natuurlijk doen. Men kan evenwel
een laatste poging tot weerstand onderne
men op de route die 'het Italiaansche leger
nog heeft af te leggen. Volgens de berichten
uit Addis Abeba schijnt men van zins dit te
doen. Vijfduizend man zouden er voor be
schikbaar zijn, en dan zijn er ook nog dui
fenden vrouwen bewapend. De vernietiging
van dit „laatste bolwerk" op den weg naar
de hoofdstad belooft nieuwe lauweren te
vlechten om de slapen der glorierijke be
schaving-in-opmarsch. Het zijn immers maar
negers en negerinnen, die zoo dom zijn dat
zij niet eens begrijpen dat hetgeen hen met
gifgas bestookt „de beschaving" is, die haar
zegeningen op hen doet neerdalen, en dat
hun primitief Christendom thans, na zoo
vele eeuwen, eindelijk met een hoogere
norm in contact komt.
Op het oogenblik ziet het er nog niet naar
uit dat de val van Addis Abeba de onder
werping van het barbaarsche Abessynië aan
de zoozeer beschaafde tegenpartij zal betee-
kenen. De Negus en zijn raadgevers, die on
getwijfeld langzamerhand kokend van woe
de zijn, hetgeen men van zulke menschen
kan verwachten, beweren tenminste dat zij
door zullen vechten. De vraag is of hun tal-
looze stammen daartoe bereid zullen zijn.
Mogelijk is het natuurlijk wel. De geschiede
nis kent dergelijke voorbeelden in kleinere
landen dan Abessynië, dat zoowat vijf-en-
dertig maal zoo groot als ons land en net
tweemaal zoo groot als Frankrijk is. Een
dergelijk enorm gebied, ontoegankelijk in
vele deelen. kan men met een leger van
eenige honderdduizenden soldaten nimmer
zoo afdoende bezetten dat de bevolking daar
mee volkomen onderworpen is. Het zou ook
vrijwat tijd vorderen, een bevolking van tien
millioen geheel uit te moorden. Maar blijk
baar heeft een deel dier bevolking zich al
min of meer vrijwillig onderworpen, en het
is dus maar de vraag hoeveel animo de rest
nog bezit voor den ongelijken strijd tegen de
Wonderen der Techniek, tevens die der Be
schaving. Is dit een groot deel, en blijft het
zich onderwerpen aan de leiding van den
Negus, dan kan het een schier-eindeloozen
guerilla-oorlog tegen de Italianen onderne
men, waarbij de bosschen het zooveel schuil
plaats tegen vliegtuigen zullen verleenen, en
de regentijd zooveel gelegenheid voor ver
ademing, dat men de onbeschaafde wilden
slechts zeer langzaam-aan zal kunnen uit
roeien. De gebeurtenissen van den laatsten
tijd zullen evenwel het Abessynische volk
met zooveel ontzetting vervuld hebben, dat
het geen groote verwondering zou kunnen
wekken als het na de vernietiging van het
bovenbedoelde „laatste bolwerk" de wapens
voorloopig maar neerlegt. Men zal dit af
moeten wachten. Er zijn nog teveel tegen
strijdige berichten over de stemming der be
volking en de Italiaansche beschouwingen
over haar dankbaarheid jegens den be
schaafden aanvaller schijnen niet geheel
objectief.
De aanstaande verovering van Addis Abeba
zal in elk geval een groot succes voor den
Italiaanschen dictator zijn. Dankbare volks
massa's zullen hem toejuichen en hij zal zijn
?as-, brand- en brisant-bommen-helden
kunnen gaan decoreeren; een veroveraars-
Wik!en een kin!dat de heele we
reld er eerbiedig van bibbert. Op de plaatjes
in de krant en in de filmjournalen zullen
we dat dan te zien krijgen. Erg interessant,
en vooral verheffend. Dit is een zeer verhef
fende tijd.
R. P.
IJMUIDEN
VIERING VERJAARDAG PRINSES JULIANA.
De Christelijke Oranjevereeniging IJmuiden-
Oost belegt op den verjaardag van Prinses Ju
liana een feestavond in het Herv. Vereeni-
Singsgebouw aan de Kalverstraat.
Er zal een historische film worden vertoond.
Verder verleent de Chr. Muziekvereeniging
Concinere onder leiding van den heer D. Klut
Hjn medewerking. De heer Huizinga zal de-
Nameeren,
IJmuidensche trawlers onder
Belgische vlag?
Voor „Belgische" maatschappijen te Oostende.
Tal van trawlers liggen er in de Haring-
haven, trawlers die hunne eigenaars tien
duizenden guldens hebben gekost, kapitalen,
waarom de reeder, om het zoo maar eens te
zeggen thans „zit te springen".
Vele van deze trawlers zijn oud-roest en
zullen wel nooit weer de zee zien, tenzij om
naar Hendrik-Ido-Ambacht gesleept te wor
den, naar het schepenkerkhof, waar reeds
zoovele Nederlandsche bodems, veel trotscher
aan een IJmuidensche stoomtrawler een al of
niet ontijdig einde vonden.
Maar er liggen in de Haringhaven ook nog
vele trawlers, die meer zijn dan oud-roest, die
nog best het opknappen waard zijn om in
de vaart te worden gebracht.
Maar wat loont het, heden ten dage traw
lers in de vaart te brengen? Trawlers, die ge
heel zeewaardig en zeevaardig zijn worden
uit de vaart genomen. Wie zal er dan eerst
nog even vijf of tienduizend gulden uitgeven
oin een cpgelegden trawler voor de vaart in
orde te brengen?
Voor dat deel van de opgelegde vloot, dat tot
de categorie oud-roest behoort, heeft thans
de regeering het verkrijgen van een en
kele reis naar het een of andere schepenkerk
hof door ae slooppremie geopend.
Maar wat moet er met de bruikbare traw
lers gebeuren?
Daaromtrent doen de laatste dagen eigen
aardige geruchten de ronde, geruchten, die
als ze waar mochten blijken te zijn, voor het
IJmuidensche visscher ij bedrijf kwade ge
ruchten zouden zijn.
Het schijnt nl. dat eenige IJmuidensche
reeders pogingen in het werk stellen, een
aantal hunner trawlers naar Oostende te
„verkoopen" aan „Belgische" maatschappijen.
Een goed verstaander heeft maar een half
woord noodig. En een goed lezer ziet in de
aanhalingsteekens waartusschen wij de
woorden „verkoopen" en „Belgische" plaat
sten voldoende om te begrijpen, dat er van
een eigenlijken verkoop aan een Belgische
maatschappij geen sprake is. Schijnmanoeu
vres.
Maar hoe ook, het-gevolg ervan zou zijn.
dat deze trawlers onder Belgische vlag, (na
tuurlijk onder Belgische, vanwege de moei
lijkheden, die aan buitenlandsche visschers-
vaartuigen ook in België in den weg worden
gelegd) van Oostende uit de visscherij zouden
gaan uitoefenen en natuurlijk ook in Oosten
de markten.
IJmuidensche, pardon, Belgische trawlers
komen dus den aanvoer in België versterken,
ten koste van de overgebleven IJmuidensche
trawlers, die in IJmuiden ter markt komen,
ten koste ook van onze exporteurs, die hemel
en aarde bewegen om een grooter stuk van
de Belgische koek te krijgen. Hetgeen dan,
d.w.z. als de geruchten juist zijn en de pogin
gen slagen, natuurlijk voor altijd uitgesloten
is, omdat België dan heelemaal geen visch
uit IJmuiden meer noodig zou hebben.
Het is natuurlijk een methode, om opge
legde schepen rendabel te maken. Prachtig,
zou men zeggen. Van een individueel stand
punt beschouwd ongetwijfeld. Maar van een
nationaal standpunt en vooral ook van een
IJmuidensch standpunt beschouwd is 't even
anders.
Wat hangt ons nu weer boven het hoofd?
BESTRATING VAN DE RAMBONNETLAAN.
Sedert eenigen tijd is de aanleg van alle
straten in het bouwplan van de Mij. Ooster
duin gereed, zoodat ook hied weer een uitge
breid terrein klaar ligt om te worden volge
bouwd, hetgeen met het oog op de tijdsom
standigheden wel niet zoo vlot zal geschieden
als voorheen.
Het gedeelte van de Rambonnetlaan van de
Napierstraat tot het Oosterduinplein was tot
nu toe nog niet van een bestrating voorzien
maar men gaat thans ook hiermee beginnen
Wanneer dit werk gereed is gekomen, zal een
prachtige verbinding tot- stand zijn gekomen
tusschen IJmuiden-Oost en de Visschershaven.
waarvan ongetwijfeld een druk gebruik zal
worden gemaakt
TERA ARDEBE STELLING
J. M. BOTTEMANNE.
's-Gravenhage Maandag.
Ou Oud-Eik en Duinen had Zater dagmid
dag in allen eenvoud de teraardebestelling
plaats van het stoffelijk overschot van den
heer J. M. Bottemanne, oud-hoofd-inspecteur
der visscherijen en oud-waterschout te Am
sterdam.
Op de begraafplaats yaren onder meer aan
wezig de heeren A. B Brouwer, chef van de
afdeeling visscherijen van het departement
van landbouw en visscherij, W. van Suyle-
kom, hoofd-commies bij dat departement, C.
Oud. directeur van het staat-svisscherijbedrijf,
W. J. Janssens, districtshoofd der visscherij-
inspectie, alsmede eenige vrienden van den
overledene.
In de rouwkapel speelde de organist een
prelude van Chopin en koraalmuziek van
Each.
Dr. A. L. van Buschkiel, visssherij-consu
lent, heeft als vriend en mede namens oud
collega's van den ontslapene getuigenis afge
legd van de warme vriendschap, welke de
heer Bottemanne in zijn werkkring heeft ge
kweekt. Spreker gaf een overzicht van de vele
functies, welke de overledene op visscherij
gebied heeft hekleed. De koeltechniek is aan
den heer Bottemanne veel vèrschuldigd. Ook
als waterschout heeft hij vruchtbaar werk
gedaan, met een persoonlijk woord, mede na
mens een zoon van den overledene, die in In
Indië werkzaam is, nam spreker afscheid.
Aan de groeve dankte een zoon voor de be-
1 toonde deelneming.
De werkloosheid.
J.l. Zaterdag waren in deze gemeente als
werkzoekende ingeschreven 495 bouwvakar
beiders, 345 metaalbewerkers, 48 kantoorbe
dienden, 25 huisbedienden (vr.), 28 houtbe
werkers, 42 landarbeiders, 553 visschers, ha
ven- en transportarbeiders, 746 losse en fa
brieksarbeiders. 349 in overige beroepen.
Verder beneden den leeftijd van 18 jaar: 19
bouwvakarbeiders, 33 metaalbewerkers, 9 kan
toorbedienden, 20 huisbedienden (vr.), 69 losse
en fabrieksarbeiders en 10 in overige beroepen
Het totale aantal werkzoekenden bedroeg
derhalve 2806.
C.M.V. „KLEINE KRACHT".
De Chr. Meisjesvereeniging „Kleine Kracht"
houdt a.s. Donderdagavond in het Gebouw
voor Chr. Belangen haar eerste jaarfeest, waar
een aardig programma ten uitvoer zal worden
gebracht. Er zuilen liedjes worden gezongen
en voor de pauze wordt een tableau opgevoerd.
Na de pauze wordt ten gehoore gebracht een
zangspel van Mevr. C. M. van HilleGaerthé,
getiteld „Lentebloemen".
MEN ZIJ GEWAARSCHUWD.
De Commissaris van Politie der gemeente
Velsen deelt in het algemeen belang het na
volgende mede:
Hun, die wenschen te reflecteeren op een ad
vertentie, waarin bij J. A, van der Horst, wo
nende Stoppelbergweg 25, te Beekbergen, een
huisknecht wordt gevraagd, wordt alvorens op
die aanbieding in te gaan, verzocht zich om
inlichtingen te wenden tot den Commissaris
van Politie te Apeldoorn.
De Burgemeester van Zevenhuizen (Z.H.)
waarschuwt tegen Bernard de Leeuw, geb. te
Stad Delden. 11 April 1892. Deze handelt., na
mens en ten behoeve van de Leeuw's Reclame-
handel, Rustenburcherstraat 40 Amsterdam, in
jongens en meisjesboeken (Robinson Crusoe
o a.). In het bijzonder bezoekt hij door middel
van een auto en met een collega de dorpen en
tracht, voor zoover bekend, alleen melkslijters
te bewegen tot den aankoop van boeken om te
dienen als reclamemiddel. Hierbij verstrekt hij
een bepaald aantal bons z.g. reclamebons,
(doch niet voldoende voor het aantal gekochte
boeken) ter verstrekking aan klanten, wan
neer zij voor een bepaald bedrag hebben ge
kocht. Van deskundige zijde is hem verzekerd,
dat bedoelde boeken een zeer lage handels
waarde vertegenwoordigen, ong. 25 cent. Zij
worden verkocht tegen den prijs van f 1.06. In
het bijzonder wordt de aandacht er nog op
gevestigd dat de Leeuw voornoemd, geen
ambtenaar van de Zuivelcentrale of van eenige
crisisorganisatie is en door geen instellingen
als deze wordt gesteund.
De Commissaris van Politie te Groningen
geeft belanghebbenden in overweging, alvorens
in relatie te treden met Tiemen Timmer, wo
nende te Westeromden B. 106, gem. Stedum,
bij hem nadere inlichtingen in te winnen..
Timmer tracht door het plaatsen van anonie
me advertenties, waarin geld wordt aangebo
den, in aanraking te komen met klanten en hij
bedient zich van een valschen naam.
FEESTAVOND „ROOD-WIT"
De feestavond van „Rood-Wit" is uitstekend
geslaagd. Nadat de voorzitter van Rood-Wit,
de heer H. de Boer, in zijn openingswoord
vooral het V.S.V.-bestuur en de heeren E.
Hillekamp en P. Heiligers hartelijk had dank
gezegd voor de diensten aan Rood-Wit be
wezen. brachten The Racket Makers met
eenige pittige nummers direct de goede stem
ming er in. Deze werd nog in hooger mate
opgevoerd door het optreden van het duo
Van Tongeren. De nummers, welke dit duo ten
tooneele bracht, waren alle „af" en oogstten
groot succes. De tenor, de heer Huug Plug,
deed zich in eenige nummers hooren. die
vooral Droomland zoo in den smaak vielen,
dat hij genoodzaakt was een toegift te geven,
Ook de harmonica-soli van den heer Wijker
werden ten zeerste gewaardeerd.
De jongste artisten die dezen avond optra
den n.l. het 14-jarig danseresje A. Stol, door
L. Hillekamp begeleid, waren zeker niet de
minste. Beide nummers werden met de groot
ste correctheid uitgevoerd. Wat de leden van
Rood-Wit zelf ten tooneele brachten n.l. „De
„Pannekoek", „De Sterke Man" en de groote
strijd V.S.V.Stormvogels werd vooral door
de medewerking van den heer Koelemey een
groot succes. De avond werd met een gezellig
bal besloten.
NOG EENS REGLASSEERING.
De heer J. M. Jimmink schrijft ons namens
het „uitvoerend comité":
Al weer over de Reclasseering, zij worden
er langzamerhand vervelend mee, zuilen eeni
gen denken en anderen misschien zeggen.
En toch, heeft U zich wel eens afgevraagd,
wat het resultaat zou zijn, als reclasseermgs-
arbeid eens geheel achterwege bleef0
Toch wordt dit werk niet in de eerste plaats
;edaan uit vrees voor toeneming der crimma-
iteit, doch uit medelijden in den werkeüjken
zin van het woord; het. zou onmogelijk zijn,
zonder de diepe overtuiging te hebben „de
hoeder van zijn broeder" te zijn.
Het zal bijna wel overbodig zijn over hen
te spreken, die zoo ontzaggelijk veel doen aan
gevangenisbezoek en ik denk daarbij aan het
groote aandeel dat het Leger des Heils hierin
heeft. Wat een moeite getroosten velen zich.
om gevallen te behandelen waarbij van een
misdadigen aanleg geen sprake is. met het ge
volg dat menigeen buiten de gevangenismuren
blijft en voorwaardelijk wordt veroordeeld.
Dit brengt veel werk mede, en dit is niet erg
want het wordt met liefde gedaan, doch er zijn
ook kosten en dit is erger, want de subsidies
zijn sterk Verlaagd. Zoudt U ons op dezen col-
lectedag dato 9 Mei a.s. willen heipen in den
vorm van Uwe bijdrage -of in het behulpzaam
zijn met collecteeren? Zonder Uw hulp gaat
het niet, maar wij hebben goeden moed, dat
U ons niet in den steek zult laten, bij voorbaat
hartelijk dank.
van de geneesmiddelen had opgemerkt, dat de
verd. toch wel erg gezond bloed moest hebben
als zij zooveel bloed kon afstaan om anderen
ie genezen. (Het fleschje had dus blijkbaar
bioed moeien bevatten), waarop verd. had ge
antwoord, dat dat zoo was en dat zij soms wel
een liter per dag afstond. De kosten ervan wa
ren voor de betrokkene extra laag geweest.
De ambtenaar zei tot de verd.: ,.U moest met
die hokuspokus maar eens uilscheiden. Anders
wordt U over een poos ook nog vervolgd we
gens oplichting. U verkoopt allerlei praatjes.
Als U zooveel bloed werd afgetapt als U be
weert stond U hier aiiang niet meer." Hij
clschte f 15 of 10 dagen. De kantonrechter ver
oordeelde de vrouw tot f 10.
VOOR DEN-
-KANTONRECHTER
Zonder rijbewijs
op een motorfiets.
Een Duitscher, hier woonachtig, was op den
Zeeweg aangehouden omdat hij zonder rijbe
wijs op een motor zat. Hij had wel een Duitsch
rijbewijs gehad. Zijn bedoeling was een motor
fiets te koopen en daarmee waren de hande
laar en hijzelf op den stillen Zeeweg gaan rij
den. Thans toonde de Duit-scher een Neder-
landsch rijbewijs, dat hij inmiddels had ont
vangen.
De ambtenaar van het O.M. hield daarmee
rekening en vroeg f 5 of 3 dagen, waarvan de
kantonrechter f 2 afdeed.
Brandde de lantaarn
Een 28-jarig havenarbeider uit Wijk aan
Duin was met een stuk of zeven anderen in
den vroegen morgen, toen het nog donker was,
naar huis gereden. Zijn jas had over den lin
kerkant van het stuur gehangen, niet over
zijn lamp. Die had een zee van licht gegeven,
naar hij en drie andere getuigen verklaarden.
Zij hadden er speciaal op gelet omdat zij reeds
eenigen tijd door een veldwachter werden ge
controleerd en omdat verd. reeds eerder bekeu
ringen had gekregen. De bewuste veldwachter
had echter tegen verd. proces-verbaal opge
maakt, omdat zijn lamp geen licht had gege
ven.
De ambtenaar kon zich niet voorstellen dat
door den veldwachter proces-verbaal zou zijn
opgemaakt als de lamp werkelijk goed zicht
baar licht had gegeven. Hij vroeg f 4 of 2
dagen hechtenis, doch de kantonrechter achtte
het feit niet bewezen en sprak verd. vry.
Kwakzalverij in Beverwijk.
Een juffrouw uit Beverwijk stond terecht
terzake dat zij onbevoegd het beroep van ge
neeskundige had uitgeoefend. Zij had een
fleschje met bruin vocht en een doos met
poeders aan een andere Beverwijksche over
handigd. welke „medicijnen" haar zouden ge
nezen en aansterken. De patiente had haar
f 1 gegeven. De verdachte verklaarde voor den
kantonrechter, dat zij alleen maar het fleschje
en de poeders voor de zieke had gehaald, om
dat deze geen tijd had gehad. Dit laatste werd
bevestigd door een 38-jarigen grondwerker.
De vrouw werk er opmerkzaam op gemaakt,
dat de verbalisant verdekt in het huis van de
patiente was opgesteld geweest en dat hij het
gesprek woordelijk had opgenomen. Dat wilde
verd. dan wel eens hooren. De griffier las hier
op een niet oversmakelijk verhaal voor, waar
in een der aanwezigen bij de overhandiging
Openingsvlucht naar Boeda
pest vlot verloopen.
Hartelijke ontvangst.
Een speciale A.N.P.-verslaggever meldt ons
o.m.:
Na een schitterende vlucht, welke op de
laatste etappe na over het geheele traject
op een gemiddelde hoogte van drieduizend
meter werd afgelegd, als gevolg waarvan, zeer
ten gerieve van de passagiers, vrijwel geen
remous optrad, is Maandagmiddag te 4.28 uur
A.T. de Fokker-Douglas Rietvink, bestuurd
door -den gezagvoerder Duimelaar vlot te Boe
dapest geland, waarmee de openingsvlucht der
K.L.M. van de luehtverbinding Amsterdam
Praag—Weenen—Boedapest, aan welke ver
binding de treffende naam „Blauwe Donau-
Expres" werd gegeven, op succesvolle wijze
volbracht is.
Hoezeer Boedapest en feitelijk geheel Hon
garije de tot standkoming van deze uiterst
snelle verbinding, in samenwerking met de
Tsjechische maatschappij C.L.S., op prijs stelt,
is wel overduidelijk gebleken bij de enthou
siaste ontvangst van de „Vliegende Hollan
ders" op het vliegveld Matyasfold, welke ont
vangst, hoewel als officieel aangekondigd, zulk
een hartelijk karakter droeg, dat elk officieel
gedoe gelukkig ver was te zoeken.
Wat het verloop van de interessante vlucht
betreft, moge nog dienen, dat deze. zooals dat
van nu af aan geregeld het geval zal zijn, on
derbroken werd met tusschenlandingen te
Praag en Weenen. Ofschoon de weersgesteld
heid voor een sportviiegtuig zonder radio te
Weenen zeer ongunstig zou zijn geweest on
der het wolkendak sneeuwde het af en toe
heeft de Rietvink daarvan niet den minsten
last ondervonden.
De Douglas, die den wind in den rug had,
en als gevolg daarvan meer dan driehonderd
kilometer per uur werd afgelegd, moest het
toerental van den motor op het eerste ge
deelte van het traject verminderd worden,
wilde men niet een uur voor den vastgestel-
den officieelen tijd te Praag arriveeren. Na een
indrukwekkende vlucht over de zich in het
zonlicht badende Tsjechische hoofdstad ge
schiedde de landing te 12.10 uur A.T., zoodat
de afstand AmsterdamPraag van 720 K.M.
in twee uur en 43 minuten was afgelegd.
Na een zeer gezellig oponthoud, dat onge
veer een uur in beslag nam. werd te 13.21 uur
de vlucht voortgezet en werd de afstand, die
Praag van Weenen scheidt 253 K M. in 1
uur 7 minuten afgelegd. De landing op het
Weensche vliegveld geschiedde te 14.30 uur.
LAWAAIBESTRIJDING. In Warschau moeten, ter vermindering van het
straatlawaai, de zware vrachtwagens van gummibanden worden voorzien.
VOOR DEN-
-FOLITIERECHTER
Autoliefhebbers.
Een vijftal IJmuider jongens had eerder te
recht gestaan, omdat zij een auto uit een ga
rage hadden gehaald en daarmee waren gaan
toeren. Twee hunner hadden in vereeniging
met een ander nog een auto weggenomen. De
zaken waren geschorst voor het inwinnen van
reclasseeringsrapporten en dienden thans op
nieuw. Heel gunstig waren de rapporten over
het algemeen niet, zood'at niet aan allen een
voorwaardelijke straf kon worden opgelegd.
Twee kregen 2 maanden voorwaardelijk, een
2x2 maanden onvoorwaardelijk, een ander
2 maanden, een derde een maand, een vierde
een maand en 2 maanden voorwaardelijk.
Vervolgens stonden twee Haarlemsche
jongens terecht, die een auto van de Oude
Groenmarkt hadden weggenomen en ermee
waren gaan rijden. Onderweg namen zij een
21-jarig meisje dat zij kenden, in den wagen
en deze zou chauffeeren leeren, zoo ze zei. De
leermeesters waren echter geen matadors in
het autobesturen en zoodoende kwam de wa
gen op den Zeeweg in botsing, toen de juf
frouw achter het stuur zat.
Ook deze zaak was eerder voor geweest en
uitgesteld voor een reclasseeringsrapport, dat
evenmin zoo onverdeeld gunstig was. Een der
jongens had zich bovendien te verantwoorden
gehad voor diefstal van een regenjas ten na-
deele van een collega werklooze. Tegen hem
werd voor de jas 14 dagen geëischt en voor
de auto een maand, waartoe hij werd veroor
deeld. De ander, die nog geen 18 jaar was,
kreeg 2 maanden tuchtschool onvoorwaardelijk
en 4 maanden voorwaardelijk.
Het meisje had gemeend, dat zij als invitée
wel met het gestolen autotje mocht rijden en
beriep er zich op dat zij bij het instappen niet
had geweten dat de jongens den wagen had
den weggenomen. Zij kende de jongens echter
zeer goed. was er cok al eens bij geweest toen
de vrienden een motorfiets haclden wegge
haald en wist dat deze geen bezitters van een
motorrijtuig waren. Bovendien erkende zij,
dat, toen zij in den wagen zat, de jongens
haar hadden verteld dat de wagen was weg
genomen en ergens aan den kant van den
weg zou worden neergezet, 't Was hier dus
diefje en diefjesmaat, waarom de officier
geen termen vond om tegen de juffrouw een
voorwaardelijke straf te eischen Hij vorderde
een maand gevangenisstraf onvoorwaardelijk.
De politierechter veroordeelde haar tot 14
dagen.