HET NIEUWE AVONDBLAD J D 21e JAARGANG NO. 142 DINSDAG 21 APRIL 1936 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 cis., per maand 40 cents plus 2ya cents incasso, per kwartaal f 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden. Telef. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM AD VERTENTIeN16 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 et Ingezonden mededee'.ingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen ais zoodanig in de.registers rijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen f2000.- bij algeheele invaliditeit: 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van een hand, voet of oog: 250.- bij verlies van een duim: 150.- bij verlies van een wijsvinger; 50.- bij verlies van een anderen vinger; I 30.- bij breuk van boven- en/of onderarm; 30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen. Ten gevolge van spoor- tram- of autobusongeval: ƒ5000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van vlsschers-, marine-vaar tuigen enz. 400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.-, indien Hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe HA.V.- Bank te Schiedam. Badoglio's Opmarsch. Maarschalk Badoglio's leger trekt op Addis Abeba, de Abessynische hoofdstad, af. Vol gens de laatste berichten was het vervallen plaatsje Ankober, op 130 K.M., Zondag reeds gevallen. Het is niet erg duidelijk in hoe verre de Abbessyniërs maatregelen nemen om hun hoofdstad te verdedigen. Het is een ooen plaats, van slechts 50.000 inwoners, die natuurlijk op geen enkele wijze met een Europeesche hoofdstad vergeleken kan wor den. behalve dan dat zij evenmin een vesting j. en nog gemakkelijker uit de lucht in brand gestoken, met gifgas gevuld en met brisant bommen verder vernietigd kan worden. Het is evenwel geen oude stad, waaraan groote tra dities verbonden zijn. Zij is pas een halve eeuw oud, zoodat haar aantrekkelijkheid als object voor de luchtvaart slechts ligt in het feit dat zij de hoofdstad en het grootste be volkingscentrum van Abessynië is. De bevol king heeft den tijd om de stad te ontruimen en zal dit natuurlijk doen. Men kan evenwel een laatste poging tot weerstand onderne men op de route die 'het Italiaansche leger nog heeft af te leggen. Volgens de berichten uit Addis Abeba schijnt men van zins dit te doen. Vijfduizend man zouden er voor be schikbaar zijn, en dan zijn er ook nog dui fenden vrouwen bewapend. De vernietiging van dit „laatste bolwerk" op den weg naar de hoofdstad belooft nieuwe lauweren te vlechten om de slapen der glorierijke be schaving-in-opmarsch. Het zijn immers maar negers en negerinnen, die zoo dom zijn dat zij niet eens begrijpen dat hetgeen hen met gifgas bestookt „de beschaving" is, die haar zegeningen op hen doet neerdalen, en dat hun primitief Christendom thans, na zoo vele eeuwen, eindelijk met een hoogere norm in contact komt. Op het oogenblik ziet het er nog niet naar uit dat de val van Addis Abeba de onder werping van het barbaarsche Abessynië aan de zoozeer beschaafde tegenpartij zal betee- kenen. De Negus en zijn raadgevers, die on getwijfeld langzamerhand kokend van woe de zijn, hetgeen men van zulke menschen kan verwachten, beweren tenminste dat zij door zullen vechten. De vraag is of hun tal- looze stammen daartoe bereid zullen zijn. Mogelijk is het natuurlijk wel. De geschiede nis kent dergelijke voorbeelden in kleinere landen dan Abessynië, dat zoowat vijf-en- dertig maal zoo groot als ons land en net tweemaal zoo groot als Frankrijk is. Een dergelijk enorm gebied, ontoegankelijk in vele deelen. kan men met een leger van eenige honderdduizenden soldaten nimmer zoo afdoende bezetten dat de bevolking daar mee volkomen onderworpen is. Het zou ook vrijwat tijd vorderen, een bevolking van tien millioen geheel uit te moorden. Maar blijk baar heeft een deel dier bevolking zich al min of meer vrijwillig onderworpen, en het is dus maar de vraag hoeveel animo de rest nog bezit voor den ongelijken strijd tegen de Wonderen der Techniek, tevens die der Be schaving. Is dit een groot deel, en blijft het zich onderwerpen aan de leiding van den Negus, dan kan het een schier-eindeloozen guerilla-oorlog tegen de Italianen onderne men, waarbij de bosschen het zooveel schuil plaats tegen vliegtuigen zullen verleenen, en de regentijd zooveel gelegenheid voor ver ademing, dat men de onbeschaafde wilden slechts zeer langzaam-aan zal kunnen uit roeien. De gebeurtenissen van den laatsten tijd zullen evenwel het Abessynische volk met zooveel ontzetting vervuld hebben, dat het geen groote verwondering zou kunnen wekken als het na de vernietiging van het bovenbedoelde „laatste bolwerk" de wapens voorloopig maar neerlegt. Men zal dit af moeten wachten. Er zijn nog teveel tegen strijdige berichten over de stemming der be volking en de Italiaansche beschouwingen over haar dankbaarheid jegens den be schaafden aanvaller schijnen niet geheel objectief. De aanstaande verovering van Addis Abeba zal in elk geval een groot succes voor den Italiaanschen dictator zijn. Dankbare volks massa's zullen hem toejuichen en hij zal zijn ?as-, brand- en brisant-bommen-helden kunnen gaan decoreeren; een veroveraars- Wik!en een kin!dat de heele we reld er eerbiedig van bibbert. Op de plaatjes in de krant en in de filmjournalen zullen we dat dan te zien krijgen. Erg interessant, en vooral verheffend. Dit is een zeer verhef fende tijd. R. P. IJMUIDEN VIERING VERJAARDAG PRINSES JULIANA. De Christelijke Oranjevereeniging IJmuiden- Oost belegt op den verjaardag van Prinses Ju liana een feestavond in het Herv. Vereeni- Singsgebouw aan de Kalverstraat. Er zal een historische film worden vertoond. Verder verleent de Chr. Muziekvereeniging Concinere onder leiding van den heer D. Klut Hjn medewerking. De heer Huizinga zal de- Nameeren, IJmuidensche trawlers onder Belgische vlag? Voor „Belgische" maatschappijen te Oostende. Tal van trawlers liggen er in de Haring- haven, trawlers die hunne eigenaars tien duizenden guldens hebben gekost, kapitalen, waarom de reeder, om het zoo maar eens te zeggen thans „zit te springen". Vele van deze trawlers zijn oud-roest en zullen wel nooit weer de zee zien, tenzij om naar Hendrik-Ido-Ambacht gesleept te wor den, naar het schepenkerkhof, waar reeds zoovele Nederlandsche bodems, veel trotscher aan een IJmuidensche stoomtrawler een al of niet ontijdig einde vonden. Maar er liggen in de Haringhaven ook nog vele trawlers, die meer zijn dan oud-roest, die nog best het opknappen waard zijn om in de vaart te worden gebracht. Maar wat loont het, heden ten dage traw lers in de vaart te brengen? Trawlers, die ge heel zeewaardig en zeevaardig zijn worden uit de vaart genomen. Wie zal er dan eerst nog even vijf of tienduizend gulden uitgeven oin een cpgelegden trawler voor de vaart in orde te brengen? Voor dat deel van de opgelegde vloot, dat tot de categorie oud-roest behoort, heeft thans de regeering het verkrijgen van een en kele reis naar het een of andere schepenkerk hof door ae slooppremie geopend. Maar wat moet er met de bruikbare traw lers gebeuren? Daaromtrent doen de laatste dagen eigen aardige geruchten de ronde, geruchten, die als ze waar mochten blijken te zijn, voor het IJmuidensche visscher ij bedrijf kwade ge ruchten zouden zijn. Het schijnt nl. dat eenige IJmuidensche reeders pogingen in het werk stellen, een aantal hunner trawlers naar Oostende te „verkoopen" aan „Belgische" maatschappijen. Een goed verstaander heeft maar een half woord noodig. En een goed lezer ziet in de aanhalingsteekens waartusschen wij de woorden „verkoopen" en „Belgische" plaat sten voldoende om te begrijpen, dat er van een eigenlijken verkoop aan een Belgische maatschappij geen sprake is. Schijnmanoeu vres. Maar hoe ook, het-gevolg ervan zou zijn. dat deze trawlers onder Belgische vlag, (na tuurlijk onder Belgische, vanwege de moei lijkheden, die aan buitenlandsche visschers- vaartuigen ook in België in den weg worden gelegd) van Oostende uit de visscherij zouden gaan uitoefenen en natuurlijk ook in Oosten de markten. IJmuidensche, pardon, Belgische trawlers komen dus den aanvoer in België versterken, ten koste van de overgebleven IJmuidensche trawlers, die in IJmuiden ter markt komen, ten koste ook van onze exporteurs, die hemel en aarde bewegen om een grooter stuk van de Belgische koek te krijgen. Hetgeen dan, d.w.z. als de geruchten juist zijn en de pogin gen slagen, natuurlijk voor altijd uitgesloten is, omdat België dan heelemaal geen visch uit IJmuiden meer noodig zou hebben. Het is natuurlijk een methode, om opge legde schepen rendabel te maken. Prachtig, zou men zeggen. Van een individueel stand punt beschouwd ongetwijfeld. Maar van een nationaal standpunt en vooral ook van een IJmuidensch standpunt beschouwd is 't even anders. Wat hangt ons nu weer boven het hoofd? BESTRATING VAN DE RAMBONNETLAAN. Sedert eenigen tijd is de aanleg van alle straten in het bouwplan van de Mij. Ooster duin gereed, zoodat ook hied weer een uitge breid terrein klaar ligt om te worden volge bouwd, hetgeen met het oog op de tijdsom standigheden wel niet zoo vlot zal geschieden als voorheen. Het gedeelte van de Rambonnetlaan van de Napierstraat tot het Oosterduinplein was tot nu toe nog niet van een bestrating voorzien maar men gaat thans ook hiermee beginnen Wanneer dit werk gereed is gekomen, zal een prachtige verbinding tot- stand zijn gekomen tusschen IJmuiden-Oost en de Visschershaven. waarvan ongetwijfeld een druk gebruik zal worden gemaakt TERA ARDEBE STELLING J. M. BOTTEMANNE. 's-Gravenhage Maandag. Ou Oud-Eik en Duinen had Zater dagmid dag in allen eenvoud de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den heer J. M. Bottemanne, oud-hoofd-inspecteur der visscherijen en oud-waterschout te Am sterdam. Op de begraafplaats yaren onder meer aan wezig de heeren A. B Brouwer, chef van de afdeeling visscherijen van het departement van landbouw en visscherij, W. van Suyle- kom, hoofd-commies bij dat departement, C. Oud. directeur van het staat-svisscherijbedrijf, W. J. Janssens, districtshoofd der visscherij- inspectie, alsmede eenige vrienden van den overledene. In de rouwkapel speelde de organist een prelude van Chopin en koraalmuziek van Each. Dr. A. L. van Buschkiel, visssherij-consu lent, heeft als vriend en mede namens oud collega's van den ontslapene getuigenis afge legd van de warme vriendschap, welke de heer Bottemanne in zijn werkkring heeft ge kweekt. Spreker gaf een overzicht van de vele functies, welke de overledene op visscherij gebied heeft hekleed. De koeltechniek is aan den heer Bottemanne veel vèrschuldigd. Ook als waterschout heeft hij vruchtbaar werk gedaan, met een persoonlijk woord, mede na mens een zoon van den overledene, die in In Indië werkzaam is, nam spreker afscheid. Aan de groeve dankte een zoon voor de be- 1 toonde deelneming. De werkloosheid. J.l. Zaterdag waren in deze gemeente als werkzoekende ingeschreven 495 bouwvakar beiders, 345 metaalbewerkers, 48 kantoorbe dienden, 25 huisbedienden (vr.), 28 houtbe werkers, 42 landarbeiders, 553 visschers, ha ven- en transportarbeiders, 746 losse en fa brieksarbeiders. 349 in overige beroepen. Verder beneden den leeftijd van 18 jaar: 19 bouwvakarbeiders, 33 metaalbewerkers, 9 kan toorbedienden, 20 huisbedienden (vr.), 69 losse en fabrieksarbeiders en 10 in overige beroepen Het totale aantal werkzoekenden bedroeg derhalve 2806. C.M.V. „KLEINE KRACHT". De Chr. Meisjesvereeniging „Kleine Kracht" houdt a.s. Donderdagavond in het Gebouw voor Chr. Belangen haar eerste jaarfeest, waar een aardig programma ten uitvoer zal worden gebracht. Er zuilen liedjes worden gezongen en voor de pauze wordt een tableau opgevoerd. Na de pauze wordt ten gehoore gebracht een zangspel van Mevr. C. M. van HilleGaerthé, getiteld „Lentebloemen". MEN ZIJ GEWAARSCHUWD. De Commissaris van Politie der gemeente Velsen deelt in het algemeen belang het na volgende mede: Hun, die wenschen te reflecteeren op een ad vertentie, waarin bij J. A, van der Horst, wo nende Stoppelbergweg 25, te Beekbergen, een huisknecht wordt gevraagd, wordt alvorens op die aanbieding in te gaan, verzocht zich om inlichtingen te wenden tot den Commissaris van Politie te Apeldoorn. De Burgemeester van Zevenhuizen (Z.H.) waarschuwt tegen Bernard de Leeuw, geb. te Stad Delden. 11 April 1892. Deze handelt., na mens en ten behoeve van de Leeuw's Reclame- handel, Rustenburcherstraat 40 Amsterdam, in jongens en meisjesboeken (Robinson Crusoe o a.). In het bijzonder bezoekt hij door middel van een auto en met een collega de dorpen en tracht, voor zoover bekend, alleen melkslijters te bewegen tot den aankoop van boeken om te dienen als reclamemiddel. Hierbij verstrekt hij een bepaald aantal bons z.g. reclamebons, (doch niet voldoende voor het aantal gekochte boeken) ter verstrekking aan klanten, wan neer zij voor een bepaald bedrag hebben ge kocht. Van deskundige zijde is hem verzekerd, dat bedoelde boeken een zeer lage handels waarde vertegenwoordigen, ong. 25 cent. Zij worden verkocht tegen den prijs van f 1.06. In het bijzonder wordt de aandacht er nog op gevestigd dat de Leeuw voornoemd, geen ambtenaar van de Zuivelcentrale of van eenige crisisorganisatie is en door geen instellingen als deze wordt gesteund. De Commissaris van Politie te Groningen geeft belanghebbenden in overweging, alvorens in relatie te treden met Tiemen Timmer, wo nende te Westeromden B. 106, gem. Stedum, bij hem nadere inlichtingen in te winnen.. Timmer tracht door het plaatsen van anonie me advertenties, waarin geld wordt aangebo den, in aanraking te komen met klanten en hij bedient zich van een valschen naam. FEESTAVOND „ROOD-WIT" De feestavond van „Rood-Wit" is uitstekend geslaagd. Nadat de voorzitter van Rood-Wit, de heer H. de Boer, in zijn openingswoord vooral het V.S.V.-bestuur en de heeren E. Hillekamp en P. Heiligers hartelijk had dank gezegd voor de diensten aan Rood-Wit be wezen. brachten The Racket Makers met eenige pittige nummers direct de goede stem ming er in. Deze werd nog in hooger mate opgevoerd door het optreden van het duo Van Tongeren. De nummers, welke dit duo ten tooneele bracht, waren alle „af" en oogstten groot succes. De tenor, de heer Huug Plug, deed zich in eenige nummers hooren. die vooral Droomland zoo in den smaak vielen, dat hij genoodzaakt was een toegift te geven, Ook de harmonica-soli van den heer Wijker werden ten zeerste gewaardeerd. De jongste artisten die dezen avond optra den n.l. het 14-jarig danseresje A. Stol, door L. Hillekamp begeleid, waren zeker niet de minste. Beide nummers werden met de groot ste correctheid uitgevoerd. Wat de leden van Rood-Wit zelf ten tooneele brachten n.l. „De „Pannekoek", „De Sterke Man" en de groote strijd V.S.V.Stormvogels werd vooral door de medewerking van den heer Koelemey een groot succes. De avond werd met een gezellig bal besloten. NOG EENS REGLASSEERING. De heer J. M. Jimmink schrijft ons namens het „uitvoerend comité": Al weer over de Reclasseering, zij worden er langzamerhand vervelend mee, zuilen eeni gen denken en anderen misschien zeggen. En toch, heeft U zich wel eens afgevraagd, wat het resultaat zou zijn, als reclasseermgs- arbeid eens geheel achterwege bleef0 Toch wordt dit werk niet in de eerste plaats ;edaan uit vrees voor toeneming der crimma- iteit, doch uit medelijden in den werkeüjken zin van het woord; het. zou onmogelijk zijn, zonder de diepe overtuiging te hebben „de hoeder van zijn broeder" te zijn. Het zal bijna wel overbodig zijn over hen te spreken, die zoo ontzaggelijk veel doen aan gevangenisbezoek en ik denk daarbij aan het groote aandeel dat het Leger des Heils hierin heeft. Wat een moeite getroosten velen zich. om gevallen te behandelen waarbij van een misdadigen aanleg geen sprake is. met het ge volg dat menigeen buiten de gevangenismuren blijft en voorwaardelijk wordt veroordeeld. Dit brengt veel werk mede, en dit is niet erg want het wordt met liefde gedaan, doch er zijn ook kosten en dit is erger, want de subsidies zijn sterk Verlaagd. Zoudt U ons op dezen col- lectedag dato 9 Mei a.s. willen heipen in den vorm van Uwe bijdrage -of in het behulpzaam zijn met collecteeren? Zonder Uw hulp gaat het niet, maar wij hebben goeden moed, dat U ons niet in den steek zult laten, bij voorbaat hartelijk dank. van de geneesmiddelen had opgemerkt, dat de verd. toch wel erg gezond bloed moest hebben als zij zooveel bloed kon afstaan om anderen ie genezen. (Het fleschje had dus blijkbaar bioed moeien bevatten), waarop verd. had ge antwoord, dat dat zoo was en dat zij soms wel een liter per dag afstond. De kosten ervan wa ren voor de betrokkene extra laag geweest. De ambtenaar zei tot de verd.: ,.U moest met die hokuspokus maar eens uilscheiden. Anders wordt U over een poos ook nog vervolgd we gens oplichting. U verkoopt allerlei praatjes. Als U zooveel bloed werd afgetapt als U be weert stond U hier aiiang niet meer." Hij clschte f 15 of 10 dagen. De kantonrechter ver oordeelde de vrouw tot f 10. VOOR DEN- -KANTONRECHTER Zonder rijbewijs op een motorfiets. Een Duitscher, hier woonachtig, was op den Zeeweg aangehouden omdat hij zonder rijbe wijs op een motor zat. Hij had wel een Duitsch rijbewijs gehad. Zijn bedoeling was een motor fiets te koopen en daarmee waren de hande laar en hijzelf op den stillen Zeeweg gaan rij den. Thans toonde de Duit-scher een Neder- landsch rijbewijs, dat hij inmiddels had ont vangen. De ambtenaar van het O.M. hield daarmee rekening en vroeg f 5 of 3 dagen, waarvan de kantonrechter f 2 afdeed. Brandde de lantaarn Een 28-jarig havenarbeider uit Wijk aan Duin was met een stuk of zeven anderen in den vroegen morgen, toen het nog donker was, naar huis gereden. Zijn jas had over den lin kerkant van het stuur gehangen, niet over zijn lamp. Die had een zee van licht gegeven, naar hij en drie andere getuigen verklaarden. Zij hadden er speciaal op gelet omdat zij reeds eenigen tijd door een veldwachter werden ge controleerd en omdat verd. reeds eerder bekeu ringen had gekregen. De bewuste veldwachter had echter tegen verd. proces-verbaal opge maakt, omdat zijn lamp geen licht had gege ven. De ambtenaar kon zich niet voorstellen dat door den veldwachter proces-verbaal zou zijn opgemaakt als de lamp werkelijk goed zicht baar licht had gegeven. Hij vroeg f 4 of 2 dagen hechtenis, doch de kantonrechter achtte het feit niet bewezen en sprak verd. vry. Kwakzalverij in Beverwijk. Een juffrouw uit Beverwijk stond terecht terzake dat zij onbevoegd het beroep van ge neeskundige had uitgeoefend. Zij had een fleschje met bruin vocht en een doos met poeders aan een andere Beverwijksche over handigd. welke „medicijnen" haar zouden ge nezen en aansterken. De patiente had haar f 1 gegeven. De verdachte verklaarde voor den kantonrechter, dat zij alleen maar het fleschje en de poeders voor de zieke had gehaald, om dat deze geen tijd had gehad. Dit laatste werd bevestigd door een 38-jarigen grondwerker. De vrouw werk er opmerkzaam op gemaakt, dat de verbalisant verdekt in het huis van de patiente was opgesteld geweest en dat hij het gesprek woordelijk had opgenomen. Dat wilde verd. dan wel eens hooren. De griffier las hier op een niet oversmakelijk verhaal voor, waar in een der aanwezigen bij de overhandiging Openingsvlucht naar Boeda pest vlot verloopen. Hartelijke ontvangst. Een speciale A.N.P.-verslaggever meldt ons o.m.: Na een schitterende vlucht, welke op de laatste etappe na over het geheele traject op een gemiddelde hoogte van drieduizend meter werd afgelegd, als gevolg waarvan, zeer ten gerieve van de passagiers, vrijwel geen remous optrad, is Maandagmiddag te 4.28 uur A.T. de Fokker-Douglas Rietvink, bestuurd door -den gezagvoerder Duimelaar vlot te Boe dapest geland, waarmee de openingsvlucht der K.L.M. van de luehtverbinding Amsterdam Praag—Weenen—Boedapest, aan welke ver binding de treffende naam „Blauwe Donau- Expres" werd gegeven, op succesvolle wijze volbracht is. Hoezeer Boedapest en feitelijk geheel Hon garije de tot standkoming van deze uiterst snelle verbinding, in samenwerking met de Tsjechische maatschappij C.L.S., op prijs stelt, is wel overduidelijk gebleken bij de enthou siaste ontvangst van de „Vliegende Hollan ders" op het vliegveld Matyasfold, welke ont vangst, hoewel als officieel aangekondigd, zulk een hartelijk karakter droeg, dat elk officieel gedoe gelukkig ver was te zoeken. Wat het verloop van de interessante vlucht betreft, moge nog dienen, dat deze. zooals dat van nu af aan geregeld het geval zal zijn, on derbroken werd met tusschenlandingen te Praag en Weenen. Ofschoon de weersgesteld heid voor een sportviiegtuig zonder radio te Weenen zeer ongunstig zou zijn geweest on der het wolkendak sneeuwde het af en toe heeft de Rietvink daarvan niet den minsten last ondervonden. De Douglas, die den wind in den rug had, en als gevolg daarvan meer dan driehonderd kilometer per uur werd afgelegd, moest het toerental van den motor op het eerste ge deelte van het traject verminderd worden, wilde men niet een uur voor den vastgestel- den officieelen tijd te Praag arriveeren. Na een indrukwekkende vlucht over de zich in het zonlicht badende Tsjechische hoofdstad ge schiedde de landing te 12.10 uur A.T., zoodat de afstand AmsterdamPraag van 720 K.M. in twee uur en 43 minuten was afgelegd. Na een zeer gezellig oponthoud, dat onge veer een uur in beslag nam. werd te 13.21 uur de vlucht voortgezet en werd de afstand, die Praag van Weenen scheidt 253 K M. in 1 uur 7 minuten afgelegd. De landing op het Weensche vliegveld geschiedde te 14.30 uur. LAWAAIBESTRIJDING. In Warschau moeten, ter vermindering van het straatlawaai, de zware vrachtwagens van gummibanden worden voorzien. VOOR DEN- -FOLITIERECHTER Autoliefhebbers. Een vijftal IJmuider jongens had eerder te recht gestaan, omdat zij een auto uit een ga rage hadden gehaald en daarmee waren gaan toeren. Twee hunner hadden in vereeniging met een ander nog een auto weggenomen. De zaken waren geschorst voor het inwinnen van reclasseeringsrapporten en dienden thans op nieuw. Heel gunstig waren de rapporten over het algemeen niet, zood'at niet aan allen een voorwaardelijke straf kon worden opgelegd. Twee kregen 2 maanden voorwaardelijk, een 2x2 maanden onvoorwaardelijk, een ander 2 maanden, een derde een maand, een vierde een maand en 2 maanden voorwaardelijk. Vervolgens stonden twee Haarlemsche jongens terecht, die een auto van de Oude Groenmarkt hadden weggenomen en ermee waren gaan rijden. Onderweg namen zij een 21-jarig meisje dat zij kenden, in den wagen en deze zou chauffeeren leeren, zoo ze zei. De leermeesters waren echter geen matadors in het autobesturen en zoodoende kwam de wa gen op den Zeeweg in botsing, toen de juf frouw achter het stuur zat. Ook deze zaak was eerder voor geweest en uitgesteld voor een reclasseeringsrapport, dat evenmin zoo onverdeeld gunstig was. Een der jongens had zich bovendien te verantwoorden gehad voor diefstal van een regenjas ten na- deele van een collega werklooze. Tegen hem werd voor de jas 14 dagen geëischt en voor de auto een maand, waartoe hij werd veroor deeld. De ander, die nog geen 18 jaar was, kreeg 2 maanden tuchtschool onvoorwaardelijk en 4 maanden voorwaardelijk. Het meisje had gemeend, dat zij als invitée wel met het gestolen autotje mocht rijden en beriep er zich op dat zij bij het instappen niet had geweten dat de jongens den wagen had den weggenomen. Zij kende de jongens echter zeer goed. was er cok al eens bij geweest toen de vrienden een motorfiets haclden wegge haald en wist dat deze geen bezitters van een motorrijtuig waren. Bovendien erkende zij, dat, toen zij in den wagen zat, de jongens haar hadden verteld dat de wagen was weg genomen en ergens aan den kant van den weg zou worden neergezet, 't Was hier dus diefje en diefjesmaat, waarom de officier geen termen vond om tegen de juffrouw een voorwaardelijke straf te eischen Hij vorderde een maand gevangenisstraf onvoorwaardelijk. De politierechter veroordeelde haar tot 14 dagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 1