Luchtbeschermingsoefeningen in het Gooi. Het vliegtuigongeluk bij Senlis. DE GOUDEN BRUG. FEUILLETON ROMAN VAN HANNO PLESSEN. .(Nadruk verboden) 50) Behalve de gebruikelijke briefkaarten van Renate met steeds denzelfden inhoud: „Ik ben daar en daar. Het gaat me goed", met dank voor de ontvangen bericXten en een verzoek om meerdere, ontvangt Szartossy op gezette tijden punctueel de mededeelingen van zijn toegewijden vriend Schwarzer. Zoo heeft hij van dezen vernomen, dat Re bate een ganschen dag in de villa Rehbergen in Blankenese heeft vertoefd. En van Ham burg ging de reis verder naar Westfalen. In Hamm nam ze haar intrek in een hotel. Van daar heeft Renate zich met een auto naar Groningen laten brengen. Vele uren heeft zij daar doorgebracht in de boerenhofstede van den ouden Vonberg. De man, die doelloos door het, met een dikke sneeuwlaag bedekte Tiroler Wald loopt, weet het alles zoo nauwkeurig, alsof hij er zelf bij is geweest: Renate, die Gabriel Schwarzer een kleine koningin noemde, Renate, die hij Stefan Szartossy lief heeft, deze buiten gewone vrouw met haar subtiele fijngevoelig heid en aangeboren tact, heeft voor elkeen ;het goede woord en den juisten toon gevonden. Voor den landbouwer Michael Vonberg en diens vrouw Barbara, zoo goed als voor den beroemden musicus, Ernst Rung; voor de een voudige naaister Emma Koch, voor de ge vierde tooaieelspeelster, Margot Sellert en de secretaresse Gertrud Breda, voor den hoog leeraar, prof. Rehberger precies zooals voor den dirigent van het Münchener Radio-orkest Kon rad Stieler. JVat hij niet weet en wat zelfs Gabriel Schwarzer's argus oogen is ontgaan, is het volgende: In Hotel „Zum goldenen Adler" te Hamm bereikt Renate na eenige omwegen den brief, dien Johanna in Assoean heeft gepostNa dat zij hem gelezen heeft, staart Renate lan gen tijd in stil gepeins verzonken, voor zich uit. Als zij eindelijk met een diepe zucht tot de werkelijkheid terug keert, verheldert een bijna bovennatuurlijke glimlach haar gelaat. Nog eenmaal leest zij het post scriptum van Johanna's brief; P.S.: Als u deze regels ontvangt, zijn wij reeds thuis, in Weenen. Van tante Sophie weet ik, dat u haar half en half beloofd hebt ons eens te komen opzoeken. Mis schien zoudt u er nu toe kunnen besluiten deze belofte na te komenIk behoef u wel niet te zeggen welk een buitengewoon genoegen u mij daarmee zoudt doen. Wij verwachten u spoedig! Dan begint Renate te schrijvenEen twee, drie kwarto vellen worden het. En deze doet ze in een couvert, dat ze van Johanna's adres in Weenen voorziet. Twee dagen later ligt deze brief op het zilveren tablet, waarmee Josef, Sophie von Geitler's trouwe factotum, de kamer van de jonge barones binnen treedt. „En dan is hier ook nog een aangeteekende zendingook met de post gekomen. Ik heb het recu direct geteekend", deelt hij haar mede. „Het is goed, Jozef", antwoordt Johanna. De belangstelling, waarmee zij de beide poststukken ter hand neemt, verkeert in blijde verrassing, als zij den naam van Renate Lien als afzendster ontwaart. Instinctief grijpt ze het eerst naar het pakje, ontdoet dit van verzegelde touw en opent het doosje. Op den bodem ligt haar ringdie zeer bijzondere ringEn alles, wat daarmee samenhangt, alles, wat ze met geweld in haar hart heeft onderdrukt en teruggedrongen, breekt thans met verbijste rend geweld over haar los. Zij voelt een rade- looze pijn. Het mes der herinnering heeft de nauwelijks gesloten wond getroffen en doet alles, wat zij voorbij waande, opnieuw voor haar opleven. De vraag, hoe Renate Lien er toe komt haar dezen ring te zenden, drijft haar smartelijke gedachten een oogenblik in een andere rich ting. Zij opent den brief en leest het vol gende: Lieve Johanna I Het is niet onze verre familierelatie, welke mij tegenover jou tot een zoo vertrouwe- lijken toon dwingt. Je brief en niet anders dan deze lieve, onder den indruk van m'n „gouden brug" geschreven brief is oorzaak, dat we elkaar zoo na zijn gekomen. Ik zou mijn korte novelle er voor kunnen zegenen, dat zij, buiten mijn weten en zonder mijn toedoen, bij jou mijn voorspraak is ge weest. Want Johanna, laat het mij je direct mogen zeggen: ik zoek een weg naar jou. Ook wanneer je me die goede, warme, im pulsieve regels niet had gezonden, zou ik je dezer dagen hebben beschreven. Nu valt het me uiteraard gemakkelijker, omdat „de gouden brug" ons reeds verbindt. Geallieer den in diepere beteekenis moeten wij zijn, terwille van een mensch, die dit noodig heeft en die het verdient! Sylvester Vonberg weet niet, dat ik je den ring zond als pleitbezorger voor hem, die slechts jou liefheeft. Wat er ook gebeurd mag zijn, het is te verklaren en te verontschuldigen en daardoor ook te vergeven. Voorbarig en hardvochtig heb je geoordeeld, hem in het diepst van zijn ziel getroffen endaar door jezelf het meest te kort gedaan. Je trots nam een verkeerde beslissing, welk® jullie beiden bijna je levengeluk heeft doen verspelen en onschuldigen derden in gevaar heeft gebracht. Lieve, jonge, trotsche Johanna, luister naar mij! Luister naar een vrouw, wie het leven zooveel heeft doen ervaren, in vreugd, zoo wel als in verdriet, die de liefde kent in haar kostelijkste gaven, maar ook in haar bitterste teleurstellingen. Geloof me: nim mer dwaalt een vrouw af, als zij liefheeft en die liefde onvoorwaardelijk volgt. Waar liefde heerscht, houdt het oordeelen op. En ik zou den mensch willen zien, die zich tegenover de gevoelens van zijn hart op een recht of onrecht zou kunnen beroepen. Liefde is een oer-macht, een natuurbevel. Zij is het eenige aangrijpende en treffende middel tot het scheppen van gelijkheid in de wereld der menschen, een middel, dat verheft en niet vernedert. Als eenvoudig, nuchter feit zij je dit nog meegedeeld: Toen Sylvester Vonberg be greep, dat je hem zonder een woord had losgelaten, waande hij zich reddeloos ver loren. En ware ik niet door een hoogere macht ter elfder ure op zijn weg gebracht, dan zou dat ook inderdaad het geval zijn ge.weest. In mijn woning bij Igls gaat hij nu langzaam zijn lichamelijk, psychisch en geestelijk herstel tegemoet. Ik heb mijn missie aan hem volbracht. Nu is het aan jou hem het laatste te geven, wat nu een maal de bekroning van het leven is. Over een paar dagen hoop ik je te bezoeken om, over hetgeen nog gezegd moet worden, met je te spreken. Ik hoop van harte, dat deze regels er toe zullen bijdragen je op mijn komst en daarmee op een algeheele overeenstemming voor te bereiden. RENATE. Hulpeloos en verward staart Johanna een oogenblik voor zich uit. Deze brief van de haar persoonlijk nog onbekende schrijf ster heeft de diegste en meest verborgen plekken van haar ziel aangeroerd. De stra lende goedheid en rijpe menschelijkheid van de vrouw, die toch eigenlijk nog een vreemde voor haar is, dringen diep in haar verscheurd gemoed Mechanisch neemt zij haar hoed en mantel. Vóór alles wil ze nu het drukke praten van tante Sophie ontgaan en haastig verlaat zij daarom het huis. „Ze maakt zeker weer een van die dwaze wandelingen naar Schönbrünn", zegt de ba rones tot zichzelf, als de middag voorbij gaat, zonder dat het nichtje komt op dagen. Meer gedachten verspilt ze niet aan Johanna, wie ze het plotselinge vertrek uit Cairo nog steeds niet geheel kan vergeven, al verbiedt haar goedmoedigheid haar ook hiervan uiterlijk iets te laten blijken. „Ik ga naar de familie Wolters in Pötzlein- dorfDe barones behoeft met het souper niet op me te wachten", zegt ze tot den ouden huisknecht. Zoo vindt Johanna, wanneer zij, uiterlijk althans wat kalmer, van haar wandeling te rugkeert, het huis leeg. Er is intusschen weer post gekomen voor de barones", begroet Josef haar. Zijn toon klinkt eenigszins bedrukt, want de breede rouwrand om den brief, welke hij haar over handigt voorspelt weinig goeds. Ook Johanna's gelaat verraadt onrust, als zij het couvert, dat van een Engelschen postzegel is voorzien, aanneemt. Met nerveuss haast scheurt zij hem open en leest: (Wordt vervolgd) Te Hilversum werden Donderdag in tegenwoordigheid van verschillende autoriteiten luchtbeschermingsoefeningen gehouden, waarbij radio-telefonieproeven werden genomen tusschen een op den toren van het stadhuis opgestelden zender en met ontvanginstallaties uitgeruste auto's en motoren der politiebrigade Mevr. Droog Deckers vierde Donderdag haar zilveren jubileum als bestuurslid der St. Martha-vereeniging te Haarlem. De jubilaresse met bestuur en genoodigden -April, doet wat hij wil". Een sneeuwstorm wordt zelfs'een ruiten- wisscher te machtig De motorboot „Jong bestemd voor een Fransch handelshuis te Cherbro in Het vliegtuigongeluk bij Senlis kostte den piloot en den radio-telegrafist Britsch West-Afrika, om dienst te doen op de rivieren, is Donderdagmiddag Van het Sabena-toestel op den nachtdienst Parijs-Keulen-Brussel het per s.s. „Wigbert naar de plaats van bestemming vertrokken. - Het inladen leven. De resten der vernielde machine te Amsterdam Voor de verkiezingen in Frankrijk worden op het ministerie van bin- nenlandsche zaken te Parijs telefoon- en telegraafinstallaties aange bracht, teneinde het resultaat op de snelst mogelijke wijze te kunnen vernemen De Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer .Groet, Camperduin en Omgeving" maakte Donderdag een propagandatocht door Nederland. De laatste toebereidselen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 5