Brieven van
Controleur B.B.
in mijn vorigen brief stelde ik u het verslag
van een „hanenklopperij" in het verschiet. D e
sport van ae Balineezen. Die sport geschiedt
ineen groot soort tent, in het midden de
ring" van ongeveer 5 bij 5 Meter, waar de
hanen od elkaar worden losgelaten, bewapend
net zeker wel een d.m. lange messen aan de
«Doren. Om den ring zeker wel een 500 toe
schouwers, in rijen dik amphitheatersgewijze
gezeten. En die zitten maar te gokken dat het
|en lieve lust is. De goktechniek is bar inge
wikkeld en weer heel anders dan ik het van
het hanenkloppen in Borneo kende. Maar het
enthousiasme is zeker even groot! In den
(rrond is dat hanenkloppen een bloedoffer dat
Ln bate van de tempels wordt gegeven, maar
thans en reeds vele jaren lang is het niets
anders dan een groote publieke vermakelijk
heid met gokken als grootste attractie. En de
Baüërs zijn reuze-gokkers. Is normaal het ge-
pingel op de passers om een kopeng (waarde
gen achtste cent) de ware sport, hier vliegen
de rijksdaalders en guldens makkelijk rond.
Ik amuseerde me er best, al gokte ik niet
mee (ik had het graag gedaan, maar het is
in strijd met mijn controleurswaardigheid,
jammer genoeg) en toog om 6 uur weer naar
'1Upen volgenden dag de burgemeestersver
kiezing van een kampong in de buurt meege
maakt. D.w.z. dat de 300 stemgerechtigden op
hun primitieve manier een nieuw hoofd van
de kampong moesten kiezen, daar ik den vo-
rieen functionaris wegens verduistering in de
petoet had gezet.
Het was een drukke en warme beweging,
vooral door de altijd minder prettige lucht die
een aantal verzamelde Inlanders tezamen we
ten teweeg te brengen. Den volgenden dag
kwam de Resident langs met Excellentie Van
Dijk om het mooie gerechtszaaltje te bekijken
en naar de zilversmeden, ook beroemdheden
van Bali. Dat gerechtszaaltje, waarin hier de
zittingen plaats hebben, de Kerta G-osa, en
dat door alle touristen bezocht wordt, is een
hoog steenen opbouwsel, versierd met prach
tig beeldhouwwerk: daarop, op 4 palen ge
steund, een idjoek (palmvezel) dak, waarvan
de binnenkant (en dat is de grootste beziens
waardigheid) versierd is met heel mooi Bali-
neesch schilder- en teekenwerk, weergevende
alle mogelijke godsdienstige verhalen in de
meest fantastische en kleurrijke vormen. On
der dat open dak hoog verheven, op heel mooi
gebeeldhouwde en geschilderde stoelen, zit ik
dan zoo af en toe, met mijn twee Inlandsche
rechters en twee Inlandsche officieren van
justitie recht te spreken. Er om heen op de
grasvlakte een massa menschen, n.l. de be
klaagden en getuigen en ook, dat is gewoonte
hier. vele belangstellende familieleden en
kamponggenooten. Het is een interessant
werk, daar je zooals altijd in het berechten
van crimineele en civiele zaken het beste een
kijk krijgt op het leven en streven van den
Inlander. Vooral in civiele kwesties, meestal
erfeniszaken, is het heel lastig door de inge
wikkelde adat en familiekwesties (kasten) en
diverse soorten grondenrecht. Maar dat leert
aardig aan.
In dat gebouwtje houd ik ook de maandelijk-
sche bestuursvergadering, de Sangkepan. Ik
ben dan voorzitter en erbij zijn: de Dewa
Agoeng (soort regent van Java, die hier het
Negara (land) Kloengkoeng helpt besturen)
en zijn 4 districtshoofden. Dit zijn ook allen
gouvernementsambtenaren (de Regent met
800 pop tractement) en die komen zoo'n beetje
in de plaats van elders den Sultan. Verder zijn
erbij de twee rechters, waarvan een de opper
priester is en een aantal ambtenaren van de
onderafdeeling (de hoofdlandrente-inner, de
veearts, dokter, landbouwopzichter, school
opziener en opzichter Waterstaat). Mijn res
sort is hier wel heel anders dan de vorige. Wa
ren die veel grooter (Poetoes o.a. 20.000 K.M.2,
Siak 35-000 idem, Soembawa zelfs nog 8000
KM., dit Kloengkoeng is maar net 1000 K.M.
groot. Wel wonen er veel meer zielen n.l.
170.000 tegen Soembawa 120.000 en Poetoes
maar 23000. Terwijl het Noordelijk deel van
dit ressort, dc bergstreek, niet al te dik be
volkt is, is dat wel met de omgeving van de
standplaats het geval. Dat district is n.l. maar
45 K.M.2, groot en er wonen 22.000 menschen
dus haast 500 per vierkante K.M., veel dichter
bevolkt dan Nederland. Het is dan ook één
en al sawahs met dessa's er tusschen.
Mijn standplaats Kloengkoeng begint al lee-
lijk warm te worden en ik snap nog maar
steeds niet waarom ze alle standplaatsen in
de laagte en in de warmte hebben geplaatst,
terwijl er zulke heerlijk-koele oorden in de
buurt zijn. Maar dat hebben we nu eenmaal
aan onze min verstandige koloniseerende
voorvaderen te danken. Daarom is het zeker
een bof voor me dat ik het lustoord in de ber
gen, Kintamani, zoo „vlak naast de deur" in
mijn ressort heb liggen. Ik zit daar nu lekker
in de kou 1450 M. hoog. Toen ik vanmorgen
half 10 Kloengkoeng verliet was het daar 89
graden in de schaduw en toen ik hier na een
rit van 50 K.M. dus een uur rijden aankwam
was het hier 78 gr. en nu in de avonduren is
het 69, terwijl het op Kloengkoeng nog wel
ruim. 80 zal zijn. Daar zou ik nu in mijn pyja
ma achter mijn machine zitten transpireeren
als een otter; hier zit ik lekker in flanellen
broek, hemd en pullover, 's Morgens na lekker
pitten in de frissche kou, lekker ontbijt met
zooals steeds daar, prachtige aardbeien die er
het heele jaar verkrijgbaar zijn. En toen het
terrein in om mijn werk te doen. Ik trof hier
ook nog den Oostenrijker Strasser, schilder en
schrijver, cnet zijn vrouw, die een jaar gele
den al voor een tijdje op Kintamani hebben
gewoond en nu, na een wereldtrip van een
paar jaar, waarop ze de verste en mooiste uit
hoeken van de wereld hebben bezocht (Hono
lulu, Amerika, Australië, Japan, heel Europa
enz.), zich toch weer hier kwamen vestigen
omdat ze dit toch het mooiste en heerlijkste
plekje op de wereld vonden. Dat lijkt me nu
wel een tikje overdreven, maar Kintamani is
toch ook wel heel bijzonder.
Ik maakte hier ook nog een tempelfeest mee,
heel interessant en kleurrijk, met een massa
mooie Balische meisjes in de bekende Balische
volksdracht. Later, er komen nog een massa
van die gelegenheden, zal ik zoo'n feest wel
eens uitvoerig beschrijven. Als ik er meer ge
zien heb kan ik er beter over boomen, daar ik
dan beter op de hoogte ben van dë ingewik
kelde adat Ik zal dan ook eens een lijkver
branding beschrijven die ik hier al eenige ma
len meemaakte, hoewel het niet zoo'n verhe
ven schouwspel is als sommigen nieenen. Wel
ik in dezen brief nog even vertellen van
een lijkverbranding van muizen die ik heb
Meegemaakt, een adatvertoon dat maar zel
den voorkomt. Dat zat zóó. We hebben hier
erg van een muizenplaag te lijden, waardoor
vooral aan de rijst op de sawahs veel schade
w°rdt aangebracht. We bonden den strijd met
Muizenvergif aan, doch ook de adat moest te
dulp geroepen worden en daarvoor diende de
ze officieele verbranding. Elke man uit de be
dreigde streek moest een muis inleveren en
dat bracht het totaal op van 17000 stuks. Net
dis bij een echte menschenlijkverbranding
werd er een hooge toren gemaakt, waarheen ze
vervoerd werden, een massa offers om de Go
den gunstig te stemmen, gebed van den pries-
ïfr en toen werd het zaakje in brand gesto
ken. Bi- kwam een bar vieze walm uit den
brandstapel en we namen toen de beenen
snaar.
Den volgenden dag had ik raad Kerta en
sprak ik voor een diefstal in een der tempels
Mer tegen drie Balische dieven d'e niet mal-
scne straf van totaal 32 jaar uit. Ze keken
leelijk op hun neus. Woensdag naar Bangli
voor diverse werkjes en door naar kampong
Tiga, waar de feestelijke prijsuitdeeling plaats
had voor een wedstrijd in het maisplanten.
Landbouw is hier een heel voornaam middel
van bestaan en wordt op alle mogelijke ma
nieren aangemoedigd, waarvoor ook die wed
strijden dienen. Er was een massa belang
stelling met natuurlijk muziek en dans erbij.
Het was een kleurig en fleurig geheel. En toen
weer door naar het koele Kintamani, waar ik
dienst en genoegen altijd handig weet. te com
bineeren. Je hebt er zoo'n prachtig uitzicht
op het meer en de Batoervulkaan, waar ik nog
wel eens naar zal afdalen.
Bollenzondag door den aether
naar Amerika.
Geslaagde uitzending uit Heemstede.
Een zeer geslaagde radio-uitzending is
Zondagmiddag geschiedt door de Phohi van
16.50 tot 17.05 uur.Deze uitzending, welke nabij
een bloembollenveld in Heemstede gegeven
werd. geschiedde op een golflengte van 16.88
en 19.71 M. door de Phohi-zenders P. H. I. en
P. C. J., zij was in het bijzonder bedoeld voor
Amerika.
Door de zorgen van dezen Nederlandschen
omroep, werden de indrukken, welke de
bloeiende bloembollenvelden op een Ameri
kaan, die daartoe opdracht had ontvangen
van de Amerikaansche omroepmaatschappij.
naar Amerika uitgezonden. Het ooggetuige-
verslag werd op bijzonder vlotte wijze in de
Engelsche taal verzorgd door den heer Cesar
Searching, den Europeeschen directeur van
„Columbia Broadcasting System". De uitzen
ding werd in Amerika op de „Net Works" dezer
maatschappij gezet, waardoor tallooze Ame
rikaansche Radio-stations van Noord tot
Zuid en van Oost tot West eveneens dit
Nederlandsche kwartiertje weder uitzonden.
Aan de uitzending was een bezichtiging van
een deel der bloembollenstreek voorafgegaan,
waarbij de heer Voors, algemeen secretaris
van de Vereeniging voor Bloembollencultuur,
als gids was opgetreden. Tijdens dezen tocht
had de heer Searching zijn ooggetuige-im
pressies verzameld.
Het programma, dat geheel per telefoonlijn
naar de zenders te'Huizen en te Eindhoven
doorgegeven werd, ving aan en eindigde met
carillonspel van de Groote Kerk te Haarlem.
Het Mannenkoor „Cacdia", onder leiding van
Nico Hoogerwerffzong een tweetal Neder
landsche liederen: „Mijn Nederland" en
„Woudeenzaamheid".
De reporter gaf een enthousiast en duide
lijk overzicht van hetgeen hij in het „very
beautiful Holland" en speciaal in de bollen
streek, gezien had, en waarvoor hij een en al
bewondering had. Hij dankte met een paar
woorden in het Nederlandsch de mannen voor
hun zang. Een 12-jarig meisje sprak daarna
eenige woorden in het Engelsch voor den
microfoon. Zij bood den heer Searching een
bouquet fraaie tulpen aan.
Deze speciale werelduitzending uit Neder
land kan als een treffend voorbeeld beschouwd
worden van de wereldprogramma's die de
Phohi bezig is te organiseeren, teneinde de
aandacht van het buitenland op ons vader
land te vestigen.
De uitzending kwam naar de omroeper in
Amerika mededeelde, „keihard" door.
Brutale roofoverval op klaar
lichten dag.
Zaterdagavond te omstreeks zes uur heeft
een uitermate brutale roofoverval plaats ge
had in een woning aa«n de Apollplaan te Am
sterdam, gelegen in het gedeelte tusschen
Stadionweg en Mozartkade.
Twee mannen hebben getracht, toen de
dienstbode, die alleen thuis was, de deur
open had gedaan en zij door de indringers
op zij was geduwd, haar met een revolver
schrik aan te jagen. In plaats van inlichtin
gen te geven over de plaats, waar geld ge
borgen was, zooals de mannen vragen, be
gon het meisje te gillen. Hierop zijn de man
nen, blijkbaar geen „vaklieden", op de vlucht
geslagen en in de auto, waarmee zij gekomen
waren, weggereden.
BARTHOLOMEUS HEEFT EEN
KOE GEKOCHT.
„Heb jij eenig benul van koeien", vroeg
Bartholomeus, die via de tuindeur binnenge
komen was. Ik legde mijn krant neer. Als
Bartholomeus zoo'n schijnbaar alledaagsche
vraag stelt staat het signaal op onveilig.
„Waarom?", informeerde ik dus achter
dochtig.
„Wel", antwoordde Bartholomeus en hij
lachte voldaan, „omdat we d'r een gekocht
hebben!"
Dat was te veel emotie op één oogenblik.
Een wilde kreet ontsnapte aan mijn overwel
digd gemoed.
„Om dat webracht ik er met moeite
uit.
„Een koe gekocht hebben", vulde Bartholo
meus rustig aan, alsof het een futiliteit gold.
„Weet je, kerel, ik ben altijd gek op die bees
ten geweest en sinds we ons vrijgezellenbe
staan naar dit landelijke oord verplaatst heb
ben, moeten we toch aan het noodzakelijke
décor denken, vind je zelf ook niet? En dan,
't is zoo reusachtig gemakkelijk, als je de
melk zoo maar uit je achtertuin kunt halen
en van dat misdadige eind fietsen naar het
dorp verlost bent
De ontstellende waarheid drong tot me
door. De verrader had bij boer Verhoeven een
koe gekocht, een koe op afbetaling!
„Hoeveel?" stamelde ik, nog bleek van ont
roering
„Voorloopig twee tientjes, en dat geeft ons
reeds het recht op de melk", zei Bartholo
meus. „Verhoeven ging accoord met een
chèque
Een chèque, een chèque.onderbrak ik
hem ongeduldig, „je hebt niet eens een
Chequeboek!".
„Nu ja, maar jij toch immers", verduidelijk
te Bartholomeus. terwijl hij uit mijn tabaks
zak een versch pijpje- stopte.
Ik zuchtte, zooals ik reeds zoo vele malen
om mijn vriend gezucht heb en vroeg hem,
waar hij het dier in 's hemelsnaam gelaten
had.
„Everdina", zei Bartholomeus en hij sprak
dien n^am met een zekere plechtigheid uit,
„Everdina bevindt zich momenteel in den
achtertuin".
Ik keek door het venster. Inderdaad. Ever
dina was in den tuin. Everdina vernielde den
tuin met frappante routine. Groot en leelijk
was ze, geelachtig- bruin van kleur, schonkig
en met een kop waarop ik twee venijnige ho
rens ontdekte. Ze gluurde me uit haar halfge-
LANGS DE STRAAT.
Het Concours.
Het. is Zondag en terwijl de wandelaars bij
kleine plukjes de glimmende straten stof-
feeren, breekt heel in de verte het oorverdoo-
vend geraas los van veel te veel muziek in een
veel te nauwe straat. Het kolkt ver over de
hoofden van de vooroprijdende politieagenten,
ver tusschen de enge gevelspleten door, het
zet uit bij iedere zijsteeg en zijstraat en wringt
zich verder en verder en zet de heele buurt in
geschetter van feest-koper.
Voorop gaan twee agenten, achter hen
schrijdt statig de tamboer majoor, draagt nog
fier den staf, laatste teeken van vergane glorie.
Wie gooit hem thans nog wervelend hoog de
lucht in. wie roept nu nog luid zijn bevelen en
grijpt zijn hoorn, om er een ratelende fan
fare aan te ontlokken? Bevelen doen de twee
mannen voorop, met donkere uniformen en
glimmende knoopen. Achter hen loopt het mu
ziekcorps, blaast wangen op, toeteren warm
en de straat vol dat het davert en dendert.
Wat zij spelen?
Dat grootsche Nederlandsche muziekstuk,
onze nationale hymne „Sarie Marijs".
Er ligt een heel stil steegje. De lucht is strak
en grijs en het schijnt dat de druppels, die nog
van goten en boomen lekken, feilloos diep
vallen uit dien drogen hemel, die toch heusch
heeft opgehouden te lekken. Het steegje is
smal, het loopt aan weerskanten weg van een
klein pleintje, waar een eenzame kastanjeboom
reeds groene, frissche bladeren uitspreidt.
Dan wordt hier langzaam aan de stilte ver
broken. Eerst is het één klein krielstemmetje.
dat roept door de vochtige morgenlucht van
het pleintje: „Jongès!" met een scherpen uit
haal.
Dan gaat er hier en daar een deur open en
duiken meer van die krielstemmetjes op. De
kinderen kwetteren en schreeuwen en ravot
ten in hun Zondags-beste pakjes, gelapte
buisjes die na vijf minuten vuil zijn.
„Jongès, we gaan meziek make!" Hij zegt
het en dus gebeurt het. In een oogwenk zijn
er doozen, stokken, blikken en kartonnen toe
ters te voorschijn getooverd en onder india-
nengekrijsch trekt het orkest om de eenzame
kastanje heen. Luid beuken ze op de doozen
en blikken en luid krijschen zij door de toe
ters hun lied: „Sarie Marijs".
Het wordt onhoudbaar in de steeg. Meer
deuren gaan open en meer omwoners verschij
nen, geheel of gedeeltelijk op zijn Zondags, en
dreigend wijzen zij het plein-orkest weg. De
musici gaan, bang voor de harde handen die
zij maar al te goed kennen en zij naderen de
groote straat.
Dan, op het oogenblik, dat zij, eerst aarze
lend, dan flink-voor-elkaar, den hoek omslaan,
staan zij voor die eindelooze rij glanzend nik
kel en fluweelen vaandels, voor de echte mu
ziek. Zij hebben zoo geschreeuwd dat zij niets
hebben gehoord, maar nu staan zij vis a vis
met dit droombeeld, met „de muziek".
Zij zijn stil, met open mond en verrukte
oogen kijken de krielmenschen naar den voor-
bijschuivenden stoet van nikkel en uniformen.
Een oogenblik later liggen trommels en toeters
op een hoop in het steegje en broederlijk ge
armd stapt het orkest achter de muziek aan.
Zacht aan verklinkt „Sarie Marijs" in de verte,
verdwijnen de krielmenschjes in hun muziek-
golf. De stilte komt terug in de straat en de
steeg. Werkeloos en nutteloos liggen er de
doozen en de stokken.
Het is al laat als een kluitje glundere kin
dergezichtjes weer de steeg binnenschuifelt.
De doozen en toeters kijken ze niet meer aan.
Thuis wacht het eten en terwijl een trotsch
fanfarecorps zich een eersten prijs blaast,
daalt een fijne regen neer en weekt een hoopje
karton tot pap.
Indisch lesvliegtuig
verongelukt.
Inzittende dame omgekomen.
BANDOENG, 26 April (Aneta-kea'ndienst)
Hedenmorgen is het lesvliegtuig van de Ne-
derlandsch-Indische Aeroclub „de Kriel", na
tegen een hoogspanningskabel te zijn gevlo
gen, neergestort.
Het ongeluk geschiedde in de buurt van
Lenibang, bij Bandoeng. De inzittende passa-
giere, mevrouw van Lierop, is bij dit ongeluk
gedood.
De bestuurder, de sergeant van de lucht-
vaart-afdèeling Keim, werd licht gewond.
sloten oogen boosaardig aan. terwijl ze met
luie staartbewegingen de vliegen om zich
heen verdreef.
Vol afschuw wendde ik mij van dit schouw
spel af. Daar stond Bartholomeus al voor me,
in boezeroen. In de eene hand droeg hij een
emmer, in de andere het pianokrukje.
„Sufferd", zei ik „wat verbeeld je je
eigenlijk? Melken is maar niet zoo'n werkje
vcor Jan en alleman. Daar moet je aanleg
voor hebben, daar moet je voor sfcudeeren!"
„Dat probleem heb ik al onder de oogen
gezien", zei Bartholomeus. „En daarom heb
ik me een handleiding aangeschaft".
Hij duwde me het geschrift onder den
neus. Wordt nü landman. Boer na
twaalf lessen, door P. J. Ossen-
dorp en H. van Stierum, f 1 gebon
den, las ik.
Als in een droom zag ik, hoe Bartholomeus
het pianokrukje onder de koe zette, de uier
constructie bekeek en mij vervolgens de melk-
gids overhandigde.
De koe keek over haar schouder heen en
nam Bartholomeus op. Een uitdrukking, die
een onuitsprekelijke minachting scheen te
vertolken, kwam over haar gelaat.
„Lees op" commandeerde Batholomeus.
Ik opende Ossendorp bij „De Techniek van
het melken".
„De techniek van het melken", las ik, „om
vat het onttrekken van melk aan de koe of
aan de geit. Zie De Melkboerderij".
„Dank je", zei Bartholomeus onbewogen.
Toen vc-nd ik wat we noodig hadden.
„Volgens de gewone methode gaat de exe
cutant
„Dat ben ik" zei Bartholomeus.
„Gaat de executant", vervolgde ik „op de
kruk zitten, om na eenige woorden tot de koe
gesproken te hebben, met het werk te begin
nen."
Nu kan men Bartholemeus veel verwijten,
maar zeker niet, dat het hem aan nauwge
zetheid ontbreekt. Hij verrees dus van zijn
driepoot en stelde zich tegenover Everdina op
om haar toe te spreken.
„Goede morgen koe", zei Bartholomeus. „De
kwestie is deze, waarde koe, dat mijn vriend
en ik graag twee flesschen room wenschten
te ontvangen. Om kort te gaan, koe, ik zal me
nu weer naar het magazijn begeven en wan
neer ik bel hoop ik het verlangde prompt te
ontvangen". Hij maakte een lichte buiging in
de richting van de koeienkop en zette zich
weer op het krukje neer.
Welke?" vroeg Bartholomeus, terwijl hij
naar het mechanisme wees..
„Probeer die 's" stelde -ik 'voor.
Om 15 cent een jongen levens
gevaarlijk gewond.
Bakkersknecht met mes in den rug gestoken.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is
te Brandwijk (Z.-H.) een twist ontstaan tus
schen den 18-jarigen B. v. Meeteren te Mo
lenaarsgraaf en den 17-jarigen H. van de G.
Van de Gr. gaf van Meeteren met een groot
mes een steek in den rug. waardoor deze le
vensgevaarlijk werd gewond.
De dader is in arrest gesteld. De toestand
van het slachtoffer dat naar het ziekenhuis
te Dordrecht vervoerd werd, is zorgwekkend.
De ruzie is ontstaan over de betaling van
een bedrag van.... vijftien cent. De boeren
zoon v. d. G. had al geruimen t-ijd met het.
plan rondgeloopen den ander daarover aan
te spreken. Het slachtoffer van Meeteren is
bakkersknecht van beroep.
LEZING VOOR DE J.V.A.
Woensdagavond 29 April zal Mr. B. W. Stomps
een lezing houden over „Opbouw en hand
having van het Volkenrecht". Deze lezing is
georganiseerd door de afd. Haarlem van de
Jongeren Vredes Actie en zal gehouden wor
den in gebouw „De Nijverheid" Jansstraat 85.
Koninklijk bezoek aan Goeree
en Overflakkee.
Eenvoud, soberheid maar vooral hartelijk
heid warén het kenmerk van het bezoek, dat
koningin en prinses Zaterdag aan Goeree en
Overflakkee hebben gebracht
De bevolking van het eiland komt niet ge
makkelijk los en geeft niet gauw uiting aan
haar gevoelens, maar ditmaal heeft 't enthou
siasme het toch van de aangeboren kalmte
gewonnen.
Juist de eenvoud van het bezoek gaf daar
aan zijn hartelijkst karakter en stralend van
vreugde namen koningin en prinses overal
de hulde der bevolking in ontvangst.
Ook deze landbouwstreek, die overal de spo
ren van zijn bloei draagt, is door de crisis
zwaar getroffen, en derhalve was het op
wensch van de koningin zelve, dat van
grootsche feesten en ontvangsten is afgezien,
maar juist de eenvoudige wijze, waarop overal
de bevolking der dorpen de vorstelijke bezoek
sters ontving, gaven dezen tocht over het
eiland grootere charme dan eerepoorten en
parades hadden kunnen doen. Bijna overal
ging de ontvangst op dezelfde wijze en niette
min ging nergens het eigen karakter verlo
ren. Steeds weer waren het kleinere of
oudere meisjes, die in elk dorp bloemen aan
boden en telkens opnieuw was het een ont
roerend oogenblik als hooge kinderstemmen
het aloude Wilhelmus inzetten en vooral ook
toen een zangkoor van oudere jongelui aan
de grens van het gehucht Achthuizen het
„Wilt heden nu treden" uit de Valerius Ge-
denckklanck inzette.
Te Den Bommel liet de schooljeugd op het
„Wilhelmus" de Psalm „Dat 's Heeren zegen
op u daal'volgen, wat luidkeels door de ge-
heele verzamelde bevolking werd meege
zongen.
En dan ging het weer met groote snelheid
langs de vlakke polderwegen naar het volgen
de dorp, de auto's in de verte reeds zichtbaar
als kleine zwarte stippen in het wijde land.
De koningin had er prijs op gesteld om in
een geheel open wagen te rijden en men moet
bewondering koesteren voor de wijze, waarop
zij overal even minzaam, voor iedereen een
vriendelijk woord over hebbend, dezen ver-
moeienden tocht heeft gemaakt, met als en
kel rustpunt, na de ontvangst ten Stadhuize
van Miadelharnis, het fraaie ziekenhuis te
Dirksland. waar een kop bouillon werd ge
bruikt en een bezoek werd gebracht aan de
zieken, die dezen dag lang als een mooi aan
denken in hun herinnering zullen bewaren.
Voor het vertrek uit Stellendam te ruim half
twee, waar de Nautilus op de reede lag te
wachten met het politievaartuig „Triton" in
de onmiddellijke nabijheid, nam de koningin
hartelijk afscheid van de burgemeesters der
verschillende gemeenten van het eiland, die
zich hier hadden verzameld om de vorstelijke
bezoeksters uitgeleide te doen.
Hare Majesteit sprak haar groote voldoe
ning over dit bezoek uit en verzocht den bur
gemeesters de bevolking haar dank over te
brengen voor de zeer hartelijke ontvangst,
die haar en de prinses zoo warm had getrof
fen.
Bartholomew belde. Geen gehoor.
..Die'5"
„Niet thuis", kondigde Bartholomeus aan.
„Die dan?"
„In gesprek", berichtte Bartholomeus.
Ik wierp opnieuw een blik in Ossendorp.
„De druk dient horizontaal te geschieden",
las ik voor.
Bartholomeus verrichtte den druk in hori
zontale richting.
Toen ik hem uit de broeikas bevrijd en de
ergste wonden met jodium behandeld had, zag
ik nog juist, hoe Everdina door de heg was
gedrongen en als bezeten in buurman's jonge
aanplant te keer ging.
Precies twee uur later, nadat we Everdina,
dank zij de spontane medewerking van twee
boerenjongens, op ons grondgebied terug
gevoerd hadden, deed de onversaagde Bartho
lomeus een laatste poging.
„Bij de melkbeweging wordt het physieke
weerstandsvermogen in niet geringe mate op
de proef gesteld", las ik verder.
„Juist", riep Bartholomeus triomfantelijk
uit, terwijl hij zich wederom op het piano
krukje neerzette. „Het physieke weerstands
vermogen zei je toch, hè? Nu, de proef kan
beginnen, ik
De proef was reeds begonnen.
Ditmaal snorde Bartholomeus in een sier
lijke houding opwaarts, beschreef een salto op
het doóde punt van zijn luchtreis en verricht
te een correcte landing in den melkemmer,
die hem met weiluidenden klank over het
hoofd schoof.
Van Everdina viei geen spoor meer te her
kennen.
Bartholomeus zei geen woord. Hij stond op.
werkte zich los en pakte het pianokrukje
bij éen poot op. Toen nam hij den kortsten
weg naar het dorp en stapte het postkantoor
binnen.
Krijtwit, met rollende oogen en verwilderde
haren stond hij voor het loket.
„Juffrouw", bulderde hij door het tralie
werk heen, „juffrouw, zoek onmiddellijk alle
adresboeken bij elkaar, die er te vinden zijn!"
Vaster omklemde hij zijn wapen tus
schen de vingers.
Achter het loket deed een nerveuze hand
een greep naar een stapel boeken.
„Ik moet, ik wilhijgde Bartholomeus,
„bij de P, juffrouwnee, bij de Ojuist
juffrouwik wil oogenblikkelijk het adres
van zekeren P. J. Ossendorp
(Naar een vertelling van Denis Dunn in
„Answers").
DINSDAG 28 APRIL 1936
Engelsche begrootings-
geheimen uitgelekt.
Lloyds verliest.
(Van onzen Londenschen correspondent)
Londen, 26 April
Het vermoeden dat bijzonderheden van de
begrooting. die eerst bekend worden in de re
devoering welke de Kanselier van de Schatkist
in den laten middag van den begrootingsdag
houdt, reeds vroeger ter kennis waren geko
men van eenige personen, is de laatste dagen
zekerheid geworden. De personen voornoemd
gingen eenige uren voordat Neville Oh amber-
lain in het Lagerhuis opstond om zijn rede
aan te vangen, verzekeringen aan bij Lloyds
tegen het risico van een verhooging van de
theebelasting en de inkomstenbelasting. De
assuradeuren van Lloyds maken er altijd werk
van zulke risico's te dekken indien er vraag
naar is Men kan zich in de City van Londen
even goed verzekeren tegen een verhooging
van de theeaccijns als tegen het risico van
regen of de komst van tweelingen. Het bedrag
van de premie wordt uiteraard door de ver
zekeraars benaald naar de mate van waar
schijnlijkheid waarmede het eene of het an
dere kan worden verwacht. Maar polissen die
even voor de begrootingsrede werden genomen
waren, naar men thans beseft, geen verzeke
ringen tegen risico. En de zaak is een groot
openbaar schandaal geworden. De premies
die in dit geval werden betaald, waren bui
tengewoon hoog, hetgeen bewijst dat de per
sonen, die de verzekering aangingen, er ten-
naastenbij zeker van waren dat de thee- en.
inkomstenbelasting zouden worden verhoogd.
Zij hadden particuliere en naar bleek juiste
inlichtingen ontvangen over Begrootingsgehei-
men. De heeren van Lloyds hadden er geen
vermoeden van dat de drukke zaken die zij
eenige uren voor het indienen der Begrooting
te behandelen kregen, niet zuiver waren. Zoo
als gewoonlijk in zulke gevallen meenden zij
te doen te hebben met een normale dekking
van risico door hen die zakelijk belang stellen
in de voornemens van den Kanselier van de
Schatkist. Weliswaar rees de premie-prijs snel
toen bleek dat de verzékerde bedragen zeer
hoog waren, maar de assuradeurs beseften
eerst dat de transacties in zuiverheid tekort
schoten toen zij ontdekten dat alleen verze
keringen waren aangegaan voor de eenige twee
risico's, waarop zij schadevergoeding zouden
moeten betalen. Lloyds heeft terstond de na
men opgespoord van hen, die deze verzeke
ringen op het laatste oogenblik hadden aange
gaan. Dat is waarschijnlijk gedaan op verzoek
der regeering, die de zaak zeer ernstig opvat.
Het uitlekken van begrootingsgeheimen is dan
ook een veel ernstiger zaak dan het bedriegen
van assuradeurs, hoezeer ook dit laatste, als
alle bedriegerij, hevig moet worden veroor
deeld Men tracht nu te weten te komen hoe
de geheimen zijn uitgelekt. Begrootingsgehei
men worden altijd nauwgezet bewaard, juist
om een schandaal als zich thans heeft voor
gedaan, onmogelijk te maken. Alleen perso
nen in hooge ambtelijke posten kennen deze
geheimen. De menschen die het meest recht
streeks door de lekkage zijn benadeeld, zijn
uiteraard de verzekeraars. Zij leden ernstig
financieel verlies als gevolg van het feit dat
hun klanten staatsgeheimen hadden leeren
kennen. Maar een algemeen belang staat op
het spel met de eerlijkheid van den staat en
zijn ambtenaren. Indien een tot geheimhou
ding verplicht ambtenaar inlichtingen geeft
die een persoon, die de inlichtingen ontvangt,
in staat stellen een boel geld te verdienen
is daarmee de onkreukbaarheid van den staat
aangetast. Indien het straffeloos kan ge
schieden zal het publiek gauw corruptie gaan
zien in elke daad' van een landsdienaar.
MINISTER SLINGENBERG BEZOCHT
WERK VERSCHAFFINGS WERKEN TE
CASTRICUM EN EGMOND.
HAARLEM Maandag.
Hedenmorgen heeft de minister van So
ciale Zaken, Mr. Slingenberg, nadat hij de
nieuwe brug te Beverwijk had geopend, een
bezoek gebracht aan Castricum en Egmond,
waar de werken, welke door de N.V. Noord-
Hollandsche ontginningsmaatschappij wor
den uitgevoerd op de provinciale landzoede-
ren. welke onder -beheer staan van het pro
vinciale waterleidingbedrijf in Noord-Hol
land. in oogenschouw werden genomen.
In het gezelschap merkten wij o.m. op den
heer Meijer de Vries. mr. J. B. Bomans, lid
van Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land. Mr. M A. Stufkens. griffier der Staten
van Noord-Holland, directeur van de N.V.
Noord-Hollandsche ontginningsmaatschap
pij, jhr. ir. Reygersman, hoofd in geneur-di-
recteur van den Provincialen Waterstaat, de
beide rijksinspecteurs der werkverschaffing,
burgemeester P. Kikkert van Beemster en
J. B. V. M. J. van de Mortel van Noord wijk.
UIT HAARLEM
UITVAART KAPELAAN Th. M. STROUS.
HAARLEM Maandag.
Vandaag vond de uitvaart plaats van ka
pelaan Th. M. Strous. die op 27-jarigen leef
tijd is overleden. Om half tien vonden de
Lauden plaats, om tien uur de plechtige ge
zongen uitvaart in de O. L. Vrouwekerk aan
het Spaarne.
De plechtige Requiemmis werd opgedragen
door Deken H. C. J. Sondaal, met assistentie
van kapelaan van Dijk. kapelaan van Hou
ten en kapelaan Haselaar.
De lijkrede werd gehouden door Deken Son
daal.
„Wij staan hier bij de lijkbaar van een
jongen priester, die vol idealen was. die boven
al lief had de zaak van zijn Meester. Voor al
les was de jeugd de liefde van zijn priester-
hart. Een man met een kinderziel, en juist
daarom was hij zoo geliefd bij de ouderen,
maar ook bij de jeugd. Hij was onze vriend, en
al verschilde vaak zijn jeugdig oordeel van
dat der ouderen, doch steeds stond hoog daar
boven zijn liefde voor het ambt. God heeft
de hand op hem gelegd. Wat zal ik tot u zeg
gen, familie, wie door het weggaan van uw
zoon de kroon van het hoofd is gevallen,. En
tot u, zijn vrienden? Gij verliest in hem een
vriend en en priester. En u. parochianen! Hij
heeft u lief gehad in dat wat gij zelf lief hebt,
in uw kinderen. Wij alleen mogen hem nooit
vergeten."
Onder de talrijke aanwezigen waren vele
geestelijken onder wie Mgr. M. P. J. Möll-
mann oud-vicaris-generaal en Mgr. H. Pichot
vicaris-generaal.
De beaarding had plaats op de R. K. be
graafplaats St.-Barbara.