BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
Hoe vonden jullie den extra vacantiedag 1.1.
Donderdag?
Natuurlijk hëel prettig, vooral nu het weer,
hoewel de wind wat koud, niet veel te wen-
schen overliet.
Verschillende kinderen hebben zoo druk ge
speeld, dat ze mij vergeten zijn. 'k Hoop bin
nenkort eens een kleurwedstrijd uit te schrij
ven. Hieraan mogen echter alleen deelnemen,
de rubriekertjes, die de weken vlak voor den
wedstrijd trouw geschreven hebben, 'k Raad
de minder trouwe vriendinnetjes en vriendjes
aan a.s. weken vooral trouw te schrijven, op
dat ze ook aan de wedstrijden, die van tijd tot
tijd worden uitgeschreven, mogen deelnemen.
Beste VERONIKA. Zoo meisjelief, ben je
verhuisd? Waar woon je nu? 'k Begrijp dat je
tijdens de verhuizing geen gelegenheid had
om mij te schrijven. Over het feest „In Veilige
Haven" heeft ook een ander vriendinnetje
van me geschreven. Ook zij had er echt ge
noten. Zij heeft echter niet. zooals jij, mede-
gespeeld. 'k Hoop dat je in je nieuwe om
geving spoedig weer vriendinnetjes hebt.
Dag Veronika.
Beste BEP. Hartelijk dank voor je sommen,
de geschreven letters en de teekeningen. Gaat
het op school nog steeds goed? Dag Bep.
Lief. KRULLEKOPJE. Dat was zeker fijn,
Beg. Met de Woensdagmiddag mee, had je
maar weer lVs dag' vrij af.Op dat veldje kan
je prettig spelen, ten minste als het niet erg
waait, 'k Ben erg blij met dat briefje van
Bep. Dag Krullekopje.
Beste NORA. Ja hoor. ik had Donderdag ook
geen school. Je hebt zeker heel prettig in den
speeltuin gesneeld? Hoe wras de film? Vertel
je me er eens iets meer van? De kleurwedstrijd
wordt binnenkort uitgeschreven. Lees m'n
briefje vooraf maar eens.
Dag Nora.
Lief ELFJE. Ja in lang heb ik niets van je
vernomen en ik was blij je briefje in m'n bus
te vinden. Haast alle rubriekertjes schrijven
over den extra vacantiedag. Allen hebben het
vrij ziin echt prettig gevonden, vooral omdat
het niet regende. Schrijf je me nu weer trouw?
Dag Elfje.
Lief SPARRETJE. Prettig zeg dat je zoo
fijn bent uitgeweest. Ik heb ook al heel veel
van de voorstellingen gehoord. Eenige vrien
dinnetjes en vriendjes van me speelden in de
stukjes mede. Zie ik je a.s. week nog? 'k Hoop
van wel. Een volgende keer, krijg je een langer
briefje van. Dag Sparretje.
„Beste, brave PIETER PELLEN,
Wat heb ik veel met je te stellen,
Inplaats van dankbaar voor het menu,
Schri,jf je mij „hu, hu. hu,
Gerechten zelfs te slecht voor duiven
Wilt u mij daarop laten fuiven?"
,'k Weet 't goed gemaakt, geen fuif,
1 geen pret.
Maar met je bloote beenen naar je bed".
Dag ontevreden Pieter Pellen,
Je mag me nog meer vertellen.
Besté POLLY, 'k Dank je voor het plaatle.
Als je zoo door gaat geloof ik toch nog eens
de zestigste te ontvangen. Wat een snoeperige
hondjes" zijn Polly en Jopie. 'k Ben blij met
hunne foto's. Natuurlijk mag Jan ook rubrie-
kertje worden. Z'n schuilnaam vind ik uit
stekend.
'k Was voornemens „Koolbek voor heden
over te slaan. Gisteren. Donderdagavond was
ik erg vermoeid, 'k Had den geheelen dag met
bloempjes geloopen. Nu ik geslapen heb ben ik
weer fit en het is nog heel vroeg, dus kan ik
even een stukje overnemen. Dag Polly.
Beste BERENMAN. Je bent van harte
welkom. Of ik 16 Mei. wanneer je jarig bent
op visite wil komen? Dat kan ik heusch nog
niet beloven. Je broer heeft me eenige weken
geleden ook reeds geïnviteerd. Laten we zoo
afspreken, als ik gelegenheid heb, dan kom
ik". Dag Berenman.
Veel groeten van
Mej. E. VIJLBRIEF.
„KOOLBEK", HET JONGE KONIJN.
door Rubriekertje POLLY.
(Vervolg)
Maar Langoor wilde, dat stil zouden zijn,
want als Roodbaard hen hoorde, waren ze
verloren.
Toch zou Langoor, Roodbaard nog eens een
poets bakken, zoodra hij daartoe de gelegen
heid had. Nu zouden ze eerst maar eens gaan
slapen.
Ze hadden gelukkig een heel diep hol en be
hoefden voor Roodbaard niet bang te zijn.
HOOFDSTUK 4.
Weer op Jacht.
Nu kreeg de familie van Langoor werkelijk
met de honger te kampen. Van avond gaan
we allen op jacht, zei Langoor. Koolbek deed
een sprong van vreugde, pit was niet naar
de zin van Langoor. Hij gaf Koolbek een tik
met z'n staart en zei als hij nog eens zoo deed,
dat hij dan niet mee mocht, 's Avonds tegen
tien uur, verlieten zij het hol. Het. was lekker
weer. In eens stond Langoor stil en keek naar
een groote ronde bal met lange stekels. Dit
was een dier, dat zag hij wel. Dichterbij ge
komen rook Langoor dat het een Egel was.
Heel voorzichtig besnuffelde Koolbek het
vreemde voorwerp. Toen Koolbek heel dicht
bij den bal was nam de Egel een sprong. Kool
bek kreeg een prik van één der stekels.
(Wordt vervolgd.)
Dahlia's. Deze thans'veel gekweekte
herfstbloem wordt nog maar ruim 100 jaar
in ons land gekweekt. Men vermoedt dat ze
eerst in 1S10 in ons land zijn ingevoerd. Bij
't begin van de Fransche revolutie, in 1789,
kende men ze reeds in Spanje.
Goudvisschen-kweekerij In den Ameri-
kaanschen staat Indiana heeft men een goud
visschenkweekerij waar jaarlijks vijftig mil-
lioen goudvisschen gekweekt worden; hiervoor
is jaarlijks 3.000.000 kilogram voedsel nodig.
De mol. Na talrijke onderzoekingen is
men tot de slotsom gekomen dat de mol er op
vaste tijden op uitgaat om zijn voedsel te
zoeken en wel om de 4 uur, n.l. om 12 uur, 4
uur, 8 uur enz. Langer dan 10 uur kan hij
niet vasten; hij eet dagelijks zijn eigen ge
wicht aan voedsel.
VAN EEN SCHILDERIJTJE
door
W. B.—Z.
Ei* was ereis een schildertje
Een schildertje op het land.
Zijn ezel en zijn schildersdoek
Stond aan den waterkant.
Hij schilderde de vogeltjes
De waschlijn en de bleek
En ook de vaart met 't roeibootje
Al met een enkle streek.
Hij schilderde de kleine kerk
De duinen en het bosch
Hij schilderde de waterkant
De bloempjes en het mos.
En toen het al geschilderd was
Ging 't schildertje maar heen
De vogeltjes, die vlogen weg.
En 't bootje bleef alleen.
WIE ZOEKT ER MEE? -
Vul met potlood of met inkt die vakjes In,
waarin je een punt ziet staan. Je zal dan een
figuur te voorschijn zien komen. Het is een
aardig spelletje, probeer het dus maar gauw.
Oplossing komt volgende week.
TANTE TINE,
DE SULTAN EN ZIJN NAR.
Er leefde eens een sultan, die erg onrecht
vaardig en wreed was voor zijn onderdanen.
Plet minste of geringste misdrijf of vergrijp
liet hij zoo streng straffen, dat de menschen
niet meer durfden te spreken.
Nu had deze sultan een wijzen nar, waar hij
erg op gesteld was. Want als de sultan zich
verveelde of boosw as, waren een paar grap
pen van den nar voldoende om hem weer in
een goed humeur te brengen. Maar nu had
ook de nar het verbruid!
ZATERDAG 2 MEI 1936
De nar was eerst te verbaasd om iets te ant
woorden; maar toen hij merkte, dat de sultan
in ernst sprak, nam hij het voorstel natuurlijk
met vreugde aan. En de sultan regeerde in
het vervolg zijn onderdanen met zachtheid
en verstand!
Zoo kun je hieruit leeren, dat gepaste vrij
moedigheid soms goede gevolgen kan hebben!
RITA.
VOOR REGENACHTIGE MIDDAGEN.
Op regenachtige middagen, als je van
moeder niet buiten mag spelen en je hebt al
alle spelletjes gedaan, die je kent en de mid
dag is nog niet om, dan is een knutselwerkje
ook altijd een prettige afwisseling. Ditmaal
willen we eens een stuk speelgoed maken, en
wel een beweegbaren fietsenden clown.
Op tamelijk dik hout teeken je eerst de
deelen, die je op de eerste teekening ziet en
daarna zaag je ze uit en vijl je de kanten
netjes glad.
kijk de beide teekeningen maar eens heel
goed aan en zet je dan maar eens aan het
werk, om het stuk speelgoed na te maken. En
netjes doen, hoor. Veel succes!
IETS OVER DE NARCIS.
Onder de vele voorjaarsbloemen die men op
de bollenvelden kan bewonderen, nemen ook
de narcissen een groote plaats in. De vele en
witte kelken boven het groene gras maken
den indruk van zonlicht in een donkeren hoek
Vooral in Engeland is het een geliefkoosde
bloem en in bijna alle tuinen in dorpen en
steden kan men deze bloem aantreffen. Maar
ook in ons land neemt de narcissencultuur
ieder jaar toe.
De oorspronkelijke soorten der narcis wor
den in het veld gevonden in bijna alle lan
den van Europa. Voor zoover bekend is Schot
land de noordelijke en Afrika de zuidelijke
grens tot welke men ze aantreft; het is niet
onwaarschijnlijk, dat vogels of de wind het
zaad van Spanje naar Afrika hebben overge
bracht. Een enkele groep komt ook voor in
China, Japan en Engelsch-Indië, waaruit ze
weer in groote hoeveelheden naar Europa
wordt gezonden.
Dichters uit alle tijden hebben de narcis
bezongen, van Homerus (de beroemde dichter
uit de oudheid) tot Shakespeare (een En-
gelsch dichter) en Keats, eveneens een En-
gelschman. Er bestaat zelfs een mythe over
den oorsprong van den naam narcis; de
schoone jonge man Narcissus werd, toen hij
zijn beeld zag, dat in het water weerkaatst
werd, verliefd op zichzelf. En om hem voor
zijn ij delheid te straffen veranderden de go
den hem in de bloem „Narcissus".
De eerste systematische indeeling der nar
cissen vindt men in een werkje van John Par
kinson, dat in 1629 werd uitgegeven en waarin
96 soorten vermeld stonden. Vele van deze
soorten zijn echter uitgestorven.
Menschen van verschillende beroepen, die
echter van planten hielden, hebben kunst
matig andere soorten gekweekt; dat kan ge
beuren door overbrenging van stuifmeel der
eene plant op den stamper van een andere.
Voor perken zijn narcissen buitengewoon
geschikte bloemen. Ze kunnen geplant wor
den van Augustus tot December, doch het
beste is, ze half October in den grond te zet
ten en wel zoo, dat ze ongeveer. IV2 maal hun
eigen hoogte onder de aarde staan. Zijn in
het voorjaar de bloemen uitgebloeid en moe
ten ze 'plaats maken voor andere, dan wacht
men tot het lof bijna is afgestorven, neemt
daarna de bollen uit den grond en legt ze op
een droge plaats tot een volgend seizoen.
Evenals tulpen en hyacinten kan men ook
narcissen in potten of glazen telen, ofschoon
de laatste niet zoo'n hooge temperatuur als
de eerste kunnen verdragen. De bollen moe
ten dan ongeveer half September in potten
geplant worden en op een donkere plaats blij
ven tot de eerste groene spruit zich vertoont,
waarna zij zooveel lucht, licht en gelijkmatige
warmte moeten hebben als mogelijk is.
Wie echter in de gelegenheid is de narcis
de plaats te geven, die zij oorspronkelijk zelf
heeft uitgekozen, n.l. in weiden, onder hooge
boomen, langs vijvers en tegen hellingen, zal
deze bloemen in haar volle schoonheid kun
nen bewonderen. De bollen moeten dan niet
in rechte lijnen of met te veel van eenzelfde
soort bij elkaar geplant worden; maar onre
gelmatig en ongelijkvormig.
ZOO'N GRAPJAS.
door
Meivuren en Meiboomen. Het planten
van den Meiboom werd het vorige jaar nog
gedaan in Valkenburg, Berg en Afferden.
Reeds in de 17e eeuw werd dit te Amsterdam
verboden en den 15den December 1712 werd
in 't „Landschap van Gelderland" het stoken
van Paaschvuren, het houwen en planten van
Meiboomen verboden. Het eerste werd echter
niet nageleefd.
Hij had tegen den sultan durven zeggen,
dat deze wreed en onrechtvaardig was en dat
hij zeker nog eens beducht moest zijn voor de
wraak van zijn onderdanen. Zoo boos was de
sultan geworden, dat hij bevel had gegeven
den nar onmiddellijk naar een onbewoond
eiland te sturen. Zijn bevel was opgevolgd,
natuurlijk! Maar nu was de nar weg, en de
sultan verveelde zich verschrikkelijk. Niemand
was er, die hem troosten kon of opvroolijken.
„Was de nar er maar!" dacht de sultan;
maar toen schoot hem onmiddellijk weer te
binnen, hoe brutaal deze geweest was, hoe
onmogelijk brutaal. Zoo maar tegen hem,
den heerscher, te durven zeggen, dat hij
wreed was. Maar had de nar eigenlijk niet
een klein beetje gelijk? Trad hij niet altijd te
streng op bij kleine misdrijven? En wat had
de nar eigenlijk gedaan? Toch ook niets
kwaads. Hij had alleen zijn meester willen
waarschuwen, dat als hij zoo doorging, iemand
wel eens wraak kon nemen voor alle onrecht
vaardigheden, die hij begaan had. Dat was
toch niet verkeerd! Integendeel, dat was ver
standig en wijs geweest!
EEN KEVER.
De groote kever, die jullie op het plaatje
hiernaast ziet, komt voor in tropisch Afrika.
We kunnen het dier heel gemakkelijk ma
ken van dik carton of niet te dik tri- of mul
tiplex. Eerst teeken je daar de verschillende
deelen op af; dat zijn: het lichaam, de vleu
gels en de pooten. Vervolgens zaag je deze
met een figuurzaag uit en maakt, met een
vijl, de zij- en bovenkanten netjes glad. Dan
kun je je handen niet bezeeren aan uitste
kende splintertjes. De pooten krijgen een uit
einde van laiton (dat is omwoeld ijzerdraad),
dat je in kleine kronkels gebogen hebt.
Als je de deelen uitgezaagd hebt, moet je
ze eerst kleuren of schilderen, voor je den
kever in elkaar zet.
LEC-PUZZLE.
Als het eens een middag minder mooi weer
is, zoodat je niet buiten kunt spelen, dan
komt hier een aardig tijdverdrijf voor jullie.
Knip de stukjes, die je hiernaast afgebeeld
ziet, netjes uit en plak ze op de goede ma
nier op een stukje wit papier. Als je dat net
jes doet, krijg je een heel aardig plaatje. Wie
er plezier in heeft, kan het nog kleuren ook!
TANTE TINE,
Dan bevestig je de beenen aan den clown,
maar zoo, dat ze gemakkelijk te bewegen zijn.
Hoe je dan verder te werk moet gaan, om den
clown zoo op het wiel te bevestigen, dat hij
bij het voortbewegen zijn beenen beweegt,
staat op de plaatjes zoo duidelijk aangegeven
dat verdere uitleg overbodig is. Het is ook
wel eens leerzaam iets te maken, alleen maar
van het zien, dus zonder dat er bijgeschre
ven staat, hoe je het precies doen moet. Dus
Hoe meer de sultan nadacht, hoe meer hij
inzag, dat hij verkeerd had gehandeld. Ten
slotte riep hij zijn bediende.
„Laat onmiddellijk een vloot in gereedheid
brengen, om den nar van zijn eiland te ha
len en breng hem dan hier!"
Verbaasd werd dit bevel opgevolgd. Eenige
dagen later stond de nar voor den sultan.
„Treed nader!" gebood de sultan. De nar
voldeed aan het bevel. En toentoen reik
te de sultan hem de hand en sprak geroerd:
„Mijn vriend! Gij hebt me met uw woorden
de oogen geopend. Ik heb ingezien, dat ik
altijd verkeerd heb gehandeld; maar doe mij
het plezier en sta me in het vervolg bij met
uw raad en daad. Ge kunt zoo vrijmoedig
zijn, als ge wilt, ik beloof u, dat geen haar op
uw hoofd gekrenkt zal worden."
De volgende kleuren worden gebruikt: geel
voor het lichaam met zwarte stippen; grijs
voor de vleugels eveneens met zwarte stip
pen; zwart voor de pooten met gele lijntjes,
zwart voor de oogen. Als alles goed droog is,
maak je het dier in elkaar. Daarvoor heb je
gaatjes geboord op de plaatsen, die je op de
illustratie duidelijk kunt zien. Met spijkertjes
zet je de deelen aan elkaar, Tenslotte geef je
den kever een paar voelhorens van laiton en
dan is het dier klaar.
W. B.—Z.
Toen moest hij met vader mee naar huis»
En zoonlief en hoed kwamen netjes
weer thuis.
Maar onze grapjas moest naar bed.
Zeuren hielp niets. Uit was de pret.
Wat heeft die kleine grapjas gedaan?
Hij is met vaders hoed er stil van door
gegaan.
Hij jubelt en hij zingt van pret,
Als moes het ziet moet hij naar bed.
Wat hebben de menschen buiten pret.
Nu heeft hij den hoed op zijn krulfebol
gezet
Maar wie zag hij op 't hoekje staan?
Daar kwam zoo waar zijn vader aan,