Een stad speelt
Een doodgewone Inbraak
Op 16 Maart worden in Valencia
de Falies tevoorschijn gebracht.
Valencia ruikt naar „Dunuelos" 1), Valencia
Is in een opgewonden feeststemming en slaapt
deze week niet meer, want Valencia viert zijn
„Fallas" 2).
Ik ben den lezer een zakelijke verklaring
schuldig. Ik moet vertellen wat deze week
voor den Valencianer beduidt; wat hem heele-
maal in beslag neemt, en waarop hij trotsch is.
Lilliputters schijnen de menschen bij de bur
leske „fallas", die in de straten van Valencia
worden opgesteld.
Vreemd, dat dit evenement, dat zooveel ar
beid en spanning van weken en veel geld- en
energieverkwisting met zich meebrengt, zoo
weinig in andere landen bekend is.
Ieder klein kind in Valencia kent het, en
ieder oud mannetje en vrouwtje wordt er nog
door uit de schommelstoel gelokt. Van deze
gebeurtenis zal ik U nu vertellen, hoewel het
voor een Noorderling moeilijk zal zijn de sfeer
van een Spaansche stad in feeststemming aan
te voelen.
De „Fallas" zijn groepbeelden van hout,
papier-maché, was. verf en stof gemaakt,
reuzen stellages waaraan de pronkerige Valen-
ciaan zijn barokke hart ophaalt, en die af
schuwelijk Valencia opeens slechts grotesk
maken.
Deze fallas worden op de voornaamste plei
nen en straten opgesteld. Ze hebben meestal
folkloristische beteekenis. met hier en daar een
politieke toespeling of zijn burlesken op den
modernen tijd. Ze bestaan uit een groote mid
denfiguur of bouwwerk waarvan de hoogte va
rieert, geplaatst op voetstukken, coulissen en
zuilen en waaromheen beelden zich groepen van
levensgroote figuren (ninots) die allen eigen
individualiteit hebben. Vijftien meter en hoo-
ger zijn die monsterbouwwerken, die tooneelen
met levenlooze acteurs.
De figuren worden in verschillende werk
plaatsen reeds maanden tevoren langzamer
hand geconstrueerd, gegoten, geplakt, genaaid
en aangekleed. En dan komt de groote avond
van den zestienden Maart, waarop de verschil
lende deelen met wagens naar de tevoren met
zand bestrooide pleinen der barrios vervoerd
worden. Dan schijnen de menschen plots
Lilliputters die Gulliver voortsleepen. Men-
schendwergen tegenover reuzen, eigengemaak
te reuzen, waar ze een buitengewonen eerbied
voor aan den dag leggen. Zoolang ze daar
staan, toch binnen ieders bereik, zal niemand,
zelfs niet de ondeugendste kwajongen, er iets
aan bederven of zelfs maar een flauwe mop
mee uithalen.
En dan plotseling, nadat ze een paar dagen
in volle giorie gepronkt hebben temidden der
algemeene belangstelling, worden ze den ne
gentienden Maart op den dag van San Jozé
(Sint Jozef), verbrand, meedoogenloos ver
brand.
Dit alles schijnt een symbool van het leven.
Ze worden geboren, bestaan eenigen tijd en
moeten sterven, om weer plaats te maken
voor andere: uit den dood komt immers het
leven voort! Neen. er is een verschil, een voor
recht! ieder jaar wordt uit alle figuren van de
gezamenlijke fallas, er één gekozen die mag
blijven bestaan. Ieder jaar gaat één figuur
naar een daarvoor bestemd museum. Iedere
generatie heeft één eeuwig overlevende.
De week voordat de fallas worden opgesteld,
worden de beste figuren ter bezichtiging, in
een groot onderaardsch lokaal, dat naar een
geitenstal ruikt, langs de muren gerangschikt.
Negentig figuren, negentig fallas.
Bij algemeene stemming wordt aan het
beste beeld een prijs toegekend. Als een lang
zaam voortschuivende file gaan de bezoekers
langs de tentoongestelde groepen, bewonde
rend en critiseerend en heel zelden even schuw
betastend een stof of bijzonder goed bewerkt
detail.
Eenigen diepen zin heb ik bij de fallas niet
gevonden; geen fijngevóelde spot. Sommige
steken den gek met de moderne vrouw; an
dere met het hedendaagsche strand- en ge-
neugtenieven, straperlo (strauss affaire), en
jazz. Dan weer verheerlijken ze het Spaansche
leven van stad en land, Spaansche gewoonten
en gebruiken, of behandelen toestanden die
Europa dit jaar bezig hielden op elk gebied.
Negentig fallas, waarvoor het heele jaar door
geld wordt gezameld, door de negentig com
missies der stadswijken. Iedere wijk heeft zijn
muziekcorps, dat tijdens de feestdagen voort
durend in de weer is en waarvoor speciale po-1
diums worden opgericht. Ook kiest ieder „bar
rio" bij deze gelegenheid zijn schoonheids
koningin. die omringd is van hofdames en een
belangrijke rol speelt. Uit al deze schoonheden
van Valencia wordt de „Fallera" van het jaar
gekozen.
Voetzoekers en knalbommen, waarvan door
de jeugd rijkelijk gebruik wordt gemaakt,
hoort men 's morgens om zeven uur reeds
knallen en dit gaat den heelen dag door tot
in den nacht toe! In de overvolle straten
(zelfs de vrouwen komen in dezen tijd te voor
schijn), slingeren zich van „plaza" tot „plaza"
guirlandes van knalbommen die eenige malen
daags aangestoken worden en tot het feest-
lawaai bijgedragen, en steeds weer vernieuwd
worden.
Van een antilawaai-campagne is hier nog
geen sprake. Claxons gillen, menschen
schreeuwen, voetgangers ontploffen, muziek
schettert, doch de fallas trekken er zich niets
van aan, de poppen grinniken hun wassen
glimlach, star. bewegingloos, temidden van
deze wriemelende menschenmassa.
Dan komt de laatste avond van hun bestaan;
en pas als ze in den vuurgloed verteren, in
eenzakken, verschrompelen en zich door de
hitte bevangen in bochten wringen, dan wor
den ze levend in het aangezicht van den dood,
alsof hen. op het suprème moment, één oogen-
blik een ziel gegeven wordt, onder het gejuich
der toeschouwers. De klok slaat twaalf!
Deze zoo vreemde populair-artistieke ma
nifestatie heeft natuurlijk een origine en ge
schiedenis.
Bekend is dat in de vijftiende eeuw het tim-
mermansgulde, (el gremio del fusters), die
het belangrijkste van alle was, op den dag van
„Sant Josep" uitrustte en zijn winterarbeids-
avonden, die in September een aanvang na
men. Den dag tevoren werden de timmer
mansleerlingen belast met het verzamelen van
alle afval en resten en droegen dit tezamen
met de „Parot", (de standaard waaraan de
olielampen hingen, die 's winters die werk
plaats verlichten), naar buiten. Deze rommel-
hoopen werden aangestoken, tot groot ver
maak van de toeschouwers die zich verheug
den bij het zien verbranden van de „Parot"
die getuige geweest was van zooveel ver-
moeienden nachtarbeid.
Men begon, de Valenciaan houdt wel van een
grap, op de brandstapels een pop te plaatsen,
een persoon voorstellende, die bij de bevolking
niet veel symphatie genoot. Het zien verdwij
nen van deze figuur tezamen met al de hout-
resten vond zooveel bijval, dat langzamerhand
hetgeen eerst de vernieling van de „Parot"
was geweest, veranderde in een soort volks
rechtspraak en executie, ten opzichte van per
sonen die voor begane wandaden, eigenlijk in
I het openbaar verdienden verbrand te worden.
I Op deze manier werden door dit tribunaal,
politieke aanvoerders, inquisiteurs en zedelooze
personen, verdoemd.
Van de oorspronkelijke bedoeling is nu ech
ter niets meer overgebleven. Tot de twintigste
eeuw werd het feest geheel door het volk ge
organiseerd. Pas in 1901 begon de feestcom
missie der stad er zich voor te interesseeren
en loofde prijzen uit voor de meest artistiek
opgestelde falla. Het gevolg hiervan was dat
het eigenlijke volksproduct plaats maakte
voor een wedstrijd der verschillende wijken om
hun respectievelijke fallas zoo origineel en ar
tistiek mogelijk te maken.
Ik hoop dat dit feest zoo populair zal blijven,
als het is, en stadsbestuur en bevolking er zoo
aan zullen vasthouden als ze nu doen.
De brandweer bijv. stelt zijn ladders en per
soneel beschikbaar voor het oprichten der
monumenten, de politie is nergens anders dan
bij de fallas te bekennen, de trams wachten in
files bij verkeersbelemmeringen, door trans
port der poppen en de enthousiaste menigte
veroorzaakt.
Ik hoop dat dit feest de charme der dwaas
heid zal behouden, waarbij poppen één week
in het jaar, een stad van een half millioen
inwoners, de beslommeringen van het dage
lij ksch leven kunnen doen vergeten.
M. VAN KONIJNENBURG.
1) Beignets van aardappelmeel in olie ge
bakken.
2) Falla be teekent: het vellen van een oor
deel, het falen, ontbreken.
door GUUS BETLEM Jr.
Rr'rrrrt! Rrrrrt!
Inspecteur van Duin nam den hoorn van
het toestel. Hallo, jamet wieO,
juist, met mijnheer Boersma van Villa Hoo-
geduineen inbraak, zegt ujawel
met vijf minuten ben ik bij u
Onmiddellijk spoedde inspecteur van Duin
zich naar" het bewuste huis, waar hij aan
belde en hem werd opengedaan door jong,
eenvoudig dienstmeisje, dat den inspecteur
onmiddellijk in de kamer van den heer
Boersma liet Tot zijn verwondering echter
vond hij hier twee heeren.
Wie van de heerenbegon van Duin,
maar reeds trad één van hen hem tegemoet
en stelde zich voor als Boersma.
Mag ik u meteen even in kennis bren
gen met mijn zwager. Heringainspecteur
van Duin en na deze korte voorstelling
vervolgde Boersma, ter verduidelijking:
m'n zwager logeert een tiental dagen bij ons.
Hij is onlangs uit Indië overgekomen, en
aangezien hij u van deze heele zaak meer
kan vertellen dan ik, achtte het beter, dat hij
mede aanwezig was.
Natuurlijk, natuurlijk, antwoordde van
Duin, maar misschien wilt u mij dan nu
even de feiten meedeelen, voor zoover die
bekend zijn, mijnheer Heringa.
Och. sprak deze met een aangename,
warme stem. mijn zwager is beter met de
toestanden hier op de hoogte dan ik en is
een veel vlotter prater, dus misschien wil
hij die taak even van me overnemenik
heb hem vanochtend aan het ontbijt reeds
alles verteld, en vind het niet zoo prettig dat
nog eens te moeten herhalen.
O, maar natuurlijk. Henri, antwoordde
hier Boersma, en vervolgde dan, zich tot
den inspecteur wendend: Kijkt u eens,
de feiten zijn als volgt: Het zal ongeveer
middernacht geweest zijn, toen mijn vrouw,
m'n zwager en ik naar onze kamers gingen.
U moet weten, mijn zwager logeert momen
teel alléén bij ons. daar zijn vrouw in Indië
vertoeft en hij slechts voor zaken eenigen
tijd in Holland is. Derhalve is er steeds veel
te bepraten, vooral omdat m'n zwager over
dag nogal bezet is. en zoodoende wordt het
dan wel eens laat 's avonds. Enfin ook gis
teren dus. Nu slapen wij aan den achter
kant van het huis. Heringa op de logeer
kamer. dat is voor. Om 'n uur of drie. niet
waar Henri? hoorde hij plotseling gerucht
beneden. Nu zijn Indische menschen wel
eens meer van deze sluippartijen in den
nacht gewo'on. dus Henri, pardon m'n zwa
ger. springt z'n bed uit en gaat zachtjes
naar beneden, om te zien. wat er aan de
hand is. Meteen, dat hij de deur van de voor
kamer opendoet, ziet hij een man, met een
zak op z'n rug uit het raam verdwijnen en
over het grint het hazenpad kiezen.
En u zelf hebt hiervan niets gehoord?
onderbrak hier de inspecteur.
Nee. zooals gezegd, wij slapen achter
en ook' de dienstbode. Er is naar mijn idee
niets geheimzinnigs aan dit geval. Eenvoudig
een doodgewone inbraak, anders niet! Maar,
laat ik verder gaan. M'n zwager heeft ge
tracht den vent nog te achtervolgen, maar
vruchteloos. Hij verdween in het bosch hier
vlak achter, en daar is het voor een vreemde
bijna hopeloos zoeken.
En wat is er gestolen?
Plannen van den negu» staan
nog niet vast.
De keizer wacht de Geneefsche beraad
slagingen af.
JERUZALEM. 11 Mei (Reuter-A.N.P.)
Heroey, de Abessynische minister van bui-
benlandsche zaken, heeft verklaard, dat de
negus nog geen enkel plan heeft gevormd
om een reis naar Europa te maken, aange
zien hij eerst wil afwachten wat te Genêve
zal worden besloten.
Hij voegde hieraan toe. dat de keizer zeer
vermoeid en teneergeslagen is. Des mid
dags heeft de negus met de Abessynische ge
zanten te Londen en Parijs getelefoneerd.
BEKEND MEDEWERKER VAN GANDHI
OVERLEDEN.
Een Reuterbericht uit New Delhi meldt het
overlijden van dr. Mukhtar Ahmed Ansari, een
vriend en medewerker van Gandhi. Mukhtar
Ahmed Ansari werd in 1880 geboren.
Hij heeft een werkzaam aandeel gehad bij
de agitatie in 1917 en 1918 en een belangrijke
rol gespeeld bij de campagne voor burgerlijke
ongehoorzaamheid.
JOODSCHE GRAFTOMBE ONTDEKT.
Een zeer goed bewaard gebleven graftombe,
welke door een aanzienlijke joodsche familie
in de eerste eeuwen der joodsche jaartelling-
is gebruikt, is zoo juist door oudheidkundigen
blootgelegd in het noordwestelijk deel van de
vlakte van Esdraelon.
De muren waren beschilderd met afbeeldin
gen van joodsche symbolen. Men hoopt, dat
deze ontdekking eenig licht zal geven over het
leven der joden uit dien tijd, te meer daar men
veronderstelt, dat dit mausoleum door een
vooraanstaande stam van Israel is gebruikt.
Een andere groep uit de „fallas", waarvan
slechts één beeld niet wordt verbrand na
afloop der feesten.
Het beste, wat we hebben. Al het zilver
om te beginnen, eenige waardevolle Chinee-
zen vazen, wat gouden sieraden, een origi
neel en prachtig schilderijtjegewoon
van den muur genomen nota beneen
verder wat los geld. dat in mijn schrijftafel
lagongeveer een honderd of drie.
De inbreker is dus in elk geval een
kenner, dat staat vast, sprak de inspecteur
terwijl hij eenige notities maakte.
Mag ik even de kamer onderzoeken?
informeerde hij na een oogenblik.
Maar, natuurlijk, U bent volkomen vrij
om te doen wat u goed dunkt, was het vrien
delijke antwoord.
Geen sporen natuurlijk, vervolgde na
een ernstig onderzoek de inspecteur niets!
Enfin, welke moderne inbreker trouwens
laat nu nog sporen achter in dezen tijd, niet
waar? Mijne heeren, ik hoop u spoedig meer
te kunnen berichten, maar voorloopig lijkt
de zaak mij nogal duister
Wel Reggie, vroeg Inspecteur van Duin
eenige dagen later aan zijn particuliere se
cretaresse. die op zijn vraag van haar schrijf
werk opkeek wat denk jij van die in
braak op villa Hoogeduin?
Nou, ik zou zeggen, een doodgewone in
braak inspecteur!
Wel, Reggie, ik zou zeggen, dan zit je
d'r doodgewoon naast! Want 't is in den
dood niet doodgewoon! We hebben het bosch
afgezocht, geen enkel spoor! We hebben de
kamers doorzocht, geen spoor! Natuurlijk ik
weet het wel. iedere inbreker tegenwoordig
is een vakman, zeker, maareenig spoor
moet er toch altijd zijn, endat is er ook
Reggie, dat is er ook.... en inspecteur van
Duin wreef zich vergenoegd in de handen.
Dus u hebt een vermoeden? vroeg Reg
gie met vrouwelijke nieuwsgierigheid
Een vermoeden spreekt men nooit uit,
Reggie en zeker niet, als men bij de politie
is!
Dat dienstmeisje is pas twee weken in
dienst van mijnheer Boersma, nietwaar?
vischte de secretaresse handig.
Volkomen, juist, kind, dat hebben de
rapporten tenminste uitgewezen. Een meisje
uit een goed. beschaafd milieu, dat door de
tijdsomstandigheden sterk achteruit gegaan
is. Twee broers van twintig en drie-pn-twin
tig, vader overleden. De eene broer oppas
send, de andere niet! Reeds tweemaal met
de politie in aanraking geweest wegens klei
ne vergrijpen. Ziedaar alles.
En bent u al bij dien broer geweest?
Ja, Reggie. En nu zal ik je iets vertellen,
wat je nog niet weet! Die broeris ge
signaleerd, 's nachts om half drie, met een
zak onder zijn arm. Een leege zak, Reggie!
In de buurt van het bosch vlak achter het
huis van Boersma.
Dat leidt natuurlijk tot een arrestatie?
Dat heeft er al toe geleid, Reggie!
Reggie sprong op! Dus, hij is al geknipt?
Nou, wat zit u mij dan nog te plagen. Dan
is de zaak toch afgeloopen! Kan ik het dos
sier Boersma dus al afleggen?
Ik zou er nog even mee wachten. Ik
ben buitengewoon verlangend naar een tele
gram
Een telegram? Wat een onzin! U zoekt
nou ook letterlijk overal wat achter. Mij
dunkt, 't zoo klaar als een klontje. De man
is geknipt, heeft misschien zelfs al bekend
(Boersma schudde van neen), enfin.... dan
zal het in elk geval niet lang duren. Er is
dus niets meer uit te zoeken. Nee, heusch,
GeKeel Wafdistisch Kabinet
in Egypte gevormd.
Uit Kaïro wordt vernomen dat nadat Vrij
dag de regentschapsraad is benoemd, Zaterdag
minister-president AU Maher Pasja het ont
slag van de regeering heeft aangeboden.
Nahas Pasja, de leider van de Wafd. welke
de meerderheid in het parlement behaalde,
werd naai- Reuter meldt thans belast
met de vorming van een nieuwe regeering.
Hij heeft een geheel Wafdistisch kabinet
gevormd. Nahas Pasja neemt zelf de porte
feuilles van minister-president, minister van
hygiëne en binnenlandsche zaken. Minister
van financiën wordt Makrame Beid, buiten-
landsche zaken Wasyf Pasja Ghali. oorlogs
marine Lewa Ali Pasja Fahmy, justitie Mah-
moed Bey en handel Abd Ei Salam Gomaa.
Ernstige vergiftigingsgevallen
in Poerworedjo.
22 bewoners van verschillende dessa's
overleden.
KOETOARDJO. 11 Mei (Aneta kerndienst)
In het regentschap Poerworedjo zijn kort
geleden nieuwe gevallen van vergiftiging voor
gekomen tengevolge van het eten van tempe
bongkvek (inlandsche lekkernij). In totaal
zijn 22 personen in diverse dessa's overle
den. terwijl tientallen personen ziek zijn.
Het geneeskundig laboratorium stelde, in
samenwerking met het bestuur, dat zeer actief
het nooöige materiaal aan het laboratorium
opzond, een uitgebreid onderzoek in. De be
volking is geadiveerd om geen tempe meer te
eten.
DROUILLET NA ZIJN TERUGKEER IN
FRANKRIJK GEARRESTEERD.
Uit Villacoublay, 9 Mei Onmiddellijk na
zijn aankomst is Droillet gearresteerd, op last
van het parket van Versailles, wegens „het
ontvreemden van een voorwerp, dat met beslag
was belegd". Na de gebruikelijke formaliteiten
werd Drouillet ter beschikking van den rech
ter van instructie Grenier gesteld, die zal be
slissen of hij in arrest zal worden gehouden.
(Reuter).
BELANGRIJKE ARCHEOLOGISCHE
ONTDEKKINGEN.
Te Rome is bij een opgraving een fraai be
werkte sarcophaag ontdekt uit het tijdperk
van Marcus Aurelius.
Te Ostia heeft men in de nabijheid van de
Autostrada overblijfselen van een badinrich
ting uit de 2e eeuw gevonden met bijna intact
gebleven beeldhouwwerken.
Eveneens ontdekte men bij deze opgravin
gen een beeldje uit Grieksch marmer, de godin
Hygiea vooi'stellende, met de slang, uit de le
helft der le eeuw van het keizerrijk.
FAMILIE WEL EN WEE
De Times meldt uit Bagdad, dat senator Noor
Yasri op tachtigjarigen leeftijd is overleden.
Hij was verscheidene malen gehuwd geweest
en vader van 22 zoons en 25 dochters. Ook met
stoffelijke goederen was Noor Yasri rijk be
deeld en de verdeeling ervan heeft aanleiding
gegeven tot ongeregeldheden bij zijn begra
fenis.
Vele zoons, bloedverwanten en vrienden ver
zamelden zich in het sterfhuis, waar een ge
schil ontstond over het testament. Men raak
te slaags, waarbij gebruik werd gemaakt van
messen en vervolgens ook van vuurwapenen.
Zeven personen werden in den slag gedood en
17 gewond. Tot de slachtoffers behooren drie
zoons van Yasri, die tegelijk met hun vader
ter aarde zijn besteld.
Illlllllllllllllllllllllllllllllllll^
u drijft uw speurzin wel wat ver! En met
een hoofdschuddend gebaar zette ze zich
achter de machine.
Wel. wel, lachte'van Duin, mijn wijze
secretaresse
Den volgenden dag kwam het telegram, en
vijf minuten later zat Boersma op het kan
toor van den inspecteur.
En, vroeg hij met een ongeloovig lachje
den dader reeds opgespoord?
Ja. mijnheer Boersma. antwoordde van
Duin rustig. misschien wilt u even luiste
ren, en zich tot zijn secretaresse wendend,
en jij ook Reggie. Je kunt altijd nog wel
wat leeren van zoo'n doodgewone inbraak!
Er is gearresteerd een jongeman, de
broer van uw dienstmeisje, die in den nacht
van den diefstal gesignaleerd is achter uw
huis om half drie met een leegen zak onder
den arm.
Boersma sprong op! Wel allemachtig,
kreet hij. op staanden voet zal ik haar
ontslaan
Wacht u nog even, antwoordde van
Duin rustig, want deze jongeman is de
daderniet! H ijwas daar aanwezig, inder
daad, maar. om te stroopen. wat tusschen
haakjes, natuurlijk ook strafbaar is! Maar..,.
eha propos, mijnheer Boersma, mag ik
u eens een vraag doen? Kende u, voor hij
bij u kwam logeeren, den man van uw zus
ter?
Boersma keek hem aan sprakeloos!
Kennen? Nee.... eh, nee! Zij is in In
dië met hem getrouwd, dus wij kennen hem
nog niet. maar. vervolgde hij wat driftig,
wat heeft dat nu met mijn inbraak te ma
ken?
Meer dan u denkt! Ziet u eens. en in
specteur van Duin overhandigde Boersma
thans een telegram. Ook Reggie keek ge-
intresseerd. Het telegram, lispelde ze.
Juist, het telegram, sprak van Duin.
Wacht, ik zal het u even voorlezen, want u
doet wat zenuwachtig. Luister: Ben met
eehtgenoote te Weltevreden, Heringa!
Sprakeloos staarde Boersma den inspec
teur aan. Dusstamelde hij, dus
Dus hebt u gastvrijheid verleend aan
een minder gunstig bekend staand sujet,
welke wellicht eenige gelijkenis vertoont met
uw werkelijken zwager, welke laatste, zooals
ons uit het telegram blijkt, rustig in Indië
zit en van den prins geen kwaad weet. In-
tusschen hebben wij ons, bij ontvangst van
dit telegram reeds verzekerd van dit heer
schap. dat wil zeggen dan natuurlijk, uw
pseudo-zwager, welke inderdaad vandaag
weer voor zaken te Amsterdam vertoefde.
Maar.... dat is ongeloofelijk, meende
thans Reggie zachtjes te moeten opmerken.
Hoe bent- u daar in 's hemelsnaam achter
gekomen? Alles duidde toch op een doodge
wone inbraak!
Alles ja, antwoordde de inspecteur,
op een kleinigheid na. Je weet, iedere mis
dadiger vergeet wat, dat is een vaststaand
feit. Als je dat nu maar begint op te snor-
■ren, heb je de rest betrekkelijk guw.
En dat was? vroeg ook Boersma thans
met ongeveinsde belangstelling.
Dat hij u de zaakaan het ontbijt
pas vertelde! Want werkelijk, een groote
partij zilver, goud, een schilderstuk van groo
te waarde en driehonderd gulden, is wel de
moeite waard een familie in den nacht even
wakker te maken Zelfs voor een Indisch
man.
Je kunt intusschen het dossier Boersma nu
opleggen, Reggie!
DINSDAG 12 MEI 1936
Dr. Belmonte in ons land terug
Het relaas van zijn endervindingen jn
Abessynië.
's-GRAVENHAGE, 11 Mei, - Dr. Belmonte
de Amsterdamsche chirurg, die deel heeft uit!
gemaakt van de Nederlandsche ambulance in
Ethiopië, is hedenochtend met den nachttrein
uit Parijs in ons land teruggekeerd.
Dr. Belmonte heeft op eigen gelegenheid
de terugreis gemaakt. Hij was eenige da^n
voor de anderen in Dzjiboeti en moest toen
eenige dagen op een boot wachten.
Een redacteur van het Algemeen Neder-
landscli Persbureau heeft in den trein met
dr. Belmonte een gesprek gehad over zijn lot-
gevallen in Ethiopië.
„Ik ben blij, dat ik er uit ben", waren de
eerste woorden van dr. Belmonte.
Dr. Belmonte gaf een vrij uitvoerig relaas
van de lotgevallen der Nederlandsche ambu
lance in den laatsten tijd. Onze lezers zullen
verschillende feiten reeds weten uit de rap.
porten van dr. Winckel en uit de nieuwsberic'n-
ten.
Nog niet bekend is echter hoe de ambulan
ce het laatste gedeelte van den weg tusschen
Dessie en Addis Abeba heeft moeten afleggen
Op ongeveer 100 kilometer ten noorden van
Addis Abeba moest een gedeelte van de am-
bulance achterblijven. Er zou echter spoedig
hulp komen uit Addis Abeba, doch juist in
dien tijd brak de opstand uit en barstte een
ware hel los. Achter het eerste gedeelte der
terugtrekkende ambulance werden alle wegen
vernield en opgeblazen door het muitende
Abessynische leger. En een aantal van onze
menschen zaten daar achter.
Toen ben ik, zoo vervolgde dr. Belmonte,
naar een der hoogste regeeringspersonen in
Addis Abeba gegaan en deze heeft toen maat
regelen getroffen, dat de achtergebleven leden
onzer ambulance langs een klein en onbekend
weggetje zijn geleid, om het terrein waar de
opstand woedde heen en op deze manier veilig
in Addis Abeba zijn aangekomen. Deze tocht
duurde twee dagen.
Op het laatste oogenblik uit Dessie
Wij moesten weg uit Dessie, men zal zich
in Holland wel eens afgevraagd hebben, waar
om het Roode Kruis niet rustig in Dessie is
gebleven en zijn diensten aan de Italianen
heeft aangeboden. Dit was echter onmogelijk.
Op het allerlaatste oogenblik zijn wij uit Des
sie weggegaan. Waren wij eenige uren langer
gebleven, dan zou de geheele ambulance uit
gemoord zijn door de muitende Abessyniërs.
Niemand was er dan levend afgekomen.
De kogels floten om onze ooren en zelf heb
ik mijn leven aan een toeval te danken.
Onze laatste avond in Dessie is de meest
dramatische in mijn leven geweest.
Ik was in het Amerikaansche hospitaal, een
half uur van het onze verwijderd. Ook daar
was men bezig het ambulancewerk te liqui
deeren om zich terug te trekken. De auto,
waarmede men zou vertrekken, had echter
niet voldoende benzine meer. Ik bood onmid
dellijk aan bervzine uit ons kamp te geven.'
Van mijn kant had ik dan het voordeel dat de
auto mij tegelijk naar ons basishospitaal zou
brengen.
De duisternis was gevallen en het rooven
en plunderen der Abessynische muiters was in
vollen gang.
De inlandsche chauffeur durfde niet naar
het Nederlandsche hospitaal te rijden. Wij
hebben hem toen uit de auto verwijderd en
een Europeaan heeft zijn plaats ingenomen.
Ik zat naast den chauffeur met mijn revolver
in de hand.
Op de vrachtauto hadden wij een machine
geweer opgesteld en op deze wijze zijn wij
door een regen vankogel naar ons kamp ge
reden.
Dat niemand onzer gewond of gedood is, be
grijp ik nog niet.
De tocht zelf was ellendig; er heerschte een
paniek. Overal zagen wij vechtende en moor
dende Abessyniërs, menschen, die zich in wan
hoop voor de auto's wierpen, die in ravijnen
sprongen. Het was of alle booze machten der
hel in dit land losgebarsten waren.
De kroonprins heeft ons goed behandeld.
Hij heeft mij een dag tevoren gewaarschuwd
en gezegd dat het niet goed zou afloopen en
dat het beter was heen te gaan. Maar zijn in
geving misleidde ons in de hoogste mate.
Enkele minuten voor bovenbedoeld gesprek
met den kroonprins verzekerde zijn secretaris
ons echter dat er niets aan de hand was, en
eenige uren na bovenbedoelde kroonprinselijke
waarschuwing werd door de Abessynische re
geering medegedeeld, dat er geen gevaar dreig
de.
De misleiding, waaraan wij blootgesteld wa
ren van de zijde van de hoogste regeerings
personen is een bron van veel ergernis en
veel ellende geweest.
Maar wat wil men, zoo vervolgde dr. Bel
monte, de Abessyniërs zijn in den grond een
lafhartig en leugenachtig volk. Zij zijn ka
rakterloos en hebben geen gevoel voor orde en
tucht Daarbij is op enkele hooge uitzonde
ringen na iedereen analphabeet en van
een verbluffende onkunde tegenover techni
sche zaken.
Het land leeft nog volkomen in de middel
eeuwen, zoowel wat techniek en bestuur als
wat hygiëne betreft.
Een Röntgen-apparaat, een orthopaedie-
tafel als de Nederlandsche ambulance bezat,
was er in geheel Ethiopië niet.
De communicatie is ongelooflijk slecht, de
watervoorziening is allertreurigst.
Ik heb het, de omstandigheden in aanmer
king genomen, vrij goed gehad. In het basis
hospitaal leefden wij heel behoorlijk. Alleen
de vliegtuigen brachten de menschen in een
paniekstemming.
Den laatsten dag in Dessie moesten wij met
de revolver in de hand de orde op zaal hand
haven.
Later bleek, dat de Italianen onze ambulan
ce zeer goed konden onderscheiden en deze
ook spaarden. Maar stel u voor, een operatie
en dan een bombardementsvliegtuig over de
tent, op ongeveer 80 meter hoogte.
Ondanks alle misère hebben wij toch nog
wetenschappelijk werk kunnen doen.
Alles verloren
Van de uitrusting onzer ambulance, waar
wij zoo trotsch op waren, is bijna niets gered.
Alleen de administratie en het portret dat de
prinses ons heeft geschonken.
Wat er van het overige terecht zal komen,
weten wij niet. Wij zullen echter maar niet op
veel rekenen.
„Het ging er rauw toe", zoo besloot dr. Bel
monte zijn relaas. „Maar ik had het toch niet
willen missen".
ELECTRISCHE TREIN LEGT 1007 K.M. AF.
Met zelfden motorwagen
De Zweedsche Staatsspoorwegen houden
thans het wereldrecord voor den elec.trischen
trein, die zonder dat van motorwagen is ge
wisseld, den grootsten afstand heeft afge
legd.
Een electrische trein van 560 ton is van
Malmö (Zuid Zweden) naar Ange (in het
Noorden), een afstand van 1007 K.M. met den
zelfden motorwagen gereden in den tijd van
's morgens 6 tot 's avonds tien uur.
Het oude record stond op naam van een
Amerikaansche maatschappij, waarvan een
trein met denzelfden motorwagen 710 K.M-
had afgelegd. Deskundigen hebben het resul
taat met groote nauwlettendheid bestudeer»