Een stad speelt Een doodgewone Inbraak Op 16 Maart worden in Valencia de Falies tevoorschijn gebracht. Valencia ruikt naar „Dunuelos" 1), Valencia Is in een opgewonden feeststemming en slaapt deze week niet meer, want Valencia viert zijn „Fallas" 2). Ik ben den lezer een zakelijke verklaring schuldig. Ik moet vertellen wat deze week voor den Valencianer beduidt; wat hem heele- maal in beslag neemt, en waarop hij trotsch is. Lilliputters schijnen de menschen bij de bur leske „fallas", die in de straten van Valencia worden opgesteld. Vreemd, dat dit evenement, dat zooveel ar beid en spanning van weken en veel geld- en energieverkwisting met zich meebrengt, zoo weinig in andere landen bekend is. Ieder klein kind in Valencia kent het, en ieder oud mannetje en vrouwtje wordt er nog door uit de schommelstoel gelokt. Van deze gebeurtenis zal ik U nu vertellen, hoewel het voor een Noorderling moeilijk zal zijn de sfeer van een Spaansche stad in feeststemming aan te voelen. De „Fallas" zijn groepbeelden van hout, papier-maché, was. verf en stof gemaakt, reuzen stellages waaraan de pronkerige Valen- ciaan zijn barokke hart ophaalt, en die af schuwelijk Valencia opeens slechts grotesk maken. Deze fallas worden op de voornaamste plei nen en straten opgesteld. Ze hebben meestal folkloristische beteekenis. met hier en daar een politieke toespeling of zijn burlesken op den modernen tijd. Ze bestaan uit een groote mid denfiguur of bouwwerk waarvan de hoogte va rieert, geplaatst op voetstukken, coulissen en zuilen en waaromheen beelden zich groepen van levensgroote figuren (ninots) die allen eigen individualiteit hebben. Vijftien meter en hoo- ger zijn die monsterbouwwerken, die tooneelen met levenlooze acteurs. De figuren worden in verschillende werk plaatsen reeds maanden tevoren langzamer hand geconstrueerd, gegoten, geplakt, genaaid en aangekleed. En dan komt de groote avond van den zestienden Maart, waarop de verschil lende deelen met wagens naar de tevoren met zand bestrooide pleinen der barrios vervoerd worden. Dan schijnen de menschen plots Lilliputters die Gulliver voortsleepen. Men- schendwergen tegenover reuzen, eigengemaak te reuzen, waar ze een buitengewonen eerbied voor aan den dag leggen. Zoolang ze daar staan, toch binnen ieders bereik, zal niemand, zelfs niet de ondeugendste kwajongen, er iets aan bederven of zelfs maar een flauwe mop mee uithalen. En dan plotseling, nadat ze een paar dagen in volle giorie gepronkt hebben temidden der algemeene belangstelling, worden ze den ne gentienden Maart op den dag van San Jozé (Sint Jozef), verbrand, meedoogenloos ver brand. Dit alles schijnt een symbool van het leven. Ze worden geboren, bestaan eenigen tijd en moeten sterven, om weer plaats te maken voor andere: uit den dood komt immers het leven voort! Neen. er is een verschil, een voor recht! ieder jaar wordt uit alle figuren van de gezamenlijke fallas, er één gekozen die mag blijven bestaan. Ieder jaar gaat één figuur naar een daarvoor bestemd museum. Iedere generatie heeft één eeuwig overlevende. De week voordat de fallas worden opgesteld, worden de beste figuren ter bezichtiging, in een groot onderaardsch lokaal, dat naar een geitenstal ruikt, langs de muren gerangschikt. Negentig figuren, negentig fallas. Bij algemeene stemming wordt aan het beste beeld een prijs toegekend. Als een lang zaam voortschuivende file gaan de bezoekers langs de tentoongestelde groepen, bewonde rend en critiseerend en heel zelden even schuw betastend een stof of bijzonder goed bewerkt detail. Eenigen diepen zin heb ik bij de fallas niet gevonden; geen fijngevóelde spot. Sommige steken den gek met de moderne vrouw; an dere met het hedendaagsche strand- en ge- neugtenieven, straperlo (strauss affaire), en jazz. Dan weer verheerlijken ze het Spaansche leven van stad en land, Spaansche gewoonten en gebruiken, of behandelen toestanden die Europa dit jaar bezig hielden op elk gebied. Negentig fallas, waarvoor het heele jaar door geld wordt gezameld, door de negentig com missies der stadswijken. Iedere wijk heeft zijn muziekcorps, dat tijdens de feestdagen voort durend in de weer is en waarvoor speciale po-1 diums worden opgericht. Ook kiest ieder „bar rio" bij deze gelegenheid zijn schoonheids koningin. die omringd is van hofdames en een belangrijke rol speelt. Uit al deze schoonheden van Valencia wordt de „Fallera" van het jaar gekozen. Voetzoekers en knalbommen, waarvan door de jeugd rijkelijk gebruik wordt gemaakt, hoort men 's morgens om zeven uur reeds knallen en dit gaat den heelen dag door tot in den nacht toe! In de overvolle straten (zelfs de vrouwen komen in dezen tijd te voor schijn), slingeren zich van „plaza" tot „plaza" guirlandes van knalbommen die eenige malen daags aangestoken worden en tot het feest- lawaai bijgedragen, en steeds weer vernieuwd worden. Van een antilawaai-campagne is hier nog geen sprake. Claxons gillen, menschen schreeuwen, voetgangers ontploffen, muziek schettert, doch de fallas trekken er zich niets van aan, de poppen grinniken hun wassen glimlach, star. bewegingloos, temidden van deze wriemelende menschenmassa. Dan komt de laatste avond van hun bestaan; en pas als ze in den vuurgloed verteren, in eenzakken, verschrompelen en zich door de hitte bevangen in bochten wringen, dan wor den ze levend in het aangezicht van den dood, alsof hen. op het suprème moment, één oogen- blik een ziel gegeven wordt, onder het gejuich der toeschouwers. De klok slaat twaalf! Deze zoo vreemde populair-artistieke ma nifestatie heeft natuurlijk een origine en ge schiedenis. Bekend is dat in de vijftiende eeuw het tim- mermansgulde, (el gremio del fusters), die het belangrijkste van alle was, op den dag van „Sant Josep" uitrustte en zijn winterarbeids- avonden, die in September een aanvang na men. Den dag tevoren werden de timmer mansleerlingen belast met het verzamelen van alle afval en resten en droegen dit tezamen met de „Parot", (de standaard waaraan de olielampen hingen, die 's winters die werk plaats verlichten), naar buiten. Deze rommel- hoopen werden aangestoken, tot groot ver maak van de toeschouwers die zich verheug den bij het zien verbranden van de „Parot" die getuige geweest was van zooveel ver- moeienden nachtarbeid. Men begon, de Valenciaan houdt wel van een grap, op de brandstapels een pop te plaatsen, een persoon voorstellende, die bij de bevolking niet veel symphatie genoot. Het zien verdwij nen van deze figuur tezamen met al de hout- resten vond zooveel bijval, dat langzamerhand hetgeen eerst de vernieling van de „Parot" was geweest, veranderde in een soort volks rechtspraak en executie, ten opzichte van per sonen die voor begane wandaden, eigenlijk in I het openbaar verdienden verbrand te worden. I Op deze manier werden door dit tribunaal, politieke aanvoerders, inquisiteurs en zedelooze personen, verdoemd. Van de oorspronkelijke bedoeling is nu ech ter niets meer overgebleven. Tot de twintigste eeuw werd het feest geheel door het volk ge organiseerd. Pas in 1901 begon de feestcom missie der stad er zich voor te interesseeren en loofde prijzen uit voor de meest artistiek opgestelde falla. Het gevolg hiervan was dat het eigenlijke volksproduct plaats maakte voor een wedstrijd der verschillende wijken om hun respectievelijke fallas zoo origineel en ar tistiek mogelijk te maken. Ik hoop dat dit feest zoo populair zal blijven, als het is, en stadsbestuur en bevolking er zoo aan zullen vasthouden als ze nu doen. De brandweer bijv. stelt zijn ladders en per soneel beschikbaar voor het oprichten der monumenten, de politie is nergens anders dan bij de fallas te bekennen, de trams wachten in files bij verkeersbelemmeringen, door trans port der poppen en de enthousiaste menigte veroorzaakt. Ik hoop dat dit feest de charme der dwaas heid zal behouden, waarbij poppen één week in het jaar, een stad van een half millioen inwoners, de beslommeringen van het dage lij ksch leven kunnen doen vergeten. M. VAN KONIJNENBURG. 1) Beignets van aardappelmeel in olie ge bakken. 2) Falla be teekent: het vellen van een oor deel, het falen, ontbreken. door GUUS BETLEM Jr. Rr'rrrrt! Rrrrrt! Inspecteur van Duin nam den hoorn van het toestel. Hallo, jamet wieO, juist, met mijnheer Boersma van Villa Hoo- geduineen inbraak, zegt ujawel met vijf minuten ben ik bij u Onmiddellijk spoedde inspecteur van Duin zich naar" het bewuste huis, waar hij aan belde en hem werd opengedaan door jong, eenvoudig dienstmeisje, dat den inspecteur onmiddellijk in de kamer van den heer Boersma liet Tot zijn verwondering echter vond hij hier twee heeren. Wie van de heerenbegon van Duin, maar reeds trad één van hen hem tegemoet en stelde zich voor als Boersma. Mag ik u meteen even in kennis bren gen met mijn zwager. Heringainspecteur van Duin en na deze korte voorstelling vervolgde Boersma, ter verduidelijking: m'n zwager logeert een tiental dagen bij ons. Hij is onlangs uit Indië overgekomen, en aangezien hij u van deze heele zaak meer kan vertellen dan ik, achtte het beter, dat hij mede aanwezig was. Natuurlijk, natuurlijk, antwoordde van Duin, maar misschien wilt u mij dan nu even de feiten meedeelen, voor zoover die bekend zijn, mijnheer Heringa. Och. sprak deze met een aangename, warme stem. mijn zwager is beter met de toestanden hier op de hoogte dan ik en is een veel vlotter prater, dus misschien wil hij die taak even van me overnemenik heb hem vanochtend aan het ontbijt reeds alles verteld, en vind het niet zoo prettig dat nog eens te moeten herhalen. O, maar natuurlijk. Henri, antwoordde hier Boersma, en vervolgde dan, zich tot den inspecteur wendend: Kijkt u eens, de feiten zijn als volgt: Het zal ongeveer middernacht geweest zijn, toen mijn vrouw, m'n zwager en ik naar onze kamers gingen. U moet weten, mijn zwager logeert momen teel alléén bij ons. daar zijn vrouw in Indië vertoeft en hij slechts voor zaken eenigen tijd in Holland is. Derhalve is er steeds veel te bepraten, vooral omdat m'n zwager over dag nogal bezet is. en zoodoende wordt het dan wel eens laat 's avonds. Enfin ook gis teren dus. Nu slapen wij aan den achter kant van het huis. Heringa op de logeer kamer. dat is voor. Om 'n uur of drie. niet waar Henri? hoorde hij plotseling gerucht beneden. Nu zijn Indische menschen wel eens meer van deze sluippartijen in den nacht gewo'on. dus Henri, pardon m'n zwa ger. springt z'n bed uit en gaat zachtjes naar beneden, om te zien. wat er aan de hand is. Meteen, dat hij de deur van de voor kamer opendoet, ziet hij een man, met een zak op z'n rug uit het raam verdwijnen en over het grint het hazenpad kiezen. En u zelf hebt hiervan niets gehoord? onderbrak hier de inspecteur. Nee. zooals gezegd, wij slapen achter en ook' de dienstbode. Er is naar mijn idee niets geheimzinnigs aan dit geval. Eenvoudig een doodgewone inbraak, anders niet! Maar, laat ik verder gaan. M'n zwager heeft ge tracht den vent nog te achtervolgen, maar vruchteloos. Hij verdween in het bosch hier vlak achter, en daar is het voor een vreemde bijna hopeloos zoeken. En wat is er gestolen? Plannen van den negu» staan nog niet vast. De keizer wacht de Geneefsche beraad slagingen af. JERUZALEM. 11 Mei (Reuter-A.N.P.) Heroey, de Abessynische minister van bui- benlandsche zaken, heeft verklaard, dat de negus nog geen enkel plan heeft gevormd om een reis naar Europa te maken, aange zien hij eerst wil afwachten wat te Genêve zal worden besloten. Hij voegde hieraan toe. dat de keizer zeer vermoeid en teneergeslagen is. Des mid dags heeft de negus met de Abessynische ge zanten te Londen en Parijs getelefoneerd. BEKEND MEDEWERKER VAN GANDHI OVERLEDEN. Een Reuterbericht uit New Delhi meldt het overlijden van dr. Mukhtar Ahmed Ansari, een vriend en medewerker van Gandhi. Mukhtar Ahmed Ansari werd in 1880 geboren. Hij heeft een werkzaam aandeel gehad bij de agitatie in 1917 en 1918 en een belangrijke rol gespeeld bij de campagne voor burgerlijke ongehoorzaamheid. JOODSCHE GRAFTOMBE ONTDEKT. Een zeer goed bewaard gebleven graftombe, welke door een aanzienlijke joodsche familie in de eerste eeuwen der joodsche jaartelling- is gebruikt, is zoo juist door oudheidkundigen blootgelegd in het noordwestelijk deel van de vlakte van Esdraelon. De muren waren beschilderd met afbeeldin gen van joodsche symbolen. Men hoopt, dat deze ontdekking eenig licht zal geven over het leven der joden uit dien tijd, te meer daar men veronderstelt, dat dit mausoleum door een vooraanstaande stam van Israel is gebruikt. Een andere groep uit de „fallas", waarvan slechts één beeld niet wordt verbrand na afloop der feesten. Het beste, wat we hebben. Al het zilver om te beginnen, eenige waardevolle Chinee- zen vazen, wat gouden sieraden, een origi neel en prachtig schilderijtjegewoon van den muur genomen nota beneen verder wat los geld. dat in mijn schrijftafel lagongeveer een honderd of drie. De inbreker is dus in elk geval een kenner, dat staat vast, sprak de inspecteur terwijl hij eenige notities maakte. Mag ik even de kamer onderzoeken? informeerde hij na een oogenblik. Maar, natuurlijk, U bent volkomen vrij om te doen wat u goed dunkt, was het vrien delijke antwoord. Geen sporen natuurlijk, vervolgde na een ernstig onderzoek de inspecteur niets! Enfin, welke moderne inbreker trouwens laat nu nog sporen achter in dezen tijd, niet waar? Mijne heeren, ik hoop u spoedig meer te kunnen berichten, maar voorloopig lijkt de zaak mij nogal duister Wel Reggie, vroeg Inspecteur van Duin eenige dagen later aan zijn particuliere se cretaresse. die op zijn vraag van haar schrijf werk opkeek wat denk jij van die in braak op villa Hoogeduin? Nou, ik zou zeggen, een doodgewone in braak inspecteur! Wel, Reggie, ik zou zeggen, dan zit je d'r doodgewoon naast! Want 't is in den dood niet doodgewoon! We hebben het bosch afgezocht, geen enkel spoor! We hebben de kamers doorzocht, geen spoor! Natuurlijk ik weet het wel. iedere inbreker tegenwoordig is een vakman, zeker, maareenig spoor moet er toch altijd zijn, endat is er ook Reggie, dat is er ook.... en inspecteur van Duin wreef zich vergenoegd in de handen. Dus u hebt een vermoeden? vroeg Reg gie met vrouwelijke nieuwsgierigheid Een vermoeden spreekt men nooit uit, Reggie en zeker niet, als men bij de politie is! Dat dienstmeisje is pas twee weken in dienst van mijnheer Boersma, nietwaar? vischte de secretaresse handig. Volkomen, juist, kind, dat hebben de rapporten tenminste uitgewezen. Een meisje uit een goed. beschaafd milieu, dat door de tijdsomstandigheden sterk achteruit gegaan is. Twee broers van twintig en drie-pn-twin tig, vader overleden. De eene broer oppas send, de andere niet! Reeds tweemaal met de politie in aanraking geweest wegens klei ne vergrijpen. Ziedaar alles. En bent u al bij dien broer geweest? Ja, Reggie. En nu zal ik je iets vertellen, wat je nog niet weet! Die broeris ge signaleerd, 's nachts om half drie, met een zak onder zijn arm. Een leege zak, Reggie! In de buurt van het bosch vlak achter het huis van Boersma. Dat leidt natuurlijk tot een arrestatie? Dat heeft er al toe geleid, Reggie! Reggie sprong op! Dus, hij is al geknipt? Nou, wat zit u mij dan nog te plagen. Dan is de zaak toch afgeloopen! Kan ik het dos sier Boersma dus al afleggen? Ik zou er nog even mee wachten. Ik ben buitengewoon verlangend naar een tele gram Een telegram? Wat een onzin! U zoekt nou ook letterlijk overal wat achter. Mij dunkt, 't zoo klaar als een klontje. De man is geknipt, heeft misschien zelfs al bekend (Boersma schudde van neen), enfin.... dan zal het in elk geval niet lang duren. Er is dus niets meer uit te zoeken. Nee, heusch, GeKeel Wafdistisch Kabinet in Egypte gevormd. Uit Kaïro wordt vernomen dat nadat Vrij dag de regentschapsraad is benoemd, Zaterdag minister-president AU Maher Pasja het ont slag van de regeering heeft aangeboden. Nahas Pasja, de leider van de Wafd. welke de meerderheid in het parlement behaalde, werd naai- Reuter meldt thans belast met de vorming van een nieuwe regeering. Hij heeft een geheel Wafdistisch kabinet gevormd. Nahas Pasja neemt zelf de porte feuilles van minister-president, minister van hygiëne en binnenlandsche zaken. Minister van financiën wordt Makrame Beid, buiten- landsche zaken Wasyf Pasja Ghali. oorlogs marine Lewa Ali Pasja Fahmy, justitie Mah- moed Bey en handel Abd Ei Salam Gomaa. Ernstige vergiftigingsgevallen in Poerworedjo. 22 bewoners van verschillende dessa's overleden. KOETOARDJO. 11 Mei (Aneta kerndienst) In het regentschap Poerworedjo zijn kort geleden nieuwe gevallen van vergiftiging voor gekomen tengevolge van het eten van tempe bongkvek (inlandsche lekkernij). In totaal zijn 22 personen in diverse dessa's overle den. terwijl tientallen personen ziek zijn. Het geneeskundig laboratorium stelde, in samenwerking met het bestuur, dat zeer actief het nooöige materiaal aan het laboratorium opzond, een uitgebreid onderzoek in. De be volking is geadiveerd om geen tempe meer te eten. DROUILLET NA ZIJN TERUGKEER IN FRANKRIJK GEARRESTEERD. Uit Villacoublay, 9 Mei Onmiddellijk na zijn aankomst is Droillet gearresteerd, op last van het parket van Versailles, wegens „het ontvreemden van een voorwerp, dat met beslag was belegd". Na de gebruikelijke formaliteiten werd Drouillet ter beschikking van den rech ter van instructie Grenier gesteld, die zal be slissen of hij in arrest zal worden gehouden. (Reuter). BELANGRIJKE ARCHEOLOGISCHE ONTDEKKINGEN. Te Rome is bij een opgraving een fraai be werkte sarcophaag ontdekt uit het tijdperk van Marcus Aurelius. Te Ostia heeft men in de nabijheid van de Autostrada overblijfselen van een badinrich ting uit de 2e eeuw gevonden met bijna intact gebleven beeldhouwwerken. Eveneens ontdekte men bij deze opgravin gen een beeldje uit Grieksch marmer, de godin Hygiea vooi'stellende, met de slang, uit de le helft der le eeuw van het keizerrijk. FAMILIE WEL EN WEE De Times meldt uit Bagdad, dat senator Noor Yasri op tachtigjarigen leeftijd is overleden. Hij was verscheidene malen gehuwd geweest en vader van 22 zoons en 25 dochters. Ook met stoffelijke goederen was Noor Yasri rijk be deeld en de verdeeling ervan heeft aanleiding gegeven tot ongeregeldheden bij zijn begra fenis. Vele zoons, bloedverwanten en vrienden ver zamelden zich in het sterfhuis, waar een ge schil ontstond over het testament. Men raak te slaags, waarbij gebruik werd gemaakt van messen en vervolgens ook van vuurwapenen. Zeven personen werden in den slag gedood en 17 gewond. Tot de slachtoffers behooren drie zoons van Yasri, die tegelijk met hun vader ter aarde zijn besteld. Illlllllllllllllllllllllllllllllllll^ u drijft uw speurzin wel wat ver! En met een hoofdschuddend gebaar zette ze zich achter de machine. Wel. wel, lachte'van Duin, mijn wijze secretaresse Den volgenden dag kwam het telegram, en vijf minuten later zat Boersma op het kan toor van den inspecteur. En, vroeg hij met een ongeloovig lachje den dader reeds opgespoord? Ja. mijnheer Boersma. antwoordde van Duin rustig. misschien wilt u even luiste ren, en zich tot zijn secretaresse wendend, en jij ook Reggie. Je kunt altijd nog wel wat leeren van zoo'n doodgewone inbraak! Er is gearresteerd een jongeman, de broer van uw dienstmeisje, die in den nacht van den diefstal gesignaleerd is achter uw huis om half drie met een leegen zak onder den arm. Boersma sprong op! Wel allemachtig, kreet hij. op staanden voet zal ik haar ontslaan Wacht u nog even, antwoordde van Duin rustig, want deze jongeman is de daderniet! H ijwas daar aanwezig, inder daad, maar. om te stroopen. wat tusschen haakjes, natuurlijk ook strafbaar is! Maar..,. eha propos, mijnheer Boersma, mag ik u eens een vraag doen? Kende u, voor hij bij u kwam logeeren, den man van uw zus ter? Boersma keek hem aan sprakeloos! Kennen? Nee.... eh, nee! Zij is in In dië met hem getrouwd, dus wij kennen hem nog niet. maar. vervolgde hij wat driftig, wat heeft dat nu met mijn inbraak te ma ken? Meer dan u denkt! Ziet u eens. en in specteur van Duin overhandigde Boersma thans een telegram. Ook Reggie keek ge- intresseerd. Het telegram, lispelde ze. Juist, het telegram, sprak van Duin. Wacht, ik zal het u even voorlezen, want u doet wat zenuwachtig. Luister: Ben met eehtgenoote te Weltevreden, Heringa! Sprakeloos staarde Boersma den inspec teur aan. Dusstamelde hij, dus Dus hebt u gastvrijheid verleend aan een minder gunstig bekend staand sujet, welke wellicht eenige gelijkenis vertoont met uw werkelijken zwager, welke laatste, zooals ons uit het telegram blijkt, rustig in Indië zit en van den prins geen kwaad weet. In- tusschen hebben wij ons, bij ontvangst van dit telegram reeds verzekerd van dit heer schap. dat wil zeggen dan natuurlijk, uw pseudo-zwager, welke inderdaad vandaag weer voor zaken te Amsterdam vertoefde. Maar.... dat is ongeloofelijk, meende thans Reggie zachtjes te moeten opmerken. Hoe bent- u daar in 's hemelsnaam achter gekomen? Alles duidde toch op een doodge wone inbraak! Alles ja, antwoordde de inspecteur, op een kleinigheid na. Je weet, iedere mis dadiger vergeet wat, dat is een vaststaand feit. Als je dat nu maar begint op te snor- ■ren, heb je de rest betrekkelijk guw. En dat was? vroeg ook Boersma thans met ongeveinsde belangstelling. Dat hij u de zaakaan het ontbijt pas vertelde! Want werkelijk, een groote partij zilver, goud, een schilderstuk van groo te waarde en driehonderd gulden, is wel de moeite waard een familie in den nacht even wakker te maken Zelfs voor een Indisch man. Je kunt intusschen het dossier Boersma nu opleggen, Reggie! DINSDAG 12 MEI 1936 Dr. Belmonte in ons land terug Het relaas van zijn endervindingen jn Abessynië. 's-GRAVENHAGE, 11 Mei, - Dr. Belmonte de Amsterdamsche chirurg, die deel heeft uit! gemaakt van de Nederlandsche ambulance in Ethiopië, is hedenochtend met den nachttrein uit Parijs in ons land teruggekeerd. Dr. Belmonte heeft op eigen gelegenheid de terugreis gemaakt. Hij was eenige da^n voor de anderen in Dzjiboeti en moest toen eenige dagen op een boot wachten. Een redacteur van het Algemeen Neder- landscli Persbureau heeft in den trein met dr. Belmonte een gesprek gehad over zijn lot- gevallen in Ethiopië. „Ik ben blij, dat ik er uit ben", waren de eerste woorden van dr. Belmonte. Dr. Belmonte gaf een vrij uitvoerig relaas van de lotgevallen der Nederlandsche ambu lance in den laatsten tijd. Onze lezers zullen verschillende feiten reeds weten uit de rap. porten van dr. Winckel en uit de nieuwsberic'n- ten. Nog niet bekend is echter hoe de ambulan ce het laatste gedeelte van den weg tusschen Dessie en Addis Abeba heeft moeten afleggen Op ongeveer 100 kilometer ten noorden van Addis Abeba moest een gedeelte van de am- bulance achterblijven. Er zou echter spoedig hulp komen uit Addis Abeba, doch juist in dien tijd brak de opstand uit en barstte een ware hel los. Achter het eerste gedeelte der terugtrekkende ambulance werden alle wegen vernield en opgeblazen door het muitende Abessynische leger. En een aantal van onze menschen zaten daar achter. Toen ben ik, zoo vervolgde dr. Belmonte, naar een der hoogste regeeringspersonen in Addis Abeba gegaan en deze heeft toen maat regelen getroffen, dat de achtergebleven leden onzer ambulance langs een klein en onbekend weggetje zijn geleid, om het terrein waar de opstand woedde heen en op deze manier veilig in Addis Abeba zijn aangekomen. Deze tocht duurde twee dagen. Op het laatste oogenblik uit Dessie Wij moesten weg uit Dessie, men zal zich in Holland wel eens afgevraagd hebben, waar om het Roode Kruis niet rustig in Dessie is gebleven en zijn diensten aan de Italianen heeft aangeboden. Dit was echter onmogelijk. Op het allerlaatste oogenblik zijn wij uit Des sie weggegaan. Waren wij eenige uren langer gebleven, dan zou de geheele ambulance uit gemoord zijn door de muitende Abessyniërs. Niemand was er dan levend afgekomen. De kogels floten om onze ooren en zelf heb ik mijn leven aan een toeval te danken. Onze laatste avond in Dessie is de meest dramatische in mijn leven geweest. Ik was in het Amerikaansche hospitaal, een half uur van het onze verwijderd. Ook daar was men bezig het ambulancewerk te liqui deeren om zich terug te trekken. De auto, waarmede men zou vertrekken, had echter niet voldoende benzine meer. Ik bood onmid dellijk aan bervzine uit ons kamp te geven.' Van mijn kant had ik dan het voordeel dat de auto mij tegelijk naar ons basishospitaal zou brengen. De duisternis was gevallen en het rooven en plunderen der Abessynische muiters was in vollen gang. De inlandsche chauffeur durfde niet naar het Nederlandsche hospitaal te rijden. Wij hebben hem toen uit de auto verwijderd en een Europeaan heeft zijn plaats ingenomen. Ik zat naast den chauffeur met mijn revolver in de hand. Op de vrachtauto hadden wij een machine geweer opgesteld en op deze wijze zijn wij door een regen vankogel naar ons kamp ge reden. Dat niemand onzer gewond of gedood is, be grijp ik nog niet. De tocht zelf was ellendig; er heerschte een paniek. Overal zagen wij vechtende en moor dende Abessyniërs, menschen, die zich in wan hoop voor de auto's wierpen, die in ravijnen sprongen. Het was of alle booze machten der hel in dit land losgebarsten waren. De kroonprins heeft ons goed behandeld. Hij heeft mij een dag tevoren gewaarschuwd en gezegd dat het niet goed zou afloopen en dat het beter was heen te gaan. Maar zijn in geving misleidde ons in de hoogste mate. Enkele minuten voor bovenbedoeld gesprek met den kroonprins verzekerde zijn secretaris ons echter dat er niets aan de hand was, en eenige uren na bovenbedoelde kroonprinselijke waarschuwing werd door de Abessynische re geering medegedeeld, dat er geen gevaar dreig de. De misleiding, waaraan wij blootgesteld wa ren van de zijde van de hoogste regeerings personen is een bron van veel ergernis en veel ellende geweest. Maar wat wil men, zoo vervolgde dr. Bel monte, de Abessyniërs zijn in den grond een lafhartig en leugenachtig volk. Zij zijn ka rakterloos en hebben geen gevoel voor orde en tucht Daarbij is op enkele hooge uitzonde ringen na iedereen analphabeet en van een verbluffende onkunde tegenover techni sche zaken. Het land leeft nog volkomen in de middel eeuwen, zoowel wat techniek en bestuur als wat hygiëne betreft. Een Röntgen-apparaat, een orthopaedie- tafel als de Nederlandsche ambulance bezat, was er in geheel Ethiopië niet. De communicatie is ongelooflijk slecht, de watervoorziening is allertreurigst. Ik heb het, de omstandigheden in aanmer king genomen, vrij goed gehad. In het basis hospitaal leefden wij heel behoorlijk. Alleen de vliegtuigen brachten de menschen in een paniekstemming. Den laatsten dag in Dessie moesten wij met de revolver in de hand de orde op zaal hand haven. Later bleek, dat de Italianen onze ambulan ce zeer goed konden onderscheiden en deze ook spaarden. Maar stel u voor, een operatie en dan een bombardementsvliegtuig over de tent, op ongeveer 80 meter hoogte. Ondanks alle misère hebben wij toch nog wetenschappelijk werk kunnen doen. Alles verloren Van de uitrusting onzer ambulance, waar wij zoo trotsch op waren, is bijna niets gered. Alleen de administratie en het portret dat de prinses ons heeft geschonken. Wat er van het overige terecht zal komen, weten wij niet. Wij zullen echter maar niet op veel rekenen. „Het ging er rauw toe", zoo besloot dr. Bel monte zijn relaas. „Maar ik had het toch niet willen missen". ELECTRISCHE TREIN LEGT 1007 K.M. AF. Met zelfden motorwagen De Zweedsche Staatsspoorwegen houden thans het wereldrecord voor den elec.trischen trein, die zonder dat van motorwagen is ge wisseld, den grootsten afstand heeft afge legd. Een electrische trein van 560 ton is van Malmö (Zuid Zweden) naar Ange (in het Noorden), een afstand van 1007 K.M. met den zelfden motorwagen gereden in den tijd van 's morgens 6 tot 's avonds tien uur. Het oude record stond op naam van een Amerikaansche maatschappij, waarvan een trein met denzelfden motorwagen 710 K.M- had afgelegd. Deskundigen hebben het resul taat met groote nauwlettendheid bestudeer»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8