BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. A.s. week geef ik een kleurwedstrijd of het oplossen van een raadsel. Eenige prijsjes kunnen gewonnen worden 'Beste FOLLY. 'k Hoop aan je wensch te kunnen voldoen en het gezonden gedeelte la ter te doen plaatsen. Leuk zeg, van de week door de telefoon Je stem heb ik nu tenmin ste alvast gehoord. Een nadere kennismaking zal ook nog wel volgen. Eerst moet ik het een beetje minder druk hebben Speel je nog fijn buiten? M'n dank voor het boomenplaatje, 'k Heb er nu 4 of 5. Dag Polly. Beste BERENMAN. 'k Geloof graag dat jullie tuin nu op z'n mooist is. Wat je uitnoo- diging betreft, nu spoedig eens een visite te willen komen maken het volgende. Momen teel heb ik het nog heel erg druk met het re gelen van alles en nog wat. Over m'n vrijen tijd kan ik dus niet vrij beschikken. Als alles zoo ongeveer voorbij is, dan kom ik vast en bericht je van te voren. Nog wel gefeliciteerd met je grootouders. De teekening vond ik keurig. Dag Berenman. Lief SPARRETJE. Ja meisjelief, je va der heeft me verteld dat je nog niet naar 's Gravenhage gegaan bent. "k Hoop voor je, dat spoedig alles zoo is, dat je gaan kunt. Ik wensch je dan een prettige reis en veel ge noegen. Je moet me volgende week eens iets meer vertellen b.v. over je tuintje, je poppen of iets anders. Wil je je moeder namens mij groeten? Ook haar wensch ik aangename da gen toe. Dag Sparretje. Best ZONNESTRAALTJE. Prettig zeg, dat je ook mede mocht spelen. Wat mij betreft, ben ik blij dat alles weer voorbij is. Maandag avond zullen we met de handwerkles begin nen. Voorloopig geef ik les van 6.007.30. Breng een ruitjesschrift met potlood mede (kleine ruitjes). Voor de eerste les krijg je materiaal van mij en bespreek ik met je wat je verder moet mede brengen, 'k Hoop dat we een gezellig clubje mogen krijgen waar, ondanks de gezelligheid, flink aangepakt wordt en veel en mooi werk gereed komt. Dus tot Maandagavond, zes uur aan mijn huls. Dag Zonnestraaltje. Lief KRULLEKOPJE. Zoo meisje met je ledig hoofd. Waar zijn je hersentjes heen ver huisd? Is Bep ook al lid van „Kleine Kracht"? 't Lijkt me ook wel gezellig. Ja, volgende week wordt een kleurwedstrijd uitgeschreven of een raadsel. In ieder geval zijn er prijsjes te winnen. Natuurlijk ben je van de partij. Speel maar fijn op het spoorveld. Dag Krullekopje. Beste BEP. Heb je zelf die woordjes ge schreven? 't Is keurig hoor. De teekening vind ik:.ook heel netjes en ik dank je er hartelijk voor. Al je sommen heb je goed gemaakt. Flink zoo Dag Bep Beste ROBBEDOES. Wat ben ik blij met- je briefje, 'k Moet zeggen dat je met schrijven en stellen goede vorderingen maakt. Alleen schrijf je de s en de z verkeerd om. Je moet maar eens goed naar de s en de z in de cou ranten en je leesboekje zien en ze eenige ma len naschrijven. Daarna schrijf je ze uit het hoofd en vergelijkt ze met de letters uit de courant om te zien of je ze goed geschreven hebt 'k Wensch je veel genoegen in het duin. Dag Robbedoes. Best BRUINTJE Je speelde in het duintje Je speelde in het tuintje Je speelde in het gras Tot je met recht een bruintje was. Dag Bruintje. Lief BOODSCHAPSTERTJE. Wel meis- jelief, heb ik zoo de plank mis geslagen? Dus je moeder heeft je zoo verwend? Wat jam mer zeg dat je nieuwe schoenen mij veel te klein zijn. Maar 'k weet het goed gemaakt. Als je weer schoenen gaat koopen, koop je ze veel te groot, zoodat ze mij passen. En dan de rest weet je wel. Dag Boodschapstertje. Beste POLLY. Het spijt me heel erg, je teleur te moeten stellen. Toch moet het. Mo menteel heb ik geen tijd meer, nog een deel van je verhaal over te nemen. De voorberei dingen voor het avondje, waar je vader meer van weet, vergen zeer veel van m'n tijd. Vol gende week hoop ik weer gelegenheid te hebben. Dag Polly. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. Wist je dat? Er is een tijd geweest, dat de Noordelijkste stad op aarde een Hollandsche stad was n.l. de in de 17de eeuw gestichte stad Smerenburg op het eiland Spitsbergen. Ze werd gesticht door onze walvischvaarders en bestond dan ook voornamelijk uit traan- kokerijen, pakhuizen en kuiperijen. Van Mei tot Augustus was ze bewoond door duizenden Hollanders, arbeiders, opzichters, kantoorlui en matrozen. Toen de walvischvisscherij be gon te verloopen werd ten slotte Smerenburg door de Hollanders verlaten. De eerste advertentie. Deze verscheen In 1649 in een Engelsch blad en vermeldde den diefstal van 2 paarden. WIE ZOEKT ER MEE? Voor wie deze brief bestemd is? LEG-] Ik denk, dat jullie allemaal wel van vliege ren houdt. Het voorjaar is daar zoo echt de tijd voor; dan ga je met een mooien, grooten, zelfgemaakten vlieger naar 'n weiland en dan laat je hem op, tot hij hooger staat dan de boomen. hooger dan de kerktoren, zoo hoog, dat je hem nog heel klein in de lucht kunt zien staan. DROOGT DE AARDE UIT? Wereldrijken verzinken in het zand. Wordt de aarde een woestijn? Zandstormen van een hevigheid, zooals ze sinds tientallen jaren in Amerika niet meer voorkwamen, hebben onlangs gewoed boven het vruchtbare Missisippidal en over de sta ten Dakota en Minnesota. New York en Chi cago waren dagenlang gehuld in nevelachtige dikke dampen. Vliegers vertelden van stof wolken, die zij nog waarnamen op 590 Meter hoogte. Een onverbiddelijk zich voltrekkende geo logische ontwikkeling, die door ons. Euro peanen nauwelijks wordt opgemerkt; maar die door de Amerikanen met bezorgdheid wordt gadegeslagen, wordt hieruit duidelijk: de voortschrijdende woestijnvorming, waar aan ieder jaar uitgestrekte landstreken ten prooi vallen Als een niet te stuiten water vloed dringt de zandzee verder en verder het land in, overstroomt steppen, weilanden en bosschen, verandert vruchtbaar akkerland in troostelooze dorre vlakten. Een vierde gedeel te van het Amerikaansche continent is al aan deze uitdroging ten offer gevallen. Voor heele staten bestaat het gevaar eenzelfde lot te ondergaan. Waar 50 jaar geleden nog kud den buffels van eenige duizenden weidden, waar zich de eindelooze jachtgebieden der zwervende Indianenstammen bevonden, spreekt men nu al van de „groote Amerikaan sche woestijn". De prairie van het „wilde Westen" is ten ondergang gedoemd. Dit proces vindt niet alleen in de Nieuwe Wereld plaats. De opgravingen in de woestij nen van Afrika en Azië vertellen ons van Miinininiinii!iiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiinmiiiMnii!iHiHiiiHiinHiiiHiiiiiiiiiiiniHuiaiiiBi<iiiiiiiB;ii«iiHHiiHiiiHHiininiii WAT TILLEKE DROOMDE. Tilleke werd naar bed gebracht. „Wel te rusten, kindje," zei moeder en ze gaf haar dochtertje een nachtkus. „Vlug en goed gaan slapen, hoor!" „Ja, moes," zei Tilleke, ze stopte haar neus in het holletje van haar kussen. Nu deed moe der drie passen naar de deur, dan knipte het licht uit, de deur ging open en weer dicht nu was Tilleke alleen in haar kamertje. Ze trok het dek een beetje om zich heen, kroop nog dieper in het holletje. Wat was dat? Ging daar de deur niet zachtjes open? Ja werkelijk? Geschrokken keek Tilleke door een speeltje van haar oogen. Dat kon móeder niet zijn; wantdie kon je aan hooren komen en ze had heelemaal geen stappen gehoord. En het was moeder ook niet. Heel voorzichtig werd de deur verder ge opend en een oud mannetje met een witten baard stapte binnen. „Hij lijkt wel wat op den Kerstman," dacht Tilleke in zichzelf, „alleen is zijn jas blauw inplaats van rood, zooals van den Kerstman." De oude man was nu binnen. En Tilleke zag, dat hij op zijn rug een grooten zak droeg. Hij keerde zich weer naar de deur. „Kom maar binnen, ik geloof, dat ze slaapt!" Tilleke, die nog altijd voorzichtig door haar oogharen gluurde, kon een kreet van verrassing bijna niet onderdrukken. Want binnen stapten twee kleine babypopjes. Heel parmantig stond hun haar in een pruikje overeind. „Pak nu voorzichtig de tooverdingen uit!" zei de oude man vriendelijk. Toen kon Tilleke het niet langer uithou den ze sloeg haar oogen op en vroeg: „Wie bent u eigenlijk? En wat doet u hier?" De vreemde bezoekers schenen in het ge heel niet verwonderd. Wie een aardig plaatje wil zien, waarop je jongens en meisjes druk bezig ziet met vliege ren, moet de stukjes, die hij hier ziet afge beeld netjes uitknippen en opplakken. Zorgvuldig en nauwkeurig werken, hoor! TANTE TINE. bloeiende rijken, die onder het stuifzand be graven werden; van vruchtbare landerijen met reusachtige veestapels, die in luttele eeuwen ondergingen. De beschavingen van Egypte, Syrië, Perzië, Mesopotamië verzonken in droge, waterlooze woestijnen. Babyion en Ninive werden ten doode opgeschreven. De uitdroging dreef Hunnen uit Centraal Azië naar het waterrijke Westen; nu wordt Lybië en Zuid-Afrika bedreigd. Alleen Europa, het groene eiland is tot nu toe verschoond geble ven van deze woestijnvorming. Nu het een bewezen feit is, dat in de andere werelddee- len de woestijnvorming nog lang niet tot staan gebracht is, heeft de hypothese, dat onze pla neet veroordeeld is tot een langzame uitdro ging, vele aanhangers onder de geologen. Ongeveer 3 millïoen jaren geleden was onze aarde omgeven door een dikke wolkenlaag. In een vochtige broeikastemperatuur tierde een weelderige plantengroei. Langzamerhand brak de zon door dit wolkendek heen. De he mel wordt opengescheurd en onbarmhartig branden de verzendede stralen op de aard oppervlakte. Er ontstaan geweldige verschil len tusschen dag en nacht; stormen treden op. Rotsblokken en bergen barsten door de verschillen in temperatuur, brokkelen af, ver gaan tot zand en dit wordt door den wind verspreid. Groote gebieden verliezen hun plantendek en drogen uit. Overal, waar de plantengroei te zwak is om al het neerslagvocht te verzamelen, treedt de woestijnvorming op: de erosie. Erosie betee- kent wegvreting, afknaging der vaste ge steenten door stroomend water en door wind en is de dood der plantenwereld. Onder ero sie wordt ook het verzoutingsproces gerekend. Als de neerslag te zwak is, om den geheelen „Oh, ben je wakker, Tilleke?" vroeg de oude man. „Dat komt goed uit. Ik wilde je toch wakker maken, om te vragen, of je met ons mee gaat, een reis maken door het elfen land. Kijk, ik ben de Sprookjesvader en dit zijn een paar van de kleinste elfjes". „Oh, graag. Moet ik me aankleeden? Of mag ik in mijn pyjama mee?" „Je moet je wel aankleeden," zei de Sprook jesvader. „Maar we hebben hier een toover- jurk voor je. Als je die aantrekt, kun je din gen zien, die gewone menschen nooit kunnen zien!" „Waarom mag ik eigenlijk mee?" vroeg Tilleke verwonderd. De Sprookjesvader lach te. „Oh we nemen iederen nacht een ander kindje mee en nu is de beurt aan jou om een bezoek te brengen aan Elfenland." Ondertusschen hadden Trixy en Tixy de jurk uit den zak gehaald en gaven haar nu aan Tilleke. Die schoot hem aan over haar hansopje en toen voelde ze zich heel klein worden: net zoo klein als Trixy en Tixy en zoo licht. „Kom ga nu maar mee," zei de Sprookjes vader en hij nam haar bij de hand. „Maar morgen moet ik naar school," zei Tilleke, „en als ik weg ben, zullen vader en moec'er ongerust zijn." Toen lachten Trixy en Tixy: „Morgenoch tend, als moeder je komt roepen, lig je al weer in je bedje!" Toen was Tilleke gerust en ze legde haar handje in de groote hand van den Sprookjesvader. „Doe nu je oogen maar even dicht, en doe ze niet eerder open, dan wanneer ik je het zeg. We zijn dadelijk in Elfenland." Tilleke deed, wat haar gezegd werd. Ze voel de zich zweven door de ruimte.zweven zweven 1 grond te doordrenken, verdampt de vochtig heid -weer dadelijk en dan neemt het zoutge halte van den bodem snel toe. In eenige tien tallen jaren is het gehalte zoo hoog, dat alle vegetatie onmogelijk is. Actueele voorbeelden voor de verzouting zijn Egypte en Noord- Afrika, waar op het oogenblik een verbitterde strijd tegen dit proces wordt gevoerd. Bezorgd en ontsteld staan wij tegenover dit geweldige gebeuren, dat onafwendbare nood lot van onze planeet schijnt aan te kondigen. Onafwendbaar Het is niet de gewoonte van den mensch te capituleeren voor een dreigend gevaar. De mensch durft het met den strijd aan te bin den tegen de blinde natuurmachten. Groot- sche plannen, door kunstmatige bevloeiing en ontzouting de woestijnvorming tegen te gaan en woestijnen weer bewoonbaar te ma ken, zijn in voorbereiding. De techniek rust zich uit voor een gigantischen strijd tegen de vijandige elementen. Wie zal het winnen? FLINK ZOO, LOES door W. B.—Z. Hier zie je Loes, Met Mimi de poes. Loes je is een beetje slap, Dokter zei: „Geef haar maar pap, Drie keer daags een beker melk, Melk is immers goed voor elk." Loes vindt melk een beetje naar. Komt ze uit school, de melk staat klaar. En dan zegt ze: „slik, slik, slik. 'k wordt weer graag een beetje dik. 'k Wil een flinke Loesje zijn, 'k Doe maar net of 't smaakt heel fijn Is de melk nu bijna op, Zegt ze tot Mimi: „ik stop, 't Restje is voor jou hoor poes, Vind je mij geen dappre Loes?" Mimi zegt in poesentaai: ,,'k Lust nog wel een volle schaal". „Doe nu je oogen maar weer open." hoorde Tilleke heel uit de verte de stem van den Sprookjesvader komen. Onmiddellijk opende ze haar oogen en keek nieuwsgierig om zich heen. Ze stond op een dorpspleintje; er om heen stonden popperige huisjes en uit alle venstertjes en raampjes keken net zulke elf jes als Trixy en Tixy. Sommigen wuifden met hun popperige handjes naar Tilleke en die wuifde vriendelijk terug. „Kom, nu zullen we je alles van ons Elfen land laten zien!" Met zijn vieren gingen ze al de kleine huisjes in. Overal slaakte Tilleke kreten van bewondering. Alles was ook zoo aardig, net als bij de menschen, maar dan in het klein. En de elfjes waren net levend geworden baby poppen. In het laatste huisje vonden ze een elfje druk bezig met schrijven. „Stoor hem niet," fluisterden Trixy en Tixy. „Dat is de sprookjesschrijver. Alle ver halen over elfen, die jullie, menschenkinder- tjes, lezen, heeft hij geschreven!" Vol ontzag sloop Tilleke stilletjes het kleine huisje weer uit!" 1 „En nu tot slot zullen we je een elfendans laten zien van de boschelfen." Ze gingen het bosch in, dat vlak achter het elfendorp lag. Eigenlijk waren het maar kreu- pelboschjes, maar doordat Tilleke zoo klein was geworden, leken het ontzaglijk hooge boomen. Op een open plaats zat een kleine elf en sloeg met twee ballen tegen elkaar, zoodat er een mooi zilverklinkend geluid ontstond. Met sierlijke bewegingen danste een kleine elf over het mos. Om zich heen slingerde ze een ketting van sterren. „Wat mooi," zei Tilleke, bewonderend. Het elfje lachte dankbaar „Opstaan, Tilleke, het is tijd!" zei moeders stem. ZATERDAG 16 MEI 1936 HET HOUTHAKKERTJE u^> Daar verborgen tusschen 't riet, Zoodat de houthakker hen niet ziet. Zitten daar kleine stoutertjes, 't Zijn echte boschkaboutertjes. Straks als 't houthakkertje gaat slapen, (Hij is zoo moe, ik hoor hem gapen) Dan komen de kabouters hip, trip, trip. Ze sprokkelen houtjes in een wip. Ze rennen zachtjes door het woud. Die kleine mannetjes zijn niet stout. Want gaat de houthakker straks naar huls Dan brengt hij een karrevracht houtjes thuis. De kabouters kunnen nu slapen gaan, Ze hebben een goede daad gedaan. BEGROETINGEN. Eskimo's geven elkaar bij wijze van be groeting een tikje op de wang. Siberiërs wrijven de neuzen tegen elkaar. Japanners maken diepe buigingen. In Tibet krabben ze zich op 't hoofd en steken dan de tong uit. De Waganda-stam in Afrika biedt den vreemdeling bij de begroeting eenige koffie- boonen aan. Roodhuiden klappen in de handen om mee te deelen, dat ze ongewapend zijn. Hoog geplaatste personen worden in Kame roen begroet met de hand voor den mond Een veilige bewaarplaats. Nadat dieven de brandkast van den dierentuin in Detroit geplunderd hebben, wordt de brandkast des nachts bewaard in de leeuwenkooi. Wist je dat? Eén van de beroemdste markten in Spanje is de muildierenmarkt te Organa in de Pyreneeën, die eenmaal in 't jaar, maar dan ook drie dagen achtereen gehouden wordt. Eten in de Middeleeuwen. Borden had men in dezen tijd niet; hiervoor gebruikte men groote ronde stukken brood, die na af loop van den maaltijd voor de bedelaars be stemd waren. WETENSWAARDIGHEDEN. In Engeland is een groote auto als tandheel kundige kliniek voor schoolkinderen inge richt. Deze rijdt van het eene dorp naar het andere om de tanden van alle schoolgaande kinderen te onderzoeken en te onderhouden. In Engeland bestaat sinds eenige jaren een nieuwe bond: de vereeniging van vrijwillige tantes. De eerste vereeniging werd in Man chester gesticht en van daaruit heeft de be weging alle steden van het eilandenrijk ver overd. Wat zijn deze tantes? Stel je eens voor, dat een van jullie ziek wordt. Niet gevaarlijk ziek! Maar zoo'n beetje verkouden of maagpijn. Kortom iets, dat geen speciale verpleging vraagt; maar waarbij je toch in bed moet blijven. Moeder, die je anders gezelschap houdt, moet boodschappen doen, je broertjes en zusjes zijn naar school en dan zou je heel alleen en eenzaam in je bed moeten liggen en je vervelen, wanneer een of andere lieve tante zich niet over je zou ontfermen.. Ik denk, dat jullie allemaal wel een aardige tante Annie, Marie of Beppie hebt, die je in een dergelijk geval niet in den steek zou laten. Maar stel je nu eens voor, dat je geen tante hebt en dat je niet een kort poosje, maar maanden achter elkaar ziek bent. Helaas zijn er zulke geval len, dat kinderen en volwassenen, jaren ach ter elkaar hulpeloos in bed liggen en, daar ze geen familieleden hebben, die zich over hen bekommeren, een verschrikkelijk leven lijden. Daar springen nu de vrijwillige tantes bij. Ze gaan dagelijks een paar uurtjes op bezoek bij bedlegerige menschen en kinderen, bij arme blinden, bij oude zwakke menschen. Niet om ze te verplegen; maar om hun den tijd te korten en hun op andere manieren be hulpzaam te zijn. Ze lezen voor, babbelen, doen boodschappen, enz. Ja, ze begeleiden hun pleegkinderen naar het ziekenhuis en doen alles wat in hun vermogen is, om ze beter te maken. Bovendien hebben de tantes nog ander werk. Daar was bijv. een oude vrouw, die een klein snoepwinkeltje had. En daar ze heele maal alleen was, kon ze niet eens de drin gendste boodschappen doen. Maar toen kwam de vrijwillige tante, die haar hielp en alles kwam in orde. Dan weer moet een alleenrei- zend kind naar het station gebracht en in den goeden trein gezet worden, er moet ge wandeld worden met 'een blinde, een jong meisje, die vreemd in een stad komt, moet geholpen worden. Dat alles doen de tantes zooals hun naam als zegt - vrijwillig en voor niets Zp stellen zich tevreden met den oprechten en harte- lijken dank van hun pleegkinderen. Zou dat ook mat iet* voor ens 'aad zuftü

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 10