r HET MYSTERIE VAN MOAT HOUSE. FEUILLETON Naar het Engelseh van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). 23) xvirc. De samenkomst. Olaire stond den volgenden dag spoedig na het ontbijt op, en verklaarde zich veel beter te gevoelen. „Het is bijna jammer, vond NeU, „dat je er niet zoo bleek en ellendig als anders ■uit kunt zien. Ik weet zeker, dat Grayling vermoed dat er iets aan de hand is en ik hoop maar dat zij ons niet in den tuin zal volgen". Gelukkig voerden Grayling's verdenkingen haar niet zoo ver. Als zij in de laan waren gaan wandelen, of de bosschen waren inge gaan, zou de kamenier misschien Cyril Lan caster hebben gewaarschuwd, maar toen zij den tuin inliepen kreeg Grayling geen arg waan. Evenals de anderen in huis wist zij niets van het bestaan van dat halfverborgen deurtje achter de schuur. Met uitsondering van Claire en Nell, gingen er feitelijk weinig pienschen den tuin in. Toen Claire en Nell ditmaal de poort, die tegenover Lancasters studeerkamer gelegen was, doorgingen, sloten zij niet alleen de deur achter zich, maar draaiden tevens de sleutel in het slot om. „Nu kan niemand onverwacht binnenko men", verklaarde Nell. Als er iemand komt, ga ik de poort opendoen, en moet jij de bezoekers door de tuindeur naar buiten laten, Claire. Vergeet dit niet! Als iemand op het tooneel verschijnt, moeten zij onmiddellijk verdwijnen!" )rDenik je, dat ze er zijn?", was alles wat Claire kon antwoorden. „En weet je zeker, dat niemand ons vanuit het huis kan zien?" „Ik weet het bijna zeker", bevestigde Nell. .En één ding weet ik beslist! Als je een beetje achteraf blijft, bij het schuurtje en achter de rhododendrons en laulierboompjes, kan niemand ook maar een glimp van je zien. Ik zal mij met meneer Meynell bezighouden, terwijl jij met meneer Hume kunt babbelen; maar denk er aan, maak het niet al te lang. We moeten hier niet langer dan anders blij ven, anders zal Grayling ons achterna komen. Hou je maar goed, en kom dadelijk als ik roep". Claire beloofde dit, maar Nell geloofde dat zij nauwelijks wist wat ze zei. Ze verkeerde zichtbaar in een staat van uiterste opwin ding, en zag er buitengewoon zwak uit. Nell liet Claire achter tegen het schuurtje leunen, terwijl zij de met klimop bedekte deur opzocht en de sleutel in het slot stak. Het leek wel of het haar nog meer moeite kostte dan de eerste maal, maar zij slaagde er toch In de sleutel om te draaien en tot haar blijdschap zag ze dadelijk de twee ge stalten, die ze verwachtte. „Kom binnen", fluisterde ze „We wachten op u". Hume kwam het eerst binnen. Hij scheen Nell nauwelijks te zien, maar ging regelrecht op Claire af. NeU keerde hen den rug toe, maar voelde instinctief, dat Everard' haar regelrecht in zijn amen nam. Intusschen stonden Nell en Claude Meynell samen bij de deur. „Wat denkt u ervan, als wij een eindje dit pad afgingen?" vroeg Nell. „Ziet u van dezen hoek af kunnen wij, zoowel de deur van de binnenplaats, als de tuindeur, in het oog houden, zoodat wij het dadelijk kunnen zien en hooren als er van één van beide zijden gevaar dreigt!" Claude keek haar een beetje vreemd aan. „U bent een uitstekende generaal!", prees hij. „Het komt me voor, dat u een vrij helder hoofd hebt". Nell glimlachte. „Ik ben zoo blij, dat zij elkaar spreken", zei ze. „Het was verschrikkelijk, zooals Cyril gisteravond tegen u te keer ging. Het deed me pleizier te hooren, dat u hem met een pak ransei gedreigd hebt!" „Dat zal hij één dezer dagen nog wel krijgen!" voorspelde MeyneU vroolijk. „En ik veronderstel dat Lancaster als dwangarbeider zal eindigen". „Denkt u dat het zoo erg is?", vroeg NeU verschrikt. .Heeft hij zooveel op zijn gewe ten?" „Wij weten het niet precies. Maar ik ver moed, dat hij bezig is zijn schaapjes op het droge te brengen". „Ten koste van Claire?" „Precies". En zij zal hulp noodig hebben om te houden wat zij heeft; en niemand kan haar beter helpen dan Everard. Hij is een prachtkerel, juffrouw Davenant, en ik bewonder hem uit den grond van m'n hart". „Kent u hem al lang?" informeerde Nell. „Zoo ongeveer een jaar, maar zelfs in een jaar kan men iemand heel goed leeren ken nen. Toen ik hem ontmoette was ik zonder werk, en hij was zoo goed mij .te helpen. Wij zijn beiden Engelschen, hoewel hij lang in Amerika heeft gewoond en ik denk dat dit de band was, die ons samenbracht". Meynell keek het meisje aandachtig aan. „U bent erg blij dat Everard Hume is ge komen", merkte hij op. „Ik wilde dat u ook blij was dat ik gekomen ben!" „Dat ben ik", gaf NeU onomwonden toe. „Natuurlijk vind ik het prettig een van me neer Hume's vrienden te ontmoeten". .Hat is een armzaUge reden", zei de jonge man, terwijl hij NeU recht in de oogen keek. „Maar misschien kan ik mij den een of anderen dag als u mij een beetje kent, nog eens vleien met de gedachte dat u blij bent me te zien om mijzelf". NeU kreeg een kleur. ..Natuurlijk" ant woordde ze, „ben je altijd blij een vriend te ontmoeten". „Dus u wüt mij als een vriend beschouwen en behandelen?", drong Meynell aan. En het meisje antwoordde, nadat ze hem nogal een beetje verschrikt had aangekeken, met een luchtigheid, die hem meer dan iets anders bekoorde „Als een goede vriend. Inderdaad, dat hoop ik. Ziet u, u kent zooveel menschen, die ik ook ken". Op dit oogerablik werden zij in hun ge sprek gestoord door den klank van een bel, binnenshuis, en NeU sprong ontsteld op. „Dat is de vijf-minuten-bel", verklaarde zij. „Die wordt altijd geluid voor de lunch, als meneer Lancaster thuis is. Ik ben bang, dat hij teruggekomen is. O, verdwijn alstu blieft, zoo vlug als u kunt, Claire moet ook naar huis". Zij liepen naar de anderen toe, die zoozeer in elkaar verdiept waren, dat zij de waar schuwende bel niet hadden opgemerkt. Nell liet haastig de twee vrienden uit, en sloot het poortje achter hen dicht. Zij was juist op tijd om de poort naar de binnenplaats te openen, want net, toen zij dit gedaan had, verscheen Lancaster's gestalte in de deur van het huis. Hij kwam naar hen toe met een scherpen blik op de gezichten van de beide meisjes, informeerde naar hun gezondheid en vermaande hen niet zoo lang op een drui- lerigen Novemberdag in den tuin te bUj- ven. XIX. Verweer. NeU schrok bijna van Claire's stralend ge zicht,- toen zij samen de trap opgingen. .Afaar Claire, je moest er niet zóó uitzien, als je nu doet!" ,Hce zie ik eT dan uit?" lachte Clalre. „Als ik er net zoo uiteie als ik me voel „Je mag er niet zoo uitzien als je je voelt", viel NeU haar ongerust in de rede. „NatuurUjk is het heerlijk je zoo te zien, maar vergeet niet, dat we in een vijandige omgeving zijn. Zou het niet beter wezen als je boven lunch te?" Dan zal ik zeggen dat je hoofdpijn hebt". (Wordt vervolgd). Op Schiphol worden thans proeven genomen met de .Spin", een getrouwe copie van het vliegtuig waarmede de heer A. Fokker vóór 25 jaar zijn vliegbrevet be haalde. Op 6 Juni zullen met dit toestel demonstraties worden gegeven Van de werf De Vries Lentsch te Amsterdam is Maandagmiddag het jacht ..Zeearend" van den heer Bruinzeel, dat aan de 3400 mijls race van de Bermuda eilanden naar Cuxhafen zal deelnemen, tewater gelaten Maandagavond werd aan H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana op den Dam voor Koning Gustaaf van Zweden heeft in tegenwoordigheid van Kroonprins Gustaaf Adolt het Koninklijk Paleis door een enthousiaste verschillende autoriteiten het nieuwe vliegveld Bromma bij Stockholm officieel ge- menigte een grootsche hulde gebracht. De opend juichende menschenmassa De opbouw van een zgru Pasar Malam, een Indische avondmarkt, op het Malie veld te den Haag, in ver band met de komende .Residentieweek" H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana brachten Maandagmiddag een bezoek aan de Gemeentelijke Blinden- werkinrichting aan den Amsteldijk te Amsterdam. H. M. de Koningin vol belangstelling bij een der vlechters Minister Joseph Goebbels heeft de nieuwe .Admiraal-Graaf-Spee-brug" over den Rijn te Duisburg officieel opengesteld Schotsche Hooglanders in hun typisch costuum tijdens een van hun volksdansen op de folkloristische feesten welke te Tidworth, Wilts, werden gehouden door het 1ste bataljon der Argyll en Sutherland Highlanders

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 5