HET MYSTERIE
VAN MOAT HOUSE.
Door Haagsche schoolkinderen is Vrijdag een eenvoudige bloemenhulde gebracht bij
het monument van wijlen H. M. de Koningin-Moeder
Leon Blum, de nieuwe Fransche minister-presi
dent, deelt den journalisten het resultaat zijner
besprekingen mede
Hef landgoed „De Geldersche Toren" bij Dieren, dal
voor publieke wandeling is opengesteld
Parijs verstoken van kranten. - Voor het gebouw van de .Hachette" staan de kranten- De werkzaamheden aan de laatste der 11285 namen op het oorlogsgedenkteeken, dat
auto's werkloos, tengevolge van de staking in het dagbladbedrijf op 26 Juli a.s. door den Koning van Engeland te Vimy onthuld zal worden
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
(Nadruk verboden).
32)
„Dat zou Ik denken! Hij zette het heele
huis op stelten met orders om thee, brood,
boter, cake en allerhande lekkernijen. We
hadden geluk, want Lancaster was niet thuis
Maar Nell kwam naar beneden om me te
spreken, ze zag er geweldig knap uit!"
..Die bijzonderheden kun je beter voor
iemand anders bewaren", meende Geoffrey.
„Ja. dat weet ik. Geoffrey. Ik houd m'n
oogen heusch wel open. Nell is een gelukkig
meisje, meer kan ik er niet van zeggen!" En
ze lachte veelbeteekenend.
„Zorg er voor Phil", waarschuwde Geof
frey. „dat je geen plannen in de war stuurt
door voorbarige onthullingen te doen".
„O, ik zal niemand iets vertellen", beloof
de Phillida. „En zeker Nell niet. Maar, zoo
als ik vertelde, we dronken thee. Toen stelde
Cyril voor mij de gracht en den tuin te laten
zien, die, zooals hij zei. erg interessant wa
ren. Natuurlijk zei ik, dat ik het heerlijk zou
vinden, en ik vroeg of Nell ook meeging.
Maar dat stond hem niet aan. Ik vond dat
hij erg onbeleefd tegen haar was; hij zei
haar dat zij Claire niet zoolang alleen moest
fete?1-
„Daarna gingen we naar buiten, bekeken
de gracht, en maakten een aardig oud bootje
los, waarmee hij om het huis heen roeide.
Het viel me op, dat de lagere ramen van
een boot uit heel gemakkelijk te bereiken
zijn, wanneer iemand ongemerkt het huis in
of uit wil gaan".
„Ik hoop dat we niet in dergelijke uiter
sten behoeven te vervallen", gaf Geoffrey te
kennen. „Heb je gezien, waar de boot lag?"
„Ja, juist onder ue doorvaart, waarover de
weg naar de voordeur gaat. We gingen zoo
ver wij konden om het huis heen. Toen liet
hij mij den ommuurden tuin zien. Het zou
een mooie tuin zijn, als hij goed onderhou
den werd. Ik liep er rond. en ontdekte na
tuurlijk heel toevallig het deurtje in den
muur. Ik wilde zien wat er achter was en
ik probeerde de deur te openen. Hij maakte
bezwaren zei, dat de sleutel er niet was.
en dat hij hem eerst zoeken moest. Ten
slotte werd i'k prikkelbaar en verklaarde naar
huis te zullen gaan. als hij hem niet haalde.
Dat kon hij niet hebben, hij ging weg en
kwam een paar minuten later met den sleu
tel terug. Voor wij den tuin verlieten hing
hij hem op zijn oude plaats aan de plank in
het schuurtje, waarvan ik hem, toen hij zich
even omdraaide, weghaalde en in mijn tasch
stak".
Jn verder, Phillida?"
„Neem jij nu dien sleutel mee. en maak er
zoo spoedig mogelijk een afdruk van. dan zal
ik een briefje schrijven en hem naar Cyril
Lancaster terug sturen. Ik zal hem wel wat
wijsmaken".
xxvin.
Vrienden en Vijanden.
Phillida's bezoek had Nell volkomen ver
rast. Zij had haar niet verwacht, maar zij
was er zeker van, dat zij meer reden had
om te-komen, dan zoo op het eerste gezicht
leek. Phillida's geheele belangstelling scheen
uit te gaan naar Cyril, het was alsof zij ge
komen was om met hem te praten.
Nell voelde zich buitengewoon eenzaam, nu
Claire zoo zwak bleef. Ze vroeg zich steeds
meer af wat er toch met haar aan de hand
zou zijn. Zij had gemerkt dat haar toestand
verergerde wanneer Lancaster haar van het
medicijn had gegeven. Nell zag uit naar een
'gelegenheid om er eens iets van over to schen
ken in een fleschje, zoodat zij het te gele
gener tijd aan een onderzoek kon laten on
derwerpen.
Zij vond den geheelen toestand vreemd:
nooit werd er een dokter gehaald, terwijl
Claire met den dag zwakker werd Toch had
het weinig zin er over te piekeren.
Dien avond dineerde zij alleen. Lancaster
en zijn zijn zoon waren uit en zij was aan
haar lot overgelaten. Toen zij, voor zij naar
boven ging. door de hall liep. merkte zij dat
juffrouw Plowden- en Jacob geheimzinnig
stonden te fluisteren. Terwijl zij langs liep
hielden beiden plotseling hun mond: zij
hervatten hun gesprek, toen zij de trap op
liep. Éénmaal keek ze achterom, ze zag dat
ze haar van de flauw verlichte hall uit na
keken. en verbeeldde zich een soort schrik
op hun gezichten te ontdekken. Wat kon er
zijn? vroeg zij zich af. Want Lancaster was
niet thuis, en Claire's toestand was dezelfde
als den dag te voren.
Maar zij schrok, toen zij boven kwam, en
Claire's kamer leeg vond. Zij ging naar de
deur van de zitkamer, in de hoop haar daar
te zien. maar ook deze was leeg.
„Claire! Waar ben je?" riep Nell, en toen
rende ze met een gezicht waaruit plotse
ling ajle kleur was weggetrokken, naar be-
Juffrouw Plowden! Juffrouw Valery is
neden.
niet in haar kamer! Wat is er gebeuTd?
Waar is ze naar toe?"
„Maakt u zich niet ongerust, juffrouw",
antwoordde de huishoudster. „Ze is enkel
maar naar een andere kamer overgebracht".
„Waar hebt u haar dan gelaten? En waar
om vertelde u mij dat niet eerder?" vroeg
Nell verder. „U hebt me vreeselijk doen
schrikken. In welke kamer is ze?"
„Vanavond mag u haar niet meer lastig
vallen", zei juffrouw Plowden op ongewoon
vriendelijken toon. „Ze is erg moe. Meneer
Lancaster vond dat die kamers te somber
waren, en hij gaf order om een paar an
dere voor haar in gereedheid te brengen.
Er is heelemaal geen reden tot ongerustheid,
want zij is goed verzorgd".
„Maar waar is zij?" wilde Nell weten, ter
wijl zij de vrouw scherp aankeek.
,Jn haar nieuwe kamer, juffrouw! En dat
is alles wat u vanavond behoeft te weten!"
gaf zij vinnig ten antwoord. ..Lieve deugd!
Het moet u toch onverschillig zijn, welke
kamers ze heeft? Ik ben toch niet van plan
u vanavond bij haar te laten".
„Ik wil haar niet lastig vallen", drong Nell
aan. „maar u kunt me toch wel vertellen
welke kamers voor haar uitgezocht zijn".
„Niet op deze verdieping!" gaf de huis
houdster kortaf ten antwoord. „En ik ben
niet van plan u meer te vertellen. Anders
zoudt u het haar toch maar lastig maken. Ik
weet meer van u, juffrouw Davenant, dan u
wel denkt! Ik weet dat u soms midden in
den nacht naar binnen sluipt, om te zien.
hoe het met de juffrouw gaat. Ik vind dat
u haar meer kwaad dan goed doet".
„Als u mij wilt vertellen, waar zij is, be- i
loof ik u vanavond niet naar binnen te
gaan", hield Nell vol.
„Ik doe het niet, nu weet u het!" verklaar
de de huishoudster kwaad. ,Ik houd mij aan
de order van meneer Lancaster".
Nell keerde zich ontstemd om en liep de
trap op naar haar eigen kamer, wel wetend
dat het onbegonnen werk was tegen juffrouw
Plowden's gezag te strijden. Maar ze was
uiterst bezorgd en vroeg zich voortdurend af
of zij op haar eigen houtje geen onderzoek
zou instellen waar Claire heen was gebracht.
Ze vond het op zijn minst genomen
vreemd, dat Claire uit de kamers die spe
ciaal voor haar ingericht waren, was wegge
haald. Bovendien wras zij op een geheimzin
nige manier overgebracht.
Den volgenden morgen, toen juffrouw
Plowden haar zelf het ontbijt bracht, begon
Nell opnieuw haar te ondervragen.
„Als u een beetje meer geduld had," ant
woordde deze. „zou het voor iedereen veel
beter zijn. Men zou werkelijk denken dat u
zich verbeeldt dat wij kwaad in den zin heb
ben. Dat is niet zoo, dus u hoeft zich geen
zorgen te maken".
Nell keek haar opmerkzaam aan. „Meent
u wat u daar zegt?"
„Waarom niet?" vroeg de huishoudster,
met een blik op Nell's bleeke wangen. „U
schijnt te denken", bitste zij, „dat wij haar
vermoord of weggevoerd hebben of zoo iets.
Dan bent u absoluut abuis. Ze ligt in bed, in
een kamer, niet ver van de uwe; ze mag
niet lastig gevallen worden, voordat meneer
Lancaster thuis komt. Ik zorg goed genoeg
voor haar, en hoogstwaarschijnlijk zal me
neer een verpleegster voor haar meebrengen.
Nu weet u hoe de zaken staan".
(Wordt vervolgd).