De „Endeavour II" te water gelaten. HET MYSTERIE VAN MOAT HOUSE. Een wedstrijd voor keliners maakte Dinsdag te 's Hertogenbosch deel uit var» de feestelijkheden ter gelegenheid van de „Acht Bossche Dagen". Een der deelnemers toont zijn handigheid De ..Endeavour li", gebouwd voor den grooten internationalen zeilwedstrijd in Amerika, Gosport (Eng.) te water gelaten deze week te Op „Frankendaal" te Amsterdam wer den Dinsdag weer de eerste massa- lessen voor de hoogste leerjaren der Amsterdamsche scholen gegeven. Het aandachtig gehoor Patroons en bedienden der groote magazijnen in conferentie bijeen op het ministerie van Binnenlandsche Zaken te Parijs onder leiding van minister Salengro ter bespreking der oplos sing van het stakingsconflict De Engelsche kruiser „Repulse", die m Engeland werd ge moderniseerd, verliet Maandag de haven van Portsmouth, on* zich bij de vloot in de Middellandsche Zee te voegen Mr. C. Frikkers, bekende figuur in rechterlijke kringen, is op 66-jarigen leeftijd te Amsterdam overleden Het wrak van de Fokker F 22 „Lappland", die Dinsdag nabij Malmö kort na den start op weg naar Amsterdam verongelukte, op {on wegende sleepboot .Roger", te Krimpen de plaats van het ongeval. - Twee passagiers kwamen om het leven, zes werden gewond Dinsdagmiddag tebAmstrdambeaanmdboor°dr .Poelau Roebiah" geheschen FEUILLETON Naar het Engelseh van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). 35) ..Dat kan ik niet helpen", zei Nell, terwijl zij haar adem inhield, want Lancaster's fon kelende oogen en verwrongen gelaatstrekken begonnen haar angst aan te jagen. „Ik kan u niet geven, wat ik niet heb". ,,Dat zullen we dan eens zien", vervolgde Lancaster, terwijl hij tweemaal belde. Juffrouw Plowden verscheen bijna, onmid dellijk, keek naar het gezicht van haar meester en dan, met zichtbare onrust en angst, naar Nell. „Juffrouw Plowden", en Lancaster's stem klonk hard en koud. „Ik moet u roepen om mij te helpen. Juffrouw Davenant heeft den sleutel van de deur in den tuinmuur wegge nomen. Ik zal u een paar minuten met haar alleen laten, terwijl u haar fouilleert, want ik ben niet van plan haar den sleutel te laten houden". „Ik heb u toch verteld", begon Nell, die vuurrood werd, „dat ik uw sleutel niet weg genomen heb, meneer Lancaster. Ik weet niet waar die is". „Mag ik dan vragen hoe u door die deur gekomen bent?" vroeg Lancaster spottend. „De deur was open; ik had geen sleutel". „Open!" Een oogenblik leek het alsof Lan caster lam geslagen was van schrik. Toen herstelde hij zich, en barstte woedend uit: ,Dat is een leugen! De deur kon niet open zoon: er is maar één sleutel, en die is van zijn plaats verdwenen. Juffrouw Plowden, zórg dat u den sleutel vindt, of laat haar anders vertellen wat zij er mee gedaan heeft". Hij liep de kamer uit, en sloeg de deur hard achter zich dicht en een oogenblik ke ken juffrouw Plowden en Nell elkaar aan. „U kunt het beter opgeven!" zei de huis houdster kortaf. „Het is nergens goed voor om tegen hem in te gaan. Ik dacht, dat u dat nu wel langzamerhand wist!" „Ik verzeker u dat ik detn sleutel niet heb, juffrouw Plowden", hield Nell vol. „Ik kan het niet helpen. Meneer heeft ge zegd, dat ik moet kijken. Ik zal enkel uw zakken omkeeren en dan kan ik hem zeggen dat ik den sleutel niet gevonden heb. Maar u moet mij uw woord geven, dat u hem ook niet bij u hebt". „Ik heb meneer Lancaster's sleutel met bij mij!" verklaarde Nell op ernstigen toon, de zelfde woorden gebruikend als de huishoud ster. Zij voelde zich niet verplicht te beken nen dat zij een looper bezat, die waarschijn lijk elke deur in het huis zou 'kunnen ont sluiten Juffrouw Plowden deed haar werk vlug. Zij keerde de zakken van haar japon en man tel om, en Nell kreeg een schok van verras sing. Want de huishoudster scheen bij haar onderzoek toch niets te vinden. Nell vroeg zich af, of zij den looper, dien Claude haar gegeven had. misschien had verloren. Maar achteraf merkte zij, dat deze door een gat ln de voering naar beneden gegleden was. Daarna liet juffrouw Plowden haar handen over Neli's kleeding gaan en na een paar mini:en riep ze Lancaster weer binnen. ..Waar hij ook is", verklaarde juffrouw Plowden op den kort aangebonden toon. dien zij gewoonlijk tegenover haar meester be zigde, „bij haar is hij niet- Daar ben ik ze ker van". „Dan zullen we moeten onderzoeken, wat zij er mee gedaan heeft", sprak Lancaster. „Hoort u wat ik zeg?" voegde hij er aan'toe, zijn stem dreigend verheffend ..Weet u wat de gevolgen zijn wanneer u mij weerstreeft? Ik maak geen gekheid! Ik spreek in vollen ernst. U doet verstandiger de waarheid te zeggen". „Ik heb u niets te zeggen", antwoordde Nell vastberaden. „U zult het me vertellen!" krijschte de man, die zich haast niet meer kon beheer- schen. „Ik zal u niets vertellen, meneer Lan caster." Een oogenblik leek het alsof hij haar wil de slaan, maar juffrouw Plowden, ging plot seling tusschen haar meester en juffrouw Davenant staan. „Kom meneer", suste ze. „Het past niet om een jongedame op zoo'n manier aan te spreken. Als u zoo tegen haar te keer gaat zal zij u niets meer vertellen. Laat u juffrouw Davenant naar boven gaan. dan kan zij haar mantel uittrekken en een kop thee drinken. Straks zal zij misschien verstandi ger zijn en u alles vertellen wat u weten wilt". Lancaster trok zich onwillig terug. Hij liep naar den schoorsteen en bleef daar met ge bogen hoofd staan. „Neem haar mee", zei hij bits. „Sluit haar in haar kamer op, Plowden, en breng mij den sleutel. Ik duld geen weerspannigheid hier in huis. Zij blijft boven, totdat zij mij alles vertelt van dat gekonkel achter mijn rug". Nell wilde nog iets zeggen, maar juffrouw Plowden wierp haar een waarschuwenden blik toe. en met haar hand op den arm van het meisje leidde zij haar de kamer uit. XXXI. In gevangenschap. „Ik zal mijn vrienden vertellen dat me neer Lancaster mij gevangen houdt", zei Nell tegen de huishoudster, toen deze op het punt stond de kamer te verlaten. .Als u verstandig bent", gaf deze ten ant woord. „zult u dat wel laten. Meneer Lan caster zal zich over een paar dagen zeker bedacht hebben. Hij wil met Claire op reis en ik geloof niet, dat van u verlangd wordt om mee te gaan". „Hoe is het met haar?" vroeg Nell 'bezorgd. „Zoo'n beetje hetzelfde, voor zoover ik weet", antwoordde juffrouw Plowden kort. „Maar men heeft mij verboden met u te spreken, dus vraagt u mij maar niets meer. Als ik u was, zou ik Lancaster zijn zin ge ven en hem zoover zien te krijgen, dat hij u weg stuurt". En met deze woorden ver dween zij en deed de deur achter zich op slot. Nell bracht den avond door met brieven schrijven, die zij hoopte spoedig te kunnen posten; en trof verschillende voorbereidin gen, die het haar mogelijk zouden maken onverwijld te vertrekken, als zij de kans kreeg het huis uit te komen. Zij maakte een katoenen zak, dien zij onder haar rok vast bond. Daarin verborg zij brieven, geld en den looper. Zij wilde hem liever niet op het slot van haar eigen kamer probeeren, voor dat zij zich veiliger voelde. Maar 's avonds bleef zij op tot het huis volkomen in rust was, en toen merkte zij., dat het slot heel ge makkelijk geopend kon worden. Zij over woog. of zij in het hotét van den nacht een ontdekkingstocht zou durven maken met het oog op een mogelijke ontsnapping. Toen gingen haar gedachten uit naar Claude, die tevergeefs aan de tuinpoort zou staan wachten. Hij zou wel begrijpen, dat er iets niet in den haak was. Nell was er van overtuigd, dat hij het er niet bij zou laten; dat hij haar op de een of andere manier te hulp zou komen. Den volgenden dag had zij voldoende tijd om alle aandacht te wijden aan het uitzicht, dat zij van het venster uit had. Zij ontdekte dat zij van den ommuurden tuin niets kon zien. daar deze aan de achterzijde van het huis lag, terwijl haar kamer uitzag op de voorzijde. Zij had het gezicht op de oprij laan en op een klein stukje van den hoofd weg: maar zij twijfelde er aan of iemand op haar letten zou als zij voor het raam stond. Het was een drie-deelig venster, waarvan het middelste gedeelte geluidloos op en neer ge= schoven kon worden. Toen zij naar buiten leunde, zag zij iets, waaraan zij tevoren geen aandacht geschon ken had. Juist onder haar raam liep een goot. van ongewone breedte, en aan den anderen kant er van was een kleine borst wering van ruim een halven meter hoogte. Deze goot scheen langs de geheele voorzijde te loopen, ze vroeg zich af of het mogelijk was daarover een rondgang om het gebouw te maken. De goot was breed en de borst wering hoewel niet hoog voldoende om vallen te voorkomen. Claire's kamers lagen op dezelfde verdieping als de hare, misschien zou ze zoo bij haar kunnen komen. Voor zoo ver Nell wist woonden alleen Claire en zij op deze verdieping. Natuurlijk zouden juffrouw Plowden of Grayling als Claire werkelijk heel ziek was bij haar opzitten. Maar Claire was er zoo op gesteld 's nachts alleen, te zijn, dat er, indien er geen ernstige wen ding in haar ziekte was gekomen, na tien of twaalf uur niemand meer bij haar zou zijn. „Als ik dat maar wis>t! dacht Nell bij zich zelf. „Want natuurlijk kan ik Claire's kamer niet binnen gaan. als er nog één van de be dienden is. Als ik zeker wist dat zij alleen was, zou ik van de gang uit haar kamer kunnen binnen komen. Maar ik zal eerst bui tenom moeten gaan, om door het raam te zien of te hooren, hoe de stand van zaken is". Het was een gewaagd plan, en Nell aar zelde of zij het al of niet zou uitvoeren. Ter wijl het nog licht was, durfde zij zich niet uit het raam te wagen, uit angst gezien te worden, toch leek het haar een beetje ge vaarlijk de poging na donker te onderne men. Maar toen zij kort na het invallen der duisternis naar buiten keek, zag zij dat de maan opkwam, zoodat het licht genoeg zo zijn, om haar weg te kunnen vinden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8