Concours hippique te Wageningen. HET MYSTERIE VAN MOAT HOUSE. Sir Samuel Hoare op weg naar den Engelschen Koning voor het in ont vangst nemen van de onderschei dingen van Eerste Lord der Admi raliteit Op de terreinen van de stichting „Natuurmonument De Beer" te Hoek van Holland broeden thans duizenden vogels. - Een kolonie sternen die door de komst van den fotograaf even werd opgeschrikt Jhr. mr'. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh StachouWer, de nieuv*» gouverneur-generaal van Ned. Indie, met zijn echtgenoote in zijn ambtswoning te Brussel Trompetters van het corps Rijdende Artillerie defileeren voor de tribune tijdens het groote jaar- lijksche concours hippique Een fraaie sprong tijdens het groote jaarlijksche concours hippique, uitgaande van de vereeniging tot bevordering der paardenfokkerij in Gelderland, dat Woensdag te Wageningen is gehouden stand voor zuivelproducten in de Ne da; Isndsche Atdeeling op de Levant Fair te Tel Aviv De glasfabriek der firma Ripper te Maassluis is Woensdag door feilen brand geheel in de asch gelegd FEUILLETON Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). 36) Juffrouw Plowden had haar verteld, dat zij tusschen zeven en acht haar eten zou brengen. „En daarna zult u me niet meer zien", had zij gezegd, „want we zullen het morgen druk hebben, en ik ga vanavond vroeg naar bed". „Waarom hebt u het morgen druik?" infor meerde Nell. ..O. er komt een bezoeker", liet de huis houdster zich achteloos ontvallen. „Iemand voor Claire." „Meneer Hume?" vroeg Nell vlug. „Ja, meneer Hume. Hij komt hier een dag of drie logeeren, zoodat hij en meneer juffrouw Valery's zaken kunnen regelen". „Ze weet het, natuurlijk?" „Dat hij komt? Dat spreekt van zelf! Over haar hoeft u zich geen zorgen te maken". ..Zij is dus werkelijk wat beter? Denkt u niet dat u mij een poosje bij haar kunt brengen?" „Neen, dat kan niet", wees de vrouw bijna ruw af. „U weet nu toch langzamerhand, dat ik nooit tegen de orders van meneer in ga. Maar hij wil u laten weten, dat meneer Hume komt. zoodat u zult begrijpen, dat hij alleen maar vriendschappelijke bedoelingen heeft". Nell was bijna te verbaasd om te antwoor den. Zij kon nu eenmaal niet gelooven, dat Lancaster oprecht was. Zij was er van over tuigd dat hij hen misleidde. „Welke kamers krijgt hij?" vroeg zij, meer uit nieuwsgierigheid, dan om iets anders. „Niet op deze verdieping", antwoordde de huishoudster kortaf. „Hij krijgt de kamers, die juffrouw Claire vroeger had. op de eer ste verdieping, daarom zullen wij het morgen zoo druk hebben, want ze moeten een goede beurt hebben. Mijnheer Lancaster is weer naar Londen, ik bepijp niet wat hij daar zoo vaak moet doen. Hij komt niet voor morgen middag terug, en Cyril is met hem mee". „O, ze zijn dus beiden weg? Dan kunt u me toch wel even bij juffrouw Valery laten? Een paar minuutjes maar? Niemand hoeft het te weten!" pleitte Nell. Maar juffrouw Plowden schudde ongedul dig het hoofd. „Daarover hoeft u me niet aan m'n hoofd te zeuren", zei ze, een beetje geprikkeld. „Wat ik gezegd heb, daar blijf ik bij. Het is maar voor een paar dagen. Ik heb den in druk gekregen, dat meneer u wilde straffen, omdat u zoo koppig geweest bent met dien sleutel". „Ik heb dien sleutel nooit gehad!" „Neen. dat weet hij, Cyril had hem al dien tijd in zijn zak. En heel waarschijnlijk was hij het, die de deur geopend heeft". „Meneer Lancaster heeft dan heelemaal geen reden om mij hier te houden", ver klaarde Nell boos. ,Dat is zijn zaak, en niet de mijne". Toen ging de huishoudster weg, en na korten tijd werd alles donker en stil. Nu was het tijd voor Nell om op haar ont dekkingstocht te gaan. Zij kleedde zich in een donker nauwsluitend tweedcostuum met korten rok, waarover zij een cape sloeg. Toen schoof zij zachtjes het raam open en stapte in de goot. XXXII Neli's tocht. Behoedzaam schuifelde Nell voort bij ieder venster op haar knieën kruipend opdat nie mand haar schaduw zou zien. Tenslotte be reikte zij den hoek van het huis, waar ze even stil hield. Beneden haar zag zij de weer spiegeling van de maan in de gracht, zij was in spanning of de balustrade zich nog voortzette, daar zij anders onmogelijk haar weg zou kunnen vervolgen. Maar tot haar groote geruststelling merkte zij niet alleen dat aan den anderen kant van het huis de goot breeder werd maar dat de borstwering bovendien hooger was. Hier moest ze voor zichtig zijn, want er brandde licht in de kamers beneden; en zij hoorde door een der open ramen, stemmen. Blijkbaar had zij het venster van de kleed kamer, die aan Claire's slaapkamer grensde bereikt, want zij hoorde Grayling en juf frouw Plowden met elkaar praten. Ofschoon zij af en toe brokstukken van zinnen miste, kon zij den loop van hun gesprek goed vol- gn. Grayling scheen erg uit haar humeur. „Ik begrijp niet, wat hij van plan is", zei ze. „Ik heb altijd precies gedaan wat hij zei, en nu beweert hij dat hij mij niet langer ge bruiken kan. en dat ik moet weggaan". „Nu, je hebt altijd beweerd dat je het hier niet naar je zin had", merkte de huishoud ster op. ,-Dat had ik ook niet", gaf Grayling ten antwoord. „Maar het komt je toch vreemd voor als je ineens te hooren krijgt, dat je je koffers kunt pakken, en den volgenden mor gen moet heen gaan. En, zoover ik weet, is er geen enkele bijzondere reden". „Zij heeft geen kamenier noodig", meen de juffrouw Plowden. „Zij moet een ver pleegster hebben". „Waarom krijgt zij dan geen verpleegster?" riep Grayling, die zich hoe langer hoe meer opwond. „Laten ze die gezelschapsjuffrouw wegsturen. Of gaat die soms ook?" „Ik zou het werkelijk niet weten". „Nou, het spijt me eigenlijk niet. ik heb er hier al lang genoeg van. De keukenmeid is ook opgezegd en Marie ook!" „Ik voor mij geloof", sprak juffrouw Plow den, „dat meneer van plan is het huishouden op te breken en naar het buitenland te gaan Het is ook beter dat juffrouw Valery van den winter naar 't buitenland, 't Zuiden, gaat". „Nu, ik ga mijn koffers pakken", kondigde de kamenier aan, „ik denk niet dat de juf frouw me vanavond nog noodig heeft". „Als dat zoo is, zal zij wel bellen, denk ik", gaf de huishoudster een beetje scherp ten antwoord. „Ja, je kunt beter naar beneden gaan. Ik ga nu kijken of zij nog wat noo dig heeft. Het heeft geen ein om bij haar te blijven als ze rustig is". Grayling ging naar beneden en juffrouw Plowden begaf zich naar de andere kamer. Nell slaakte een zucht van verlichting, nu wist ze tenminste, dat Claire niet zieker was dan gewoonlijk, en dat zij straks naar alle waarschijnlijkheid een kort gesprek met haar zou hebben. Het zou niet moeilijk zijn in haar kamer te komen, hetzij door 't kleed kamerraam, hetzij door de gang over te loo- pen en gewoon binnen te gaan. Het zou nu zeker de moeite waard zijn om het te pro- beeren. Juffrouw Plowden scheen niet van plan dien avond terug te komen. En Gray ling was bezig haar koffers te pakken, ter wijl Lancaster zelf uit was. Nu Nell in staat was naar eigen believen haar kamer te verlaten voelde zij zich in zekeren zin tegen de moeilijkheden opge wassen. Zij kroop een eindje naar voren, en merk te dat zij nu dicht bij het raam van Claire's kamer was. Zooals Nell verwacht had, stond het een eindje open, want zelfs in den win ter hield Claire van volop frissche lueht. Het gordijn was niet heelemaal gesloten, waardoor Nell door een smallen spleet in de kamer kon zien. Zij zag een groot ouder- wetsch hemelledikant, waarin Claire lag. Zij zag er erg bleek en zwak uit. De huishoud ster stond met een bord soep in de hand bij het bed en toen Claire het leeg had. nam zij een flesch van een tafeltje, en keek rond naar een medicijnglas. „Vanavond niet", weerde Claire zwakjes af „Het moet", zei juffrouw Plowden. „Me neer Lancaster zegt, dat je geen avond mag overslaan". „Ik neem het niet in", antwoordde Claire, „ik kan best slapen zonder dat goedje. Neen, vanavond neem ik het niet". Juffrouw Plowden scheen te aarzelen. „Nu", zei ze tenslotte, „mij is het ook goed. Ik zou niet weten waarom u het moet inne men. als u zelf niet wilt. Maar als meneer Lancaster boos ls, moet u hem zeggen, dat het mijn schuld niet was". „Ja, dat zal ik hem zeggen. De verant woordelijkheid draag ik", verklaarde Claire. „Ik zal hem nog wat anders vertellen. Als hij juffrouw Davenant niet bij me terug laat komen, neem ik niets meer van zijn medicij nen in, en ik zal hem ook niet meer gehoor zamen. Ik verlang naar Nell, en zelfs al ls ze weggestuurd, dan vind Ik het toch niet aar dig van haar om weg te gaan zonder mij goedendag te zeggen". Nell voelde het bloed naar haar wangen stijgen. Dus zij hadden Claire wat wijs ge maakt! Wat zou ze straks opkijken! Dat Lancaster haar voorgelogen had, zou haar sterken in haar besluit, om zich met alle macht tegen hem te verzetten. Eindelijk ging juffrouw Plowden met een korten nachtgroet heen; het was duidelijk dat zij het gesprek met Claire niet wenschte voort te zetten. De moeilijkheid voor Nell was nu, om haar aanwezigheid kenbaar te maken zonder dat Claire zou schrikken. Het zou misschien hei beste zijn, door het raam van de kleedkamer binnen te komen; als Claire daar beweging hoorde, zou ze denken, dat één van de be dienden bezig was. Dus ging zij terug naar het venster van de kleedkamer, en schoof dit voorzichtig omhoog. De vensterbank was laag, zoodat zij hegl gemakkelijk in de ka mer kon stappen. Zij deed dit, verschoof op zettelijk een stoel en maakte wat beweging om Claire's aandacht te trekken. Het was dus logisch toen zij Claire vanuit de andere kamer hoorde roepen: „Ben jij daar Grayling?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8